J A0. 1889. Vri dag 17 Mei N°. 7246. KENNISGEVING. INSPECTIE DEB VERLOFGANGERS. Kennlsgev ng. F e u 11 e t o n. Het geleerde Elsje 3Drie-en-veertig.ste Jaargang. 'de Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. Buitenlandsche Berichten. op >©1 ht m •go fó, UITG3BYËR; i», ODÉ. duitsculand. G1ÜHANT. Abonkkmentsprijs, per kwartaal franco per post, door bet geheele Kijk j» om al a- ige- IOOO her i». IDS els m- Ick 3Z0 ds nz. in- m- ds ol- MO '8B ffl, t» en idc w. Afzonderlijke nommers fi. 85 - 2.5a - 0.10. BUREAU: HAKKf, H, 1*4. jCDTi*f«K*i*p*iig: na 4—10 ««on* re ia mot inbegrip ran een. Courantf 1,10, laden gewant regel sneer.10. Oaiaaaat. geplaatst wordt tegea r miit berekend. Burgemeester en Wethouders -vak Schiedam; Gezien Art. 69 der Wet van 4 July 1S50 Staatsblad no. 37)zooais zy is gewgzigd by faet Vilde additionele artikel der grondwet; Brengen by deze ter kennis van de Inge- -zetenen, dat de Processen-Verbaal van de op den 14n Mei jl. plaats gehad hebbende ver kiezing van twee Leden voor de Provinciale Stalen vtn Zuid-Holland, hoofdkiesdistrict -Schiedam, ter inzage zyn nedergelegd op de .Secretarie en dat afschriften daarvan zgn aangeplakt aan het Raadhuis. En is hiervan afkondiging geschied, waar 'het behoort, den lGdeo Mei 1889. Burgemeester en Wethouder» voornoemd, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. Do Secretaris, A. W. MULDER Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Gotten bet besluit van den Heer Commissaris ..dos Konings in de provincie Zuid-Holland van den 26 April jl., A. no. 4111 (2de Afd.) Prov, Blad no. 32; Brengen ter kennis van de belanghebbenden: dat eene Inspectie over de Verlofgangers der 'Nationale Militie te Land, binnen deze Gemeente zal plaats hebben op ZATUBDAG, 15 JIINIJ1889, des morgens ten 10 ure, op het terrein achter den Doele, aan de Noordvest alhier dat op die Inspectie zullen moeten verschijnen de miliciens der ligtiagen van 1884, 1885, 1886, 1887, 1888 en casu quo vroegere ligtingen, voor zooverre tij vóór den Isten April jl., in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld, met uitzondering alléén van hen, die in de maand Junij e, k. in werkelijke dienst moeten komen. En worden mitsdien opgeroepen al de hierboven vermelde zich, met onbepaald verlof, binnen deze Gemeente bevindende Personen, om op boven- gemelden tijd en plaats te verschijnen Strekkende voorts tot informatie: a. dat da Verlofgangers, volgens art. 140 der Wet van den 19 Augustus 1861 Staatsblad no. 72), ter inspectie behooren te verschijnen IN UNIFORM GEKLEED en voorzien van al de kleeding- en uitrustingstukken, hun bij het vertrek met verlof medegegeven, van hunne zakboekjes en van hunne verlofpassen, on b. dat rij volgens art. 130 der genoemde Wet, gedurende den tijd dien het bovenbedoeld onderzoek duurt en zoolang zij in uniform zijn gekleed, worden geacht onder de wapenen te zijn, zoodat ongeregeldheden als andorzins, gepleegd wordende bij het gaan naar de plaats, voor de Inspectie bepaald, of bij het naar huis keeren, worden gestraft volgens het Crimineel Wetboek en hot Reglement van krijgstucht voor het Krijgsvolk te Lande. En opdat deswege geene onwetendheid zoude kunr.