5r ach tT
N°. 7399.
Aangifte voorïBevoliiiiirepters.
A0. 1889.
Donderdag 19 December.
Tweede Blad
Kennisgeving,
Drie-en-veert g-ste Jaargang
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
UITGEVER: J. ODÉ.
J
-to
iel,
Ir.
ta
te
fo
to
nnenlandsche Berichten.
S0URANÏ
Abonnementsprijs per kwartaal
Franco per post, door bet geheele Rijk
Afzonderlijke nommers
1.85.
- 2.50.
- 0.10.
BDUEACi VI A R R T B, 114.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels met
inbegrip van eene Courantf 1,10
Iedere gewono rogel meer0,10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
ie
iel,
te
tel
Burgemeester en Wethouders van Schiedam
In aanmerking nemende dat, met het oog op
de aanstaande zevende algmeene ticnjaarhjksche
volkstelling, eene zoo naauwkeurig mogelijke bij
werking der bevolkingregisters dringend nood
zakelijk is
Herinneren de ingezetenen aan de volgende
bepalingen van het Koninklijk besluit van 27 luhj
1887 Staatsblad no. 141), regelende de ver-
pligting tot het doen van aangifte voor de
bevolkingregisters
Artikel 5.
Zij' die hunne werkelijke woonplaats uit eene
gemeente van het Rijk naar eeno andere ge
meente overbrengen, doen hiervan eene ver
klaring aan het bestuur dor gemeente, die zij
verlaten en waar zij in het bevolkingregister
zijn ingeschreven, met opgaaf der gemeente, waar
zij wensehen zicb te vestigen.
2ij ontvangen een kosteloos getuigschrift van
4 verandering van werkelijke woonplaats.
Artikel 6.
Ter plaatse, waar zij hunne werkelijke woon
plaats overbrengen, doen zij uiterlijk binnen
ééne maand na hunne aankomst eene verklaring
aan het gemeentebestuur, met overlegging van
het getuigschrift in het vorige artikel vermeld.
Artikel 7.
Elk hoofd van een gezin geeft uiterlijk binnen
ééne maand kennis aan het gemeentebestuur
van ieder lid dat in het huisgezin wordt op
genomen of daar uitgaat, inwonende dienst- en
werkboden daaronder begrepen.
Dezelfde kennisgeving geschiedt door afzonder
lijk levende personen, wanneer zij andere personen
in hun huisgezin opnemen.
Bestuurders van instellingen, gestichten en
inrigtingen, niet staande onder bestuur of toe-
zigt van het openbaar gezag, waar personen
onder eenig bestuur zamen wonen, geven maande
lijks aan bet gemeentebestuur kennis van alle
personen, die in do zatnenwoning zijn opgenomen
of daarvan zijn uitgetreden.
De verpligting vervalt, wanneer langs een
anderen weg de vereischte kennisgeving voor
het bevolkingregister gedaan is.
Artikel 8.
Onverminderd de bovenstaande voorschriften
is een ieder, door het gemeentebestuur daartoe
opgeroepen, verpligt tot het doen der opgaven,
die vereischt woiden om de bevolkingregisters
in te vullen.
Artikel 9.
Overtreding der bepalingen van dit besluit
wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste
veertien dagen of geldboete van ten hoogste
honderd guldon.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 16en December 1889.
Burgemeester en Wethouders worncemd,
P. J. VAN DIJ1C VAN MATENESSE,
Ut Secretaris,
A. W. MULDER.
De Commissaris des Koninqs in de Pro
vincie Zuid-Holland,
Gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten
van den Rden December 1889, no. 94;
Gelet op art. 11 der wet van den 13den Juni
1857 Staatsblad no. 87)
Brengt ter kennis van ae belanghebbenden, dat
bij bovengenoemd besluit van de Gedeputeerde
Staten de Jacht op klein wild in deze Provincie
wordt gesloten op Dinsdag den 31 sten December
aanstaande met zonsondergangmet uitzondei ing
van het in art. 15, sub lett. g dier wet bedoeld
iachtbedrijf, van het vangen van houtsnippen
roet Iaat-, war- of valflouwen, hetwelk blijft toe
gelaten tot en mot den 20stcn Maart 1890.
En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt,
woiden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks
te doen gebruikelijk is, alsmede in het Provin
ciaal Blad en in da Nederlandsche Staatscou
rant worden geplaatst.
