rt.
l.
m,
DE SLAVIN.
Maandag 25 Februari
Èersle Blad,
KENNISGEVING.
POLITIE.
Feuilleton.
A°. 1889.
IN". 7189.
srd.
a
33r ©-©n-veertigste Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
u itgeverTT. ~od
Verordening Havengeld.
3 a.
>f en
Ift
s z'yn
Abonnehentsfhhs, per kwartaal
franco per post, door het geheele Rijk
Afzonderlijke nommers
1.85
- 3.50.
- 0.10.
B1IUKAVJ: HABKT, E, 124.
Advbrtknyikpkiib: »»c 1-—10 gewon# regels met
inbegnp r*o eene Courantf ljif.
Iedere gewone regel meer- .ld,
Dbibmaal geplaatst wordt tegen twbeuzal berekend.
idige
eesti
te
eene
heid
zyna
ie op
tuur
Hen,
i elk
tigd
her-
g«-
?one
ven,
doe-
ndig
.85,
into
tree
am,
s, te
Aea
led
den.
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam doen te weten, dat op heden
aye afgekondigd
lo, de door den Raad dier gemeente, in
zyne openbare vergadering van den 7n Decem
ber j!., vastgestelde en by koninklijk besluit
van deD Sen February daataanvolgende, no.
81, goedgekeurde, verordening op de hef
fing eener belasting onder den naam van
Havengeld
2o. de door den Raad, in diezelfde zitting,
vastgestelde verordening betreffende de
Invordering dier belasting.
Voorts breDgen zy onder de aandacht dat,
overeenkomstig bet bepaalde by artikel 1 der
«eretge'oielde verordening, die belasting ver-
schuldtgd is, te rekenen van den dag
der afkondiging dier verordening.
Schiedam, den 23eo February 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE.
Be Secretaris,
A. W, MULDER.
Aan het commissariaat zijn als op straat ge
vonden aangegeven: een rozenkrans in
étui, een fantaisie-armbandeen zwart
klndermutsje, een granaten oorbelletje,
een ledige zwarte portemonnale, een wit
linnen Jas, een zwarte Spastische haan en
eeo sleutel,
Schiedam, 23 Februari 1889.
Het Fransche ministerie is gevallen en een
ander heeft zijn plaats mgenomen. Gemakke
lijker valt het te zeggen, hoeveel minisieriën
de derde Fransche republiek gedurende haar
bestaan, dat is sedeit4 September 1870, heeft
zien afmaken, dan te vei klaren wat het thans
opgetreden kabinet eigenlijk vertegenwoordigt,
't Zyn natuurlijk allen republikeinenmaar
gesorteerd, vinden wa een paar opportunisten,
dat zijn zoo wat behoudeode lui, tegen eenige
radicalen, Ieder heeft er een persoon naar zijn
smaak in zittenis nu de Kamer van afge
vaardigden verstandig en zwetst ze niet te
veel, dan kan dit ministerie wel eens een
tentoonstellingskabinet wordeo, een kabinet,
dat de zaken gaande houdt; dat vóór alles
de kalmte onder de licht ontvlambare Frao-
schen tracht te bewaren en dat voor het
welBtagen der tentoonstelling zorgt.
Zoo begrepen het ook de heeren, die de
draden der tentoonstelling in handen hebbeD.
Onder de velen, die den president Carnot
gedurende de ministerieele crisis kwamen be-
zoekeo, waren ook zy. Natuurlijk zou er
met een onrustig Parijs aan geen druk bezochte
tentoonstelling te denken zyn. Er zullen er
met duizendtallen gevonden worden, die dit
aar de wereldstad wenschen te bezoeken,
maar dit getal zou tot tientallen worden herleid,
als de revolutie of de contra-revolutie of een
democratisch oproer de lieden in het denkbeeld
ging versterken, dat Parys een broeinest van
opstand, moord en doodsisg was. We willen
een kleine kansrekening omtrent den vermoe-
delyken levensduur van het Kabinet wagen.
