tfitslai der wittsa nor de FrondÉ States. Maandag 20 Mei. Eerste Blad. KENNISGEVING. KENNISGEVING. A0. 1889. N°. 7248. C rie-en-veert get© Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. Abonnementsprijs per kwartaal franco per post, door het geheele Rijk Afzonderlijke nommers f 1.85 - 2.50. - 0.10. UITGEVER; J.""ODÉ. BCRBAD: RABKï, fi, JL2A, kDYiRTRNTiMpaus: tab 1—10 gawon» regel» met inbegrip van «ene Courantf lilt» Ieder» gewone regel meer,i§( Driemaal gepluts» wordt tegen tweemaal berekend. Inrigtli t;en, welke gewaar, schade ol hinder kunnen veroorzaken. Bur*emeester en Wethouders vak Schie dam, Gezien het verzoek van W, A. BEUKERS om vergunning tot uitbreiding van de stoom kracht z\joer brander!) aan de Eeetsteeg, wijk B, no, 87, kadaster sectie C, no. 451; Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van den 3den Jung 1875 (Staatsblad no, 95); Doen te weten Dat voormeld verzoek met de bglagen op de Secretarie der gemeente is ter visie gelégd; dat op Yrydag den 3len Mei a. s., ■des middags ten 13 ure, ten Raad- huize gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen het toestaan van het verzoek In te brengen en die mondeling of schriftelijk -toe te lichten; en dat gedurende drie dagen, vóór het tijd stip hierboven genoemd, op de Secretarie der .gemeente, van de schrifturen, die ter zake mogten z'ijn ingekomen, kennis kan worden •genomen. En is hiervan afkondiging geschied, waar •het behoort, den 17en Mei 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. De Secretaris, A. W. MULDER. Inrlgtlngcn, welke gevaar, schade of hladcr kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wet houders van Schiedam; Gelet op art. 8 der Wet van den 2den Jung 4875 (Staatsblad no. 95); Geven kennis aan de ingezetenen, dat de navolgende vergunningen zijn verleend: 4o aan C. G. LOEFF tot oprigting eener huldenzonlerU aan de St. Anna Zusterstraat alhier, wijk D, no. 199. kadaster sectie A, no. 4244, en 2o. aan W. VAN DER SLUIJS, tot op rigting eener zalm- en elfldroger)) aan den binnenzijde van den Maasdijk, kadaster sectie D, no. 1697. Schiedam, den 17n Mei 1889, Burgmeester en Wethouderst voornoemd, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. Be Secretaris, A. W. MULDER. Schiedam, 18 Mei 1889. Nu eenmaal het groote werk der tentoon stelling van Parijs een aanvang genomen heeft, houdt de Franscbe Kamer van afgevaardigden weder geregeld zittingen. Ze is thans aan de behandeling der staatsbegrooting en bekeek daarvan deze week >Hoofdstuk oorlog". Het eindcijfer kwam sommigen leden toch wel wat hoog voor, al is een Fraoschmao in den regel niet zuinig, als er offers voor god Mars wor den gevraagd. Er werden daaromtrent aan de commissie, met bet onderzoek van dit hoofd stuk belast, vragen gedaao, en het antwoord op die vragen was werkelijk van groote betee- kenis. Het komt hierop neer: de uitgaven voor oorlog zjjn in Frankrijk werkelijk groot; maar ze zijn noodig, kunnen in geen geval verminderd worden; en geruststellend, maar dreigend tegelijk klonk het aan het slot: Frankrijk is de eenige staat, die op den duur zulke uitgavenzonder zich te ruïnee- ren, kan volhouden. Als we dezen laatstee zin van groote beteekenis noemen, zal nie mand ons dit tegenspreken; hier ia van snorkerjjopgeblazenheid of wat er van dien aard zijgeen aprake. Frankrijk is nu eenmaal een buitengewoon rjjk land, en het is niet meer dan' tnenscheljjkdat het in de vuist lacht, als het