's-Gravenliage, don 5don December 1889.
De Commissaris des Konings voornoemd,
FOCK.
EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL
Zitting van 17 December
Tot voorzitters der afdeelingen zijn benoemd
de heeren Coencn, Van Zuylen, Itappeyne van
de Coppollo, Breuning en Hengst.
Bij het vooi tgezet debat over de consignatie-
wet wees de heer Van Zuylen op do noodzake
lijkheid tot verbetering van ons muntstelsel.
De minister van financiën erkende de vven-
schelijkheid daarvan. Voor zoover do regeering
kan medewerken tot het bimetallieke stelsel op
uitgebreid gebied, zal zij dit doen. Overigens
verdedigden de ministers van financiën en justitie
het ontwerp; de bezwaren waren overdreven.
Wettig betaalmiddel worden bankbiljetten daar
door niet. Juist in buitengewone tijden kan het
vertrouwen van het publiek in bankbiljetten er door
vcrmeeideren. Strijd met de grondwet was er
stellig niet.
De heer Wertheim bestreed het ontwerp alleen
omdat cr zooveel twijfel was gerezen. Ann do
bank was het ontwerp geheel onverschillig.
Het ontwerp werd daarop verworpen roet 40
tegen 2 stemmen, die van de Utrechtscho leden
Van Nispen en Molvil van Lijnden.
Morgen ten 11 ure zitting.
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL.
Avondzitting van 16 December,
In deze zitting werd liet algemeen debat over
de marine-begrooiiog voortgezet.
De heer Land meende dat in deze begrooting
niet voldoende gezorgd is voor de aanvulling van
het personeel der zeemacht en dat desniettemin
de minister steeds wil voortgaan met uitbreiding
van materiaal. Dergelijk beleid kon zijne goed-
keuring niet wegdragen. Hij toonde aan dat
voor de meeste dienstvakken der marine gebrek
aan personeelvooral in de lage rangen, bestaat.
Do hoer Guyot keurde de stelselloosheid af in
het beheer der marine, waardoor, ondanks hooge
uitgaven, onze weerbaarheid niet versterkt wordt.
Dit moest ophouden. Naar zijne raeening is met
een minimum van uitgaven een maximum van
weerbaarheid wel te verkrijgen en is in deze
begiooting geen verband gelegd tussehen mate
riaal en personeelreden voor hem ora den
minister in die richting niet te volgen.
-Ook gaf de lieer Guyot in bedenking een staats
commissie te benoemen tot bepaling van bet
aandeel van zee- en landmacht in ue kustver
dediging.
'Deze wenscli werd gedeeld door den heer
Schimmelpcnninclr^vaii der Oye, die meende dat
dé qutiestie van het personeel niet den doorslag
gatwaarin hij met 's ministers stelsel wel mee
kon gaan.
'De heeren Van der Borch van Verwolde en
Van Kenopon drongen aan op verscherping van
liat politie-toezicht op de Noordzeeter bescher
ming van onze visschers tegen benadeeling door
de bemanning van vreemde vaartuigen.
De beer Van Kempen wees bepaaldelijk op de
klachten der Scheveningsche readers.
De heer Ileldt verklaarde zich tegen verplaat
sing van 's rijkswerf te Amsterdam naar den
overkant van het IJ en zag zelfs gaarne ruimer
op 's rijkswerf gebouwd.
De minister van marine betoonde zich niet
afkeerig van oen kleineoffensieve verdediging
en gaf als reden voor zijne verandering van
stelsel op de ervaringdie aangetoond had dat
nieuw materiaal noodig was. Het nieuwe pantser-
dekschip krijgt den naam van Prinses Wdlisl-
mma der Nederlanden.
Over den eigendom van dat schip behoefde
men zich niet bezorgd te maken. Ilij kwam ten
sterkste op tegen de bewering dat het personeel
der marine in zoo treurigen staat verkeert. In-
tusschen zal hij alles dosn om de oefeningen te
verbeteren ook de mobilisatie is goed verzorgd.
In theorie ging hij mode met de denkbeelden
van den heer Guyot, maar geloofde dat ze in
werkelijkheid onuitvoerbaar zouden zijndaar
Indié een groote marine niet kan missen. De
instelling eener staatscommissie zal hij over
wegen. De minister houdt voortdurend het oog
op de bescherming onzer visschers en stelde den
heer Heidt gerustdat hij inderdaad vooreerst
niet denkt aan verplaatsing van 's rijkswerf. Hij
zal de wenschehjkbeid nagaan om de kruisers in
de Nooidzee te doen vergezellen door een des
kundige.
