1 A0. 1890. Maandag 12 Mei. N°. 7498, Eerste Blad v i r - e n - v© ©rt:g*st© Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. Biimenlandsche Berichten. ODÉ. J. UITGEVER: COURANT. AronnementSprijs, per kwartaal1.85. Franco per postdoor liet geheele Rijk 2.50. Afzonderlijke - 0.10. K12 4. B U It I AV: Hilt K ff. Advertentieprijs: van 110 gewone regels mat inbegrip van eene Courant1.10, Iedere gewone regel meer. - O.lö. Driexaai. geplaatst wordt tegen tweexaal berekend. j)lt nummer bestaat uit drie bladen. Schiedam, 10 Mei 1890. De Duitsche keizer opende deze week de .zitting van den Rijksdag met een belangrijke rede-; belangrijk, omdat zij een nieuw tijdperk In de regeering van het Duitsche rijk aan kondigt, namelijk dat van een sociale politiek. Niet, dat de militaire aangelegenheden in de .troonredegeen gewichtige plaats innemen; wie ,zou zoo iets in een Duitsch staatsstuk verwach ten Integendeel, het Duitsche volk heeft het verblijdend bericht ontvangen, dat alles vrede ,op aarde is en de toestand In het algemeen as verbeterd. Maar men moet op alles voor bereid zijn, en nu is het gebleken, dat de Duitsche krijgsmacht, hoe kolossaal ook, nog •niet sterk genoeg is in evenredigheid met die van andere staten; hoewel niet ge noemd, worclt natuurlijk Frankrijk daarmede .bedoeld; de.-halve zal het leger weder een. tamelijke uitbreiding moeten ondergaan, en .de natie wat dieper in de beurs moeten tasten, om in deze dringende behoefte te voorzien. Van liberale zijde is men met deze .aankondiging in de troonrede niet ingenomen. De bekende leider, de heer Richter, verklaart in zijn orgaan, dat geen van Duitschlands ■naburen in lui laatste jaar iets gedaan hoeft, waardoor een zoo aanzienlijke vermeerdering •van Duitschlands legermacht als thans is ■voorgesteld, wordt gemotiveerd. Het verdient verder de aandacht, en ver schillende Duitsche bladen wijzen op het feit, dat de keizer met geen enkel woord den af getreden rijkskanselier heeft herdacht. We kunnen niet anders dan dit stilzwijgen des keizers billijken. Jlier doet zich een van die gevnllen voor, waarin spreken zilver, maar zwijgen goud is. Toch is zijn naam genoemd, toch is zijn .lof verkondigd, en wel in het Pruisische Heerenhuis, bij den aanvang der bogrootings- discussiën. Dc rapporteur over dit onderwerp, de lieer Yon Pfuei, herdacht den afgetreden kanselier, wien hij hulde bracht voor den gunstigen stancl vr.n de geldmiddelen des rijks, die een gevolg is van des kanseliers politiek. .Aan Bismarck, zoo ging de spreker voort, is Duitschland, naast keizer Wilhelm I de plaats verschuldigd, die het thans onder de mogend- Reden inneemt. De erkentelijkheid van het Heen abuis zal nimmer verdwijnen, cn om altoos aan hem te kunnen denken, en om liem steeds voor oogen te hebben als voorbeeld van vaderlandsliefde, trouw en arbeidzaam heid wenschtc de spreker, dat Bisinarcks beeld een plaats in de vergaderzaal van liet Huis zou worden aangewezen. Natuurlijk ein digde de toespraak met een verklaring van toewijding aan den keizer, die het schip van .etaat met een vaste hand bestuurt. 'tls zeer te hopen, dat diezelfde band blijken van vastheid zal geven, wanneer het denkbeeld door graaf Peill in het Huis ter sprake gebracht, den vorm van een wets voorstel mocht aannemen. Deze heer namelijk, zich aansluitende aan hetgeen de bekende volksleider Stüeker reeds in het Huis der afgevaardigden had verkondigd, noodigde de staatsregeering uit maatregelen te overwegen, waardoor de misstanden opgeheven kunnen worden, volgens den spreker voortvloeiende uit het te groot aantal Joodsche scholieren n de instellingen van liooger onderwas. Duidelijk is de zaak niet gemotiveerd; maar de