i
SE,
:n,
dTvërlören ERFENIS.
A°. 1889.
Zaterdag 10 Augustus.
N°. 7306.
»oL
Feu lleton.
Drie-en-veertigste Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
JBuitenlandsche Berichten.
IT GEVER r.ï ~ODÉ.
DÜ1TSCHIA8D.
:re
Abonnkmbntspbusper kwartaal
"Mranco per post, door het geheels Rijk
Afzonderlijke Hommers
ƒ1.85
- 2.50.
- 0.10.
BCBHAÜ: BABRT, E, 124,
A-DVEKtebtikpriir: van 110 gewone regels met
inbegrip van aene Courantf 1,1®,
Iedere gewone regel meer- ,10.
Driemaal geplaatst wordt tegen twbkmaal berekend.
ten.
A.ZAR
t een
n.
a. s.
m
n in
lerne
n liet
i n t.
E ti G I L A N I>.
Op het feestmaal* door den prins van Wales
«n de officieren der koninklijke jachtclub den
Duitschen keizer te Cowes aangeboden, heeft
de prins een dronk op den keizer uitgebracht,
om hem te bedanken voor het eerbewijs,
door het aannemen van het eere-lidmaatschap
der jachtclub, De prins zeide ook, dat tegen
woordig elke mogendheid op iedere eventuali
teit voorbereid dient te wezenby hoopte dat
het groote Duitsche leger evenals du prachtige
Engelsche vloot, door Z. M. geschouwd, er
toe bijdragen moge om den wereldvrede te
behouden.
De keizer antwoordde met eene dankbetui
ging aan zijne grootmoeder, koningin Victoria,
en zijn oom den prins van Wales, voor de
gastvrye ontvangst, en drukte zyn genoegen
uit tot de koninklijke yachtclub te behooren,
-waarmee een droom zjjncr jeugd vervuld was,
Z. M. verklaarde zyne benoeming tot eere-
üdmiraal door de koningin hoogelyk te waar-
deeren de door hem geschouwde vloot acht'.e
hij de fraaiste der wereld. Duitschland, zoo
besloot Z. M., bezit een leger geëvenredigd
aan Duitschland* rechtmatige behoeftenals
Engeland zyne vloot handhaaft overeenkom
stig zyne stelling als zeemogendheid, zal Europa
in beide waarborgen voor den hechtsten vrede
aanschouwen.
Na afloop der wapenschouwing werd keizer
Wilhelm gisteren een feestmaal aangeboden.
In antwoord op een door den'hertog van
Cambridge op hem uitgebrachten heildronk,
zeide de keizer, dat hij het zich steeds tot
plicht zal rekenen, de traditiën van goede
kameraadschap tusschen de beide volken te
handhaven. Vele jaren is het geleden, dat de
beide natiën schouder aau schouder tegen een
gemeënschappelyken vijand ten strijde trokken.
De keizer hoopte dat de kameraadschap, welke
sedert zoolang tusschen de legers van Engeland
en Duitschland bestaan heeft, oog lang mocht
voortduren,,
l.De'vkoningiu ijveeft'gistermorgenan den tuin
der koninklijke residentie te Osboire eene
inspectie gehouden over de bemanning van het
Duitsche eskader.-, De>lDujtschelikeizer-|droeg -
de uniform van Engelsch admiraal. Ilij com
mandeerde zelf de matrozen, die omstreeks
1500 in getal waren, en hij vornade met hen
een carré.
De prins van Wales, de overige leden der
koninklijke familie en lord George Hamilton,
eerste lord der admiralitett, waren ook tegen
woordig by de revue in het park van Osborne
over de bemanning van het Duitsche eskader.
De keizer betuigde, in naam der koningin,
groote tevredenheid over de houding der
manschappen, en stelde zelf drie Hochs! in
op de koningin, waarmede de matrozen met
geestdrift instemden.
Het Duitsche eskader heeft te 4 uur het
staker gelicht en is naar Dover gestoomd,
waar het dezen nacht big ft. De keizer begeeft
zich morgen naar Antwerpen, door het eskader
begeleid.
Volgens de World gaat de prins van Wales
de volgende week naar Homburg, daarna
naar Denemarken en zal hij bij die gelegenheid
ook het Duitsche hof bezoeken.
