A0, 1889.
Maandag 6 Mei.
N°. 7238.
Eerste Blad.
KENNISGEVING.
1 rie-en-veertigst© Jaargang.
Binnenlandscbe Berichten.
sws
Abonhkientopriis pes- kwartaal
Jftaseo per post, door het geheele Rijk
Afzonderlijke nommers
- asm
- O.IO.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
UITGEVER: J. ODÉ.
aURBAGt HARKT, B, A *4,
iDTiinnimui: ran 1—10 gewone regale raat
inbegrip tan eena Ooornntl;!*,
Iedere gewone regel sneer,10,
Drikkaai, geplaatst wordt tegen wwnsnaaL berekend.
ibri|tlngen, welke gewaar, schade ol
hinder kannen veroorzaken.
Gezien het verzoek van W. VAN DER
SLUIJS, alhier, tot oprigling eener zalm* en
eJftdrojerU aan den Maasdijk, kadaster
sectie D, no. 1G97.
Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van den
:2den Junij 1875 Staatsblad no. 95);
Doen te weten
'Dat voormeld verzoek met de bylagen op
<4e Secretarie der gemeente is ter visie gelegd;
'dat op Donderdag den 16enHela.s.,
"des middags ten 12 ure, ten Raad-
huize gelegoheid zal worden gegeven om
•bezwaren-tegen het toestaan van het verzoek
in te br8Dgen en die mondeling of schriftelijk
.toe te lichten; en
dat gedurende drie dagen, vóór bet tyd-
atip hierboven genoemd, op de Secretarie der
gemeente, van de schrifturen, die ter zake
(inogten zyn ingekomen, kennis kan worden
'genomen.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
diet behoort, deD 2en Mei 1889.
jBurgemeester en Wethouders voornoemd,
P. J. VAN DIJK VAN HATENESSE.
De Secretaris,
A. W. MULDER.
Schiedam, 4 Mei 1889.
Onder de Europeesche staten, binnen welker
grenzen men zich zoo vrjj mogelijk beweegt,
behoort Zwitserland, en mag Nederland zich
beroemen, aan menigen politieken balling een
rustig verblijf te hebben verschaft. Zwitser
land weet daarvan iu nog veel grootermate
mede te spreken. Niet altijd echter weten
politieke ballingen het hun geschonken voor
recht op den rechten prijs te stellen, zetten
.ze op het vry« terrein hun politieke woelingen
voort, smeden ze er aanslagen tegen huiten-
landsche vorsten en maken het hun gastheeren
vr'g lastig. Zwitserland heeft dit herhaaldelijk
ondervonden; onlangs nog, toen het bleek,
-dat er, zeker met geen zeer liefderijke bedoe
lingen, dynamietbommeu werden vervaardigd,
Waarover Rusland lang niet op zijn gemak is.
Duitschland vindt ook niet alles in bet
Alpenland, zooals het wel behoort; 'tvindt
-er de vryheidwel wat grooten het schijnt'
onlangs zoo vry te zgn geweest, er een zjjner
politiemannen heen te zenden, niet om een
pleizierreisje te maken, maar om oogen en
ooren den kost te gaven en achter de be-
Wegingen van sommige verdachten daar te lande
i ts komen. Zoo slim kon de man echter zgn rol
niet spelen, of men kreeg hem in het oog en
zette hem achter slot en grendel. De man
is wel weder vrijgelaten en tegelijk over de
grenzen gezet, maar Duitschlands toorn is
opgewekten de Nordi. JLÏÏgmeina Zeitunj
windt daar volstrekt geen doekjes om. Het
beduidt aan de Zwitsersche regeeringdat bet
aan de staten, welke aan Zwitserland grenzen,
niet onverschillig kan zgn, dat op het grond
gebied van de republiek aanslagen worden
gesmeed, die door ambtenaren der republiek
niet alleen geduld, maar zelfs beschermden
aangemoedigd worden. Dit kan bedoelde
staten niet alleen niet onverschillig zijn, maar
zij moeten dan wel van hun eigen politie
gebruik m'aken, om op de hoogte der zaken
n Zwitserland te komen; met andere woor
den: ze meenen dan volkomen gerechtigd te
zijo, tot spionneeren over te gaan. En indien
bet aan de politie op deze w'gze niet gelukt
volkomen op de hoogte te komen van hetgeen
in Zwitserland omgaat, dan schiet er voor
bedoelde staten niet anders over, dan het toe
zicht aan de grenzen te verscherpen en het
verkeer aldaar te beperken, dat wil zeggen te
bemoeilijken. Dat is nu eens klare wijn.
