r m ;i ut N°. 7281, A0. 1889. Zaterdag 6 Juli. Feuilleton. De Koningin van den zang. "ij ■M f4 it 4i IÉ vu W. Drie-en-veertigste Jaargang, Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. K. enmsgeving. Buitenlandsche Berichten. D M ;5| ITGËYER: 'J.~0DÉ. 'VJ u. f. Mj M ffl' I ;ÜI wfïB 5-/4! ik i - Bk r.f f -.10. -.05.' -.14. -.07. -.10. -.08. tuks apyU' Abonnementsprijs, per kwartaal franco per post, door het geheele Rijk Afzonderlijke nummers 1.85 - 2.50. - 0.10. B E IA V H4BÜT, B 124. Advsbvektikpeiis: tan 1—10 gewon* regels met inbegrip van eene Courantf Ijlïj Iedere gewone regel meer,10* Driemaal geplaatst wordt tegen (weemaal berekend; Burgemeester un Wethouders van Schiedam, Gelet op de artt. 18 en 19 der Wet van den 14 September 1850 Staatsblad no. 138); Brengen ter openbare kennisdat de bij art. 17 dier Wet btdoelde lijst, bevattende de namen der inwoners die voor hot verleenen van inkwartiering en onder houd in aanmerking komen, met aanduiding van de mate, waarin ieder hunner, naar gelaug van de be- -scliikbare ruimte zijner woning en van de gebouwen en getimmerten voor stalling bruikbaar, geacht wordt daarin te kunnen voorzien, heden is aangeplakt; dat die lijst van heden tot en met den 19 Julij e. k., op de Secretarie der Gemeente voor een ieder ter lezing is medergclegd, alsmede dat de bezwaren tegen die lijst schriftelijk aan hen moeten worden ingediend lusschcn dei 20 Julij en den 3 Augustus e. k. Zij achten het tevens niet ongepast de inwoners bekend te maken met don inhoud var. do artt. 13, 14 en 10 der hierboven aangehaalde Wet, luidende -als volgt. Art. 13. De vordering van inkwartiering en onder houd geschiedt: voor het krijgsvolk, bij bewoners van huizen ot van gedeelten van huizen, ter zake waarvan aanslag in de personele belasting plaatsheeft, naaroenehuurwaarde, welker bedrag, volgens de Wet op het middel, geen aanspraak geeft op verminderde belasting; voor de dienstpaarden, bij alle personen, die over gebouwen of getimmerten beschikken, bruikbaar tot stalling van paarden en waarin onbezette plaatsen zijn. Art. 14. Huisgezinnen waarin zich een kraamvrouw of een lijk bevindt, of waarin personen aan ernstige ziekten lijden, worden tijdelijk van inkwartiering vrij gesteld. In huizen, waarincenebesmettoljikeziekteheerscht, jnag geone inkwartiering geschieden. Deze omstandigheden worden vóór het uitreiken der biljetten aan de kwartiermakers, of bij detachementen aan de manschappen, medegedeeld aan den burge meester. De inwoner, die deswege in gebreke blijft, is gehou den deingekwartierdonvoorloopigin zijne woningfmits daarin geene besmettelijke ziekte heorsche) op te nemen en ten spoedigste, voor eigen rekening, in hunne be hoorlijke huisvesting en onderhoud elders in de ge meente te voorzien. Deze laatste vorpligting vervalt, wanneer het gemis der bedoelde opgaaf buiten de schuld Jigt van deri inwoner, in welk geval, op diens latere mededeeling der reden van vrijstelling, de Burgemeester een ander kwartier aanwijst. Huisgezinnen zonder mannelijke personen boven de 20 jaren worden niet met inkwartiering belast. Ontstaat eene reden van vrijstelling tijdens de inkwartiering, dan wordt door den Burgemeester, na kennisneming daarvan, een ander kwartier aan gewezen. Art. 16. De inkwartiering en liet onderhoud wor den bij gelijke beurten onder de inwoners verdeeld, met dien verstande evenwel, dat de krijgslieden, tot dezelfde compagnie of hetzelfde escadron behoorende, zooveel doenlijk in de nabijheid van elkander en van hunne paarden worden ingekwartierd. