A0. 1889 Maandag 2 December. N°. 7387. Eerste Blad. Dr i e-en-veer tigst e Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. Binnenlandsche Berichten. UITGEVKR: J~0fc; I Abonnementsprijs, per kwartaal Franco per post, door hot geheele Rijk Afzonderlijke Hommers ƒ1.35. - 2.50. - 0.10. RORHAII; MttlKT. B 124:. Advertentieprijs: van 110 gewone regels met inbegrip van cene Courantj l.dö. Iedere gewone regel meer - 0>tÖ. I)au:MAAr. geplaatst wordt tegen twecmaal berekend. Dit Noiumcr bestaat utt drie Maden. Schiedam, 30 November 1889. Het getal artikelen dat in de laatste weken ever de onderwgs-quaestie het licht zag ia legio; we zoucen haast zeggen, 't is nu genoeg. Licht is er over het veel besproken onderwerp niet tneer te verspreiden. Verbeiden we de uitspraak der Eerste Kamer in het vaste vertrouwen, dat haar beslissing de vrucht sal lijn van ernstig nadenkenvan rijpe over weging. Een der schrijvers van artikelen over het bedoelde onderwerp in de N. Rott. Courant verwees in een noot zijne lezeis naar het boekwerk, getiteld «Sophie", en ja, het is wel waard in deze dagen in Noord-Nederland te worden gelezen, lit Noord-Nederlaud hoewel het door een Viaamsche schi jj(ster is geschre ven en Belgische toestanden teekent. Het is de schoolstrijd, daar ginds met de grootste felheid gevoerd, welke in óit werk in roman- tischen vorm wordt behandeld. Geestelijken en onderwijzers op den vooigrond, liberalen en olericalen daaromheen gegroepeerd deze allen in den strjjd hunner dagen handelend op te voeren, ziedaar wat de Viaamsche novel- liste.Virginie Loveling, met talent in genoemd werk heeft verricht. Lees haar schets van rlenVlaamschen dorps onderwijzer «Sedert vijf en derlig jaren was meester Otte- vare onderwijzer te Zompelgem. Dat was een lango tijd twee geslachten achtereen had hij ondcricht gegeven in do eerste beginselen der geleerdheid, die voor het mecrendecl de eenige moesten zijn. Vijf en dertig juren achting en liefde en dankbaarheid had hij van zijne mede burgers weten te verivervon I Dezo schoone loop baan verdiende thans een huldeblijk, een open oerebetoon. liet was de baron van Zompelgem, die als burgemeester den raad voorzittend, eerst de aandacht op dat heuglijk feit trok en het voorstel deed om meostor Ottevaro in naam der gemeente een banket te dier gelegenheid aan te bieden. Van zulk een hooggeplaalsten per soon uitgaande en daarenboven met het inner lijk gevoel van elk der aanwezigen in overeen stemming zijnde, oogstten die woorden grooten •bijval, eu werden Ilaantjens (een liberaal raads lid) en een anderen collega belast don onderwijzer met dit besluit van den raad bekend te maken. «Eene openbare eerebetuiging, och God, oen banketop voorstel van mijnheer den baron maar ik heb onkel mijnen plicht gekweten, het is onverdiend! «stamelde meesterOttevare,zalig ontroerd en waarlijk verwonderd. Meester Ottevare was oen zeer nederig man. Bij stond nochtans bekend als een der kun- •digsta onderwijzers van do streek; en daaren boven bezat hij een buitengewonen tact om kinderen te leidon. Hij was zachtmoedig en toch gestreng: wat hij, niet dan na rijpe overweging, beval of verbood, verbood of beval hij op stillen toon, doch wist zijp eens verkondigden wil door te drijven, en het gebeurde al heel zelden, dat ■een leerling zou gewaagd hebben daartegen op te slaanen wee dengene, die het ondernam want na eene eerste waarschuwing, met vader lijke mildheid gegeven, werd de verbreker onver biddelijk, na hervailmg aan de deur gozet, ten minste als liet vergrijp groot genoeg was om een dusdanigon maatregel te billijken. Meestor Ottevare was oen wijs man nimmer lint hij zich ïioor drift medesleepen, als het loonen of straffen gold. Zijne koelbloedigheid wist bij, ten minste in den schijn, te bewaren dit was eene der groote oorzaken zijns gezags in de school. Hij was een rechtvaardig man, dit was er eene andere: rijk of arm, dat was hem om het even het kind van den vermogenden heer, of van den bedelaar, elk stond op gelijken rang voor hem als kweekelingvan allen eischte hij dezelfde