l ©a.m;tjjel N°. 7498, A0. 1890. Maandag 12 Mei. Vi r - g n - v© ©ruigste Jaargang. Tweede Blad F e u 11 e t o n. 1 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. UITGiTHTT ODÉ. Buitenlamlsche Berichten. Abonnementsprijs, per kwartaalf 1.85. franco per post, door het gelieole Rijk- 2.50. Afzonderlijke nomtners- 0.10. BRIIEAV! 9IAKKT, IS12 4. Advertentieprijs: van i10 gewone regels met inbegrip van eene Courantill). Iedere gewone regel raeer- 0.10. Driksmi. geplaatst wordt tegen tweesuai, berekend. P K A N K It IJ K. De afgevaardigde Lévèque, onder-directeur van het Credit foncier, die Woensdag zijn ontslag genomen heeft als zoodanig, maakte Donderdag in le Matin zijn aan den minister van financiën gericht verzoek om ontslag open baar, waarin hij den gouverneur van liet Crédit fancier Christoplile aanklaagt van het plegen van onregelmatigheden. De officieuse avondbladen behelzen nu als antwoord een langen brief van den heer Christoplile aan den minister van financiën, waarin eerstgenoemde zich verweert tegen de beschuldigingen van den heer Lévèque. Deze brief werd Donder dag iu den ministerraad medegedeeld, die het ontslag van den onder-gouverneur aannam. Deze zaak heeft in de Kamerzitting van Donderdag terstond liet onderwerp uitge maakt eener interpellatie e» wel van don heer Laur, die liet op den gouverneur, den heer Christoplile, gemunt had en terzelfder tijd op den minister van financiën, den heer Rouvier. Deze nam de interpellatie terstond aan en antwoordde, dat hij aan den heer Christoplile gouverneur van liet Crédit foncier, den brief van Lévèque heeft gezonden, met verzoek dien te beantwoorden. Christoph)1- bad hem (mi nister) mcdedeeling gedaan van de beraadsla gingen van den raad van bestuur, doch daar genoemde raad wordt benoemd door de aan- deelhouders, had de regeering niets te maken met de grief, dat de tusschenkomst van dien raad onvoldoende zou geweest zijn. Overigens kan hij (minister) geene gevestigde opinie hebben den dag nadat zijne aandacht op de feiten werd gevestigd. Hij wijst er op, wie de mannon zijn die den raad van bestuur van het Crédit foncier uitmaken, en vraagt of zulke personen geen voldoenden waarborg bieden. Overigens luidt liet rapport der ver gadering van 5 Mei gunstig ten opzichte der operation van den gouverneur van liet Crédit foncier. De lieer Lévèque verklaarde zijne beschul digingen staande te houden, waarop de heer Christophle (beiden zijn lid van de Kamer) in eene uitvoerige rede, die twee uren duurde, een helder overzicht gaf van liet financieel beheer. Hij weerlegde punt voor punt de door den onder-directeur opgenoemde feiten, dezen verwijtende maanden en jaren gewacht te hebben om zoogenaamde misbruiken aan het licht te brengen, van welke hij het eerst kennis nam en ze dan met zijne goedkeuring dekte. Mocht inmiddels de Kamer door zijne toelichtingen zich nog niet tevreden achten en de regeering een scherper toezicht op het Crédit foncier verlangen, dan zou hij zelf een onderzoek door beambten van het ministerie van financiën verzoeken. De heer Lévèque drong daarop aan op het aanwijzen eener parlementaire commissie van onderzoek van 41 leden, doch de minister bestreed dit voorstel, evenals de verschillende andere motiën, te zamen veertien in getal, omdat zij een indirecten blaam tegen de regeering inhouden, om zich daarna te ver eenigen met de volgende motie, welke zonder hoofdelijke stemming werd aangenomen»Do Kamer, akte nemende vau de verklaringen der regeering en rekenende- op hare waak