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort, den 5 July 1889. liurgetneesier in Wethouders voornoemd, P. J. VAN DIJK. VAN MATENESSE. De Secretarie, S. A. VERNÈDE, Z. S. V D 1 T 8 C U l i N D. De Pest noemt de geruchten over het aan staande bezoek van den czaar en eene voor genomen samenkomst van den czaar met den keizer van Oostenrijk uit de lucht gegrepen en ï>een leugenachtige beursmanoeuvre, be- steairj om het verblind vertrouwen in de- Russiscbe fondsen in stand te houden." ,Het blad bestrydt daarbij ten krachtigste het kunstmatig gekweekte optimisme omtrent de Russische waarden als kapitaalbeleggiog. Door hetzelfde blad wordt het bericht om trent eene verloving van den oudsten zoon van den prins van Wales met prinses Victoria van Pruisen volkomen ongegrond genoemd. De Post vestigt de aandacht op de voort durende aanwezigheid van den Engelscben gedelegeerde ter Samoa-conferentie, en ver moedt dat dit samenhangt met voorbereidende gedacbtenwisseliogen over de onderhandelin gen, welke de quaestie der gemeenschappelijke machtssfeer betreffen. Teneinde den stand der onderhandelin gen met Zwitserland in het juiste licht te stellen, worden in den Peichsanxeiger drie nota's van den rijkskanselier aan den gezant von Bulow, van 5, 6 en 26 Juni, openbaar gemaakt. In de beide eerste wordt het op treden der Zwitsersche overheid tegenover de aan Duischland vijandige revolutionnaire i party behandeld in verband met de Zwitser sche onzijdigheid, terwijl in de laatste wordt aangetoond, dat de Zwitsersche regeeriog art. 2 van het vestigingsverdrag van 27 April 1876 eenvoudig niet uitvoert. Door de nota van bet lid van den Bondsraad Droz is voor de eerste maal deze niet-nakoming principi eel en officieel geconstateerd. "Wegens deze officieele weigering om het vestigingsver drag uit te voeren zou Duitschland dit reeds aanstonds als vervallen kunnen beschou wen; bet geeft echter, roet het oog op de gevolgen voor de ingezetenen van beide landen, de voorkeur aan den weg der opzegging, waartoe de gezant nadere machtiging ver krijgen zal. Zonder de zekerheid dat elke plaatselijke overheid in Zwitserland zich hou den zal aan de door Zwitserland gesloten internationale verdragen, zou Duitschland er geen belang bjj hebban, naar een aanvulling te streven van de leemte, welke door de opzegging van het vestigings-tractaat zou ontstaan. Volgens dépêches uit Madrid is het juist dat de pau3 de Spa&nscbe regeering heeft doen polsen over de mogelijke overbrenging van zjjn domicilie naar Spanje. De Spaan- sche bladen van verschillende partijen spre ken met sympathie van deze aanvrage, maar doen tevens uitkomen, dat Spanje niet het geringste souvereiniteitsrecht, zelfs over een uiterst klein deel van het Spaaosche grond gebied, aan den paus zou kunnen afstaan. De vroegere Rijksdags-afgevaardigdede socialist Haseuclever,is Woensdag overleden. E80EL1ND, In het Lagerhuis legde Dinsdag de heef Smith twee koosnklyke boodschappen ter tafel, houdende verzoek van de koningin aan hare «trouwe Gemeenten" om eene «passende eü toereikende" toelagelo. aan Harer Majes- teits oudsten kleinzoon, prins Albert Victor Christian Edward2o. aan Harer Majesteits kleindochter, prinses LouiseVicloria Alexandra Dagmar, met het oog op haar aanstaand huwelijk met dea markies van Fife. Na het voorlezen dezer boodschappen kondigde het lid Labouchère aan, dat hjj de gevraagde toe lagen zal bestrjjden, indien niet vooraf de toe' gezegde commissie van onderzoek ter zake van toelagen aan leden van het koninklyk huis benoemd mocht zyn geworden. De Daily Chronicle verbetert de lezing omtrent het te Delagoa voorgevallene. Het blad spreekt het schieten door het hoofd der politie op een Engelscben machinist tegen alleen schynt het dat daarmede gedreigd is> op het oogenblik dat de stoomtram ondanks het verbod der overheid zou vertrekken. Üe werken tot doortrekking der Ijjn zullen .met kracht worden voortgezet. Het telegram voegt er by dat men de be- wering belachelijk vindt, als zou het optreden der Portugeesche regeering het gevolg zyü van eene