bedoeling is, de beweging tegen de Joden levendig te houden. Maken Joodsche jongelingen van het onderwijs aan gymnasia en academiën gebruik, zij zullen de lasten en kosten daaraan verbonden, evengoed dragen als ieder ander. Wat willen dan die Stöcker en wat die graaf Peill? Terug naar den goeden ouden tijd, toen do Jood ver volgd cn mishandeld werd, enkel omdat, hij Jood was? Maar dan zal de stroom der denkbeel den hun te machtig blijken. Bovendien zal de Duitsche keizer wel iu waarheid de rechten van alle staatsburgers in zijn rijk willen beschermen. De negentiende eeuw zal de avond van haar bestaan met geen joden vervolging willen besluiten. Wal we in den aanvang het belangrijkste punt in 's keizers rede noemden, de beschou wingen over sociale toestanden, is in ver schillende binden reeds tot een onderwerp van bespreking gemaakt. De Weser Zeitung wijdde er een zeer interessant artikel aan, dat we hier laten volgen: De troonrede verklaart zich ingenomen met die maatregelen, waartegen de vroegere rijkskanselier zich verzet had Zondagsrust, beschermende wetten, enz. en zij verwerpt (aangenomen, dat zwijgen gelijkstaat met verwerpen,) de methode van den kanselier, welke ten doel lmd, door aanwending van directe giften uit den zak der bezittenden en uit de opbrengst der belastingen de arbei dersbevolking van liet democratische naar het monarchistische legerkamp over te halen. Een volmaakter tegenstelling is niet denkbaar, en, dat is onze innige overtuiging, een heil zamer tegenstelling evenmin. De pogiug van vorst Bismarck, om tegen de sociaal-democratie met socialistische mid delen te coneurreeren, droeg de kiem van mislukken in zich. Zij berustte op de onder stelling, dat het mogelijk is, van de bestaande wereldorde een kostbaar doel te redden, als men eene zekere som barer goederen prijs gaf aan de arbeiders. De meening was, dat de arbeiders liever de contante betalingen van den bestemden staat dan de toekomst- assignaties dor demagogen aannemen en, be vredigd door de opgestreken winst, zich voortaan rustig houden, ja' zelfs een zoo soliden staat in het betalen tegen iedereen, ook tegen de liberale bourgeoisie ijverig ver dedigen zouden. De berekening geleek op de politiek van het Romeinsche rijk, dat den barbaren, om hen tevreden te stellen, van tijd tot tijd subsidies gaf en grondbezit in grensprovincies aanwees, met welk eind resultaat, is bekend. De logica der barbaren zeide: de Romeinsche keizer geeft ons, omdat hij zich te zwak gevoelt, om ons af te wijzen, maar als hij zoo zwak is, waarom zullen wij ons dan met subsidies en grenslanden tevre denstellen? laten wij liever zijne geheele schatkamer en het geheele rijk nemen. De moderne barbaren hebben nu wel is waar op dit oogenblik nog lang niet ditge- voel van hun overwicht, maar in den loop der I tijden zou het zich onder het staats socialistische stelsel wel ontwikkeld hebben. Ook de Gothen en Vandalen hebben niet in een .oogenblik, maar langzaam de vrees voor de keizerlijke adelaars verloren. Rome is niet m't-en dag vernield. Wij zeggen, dat het staatssocialisme ge boren is om te mislukken. liet kan niet con eurreeren met de sociaal-democratie, omdat het, uit den aard der zaak, slechts een deel geeft, terwijl zijne mededingster alles geeft of althans belooft te geven. In den soeialisti- schea staat van vorst Bismarck zou er altijd nog gereserveerd land zijn, waarop de prole tariërs geen toegang hebbeneen grondbe zittende adel, groote industrieele vermogens, een bureaucratie, een leger van generaals en officieren, dit alles ontbreekt zeker niet in het beeld, dat do groote kanselier zich van liet toekomstige Duiischland gemaakt heeft. Ook een schitterend