Duitschland maakt met zyn kleine naburen
weinig omslag. Maak het verkeer aan de
grenzen van Zwitserland moeilijk, en de kleine
republiek ziet baar welvaart gevoelig bedreigd.
Aan den anderen kant zit de zucht naar vrij
heid zoozeer in het Zwitsersche bloed, dat
bet te betwijfelen is, of de snorkende taal
der Berlyosche pers diepen indruk zal maken.
Engeland heeft tegenover Nederland weer
eens een echt Eqgelsch stnk afgespeeld. Met
ngang van 1 Juni e. k. zou de invoering van
uit Nederland aangevoerd vee, zonder geslacht
te zyn of zonder quarantaine te houden,
weer worden toegelaten, wel een bewjjs dat
aan den gezondheidstoestand van onzen vee
stapel niet meer wordt getwijfeld, en dat de
opofferingen, die we ons in dit opzicht hebben
getroost, het beste resultaat hebben gehad.
Dat was te veel voor het koninklijk landbouw
kundig genootschap in Engeland, en het be
sloot vooreerst geen vreemd vee op de land
bouwtentoonstelling te Windsor toe te laten,
en bovendien bi, de regeering aan te dringen,
dat het voor Nederland zoo gewichtig besluit
niet voor 1 September e.k. in werking zou
treden, en waarljjk, de protectionisten hebben
gezegepraald. De minister van buitenlandsch*
zaken, de heerHartsen, had de onaangename
taak te vervullen, deze tijding aan de Eerste
Kamer mede te deelen, en voegde er de ver
zekering by, dat 'sKonings regeering niets
zou nalaten om intrekking van bet besluit te
verkrijgen. De minister verwacht, dat, waar
door den ijver en de onafgebroken bemoeiin
gen zijner ambtgenooten gewaakt wordt voor
den toestand van oozen veestapel, deze zaak
ten slotte tot een goed einde zal kunnen
worden gebracht. Het kwam den minister voor,
dat de waarheid eindelijk tot haar recht zal
moeten komen.
Zeker zal ieder deo minister het beste succes
op zyn bemoeiiogen toeweoschen. Voorshands
zijn we echter zoo vrij, aan dat succes te
twijfelen, vooral wanneer we letten op het
geen in hetEogelsche parlement omtrent deze
materie is verhandeld.
Daar gold het de vraagis de Nederlandsche
veestapel gezond, en da minister kon hierom
trent de meest geruststellende verzekering
geven. Ja mflar, heette het verder ongeveer in
deze bewoordingenja maar, Nederland greost
aan Duitschland heerscbt er in Duitschland
misschien ook veeziekte 1 Duitschland was
zulk een groot rjjk, antwoordde de minister,
en daarby bleef het. Men kan nn reeds vooraf
berekenen, hoe het tegen 1 September zal
gaan, als bet besluit tot vrijen invoer in
werking zal komen.
Dan zal het weer heeten: is de Neder-
jandseha veestapel gezond? Wanneer dan,
wat we hartelijk hopen, het antwoord weer
luidt: zja, da Nederlandsche veestapel is
gezond", dan zal het ook weer klinken:
»is de Duitsche veestapel gezond". En als
den Engelschen minister door de belang
hebbenden de meest overtuigende bewijzen
zullen verschaft zgndat ook Duitschlands
veestapel gezond is, welnu, dan zal er wel
een brutale Engelsche protectionnist zgn,
die vraagt: maar Duitschland grenst aan Rus
land; is de Russische veestapel wel gezond?
Deze vraag zal dan misschien bezwaarlijk in
bevestigenden zin kunnen worden beantwoord,
omdat in Rusland allerlei pest, ook veepest
heerscbten dan wordt waarschijnlijk deze
conclusie getrokkenIn Rusland is de vee
stapel niet gezond; Rusland grenst aan Duitsch
land Duitschland kan door Rusland worden
besmet en Nederland weder door Duitschland,
waaraan het immers greost. Is dus het
dreigend gevaar niet nog aanwezigdat Neder
land Eogelands veestapel besmet En men
zal allerwegen hoorenja, dat gevaar bestaat
en er zal misschien weer een andere termjjn
worden bepaald. Als bet op eigenbelang aan
komt, weet Engeland mee te praten.