Duitschland ziet worstelen op allerlei manieren, om de reeds zoo hooge belastingen op allerlei manieren te 'versterken, teneinde de stijgende kosten voor bet departement van oorlog te dekken. Als men alles bjjeenrekent, wat onder allerlei vor men de Duitscher aan belasting opbrengt, dan komt men tot bet weinig benijdenswaardig cijfer van 37i/a procent of drieachtsten van bet inkomen. Hooger kan het toch waarlijk niet, daar zjjn de toestanden iu Duitschland niet naar, en daarom kan Frankrijk gerist tegen al het geschetter en rumoer van buiten een hoog hartig ga maar voort, »ge ruïneert u", laten booren. Zulk een toestand heeft echter een bedenke lijke zgdezeis deze: wanneer voortdurend de uitgaven voor oorlog worden opgedreven, zoo dat men ten langen leste er niet meer in kan voorzien, dan is de eene partij genoodzaakt oorlog te zoeken, teneinde op de een of andere wijze uit zjjn netelige positie te geraken. Een tijd geleden, toen Bismarck in de zitting van den Duitschen Rjjksdag het woord weer eens voerde, sprak hy ook van de mogelijkheid van een nieuwen oorlog; maar dat zou dan een der verschrikkelijkste oorlogen zyn, die ooit waren gevoerd; bet zou een oorlog zjjD, waarvan het met recht mocht heeten: »wee den over wonnenen 1" Hun goed in de eerste plaats zou huu worden afgenomeo, maar ook hun bloed zou vloeien tot den laataten druppel. Dat woord vau Bismarck maakte toen een diepen indruk, en wanneer men nu in de Fran- sche Kamer hoort zeggen: >als andere mo gendheden zich door voortdurende wapeningen ten ondergang doemen, dan blijft Frankrijk Btaan, ja, dan wordt m«n wel een weinig bezorgd voor de toekomst, en zou men haast gelosven, dat de overleden kroonprins van Oostenrijk geljjk had, toen hij een geweldigen oorlog onvermijdelijk achtte. Da geschiedschrijver van later eeuwen zal dan echter zonderlinge zaken hebben U vermelden. Hy zal kunnen gewagen van een tijd, waarin de oorlogstoerustingen in Europa een verbazende hoogte hadden be reikt, een hoogte, die bet eindelijk onver mijdelijk maakte, dat van die toerustingen een practisch gebruik werd gemaakt, niet zoozeer omdat da mogendheden zulke buitengewone quaestiën hadden af te doen, als wel omdat de toerustingen tot den krjjg dien krijg zelf uitlokten. Misschien is dan Europa w'yzer, en zal men het hoofd schudden over de dwaze kinderen der negentiende eeuw. Het optreden van den keizer van Duitsch land in het geschil tusschen mijneigenaars en mijnwerkers in Duitschland heeft een goeden indruk gemaakt. Eerst heeft Z. M. de werk lieden, toen de werkgevers gehoord, en wat ieder hunner te hooren kreeg was klaar. Reeds het begin was flink, ileder onderdaan, die tot mij komt met een wensch of een verzoek, vindt, gelijk vanzelf spreekt, by my een willig oor." Maar spoedig daarop krijgen de werklieden te hooren»Gjj hebt echter bet onrecht aan uw zijdewant de beweging is onrechtmatig reeds daarom, wyl de opzeggingstermijn van veertien dagen niet in acht is genomen en eerst na verloop van dien termijn de arbeiders wettelijk zouden gerechtigd zyn geweest, het werk te staken." Verder wordt in 's keizers toespraak openly tf de oorlog verklaard aan de sociaal-democraten. Z. M. waarschuwt de arbeiders, zich met dezen in te laten; mocht hem blijken, dat dit wel het geval was, de wenschen der arbeiders zouden geen welwillend oor bjj hem vindenwant voor hem is iedere sociaal-democraat een vjjand van het vaderland. Wanneer hjj bespeurt dat zich