Na de repliek, n, waarbij de minister nog ver
klaarde dat tegen do uitdieping van het Slijkgat
geen bezwaar bestond, mits de scheepvaartbelan-
gen van Dordrecht in het oog werden gehouden
is het algemeen debat gesloten.
Na goedkeuring van eanige artikelenwaarbij
verworpen werd een amendement der rapporteurs
om de gevraagde uitbreiding van hot ingenieurs
korps met een aspirant-ingenieur der marine te
weigeren werd de vergadering verdaagd.
Zitting van 17 December,
Bij de voortzetting van het marine-debat
stelden de heeren Land, Viruly en De Beaufort
de Kamer het eerst voor de vraag of zij de gel
den voor den eersten torpedoboot-jager wensebte
toe te staan.
De minister van marine voorkwam debat door,
wegens den tegenstand tegen deze vaartuigen,
te vorklaren dat hij de daarvoor ui.~-'rokken
gelden voorloopig terugnam. Het bleek dat de
minister wil afwachten wat een eventueele staats
commissie voor de kustverdediging hiervoor zal
noodig oordeelen. (Daardoor warden nogf302,000
van de begrooting verwijderd en deze alzoo niet
f 377,000 verminderd.)
De heer Van der Borch van Verwolde was
voornemens een amend, voor te stellen totver-
hooging van den post mot f 5000 voor verscherpt
toezicht op de visscherij in de Noordzee. Doch
bij nader inzien acht hij 't beter de zaak aan'
'smin. prudentie over ,e laten.
De Kamer, in strijd met het voorstel der rap
portours, heeft f 13,000 toegestaan voor den
bouw van een communicatie-vaartuig tussehen
Amsterdam en de inschietplaats voor torpedo's
in het Zijkanaal.
Ook de heer Viruly slaagde niet met zijn voor
stel om slechts do helft van bet aantal voorge
stelde torpedo's tao te staan.
De heer Ileldt beklaagde zich, dat te Rotter
dam een matroos door een kameraad is dood
gestoken, zonder dat de ouders van dien dood
bericht kregen, doch het geval uit de courant
lazen. Dat noemde hij pl'chtverzunn, dat in het
vervolg voorkomen moet worden.
De aangevraagde vermeerdering van het aan
tal zeeluitenants le en 2o kl. met 20 is ge
weigerd.
De bestrijders achtten vorming eener reserve
beter.
Het hoofdstuk Nationale Schuld is aange
nomen.
Het algemeen debat over het hoofdstuk finan
ciën is begonnen.
De heer De Ram betoonde zijne teleurstelling
over het wegblijven der herziening van de eer-
soneele belasting, zoo nadeelig voor de nering
doenden en den landbouw.
De heeren Van Nunen en Goekoop vroegen
wijziging der rijks-paardenbelasting voor paarden
van gemengd gebruik.
De heer Domela Nieuwenhuis gaf zijn onbe
perkt wantrouwen te kennen over het beleid
van don minister van financiën, die niets doet en
beter deed met af te treden, hetgeen zijns inziens
eene aanwinst voor het Kabinet zou zijn, ofschoon
sprekers partij bij dat stilzitten en bij voorstellen
als van den heer Bahlmann slechts welvaart,
wegens de toenemende ontevredenheid, die de
sociaal-democratie versterkt. Toch dringt hij aan
op belastinghervorming, door de liberalen nage
laten en door de rechterzijde bij de verkiezingen
beloofd, maar die ook in gebreke blijft. Hij' verlangt
eene belastinghervorming op den grondslag eener
inkomstenbelasting en eener successiebelasting.
Hij acht dat de liberalen verplicht ziin met zijne
tnotie tegen het financieel beleid mee te gaan.
Deze motie werd dadelijk behandeld.
De heeren Van der Feltz en Van der Kaay
betoogden dat de liberale partij, wier politieke*
bedoelingen mistrouwd worden, niet kan meegaan
met deze, niet ernstig gemeende motie. Tegen
stemmende, beteekent dit niet goedkeuring van
het financieel beleid ministers.