De Standard behelst een artikel over Egypte
waarin het blad betoogt, dat Eogelaod door
daar te bly ven medewerkt tot instandhouding
van het Ottomannische rijk. Duitschland, Oos
ten» yk en Italië begrijpen deze houding, doch
Frankryk niet, zoodat het alleszins natuurlyk
is, dat Engelands sympathie zich beweegt in
de richting van het drievoudig verbond, welks
pogingen om de verwezenlijking van Huslands
eerzuchtige plannen to beletten, mede in
Engeland worden toegejuicht.
In Engeland meent men, dat Duitschlaods
bezit van Elzas en Lotharingen rechtmatig is.
Anderdeels is Engeland van oordeel dat de
Balkanstaten zich kunnen ontwikkelen zonder
de bevelen uit Weenen, Petersburg of Kon-
stantinopel op te volgen. Indien Oostenrijk de
vrjjheid dier staten zocht te fnuiken, zou
Engeland het Kabinet te Weenen niet langer
steunen. Engeland znu nok den sultan niet
kunnen bijstaan, indien deze beproeven mocht
het door eigen schuld verloren gezag te her
overen. Aldus komt Engplands programma
neer op vrjjheid voor alle volken om zich naar
likken wensch in te richten, zonder dat
vreemde mogendheden tusschen bei den komen.
De inhoud der toosteD, door don keizer en
dnor den prins van Wales uitgebracht, brengt
in de beoordeeling van 's keizers reis naar
Engeland eene merkwaardige wijziging, daar
men er blijkbaar niet slechts eene byleggiug
van persoonlijke en familie-geschillen in te
zien heeft, maar ook eene staatkundige be-
teekenis. Daarbij vestigt zich meer en meer
de overtuiging, dat er, ondanks alle tegen
spraak, toch tusschen Rusland en Frankrijk
ernstige gedachtenwisseliogen hebben plaats
gehad over eene overeenkomst, naar het model
van het Duitsch-Oostenryksche defensief ver-
boud; terwyl Rusland onlangs aan de Porte
beloften heet gedaan te hebben, teneinde
haar voor het geval van een oorlog te winnen,
wat wel is waar mislukt is. Onder deze
omstandigheden kan de Duitsch-Engelscha
demonstratie als een antwoord daarop worden
beschouwd. Aan Griekenlands diplomatieke
inmenging in de Krelensische quaestie wordt
voorloopig geen practische waarde gehecht.
Het bezoek van keizer Alexander te Eerlijn
is weder twijfelachtig geworden.
FllAN KRUK.
De zitting van het hooggerechtshof werd
gisteren ten 1'/, ure geopend. De dienst tot
bewaring der orde werd zeer streng gehand
haafd door eene comp. van het 46e reg, en
eene comp, van de republikeinsche garde.
De griflier las de namen der aanwezige
senatoren af. Er waren 26 afwezig. Da
voorlezing der stukken betreffende de pro
cedure werd onder groote stilte, zoo van da
rechter- als linkerzijde, aangehoord.
Da procureur-generaal Quesuay de Beaure*
pnire sprak daarop z|jn requisitoir uit, II|j
trachtte eerst aan te toonen, dat er een kom-
plot bestond en zeide dat hy alles zou bewij
zen, wat h|j betoogde.
De zitting werd te 6 uren opgeheven,
SPANJE.
De ministerraad heeft met eenparige stem*
men besloten den gemeenteraad te Madrid
te ontbinden. De staatkunde heeft met dezen
maatiegel niets te maken. Hij is het gevolg
van een onderzoek van den civielen gouver
neur naar het bestuur der stad, waaromtrent
reeds meer dan twintig jaren door alle par*
tyen schromelijke klachten waren aangeheven.
Aan zorgeloosheid, onbekwaamheid, geldver*
EU»
10.
slloe grootor strijd, hoe grooter overwinning.
Wij zijn niet bang," sprak de waard.
iVóor de grap aanvangt, spreek ik u nog wel
nader, Baptist». We kunnen dan te zamen onze
maatregelen nemen."
sik ben ten allen tijde tot uw dienst, markies.
Hot zal mij benieuwen
Hij brak af, doordat een zacht maar duidelijk
hoorbaar gedruisch hein stoorde, een geluid, dat
veel geleek op het omdraaien van een slot.