zaamheid, gaat over tot de orde van den dag." De gisteren gehouden ministerraad heeft zich beziggehouden met verschillende wets ontwerpen, rakende het heften eener belasting van de in Frankrijk wonende vreemdelingen. Bij bet onderzoek werd geconstateerd, dat Zwitserland het eenige rijk is, hetwelk zulk eene belasting heft, maar zij is slechts zeer gering. Nader zal intusschen worden onder zocht of ook tractaten de invoering eener vreemdelingen-belasting in den weg staan. Luidens de berichten uit het noorden kan de werkstaking aldaar als geëindigd werden beschouwd. Te Itoubaix hebben een 20,000- tal werklieden den arbeid hervat en te Tour- coing allen op een 800 na, terwijl de patroons aldaar thans bezig zijn met diegenen uitte zoeken, die zij niet meer op hunne fabrieken willen toelaten. Te Roubaix trachten de anarchisten nog altijd als stokebranden op te treden en varen zij op vergaderingen steeds heftig uit tegen de goedgezinden, door deze te betitelen als lafaards, kruipende honden en beesten. Een Parijschen anarchist, zekeien Leroux, welke die woorden bezigde, werd het woord ontnomen, terwijl hij zelf na het uiteengaan der vergadering werd gearresteerd. Te Rijssel zijn ook twee anarchisten in be waring genomen, die bezig waren kruit te stelen. Do rechtbank te Marseille heeft 32 Italinan- sche werklieden veroordeeld tot gevangenis straf, afwisselende van G dagen tot 3 maanden, wegens pogingen tot het in brand steken eener fabriek. De minister Rouvier heeft aan een inspec teur en twee onder-inspecteurs opgedragen, het Donderdag in de Kamer aangekondigd onderzoek in de bureaux van het Crédit foncier te gaan instellen. Cotolou, koning van Dahomey, heelt in het uitwisselen van gijzelaars toegestemd. ENGELAND. Naar de Times uit Sofia verneemt, ver klaart de Bulgaarsche regeering in de akte van aanklacht tegen Panitza, beseheiden te bezitten, waaruit blijkt dat het komplot tegen de regeering van prins Ferdinand sedert het voorjaar van 1888 bestond en uitging van de Russische legatie te Bucharest, waarbij dfl agent Hitrovo, de chef der Aziatische afdee» ling te Petersburg, en andere bekende per* sonen botvokken waren. De akte beschuldigt de Russische regeering van liet komplot te hebben geweten en het te hebben goedge* keurd en gesteund, ook door omkooping vaft Bulgaarsche ambtenaren en leden derSobranje. "Vijftien advocaten zullen Panitza en zijn mede* plichtigen verdedigen. De Daily News verneem», uit Cairo, dat de Egyptische regeering berust in de Fransche voorstellen betreffende de conversie der schuld. De Daily News verneemt uit St.-Peters* burg, dat de Russische regeering niet wil gedoogen dat de quaestie der Russische ea Siberische gevangenen behandeld worde ia het ophanden zijnde kerkercongres De cun« gresledcn zullen zich dienovereenkomstig moeten verbinden. De Herald verneemt uit Konstantinopel dat er lievige gevechten in den Libanon plaats hadden tiisschen Brusen en Maronieten. Dö gouverneur van Beyroet zond versterkingen, terwijl de Porte hem en den gouverneur van Damascus gestrenge instruction gaf. In liet regeeringsontwerp tot wijziging der fabriekswetton zullen eenige aanbevelingen der Herlijnsche arbeidsconferentie worden op* genomen, voornamelijk betreffende don kinder* arbeid en den arbeid van vrouwen. I) D I T S C It t A S B. Bij de ontvangst der presidenten van den Rijksdag, welke gisteren naar gebruik plaats had, sprak de keizer zijne levendige belang stelling uit voor het aanhangige ieger-weta* ontwerp, dat gedurende jaren voorbereid en aan het oordeel vau alle Duitsehe militaire gevolmachtigden onderworpen geweest is. De keizer zelf heeft er enkele wijzigingen itt gebracht, Zooveel te onaangenamer heeft Vertelling van E. M. DACANO. 