verstandhouding tusscheu de Boers en de Portugeesche regearing om den handel en den invloed van Groot-Brittannië iu Zuid- Afrika te vernietigen. De Standard bevat telegrammen uit Madrid en Rome, welke het voornemen van den paus om in geval van oorlog naar Spanje te ver huizen, bevestigen. Volgens bericht uit Pretoria heeft de Volks raad het verbond van verdediging met daö Orauje-Vrystaat bekrachtigd. «Vindt ge dat?" «Zeker 1" »'t Voornaamste is, dat hij ons wil beschermen -in plaats van ons te hinderen. Nu wij zulk een degelijken schutspatroon gevonden hebben, heb ik in 't geheel geen zorg meer." De vrachtwagen was reeds voorbij en Balabregue reed alweer naast de koets, 't Gesprek tusschen hem en de dames werd voortgezet, altijd op dezelfde vermakelijke en interessante wijze, als voordat het zoo onaangenaam gestoord werd. Zoo bereikte ons reisgezelschap St. Quentin, van waar men na een kort oponthoud naar Valencian- mes doorreed. Straks toog men do grenzen over. Sedert i 704 was België met Frankrijk vereenigd en in 1806 kwam de Bataafsche republiek als koninkrijk Holland onder de heerschappij van koning Lodewijk Napoleon, broeder van den grooten Corsicaan. Natuurlijk lagen in al de Belgische steden Fransche garnizoenen, en werd aan Fransche of ficieren op reis niet naar hun passen gevraagd. Ilicrop hadden onze vluchtelingen gerekend. Over Doornik, Kortrijk, Yperen reisden zij altijd in gezelschap van Balabregue naar Os- tende, waar zij in een eenvoudig logement aan de haven hun introk namen. "Angelica won in stilte bij den waard,terwijl zij hem een paar goudstukken in do hand stopte, inlichtingen in omtrent de beste reisgelegenheid naar Engeland. Er had, zeide de man, vanwege den oorlog geen direct verkeer op Engeland meer plaats; de overtocht zou dus met vele moeilijkheden gepaard gaan en vrij kostbaar zijn. Toch zou er mogelijk wel een smokkelaar to vinden zijn, die liet waagstuk durfde ondernemen. «En hoe dan?" «Daartoe moet gij u wenden tot den ouden Mozes Uriel, een jood." De oude Israëliet werd ontboden. «Geef mij vijftig francs handgift," sprak hij, terwijl hij met zijn listig, doordringend oog de j'onkvrouw aanstaarde, «en ik zal u de noodige middelen verschaffen. Goedo hemel, wat beleven we toch slechte tijden. Om eene kleinigheid te vardienen, moet men zich aan de grootste gevaren blootstellen. Goed en leven moot men er hij op het spel zetten. Gij, mijne schoone dames in uniform, kunt toch niets uitgevoerd hebben, dat u doet' besluiten zoo bij nacht en ontijd naar Engeland' te willen reizen?" «Hier zijn de vijftig francs." «Goed, en ik geef u schipper Jan van Blint, op wien gij kunt vertrouwen." «Is dat waar?" «Ik zweer het u bij Mozes en de profeten." Na een kwartier uurs verscheen Jan van Blint, een klein, dik persoon, die Hollandsch sprak en er vrij gemeen uitzag. Hij maakte zich bekend als eigenaar van een snel zeilend, goed zeevaardig barkschip, dat met hem al aan menigen storm het hoofd geboden had, zooals hij zoi. Ilij vroeg twee duizend francs voor den overtocht. De zangeres bewilligde zonder aarzelen in deze voorwaarde. «Wanneer kunnen wij afreizen?" «Wanneer gij verkiest, dat wil zeggen, niet voor het donker, want er ligt een Fraasch fregat voor de haven ten anker, cn dat moeten wij voor- biizeilen." «Afgesproken. Maak gij nu alles voor de rei* gereed en waarschuw ons, als het tijd is." De schipper vertrok. «Ik kan u onmogelijk met dezen schavuit alleen laten vertrekken," zeide Balabregue. «Ik ga met u aan boord, om u ook verder te kunnen be schermen, en kan dan later met debark terug- keeren naar Ostende." «Maar denk toch aan u zeiven, aan liet go*" vaar, waaraan gij u blootstelt!" Wordt vervolgd.) Hif S 11 i OJKj tfA\ fH* - t, V '-iïtoi A iVv.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1889 | | pagina 1