Met de vrooljjke intrede van de ditmaal
heerlijke Mei treedt waarschijnlijk voor
Frankrijk een tjjd van kalmte in. Maandag
wordt de tentoonstelling met grooten luister
geopend, en gedurende eenige maanden
zal deze oog, oor en hart der Frao-
scheo bezighouden. Wel zullen de vreemde
gezanten afwezig blijven by het feest der
herdenking van de groote revolutie, maar
dat zal hun niet kwaljjk worden genomen.
Eigenlijk zou het toch ook te gek zyn, dat een
Russische gezant in plechtgewaad door den
kleinzoon van den grooten Garnot den lof
der omwenteling moest hooren verkondigen.
ar
Diezelfde omwenteling werkt nog na, niet het
minst in Rusland zelf. Het schjjnt, dat men de
politieke geschillen zal laten rusten gedurende
de zomermaanden.
Na de tentoonstelling komen echter de
algemeene verkiezingen, en dan zal het volk
weer naar zyn tenten trekken, zich weer tot
den politieken atrjjd toerusten. Voor iedereen,
waar hy woont, is het een genot, voorloopig
van den dapperen generaal en zyn gehaspel
niet of althans maar weinig te zullen hooren.
SCHIEDAMMei 1889.
Onmiddelyk na de Donderdag in da ver»
eenigde vergadering der Staten-Generaal
gevallen beslissing, werd door ZExc. deil
minister van oorlog een telegram aan Zjjnn
Majesteit verzonden, ter aanbieding van dn
gelukwenschen van het leger met de herstel»
ling van 's Konings gezondheid.
Zyne Majesteit heeft in antwoord op dat
telegram, waarvoor HD. zeer gevoelig was,'
den minister opgedragen, Zyner Majesteit*
innigen daok voor die gelukwenschen aan
het leger over te brengen.
De gewone andientie van den minister van
justitie zal op Dinsdag 7 Mei a.s. niet plaats
hebben.
Oos verslag van de tentoonstelling der
sSchiedamsche Kuostvereenigsng" voortzet»
tende, vestigen wg nog de aandacht op dn
volgende ingezonden werken.
In »Maanlicht" van C. Gips Az. vinden wij e«l
ware uitdrukking van avondlicht, terwijl wij in
No. 80, «Vijf sluizen", van denzelfden schilder,
een avondzonlicht aantreffen, dat ruimschoots het
bewijs levert, dat, hoewel de heer Gips zijn lauwe»
ren met portretschilderen behaalde, hij ook op
dit gebied een verdienstelijk artist is.
Frappant is het heldere licht in «Een gezicht
te Dordrecht" van A. F. Gips en vooral toonde
dit lid der vereeniging, als steeds in zijn deco»
ratiewerk, een meester in zijn vak te zijn. 't Is
alles oorspronkelijk van teekening, fijn van kleur
en elegant uitgevoerd. De lijst om No. 95 kan
ons niet bevallen; wij meenen zelfs dat de
schilderij, ofschoon vol atmosfeer, zonnig en ge
voelig van tint, bij betere omlijsting in kracht
zal winnen. De schilder J. C. U. Legner geeft
ook in zijn overig tentoongesteld werk blijken
vafi zijn ernstig streven en opmerkehjken vooruit
gang.
De heer A. \V. M. Odé Jz., thans te Algierf,
zond eenige zeer verdienstelijke studiën in, waaron
der vooral uitmunt het kind, voorkomendeonder no.
S4. Zijn zonnige straat in Algiers, in houtskool, is
warm en vaardig gedaan. Evenzoo erkenden wij
terstond onder het vele schoons de geestige
teekeningen van den heer G. v. d. Heijden, thans
te Antwerpen. Vooral in zijn «Engelsche mede
leerlingen is meer correctheid en fijnheid va»
afwerking dan vroeger.
GOURANT.
4.85
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAK SCHIE
DAM,
1 - i