•sWat was dat?" vroeg da markies onthutst.
Beiden zwegen een poos, doch niets liet zich meer
hooren dan alleen de verwarde stemmen der gasten
in de naaste zaal,
»Wij hebben hier van luisteraars niets te vree
zen sprak de waard op geruststellenden toon,
't Is het kraken van het oude houtwerk geweest
.of zoo iets." -
»Gij kunt den tusschontijd nu het best bestoden
met de gangen van denDuitscher na te gaan,"
hernam de markies. »Wij moeten weten, waarom
ïiij hier komt, en of hij iets van het verdwenen
geld afweet. Dat is het eerste, waarop gij te letten
hebt."
ilk zal mijn best doen or achter te komen."
»'tIs best mogelijk, dat hij even weinig
van het gold afweet als wij. In dat geval zult
gij moeten navorschen, 'tgecn 'tbest door een
onderzoek van zijn bagage zal kannen geschieden,
of hij ook bescheiden heeft meegebracht, die
eenig licht over die duistere zaak werpen.
Want dit staat bij mij vast, liet raadselachtige
couvert, dat gi, bij zijnen vader gevonden hebt,
bevat een belangrijk geheim, waar wij echter
zonder een sleutel niet achter kunnen komen."
»Als de Duitscher in het bezit van dozen sleutel
is, zal hij morgen in onze handen zijn."
»Niet te haastig en vooral opzien vermijden.
Ik heb hem op mijne villa uitgenoodigd en hij
zal het bezoek niet schuldig blijven. Dan is het
tijd, zijne stukken eens goed na" te zien, doch
zoo, dat er later niets van blijkt. "Wij moeten
hem vooral geen reden tot verdenking geven."
illeb geen zorg, markies. De zaak zal met de
noodige omzichtigheid worden uitgevoerd; Iaat
dat aan mij over. Met den vader zijn wij wel
klaar gekomen, zonder dat er een haan naar ge
kraald heeft, wij zullen 't met den zoon ook wel
vinden."
ilk vertrouw op uw helder hoofd en vlugge vin
geren, Bapti&ta," zeide de markies. vZorg ook
maar, dat gij het deksel van de val openhoudt."
IV
Op den avond van dicnzelfden dag stond aan een
der uiteinden van den tuin van 't hotel, daar waar
die aan hot tuintje van de weduwe Sacconi grensde,
oen jong en schoon, voor huren leeftijd flink ont
wikkeld meisje. Zooals bieek uit het ongeduldig
trappelen barer kleine voe'jos en liet turen barer
levendige, donkere oogen, wachtte zij iemand, en
de volharding, waarmoe zij haarongeduld zichtbaar
bedwong, bewees, dut zij zeker was van hare zaak
en vist dat zij niet tevergeefs wachtte.
Eindelijk vernam zij in het tuintje een lichten
tredzij trad een weinig vooruit, en twee handen,
die-,door hot latwerk staken, zochten de hare,
terwijl eene stem sprak
»ïs mijn duifje ook boos, dat s haar een oogen»
blik heb laten wachten? Ik heb mij niet vergist
in den tijd, mijn schat, maar gij, De afspraak was,
dat gij mij den zevenden dag zoudt wachten op
een uur, dat nog niet aangebroken is. Ik ben op
mijn tijd bier, en gij hebt geen reden om boos
te wezen."
iKunt gij dan ook niet eens wat vroeger zijn,
deugniet! Maar ik wil nog eens genade voor reebt
laten gelden," en dit zeggende stak zij haar kopje
zoo ver vooruit, dat de andere het kon beetpakken
en vasthouden om een hartelijkon kus op de rooda
lippen van het meisje te drukken
Doch onmiddellijk daarop onttrok zij zich weer
aan die liefdesbetuiging, en hem alleen hare rech
terhand latende, sprak zij:
iMaar wat vreemde geschiedenis hoor ik van
u, Philippo? Gij, de dienaar van den procureur,
hebt u door struikroovars laten vangen en die
hebben u naar 't gebergte gevoerd? Ik beef nog
van angst, als ik er aan denk. Zeg, hoe lang
hebben zij u gevangengehouden en hoe zijt gij
weer vrijgekomen?"
(Wordt vervolgd.)