Sedert 4 September 1870 versleet da republiek
24 miniseriën dat is een gemiddelde levens
duur van negen maanden voor ieder kabinet,,
Houdt het tegenwoordig bewind de zaken
zoo lang loopende, dan behoort bjj zyn af
treden de tentoonstelling te Parys lot de ge
schiedenis dan zullen er vry wat feestdronken
zyn uitgebracht op de republiek en op hasr
bewindslieden; op Parys en zjjn bloei; op
officieels en niet olficieele pmsooenmen zal
gedanst hebbenop een vulkaao, maar
men zal toch gedanst hebben; men zal van
den wedstrijd der natiën getuige geweest
zyn, zoo op het terrein des vredes als op dat
van den ooi log. Men zal in een luchtballon op
gestegen zyn en men zal den toren van Eifel be
klommen hebben; men zal de vonken van den
Franschen geest hebben bewonderd en men
zal de wondeplekken kunnen peilen, die aan
bet Fransche volk de grootste kracht ontrooven.
Vier en twintig ministeriën m negentien
jaar, en onder alle leden daarvan geen enkel
persoon, in staat de groote kinderendie men
Franschen noemt, in toom te houden, Dat
getuigt óf voor de armoede aan verhaven
karakters onder de groote natie if voor de
afwezigheid van discipline, in eeo republiek
bovenal noodig. Dat is een andere toestand
dan in de dagen van Lodewyk Pmlipstoen
Thiers aftrad om voor Guizot plaats te maken,
die zich op zjjn beurt terugtrok om weer aan
Thiers de teugels van het bewind in handen
te laten. Dat was het tydvak van '30'48.
Is dat vau '70—'89 getuige geweest vau
meerdere politieke ooiwikkeling? Er zou
bezwaarlijk een bevestigend antwoord op deze
vraag kunnen gegeven wordenhet verwerven
van baantjes scbyot de plaats te hebben inge-
nomeu van het strevende constitutioneels
begrippen zoo zuiver mogelyk toe te passen.
Waartyk, de republiek is met de meest ge-
wenschte regeermgsvorm voor half of kwart
politiek ontwikkelde natiëo,en goed ontwik
keld m dien zin zal men de Franschen toch
wel niet ucemeo.
Het Eogelsche parlement is vergaderd, heeft
namens Haie Majesteit de koningin een troon
rede hooien vooilezen en viDg zyn werkzaam
heden aan. Nog vooidat tot de behandeling
van het adres van antwoord op bedoelde rede
werd overgegaan, koudigde een der leden
reeds een amendement aan over de Iereche za
ken, in dezen zin, dat hij voldoening vroeg voor
het ïGroene Eiland", opdat de Unie tusschen
Engeland en Ierland werkelyk een Unie mocht
heeten. Goed bedoeld, maar of bet helpen zal D#
Engelschen zyo op sommige punten bijzonder
taai, zelfs op het vasthouden aan misbruiken
en nietigheden. Of is het geen nietigheid, de
sedert meer dan eeuwen bestaande gewoonte,
het parlementsgebouw voor den aanvang eener
nieuwe zitting te onderzoeken.
Dit gebruik dagteekent van den tyd van
Guy Fawkes, die plan had het parlementsge
bouw en de parlementsleden door middel van
buskruit in de lucht te laten springen sedert
dien tyd wordt in vollen ernst dit onderzoek
trouw volgehouden,
De Eogelsche troonrede maakte melding
van de voornemens der regeering, om tot een
krachtige versterking der vloot te geraken.
Er was eeo tyd, dat Engelands koningin
haar vriend en bondgenoot keizer Nypoleon III
tot een bezoek uitnoodigde, aan de reede van
Spithead, waar toen een groot gedeelte van
Hr. Ms. vloot paradeerde. De wereld stond
verbaasd over Eogelatida kolossale strijd
krachten tér zee, en of Napoleon UI ook ver'
baasd was, wordt niet gemeldzeker is het,
dat de toestand der Franschemarine zyn
aandacht trok en dat h'y' later gerust koningin
Victoiia kon uitnoodigen om te Cherbourg
ook de Fransche vloot eens te komen bezich
tigen, die eveneens grooten indruk maakte.
En ziet, sedert dien tyd beeft in Engeland
de zuinigheid de wijsheid bedrogen, en in den
laatsten tyd zyn er zooveel bijzonderheden
omtrent de Eogelsche zeemacht aan het licht
gekomen, dat het meer dan tyd is tot een
geduchte opknapping over te gaan, ook met
het oog op hetgeen andere zeemogendheden
aan hun rnariue ten koste leggen.