vlijt, dezelfde beleefdheid; elk hunner sprak hij op ge lijke wijze aan; voor iedereon getroostte hij zich dezelfde moeite; en zoo or in zijne kudde gelijk overal bokken onder de schapen, slechte leerlingen en schavuiten waren, zoo kwam het toch nooit iemand in liet hoofd zulks aan een mangel aan kundigheid van zijnentwege te wijten. Deze vereen igde eigenschappen droegen bij om zijne school tot een grooten trap van bloei te brengen. Niet alleen had hij al de leorlingen van Zompelgem, en lieten de ouders hunne zonen, voor het college bestemd, meermalen om der wille van het degelijk onderricht, dat ze van hem ontvingen een jaar of twee langer te huis, maar - hij kreeg talrijke leerlingen uit' de- ondiggendc genieenten.- namelijk van Crocke, waar de school door den pastoor word onder mijnd." Aan het banket, ter eere van meester Olie- vare gegeven, zat de burgemeester, baron Van Zompelgem, tevens senator en aanhange- der clericalen, voor. In zuiver Nedeilandscli sprak deze, bjj het feestmaal, den jubilaiis toe; met een heldere, indrukwekkende stem deed hij de welvervulde loopbaan van den jubilaris «uitschgoen"; herdacht, iioe deze, vóór vjjf en dertig jareo, als nederig volksbescbaver in het dorp gekomen, aller liefde en achting had weten te winnen; wees er op, hoevelen der aanwezigen io hem een leidsman hunuer binder- en jongelingsjaren hadden gevonden, die hen niet alleen door wooiden onderricht, maar door daden op den goeden weg voor gegaan, en hem zei ven als kaaap op het kasteel nog privaatlessen had gegeven. En uu, voegde hg er bijwat iedereeu zich reeds heimelijk toegefluisterd had: namelyk, dat de koning, de diensten van den jubilaris willende be- loonen, hem het burgerkruis van eerste klas toekende Ilueia's, ter eere vau den meester. De burgemeester omhelsde deu diep geschokteu onderwijzer eu reikte hen liet kostbaar eere- teeken over, en dan de klankrijke stem weer verheffend, h-rnam hg zijne rede, den wensch uitend, dat de jubiiaiis nog lai g aan het hoofd der scnool van Zompelgem mocht be houden worden, eu dronk ten laatste op het heil van meester Ottevare, dat voorbeeld van burgerdeugd 1" Eeu jaar later, toen meesier Ottevare na <ie vacanlie de lessen in z'yn school zou her vatten, kwam op het gewone schooluur, niet eeu enkele, niet één leerling. Was meester Ottevare, dat toonbeeld van burgei deugd dan een booswicht geworden Heen, maar de wet op het lager onderwijs van 1842 was in 1879 door eeu andere vervangen waarbij de macht der geestelijken over onderwijs en onderwij zers vrij wat was gefnuikt. Nauwelgks was deze wet aangenomen, of de clericale party stoof ais een eeuig man op, roe pende, dal de staatsschool niet deugde en dat oveial »viye" scholen moesten worden opge richt. Den dag ua de afkondiging der wet reeds gat de baroo Van Zompelgem belangeloos een geschikt terrein voor een vrije school, on teekende voor een beduidende som op de lijst, teneinde de kosten voor liet nieuw op te richten school lokaal ta helpen bestrijden. Op meester Otte vare sloeg hij het oog; deze zou een uitstekend hoofdonderwijzer der vrije sch ml wezen en te gel'yk zou dan de staatsschool te Zompelgem leeggepompt zyn. »Wy lekeueu op u", sprak de baron tot hem, Jgii en niemaud auders moet aan het hoofd oezer school staan". JV?Sind.t mijn achttiende jaar ben ik in hot officieel onderwijsstotterde de oude man en boog liet witta, eerbiedwaardige hoofd over zijn glasdat nog onaangeroerd voor hem op tafel stond. Juistantwoordde de baron, «gij boezemt ons vertrouwen in, dat weet ge, daarom is onze keuze op u gevallen." «Maar, mijnheer de baronik kan mijn eed niet verloochenen, het ware onbillijk, ik ben een bezoldigde van den Staatik mag hem niet on trouw worden op straf van voor ondankbaar door te gaan." «En waarom niet? Do Staat is geen persoon, tegenover wien men verplichtingen heeft. Gij hebt den staat gediend, de staat heeft u betaald gij zijt effen." Meester Ottevare zuchtte on schudde mot het hoofd »Indien ik overloop, verlies ik mijn recht op pensioen," sprak hij eindelijk, sik verlies mis