« worden voorgewend,Is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 16 Mei 1889, Burgemeester en Wethouders van Schiedam, P. J. VAN DIJK. VAN MATENESSE. De Secretaris^ A. -W. MULDER. Het voorstel van den heer Slöcker om opnieuw aan de regeering in overweging ta geven, of en in hoever de handel in sterken drank in de Duitsche koloniën kan worden verboden of beperkt, is Maandag by den Rijksdag in behandeling gekomen. De voor steller beriep er zich op. dat, terwyl in da Daitsche bezittingen in Australië de quaestie reeds is opgelost door een verbod op drank handel, en terwijl tevens in Oost-Afrika het gevaar door een politiemaatregel der Duitsche OostafrikaanScbe maatschappij uit den weg is geruimd, en ten opzichte van Zuid-Afrika nog geen voorzorg is genomen, en dat wel niettegenstaande bet negerhoofd Kamaherero heeft geklaagd, dat zijné landslieden worden te gronde gericht door den sterken drank, dien de Duitschers hun verkoopon. Ook in Kame- run en Togo is bet daarmede zeer erg ge steld, Wei is waar, de negers vervaardigen ook zeiven bedwelmende dranken, palmwijn enz., maar iu die dranken ligt niet zulk eene voor lichaam en ziel verderfelijke werking als in den brandewijn, die daarheen wordt uitgevoerd. De palmwijn bijv. maakt iemand wel dronken, maar ondermijnt niet de ge zondheid. De heer Stöcker vond de raak zooveel te ergerlijker, omdat, gelijk in de internationale zendingsconferentie te Londen is betoogd, van de ongeveer 10 miilioen gal- SonS sterken drank, die naar Afrika gaan, bijna het gedeelte uit Duitach'iand komt De beer Woermann stelde hiertegenover, dat de boeveelheid sterke drank, die naar Afrika gaat, slechts gering kan heeten in ver houding tot' de talrijke bevolking aldaar, en dat er uit de c'g'fers van invoer in Afrika maar al te dikwyts verkeerde berekeningen worden afgeleid met betrekking tot dan uit voer uit Duitschland. De heer Bebel, die het met Stöcker eens was, maakte op het vertoog van den heer Woermann de aan merking, dat de Duitschers aan de Afrikanen eigenly k bet gemeenste tuig vau sterken drank leveren en het daarom zoo goedkoop konden geven. Zyns inziens echter moest men liever trachten, de zaak internationaal te regelen; want wanneer de eene natie de drankver' zending staakt of beperkt, kan de andere haar uitbreiden. Met de Europeanen zeici hij verder is de brandwgnpest in Afrik* gekomen, en voor de beschaafde wereld dost de sterke drank in zulke lauden eigenlijk dient! om de inlandache bevolking uit te roeien, althans da negers onder den plak der blan' ken te brengen. Om bij de negera defl drankduivel te keer gaan, hiertoe geeft he! mohammedanisme veel meer, steun. Ten slotte werd het vooratkJStöcker aan' genomen. Onderhandelingengevoerd tusschen ds deputatie der mijnwerkers uit Westfaleo en den afgevaardigde Haramacber, lid van bet bestuur der vereeniging van Westfaatschs mjjnbezitters, openen bet vooruitzicht op een spoedig eiode der werkstaking. Gisteren bad er een samenkomst der Samoa* conferentie plaats. Blijkens ingekomen berichten breidt de werk* staking onder de .mijnwerkers in bet district Waldenburg(i» Silazië), alsook, in bet district Aken zich verder uit. In het eerstgenoemds district bebbeo reeds 6000 man het werk ge* staakt. De keizerin van Oostenrijk keert den 23a dezer terug, om vooreerst vier weken ia Oostenrijk door te brengen, en vervolgens naaf de Nederlandscbe badplaat Zand voort te gaan! De directie der myn Deutscher Kaiser t<8 Ruhrort heeft in vriendschappelijk overleg met eene deputatie uit de mijnwerkers reeds dea Hen dezer een verhooging van loon met 45 percent toegestaan, benevens eeD werktijd vaa 8 uren met inbegrip van den tyd, dien ds werklieden noodig hebben om Daar en uit ds myu te komen, terwijl ooi; de kolen, die zjj als gedeelte van bet loon ontvangen, hun Novelle van E. Falk. '49. Bah Kaatje wil niet meer denken aan den onaardigen, ongalanten neef, die niet verdient dat mooie meisjesoogen naar hem omzienmaar zij wil toch maken, dat ze wat dichter bij hem komt te staandan