De Duitschars hebben van hun nederzet
tingen op vreemden bodem nog niet veel
genoegen. Daar is de Samoa quaestie, waarin
de Vereenigde Staten ook een woord mede-
spreken en die onder de Amerikanen vrij wat
sensatie teweegbracht.Volgens officieuss mede-
10.
Dit alles was zoo spoed.g verricht, dat voor
Sidin, die ter hulp toesnelde, niets meer te
doen overbleef, want ook het nog kronkelende
en krimpende lichaam van de slang had Herman
reeds met een forschen worp door het wegge
schoven voorhang in het geboomte van den hof
geslingerd.
»De toorts 1" riep hij Sidin toe, sbreng mij
de toorts, maar spoedig
Terwijl de/e heensnelde om het verlangde
te halen, liep Herman haastig naar de tafel
terug. Hij scheen de loftuitingen van den kapitein
-niet te hoorenzag niet dat mevrouw De
Ruiter niet meer aanwezig was, ja, merkte niet
eens dat Slima zich in een nis teruggetrokken
had en met vochtig oog op al de bewegingen
van haren redder lette Hij ging dicht onder de
lamp staan, trok de handschoenen uit en bekeek
nauwlettend zijne banden.
?>Niets", mompelde bij bij zich zelf. »En dat
hier? Hm, een weinig geschramd. 'tBateekent
misschien niets, maar men kan niet weten."
Bedaard blies hij in den hem aangereikten,
lialf uitgedoofden lakkei, wendde zich met een
zonderlingen glimlach naar den muur, en slechts
aan eene lichte rilling, die hem door de forsche
leden voer, kon men bespeuren wat er geschiedde.
Koelbloedig had hij het verdachLe wondje
uitgebmnd. Een huidwondje was het slechts,
maar het had toch tot do vreeselijkste ver
schijnselen van vergiftiging aanleiding.kunnen
geven. Hij had het nu flink uitgebrand.
«Een radicaal middel," zeide de kapitein, die
Herman op den schouder klopte, toen deze zich
had omgewend, »maar pijnlijk, hé?"
Herman knikte en beval Sidin hem linnen,
garen en zoo mogelijk watten te brengen. Eerst
nu zag hij dat de gastvrouw ontbrak.
Waar is mevrouw Da Ruiter?" vroeg hij.
sik wil hopen dat de schrik haar geen nadeel
gedaan heelt?"
aZij heeft zich teruggetrokken, beste Gorter
zij was een flauwte nabij. En dat verwondert
mij niets. Mij dunkt, wij gaan ook maar naar
buis, wanneer uwe hand verbonden is."
»Als mevrouw maar niet al te zeer ont
steld is 1"
De kapitein stelde hem weinig gerust door
zijn zwijgend schouderophalen. Geen van beiden
bad opgemerkt dat ook Elima bleek en geheel
ontdaan, met de hand op den boezem, in het
donker verscholen bleef en niet eens in staat
scheen tp zijn bare plichten tot ondersteuning
barer gebiedster na te komen. Toen zij na de
verbindingvan da gebrande hand Herman
veilig achtte voor de gevolgen van zijne helden
daad, sprak baar gevoel te sterk. Zonder mis
schien recht te weten wat zij deed, ijlde zij
op hem toe, vatte zijn linkerhand en drukte er
een -gloeiende kus op, waarna zij als een ge
jaagde hinde wegsnelde.
Zonder een woord te kunnen uitbrengen,
staarde Herman haar na. Eerst toen de kapitein
hem vrij hardhandig op den schouder klopte,
kwam hij tot zich zeiven.
»Dte vurige oogen en die gloeiende lippen,"
sprak hij met een gehettnzinnigen glimlach,
«zullen u nog hoofdpijn veroorzaken, beste
vriend. Doch daar kunt gij onderweg nog over
peinzen. Mooi zoo, daar is Sidin teiugl" Ue
kapitein schoot zijn arm in dien zijns vnendt
en beiden volgden den knaap, nadat zij hun
ne groeten aan mevrouw De Ruiter aan hem
hadden opgedragen.
Onderweg sprak Herman geen woord, en de
kapitein wachtte zich wel, hem in zijne over
peinzingen te storen. Alleen toen zij van elkander
gingen, zeide hij»Een gedenkwaardige avond.
Ik hoop dat hij' niet al te droevige gevolgen
zal na zich sleepen."
Hl.
Langs den |ijtotwi «eg, die van uit dt