schien mijn bestaan, want wie waai borgt mij dat de vrije scholen hot tegen hot Gouvernement zullen volhouden?" «Neen, «antwoordde gretig de baron, die in deze opwerping van den meester een begin van aarzeling meende to bespeuren, «uw ponsioen is een door langen dienst verkregen recht, niemand kan het u ontnemen, en wij zullen u waar borgen van duurzaamheid geven. Uw stand zal integendeel verboteren, gij zult al de leerlingen behouden; wat zegt gij hiervan?" En hij zag zijn bezoeker zegevierend aanals wilde hij voorop vnn dezes blijde verrassing genieteu, «wij hebben nog iets beters voor u wij zullen U tevens tot secretaris van de gemeente benoemen." De onderwijzer keek eerder bevreemd dan ver heugd op «Da plaats is niet ledig, mijnheer de baron," sprak liij. «Zij kan bet wordende huidige secretaris is slordig en lui, dat weet eonieder, hij is de man niet om zulk eene gewichtige betrekking te bekleeden hij zal afgezet worden." «Een vader met zes kinderen 1 «zei als ver wijtend de onderwijzer. «In alle geval zullen u de noodigo bestaan middelen verzekerd zijn, «herbegon de burge meester op innetnendon toon. «Mijne school," zuchtto de moester, ditmaal de snaar van het gevoel aanrakend, om zijnen tegen spreker te vermurwen «mijn huis verlatende geliefde woning, waar mijne kinderen geboren, waar mijne dochters uit getrouwd zijn, waaruit mijn volwassen, eenige zoon naar het graf is gedragen ik zou niet kunnen mijn tuintje, mijn serre«herhaalde hij weder. «Wij zullen u een schooner huis en een groo- tere serre bouwenuwe wingerden behooren tl toe, gij kunt ze verplanten, on wat uwe dochters en hare kinderen betreft, zij zullen u in uw nieuwe woon evengoed vindon als in de oude meester Ottevare," en de senateur glimlachte, als had hij ditmaal een al te onnoozole slotreden weerlegd. De grijsaard was opgestaan Mijnheer do baron, ik kan niet, ik mag niet,1' sprak hij ernstig en nadrukvol met de hand op het hart en hij herhaalde «mijn geweten ver biedt het mij." «Ik meende, dat gij oen beter Christen waart," zei de edelman op lioogen, smadelijken toon hij richtte zich in zijne gansehe lengte op, doel defiig eenige stappen en trok aan de belkoord achter de deur ten toeken, dat hij het gesprek voor afgedaan hield. Meester Ottevare groette diep uit gewoonte van eerbied, maar: «11a, gij meendet, dat ik een beter Christen was! «herhaalde liij on hoorbaar, diep geraakt, den galonknecht volgend, «en ik, ik dacht, dat gij een vaderlandlievender burger waart, mijnheer de baron «Wat moet ik nog beleven in mijne oud® dagenWat verwijten moet ik nog hoeren, aleer mijn loopbaan ten cindo is I.jam merde hij tehuisgekomen." En meester Ottevare, dat toonbeeld van burgerdeugd, bleef aau het hoofd van destaats- school. en daarom stond hij in October 1879 in bet lokaal, waar hij vijf en dertig jaren had geweikt, zonder een enkelen, enkelen leerliugl Slcl volgt.) v~!«a-1. g—B, - lj—mwB v.rt— -I i- I,. waaaM SCHIEDAM, 30 November 1889. Op verzoek van eenige laden war gisteren een buitengewone veigadeiing belegd der kiesvereemging «Schiedam", teneinde de hou ding te bespreken die men meende dat dij afgevaardigden naar de vergadeiing dei' Liberale Unie hadden aan te nemen in zake het aanhangige wetsontwerp op het lager on derwijs. Nadat door de lieeren dr. C. J. Vaillnnt en W-F. Tak kort de bezwaren tegen dit wets ontwerp waren uiteengezet, werd hei vooistel van den heer W. F. Tak aangenomen, wuarbjj den afgevaardtgdeu opgedragen wordt meda te werken aan voorstellen, of zelf een voorstel ie dueo, om de Eerste Kamer te verzoeken, het genoemde wetsontwerp te verwerpen. üe aanwezige afgevaardigden aanvaardden dit mandaat. Gaarne voldoen wij aan het verlangen der Schiedamsche Kuuslvereeniging, door de mededeeling, dat op hare uitnoodiging zich heiben vereeuigd tot een sub-comité voor de afdeeling vrouwelijke fraaie hand werken der tentoonstelling van kunstnijver heid de dames: mevr. C. M. Maas-Loopnyt, presidente; mej, Jeanne van der Schalk,' f 't

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1889 | | pagina 1