een sociaal-democratische strekking in de ar beidersbeweging mengt en tot wetteloos verzet aanspoort, zal Z. M. met onverbiddelijke ge strengheid tusscheubeide tredendan zal hg van de volle macht, die hem ten dienste staat, en die maebt, zegt hy, is groot, gebruik maken. De mijneigenaars hebben insgelijks een krachtig woord van Z. M. moeten hooren, waardoor dit goede resultaat verkregen is, dat in Westfalen de werkstaking begint af te nemen. In Silezië echter begint ze zich uit te breiden. We hebben vroeger wel eens gelachen om Helmers, die eenmaal sprak van >des mijn- slaafs lot in 's aardryks ingewanden". Welnu, men leze wat een bevoegde hand in een Duitsch blad daarover schryft, Hjj beeft het o. a, over den eisch der mijnwerkers, nl. een werktijd van acht uren daags, met inbegrip van het neer dalen in de mjjn en het verlaten van deze. Ik erken, zegt deze schrijver, de rechtvaar digheid van dezen eich ten volle. Men zoo meeneD, dat dit punt door de wet geregeld was. Indien de mijnwerker niet vóór den tjjd invalide zal worden, is een werktjjd van acht aur lang genoeg. Het is, met name in de mynen in het noordelijk district, waarop groote diepte gewerkt wordt, een ware menscbenkwelling, als de lieden tot een langer verblijf iu de mjjn gedwongen worden» In deze mynen heeiscbt ten gevolge van de inwendige warmte der aarde eene zeer hooge temperatuur. Daarbjj komt, dat de ventilatie onvoldoende is. In het heeto jaargetijde is men dikwjjls nauweljjks in staat, zooveel frissche lucht aan te voeren, als noodig is, dat de Jarnpen branden en menschen en dieren leven kunnen. In zulk een atmosfeer moeten nu de mijnwerkers arbeiden. Men vindt ar' beider» bjj sommige werkzaamheden geheel ontkleed, badende in het zweet. Het is on vergefelijk, dat de directies langzamerhand een langeren werktjjd ingevoerd hebben. All de directies dezen rechtvaardigen eisch niet vrijwillig inwilligen, dan is het hoog tjjd,' dat de wetgever tusscben beiden komt en een normalen arbeidsdag van acht uur vaststelt, Wil hjj nog wat verder gaan, dan moet hjj bet minimum-loon, zooals dat vroeger gebrui kelijk was, weer invoeren. Hier zou dan bijgevoegd moeten worden, dat het den werkgever vrjjstaat, een arbeider, die voof het minimum-loon geen voldoenden arbeid levert, na hem veertien dagen te voren den dienst te hebben opgezegd, te ontslaan, gelyk het ook den arbeider vrjj moest staan, een contract, dat hem een ver dienste boven het minimum-loon onmogeljjfc maakt, na een zelfden termijn te verbreken. Door werkstaking kan zulks op den duur niet verkregen worden. Hier moest, zooal* gezegd, de wetgeving tusschen beiden komen. We meenen reeds nu aan velen, wiet» de uitslag der verkiezing voor de Provinciale Staten niet helder voor oogen staat, een dienst te doen met een voorlaopig overzicht. Een meer uitgebreid volgt na den afloop der her kiezingen. Zuid-Uolland had 57 liberale en 23 niet- liberale afgevaardigden, behoudt in het ongun stigste geval een 50-tal liberale en een 30-tal niet-liberale leden. Noord-Heiland, Van de 31 liberalen en niet-hberalen, die aftraden, zyn 27liberalen en 4 niet-hberalen herkozen; te Haarlet» herstemming tusschen 2 liberalen en 2 anti liberalen te Nieuwer-Amstel tusscben den liberaal en Óen katholiekte Hoorn herstem ming tusschen 2 liberalente Enkhuizen herstemming tusschen den aoti-rev. en den katholiek. D» GQÜRANT. j,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1889 | | pagina 1