koningschap niet, wat vanzelf spreekt, om niet te spreken van de een en twintig tronen en troontjes builen Pruisen. Een tijdlang zou de socialistische be weging aan de grens van liet gereserveerde land balt makenzij zou den buit, dien men haar overlaat, met welgevallen in ontvangst nemen, en zij zou dan de rest eischen. De democratische leiding zou de monarchistische weder allossen en zij zon weer, evenals thans, oor en hart tier massa's voor zich winnen. IIoo gemakkelijker, hoe eerder, des te meer zal het staatssocialisme hen er aan gewend hebben, van staatkundige dwangmaatregelen eene wijziging van de goederenverdeeling en van de arbeidsvoorwaarden te verwachten. De agitatoren zouden niet al te veel moeite hebben, om dc door den staat zeiven in socialistische denkbeelden opgevoede massa achLer zicli te krijgen. Zij zouden geene scherp zinnigheid en geene welsprekendheid noodig hebben, om voor het reeds bekeerde volk te prediken, dut ook het gereserveerde land der bevoorrechten in het gemeen tebezit moet worden opgenomen en dat liet beginsel van gelijk recht voor allen ook op de bezetting van ambten en de uitoefening van de regee ring toegepast moet worden. Of de keizerlijke adelaars bestand zullen zijn tegen dezen be slist komenden aandrang der barbaren Dit is zeker, dat vooreerst elke stap op de socialistische baan der staatsmacht, in onzen tijd dus de maeht der kroon, vermeerderen moet, omdat socialisme gelijkstaat met de verst strekkende beschikking der staatsmacht over persoon en vermogen van alle burgera. Juist daarin ligt voor heerschzuehtige staats lieden de verleiding, zich met den vier den stand" te verbinden, om de drie andere des te gemakkelijker meesier te worden. Het practische Christendom behoeft daar by in 't geheel niet mee te spelen, liet spel zelf is echter op den duur zeer gevaarlijk, want de vierde stand is tegenwoordig zeer toegan kelijk v-oui' de vraag, of zijne eigene gekozen mannen de staatszaken ten slotte niet beter (voor hem namelijk) zouden behartigen dan de groote heeren, die liet tegeuwoordige staatssocial isme bevoorrecht. Het is een groote dwaling, to meenori. dat de staatsvorm den deinocrutischen arbeiders onverschillig is, als zij maar genoeg te eten hebben. Nog grooter is de dwaling, die meent, dat de regeering in hare wijsheid eene beweging als de socialisti sche kan doen bevorderen, met het voor behoud op eene bepaalde plaats balt of rechts omkeert te gebieden. Overwegingen van dien aard kunnen zeer wel den keizer bezorgd gemaakt hebben, toen bij in gedachten de politieke lijn venter trok, dan uit de tot dusver ingehouden staats socialistische richting blijkt. Het is zeer ge oorloofd, het zwijgen der troonrede in diet! zin op te vatten. SCHIEDAM, 10 Mei 1S90. Onze geachte stadgenoot de heer P. J. Jan sen herdenkt heden den dag, waarop hij vóór 40 jaren tot med. doctor is gepromoveerd. Gaarne vestigen wij de aandacht onzer lezeressen op den cursus in Iiiigrainwerk, door mej. E. IC Pape in Musis .Sacrum ge opend. Reeds op verscheidene plaatsen is genoemde dame met succes werkzaam ge weest, en geen wonder, want de resultaten zijn zeer fraai, en, in aanmerking genomen de geringe kosten van het materiaal, is een ieder in de gelegenheid dat aardige werk 10 leeren. Wat al sieraden kan men er van vervaardigen, als: broches, haarspelden, ket tingen, armbanden enz., en dat na slechts enkele lessen ontvangen te hebben. Wil men eenige resultaten van liet werk van genoemde dame zien, men ga een kijkje nemen bij den heer C J Blommendal, waar zeer fraaie voorwerpen van filigram geëxposeerd zijn. Bij het hevig onweder, dat gisteren uoverf

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 1