kan hij zien hoe anderen doen, die beter weten wat een meisje toekomt. «Kom eens hier zegt zij tegen Ida, terwijl zij .haar in den arm neemt en naar den bedoelden kant trekt. *Zeg, vindt gij dien Gersdorf geer, prettig mensch 1 Zoo onderhoudend, zoo spraakzaam, zoo geestig, niat waar V' fluisterde zij do vriendin in bet oor, die spottend de schouders ophaalde. Hare tactiek^ slaagde niet, want juist maakte -men zich gereed onder eene schitterende fanfare •dorpss aangekomen muziek de booten te bestijgen, en Kaatje, door den graaf geholpen en door Gersdorf gevolgd, kwam in ean der eersten, terwijl Edgar met zijne geleerde vrienden in do allerlaatste terechtkwam. Zoo stond men dus weer zoo ver mogelijk van elkander. «Waarom stapt uw neef toch niat in onze hoot?" had Ida hare vriendin toegefluisterd. «Roep hem toch. Ik zon hem veel liever hier zien dan die hatelijke, aanmatigende Gersdorf. Ik begrijp niet hoe men die twee naast elkander stellen kan." «Vroeger vondt gij Gersdorf totli niet hate lijk, Ida, toen gij meendet, dat hij om u zoo dikwijls door do Marienstraat kwam loopen," zesde Kaatje plagend, en yoegde er op trotschen toon bij«Doch wat dit betreft, ik wil u voor vandaag graag mijn neef afstaan: van hem ben ik toch zeker!" Ida kon 'tniet langer verdragen en wendde zich van de grootspreekster af. Het korte watertochtje was zeer aardig. Er werden studentenliederen aangeheven, waar in de jonge meisjes tec eere van het feest helder meezongen en aelfs de meer bejaarden een tegen stem bromden «f met voeten of hoofd de msat- beweging maakten. Men wierp elkaar met bloemen, spatte met het water of trachtte elkaar voorbij te komen, 't IVas overal jool en scherts en vroolijkheid, terwijl de knappe, vlugge roeier* zich inspanden om het eerst aan het groene eiland, het doel van den tocht, aan te komen. Do muzikanten lieten zich natuurlijk niet onbe tuigd, maar bliezen dapper op de melodie der liederen of een stukje op eigen hand, waarbij zij nu en dan overstemd werden door een hel deren lach of een doordringenden gil, wanneer jeugdige moedwil een der booten wat te sterk naar éene zijde deed overhellen, 't "Was een troolijke tocht, die naar den zin van velen al ta spoedig eindigde, ook voor Elsje. Zij, in haar donker gewaad, was door niemand nitgenoodigd in eene der met bonte bloemen ge- tocMo gondels plaats te nemen, maar had, mede onder de laatsten, eene plaats bekomen in eene wel wat plompe maar des te vaster liggende boot, waarin zij zich op hare plaats, een weinig naar achteren, zeer goed op baar gemak bevond. Hoe verschrikte zij, toen daar plotseling tusschen al ds deftige gezichten van professoren en demetün* ten rijk versierde hoeden der bejaarde dame? het trotsche hoofd van Hubert zich verhief, did haar een vriondelijken blik toewierp, zich trots alle levende hinderpalen een weg tot haar baande en aan bare zijde plaats nam. Niet zonder angst had Elsje hem zien naderen, en nu was hare eerste vraag: »Was er geen plaats meer in Kaatje's gon del! Waarom dat vroolijk gezelschap te verlaten?" Lachend antwoordde Hubert: «Gij weet, nichtje, dat ik eigenlijk voor dat vroolijke ge zelschap al wat te oud begin te worden. lift begon er mij een weinig te vervelen en kom nlt voor afwisseling eens tot u over." Dit zeggende schoof hij nog wat dichter naaf haar too en trachtte onder den breeden rand vaa haren hoed haar in do oogen te zien. Zij zagen recht vriendelijk en vertrouwelijk naar hem op, juist zoo, dacht hij, als toen zij als klein tuebye hem voor 't laatst de hand bad gedrukt, Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1889 | | pagina 1