40. En zoo wisselden drie tuier, elkander af en bab belden beitien rustig voort, Waarvan spraken zo ,Het voorjaarswindjo mag het weten, de geiten mogen geluisterd hebben, Styx beeft zijn kop ge schud, dat de manen golfden, maar zij Mijn >God, weet men wat er gesproken wordt, als liet .hart ons de woorden ingeeft. De uiting van een eerste, nieuwe, reine liefde is als een regenboog, dukomlklcurig en zonder vasten vorm, als een zomerwolkje, dat langs den helderen hemel drijft 5 J Hoe schoon was de natuur; maar zij zagen -.elkaar slechts. Zij spraken niet van liefde. Maar toen zij op stond om te vei trokken, wist hij maar ul te goed, dat dat bij onbeschrijfelijk gelukkig was. Maar meer wut hij ouk niet. Hij wist niet wie zij was, waar zij woonde, wat zij hier deed. «Daarvan mag niemand iets weten I" zei zij in haar lieflijk Venetiaansch. «En ik mag het niet zeggen. Ik verzoek u vriendelijk, doe daar geen nasporingen naar, en volg mij ook niet 1Want dan zou man ons scheiden, en iEn ik zal het gonot hebben, om u vaak te zien en le spreken?" «Waarom niel? Zoo dikwijls het mij past." «Waar V' «Nu, hierliet kan wel zijn, dal gij menig maal iemand in mijn nabijheid zietKom dan niet bij mij. Zult gij het niet doen?" «Ik zal alles doen, wat gij will!" zei bij. Hij nam hare hand. Plotseling sidderde zij. «Wut is er7" vroeg Salis. «Niets. Ik word zoo koud!"zei zij rillend en trok haar hand terug. Woudeihjk, ouk hij beefde van koude. Zij groette hem en dreef toen haie vreedzaam grazende geiten bij elkaar. Toen zij liem nog een maal groette, reeds op het punt in de donkere schaduwen van het dennenwoud te verdwijnen, riep hij haar vragend na: pEii uw naam, signorina T Peinzend blikte zij voor zich heen. Toen lachte zij helder en riep uit het duistere woud «Anita." pAnitu, Anita mia!" klonk zijn groet haar ra. Maar hij grootte de schaduwen der wuivende denneboomen. Do plaats, waar zij zooeven had gestaan, was ledig. Hij lmd beloofd, baar niet te volgen. Maar kan men het den jongen man kwalijk nemen, dat hij zich de richting in 't geheugen prentte, waarin hij haar voor 't laatst zag wegsnellen en dat hij reeds den volgendon dag, ondanks een vaal- grnuwen liemcl en een voovjaarsstorm, die ai bot duode hout aan de üoomen knakte, weer naar het woud ijlde en wel in de richting, die hij zich van den vorigen dag had herinnei v i Hij dwaalde rond en was plotseling overgeleverd aan een wolk* breuk, zooals de voorjaarsstormen v 'een die kun* nen brengen. Hij moest afstijgen en instinctmatig ijlde hij met Siyjc aan den toom naar het dichtste en wildste deel van het woud. Een dof, door de echo's van het woud herhaald gehuil trek zijne opmerkzaamheid en voerde hem naar een grot, die tot nu toe voor regen en waterstroomen voldoende was beschermd. Daar zag hij een spitsen heuvel, waar licht uit straalde, veroor zaakt door tal van gloeiende punten, wunruit rookzuilon in de hoogte kronkelden. Eenige reus achtige zwaile gestalten, gewapend met onge hoord groote sabels en hooivorken, zoonis men ze voorstelt op schilderijen, die de hel moeten ver beelden, bewogen zich, nu langzaam, dan weer sneller op den roodglocienden grond; kolossale zwarte honden, die veel gelijkenis mot Geroet us, don bewaker der onderwereld, hadden, liepen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 5