A°. 1890.
Maandag 12 Mei.
N°. 7498,
Derde Blad.
i er-en-veertig'ste Jaargang.
AART,
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
UITGÏTv¥Rr~j7 ODÉ.
ABONNEMENTSPRIJS, per kwartaal1.85.
Franco per post, door het geheele Rijk- 2.50.
Afzonderlijke Hommers- 0.10.
B ET II EAU: M A IS K T, IC 13 4.
neon
Advertentiepiu van 110 gewone rogels met
inbegrip v.in eene Courant1.10.
Iedere gewone regel meer. - 0.10.
Drikmam, geplaatst wordt tegen twekmaai, berekend.
VKUSliilG van het verhandelde In
de vergadering van liet Nulsde-
liartcment, gehouden den Oen
Mel 1890.
I. Do notulen van het verhandelde in de
vergadering, gehouden den '14 Februari jl,
worden gelezen en goedgekeurd.
De volgende ingekomen stukken komen
ter tafel:
II. Eene missive van het hoofdbestuur
met verzoek om opgaven voor den volksal
manak van 1891,
Besloten aan het verzoek te voldoen.
III. Eene missive als boven Betreffende het
doen van aanvragen cm subsidie ten behoeve
.van bijzondere scholen
Aangenomen voor kennisgeving.
IV. Eene missive als boven daarbij ter
kennisneming aanbiedende een exemplaar
van «de Maatschappij tot Nut van 't Alge
meen, haar werken en streven naar de be
hoeften des tijds", opgesteld door don alge-
meeneti secretaris, onder mededeeling dat
het voor elk lid van het departement kos
teloos een exemplaar ter beschikking stelt.
Wordt besloten voor ieder van do leden
een exemplaar van dat werkje aan te vragen.
V. Eene circulaire van liet bestuur van
het Nieuw-Malthusiaansehe Hondmet ver
zoek om als lid van dien Bond toe te treden.
Voor kennisgeving aangenomen.
VI. Berichten van de lieeren M- Jleijl'njers
en A. de Visser, dat zij voor hun lidmaat
schap van het departement bedanken.
Kennisgeving.
VII. Rapport der Commissie van onderzoek,
in zake het voorstel van de heer S. A. Mans
c s., luidende als volgt:
Aan hel Department Schiedam der
Maatschappij tot Hui van 't Alge
meen,
De Commissie, door U benoemd op '14
Febr. 1.1. ingevolge voorstel van den lieer
S. A. Maas c. s., heeft allereerst onderzocht
den toestand der verschillende instellingen
van Uw Department.
De leeslihliotneek. Deze laat veel te wen-
schen over. De middelen zijn even voldoende,
om den boeken de hoogst noodige opknap
ping te geven, niettegenstaande commissa
rissen aan die opknapping eigenhandig helpen.
Door het groote gebruik worden de boeken
letterlijk vèrlezen en moeten er veel naar
de snippermand. Voor aankoop van nieuwe
is zoogoed als niets beschikbaar en daarom
zijn bestuurders blij, dat het aantal lezers
afneemt. Die afneming acht de Commissie
een zeer treurig verschijnselin hoofdzaak,
zoo niet geheel, schrijft ze het daaraan toe,
dat de lezers te weinig nieuwe boeken kun
nen krijgen. Wil de bibliotheek aan reiielyi
eischen voldoen, dan zou een vermeerdering
der inkomsten van f40.— per jaar noodig zijn.
Tot toelichting voegt de Commissie hierbij
een statistiek over de laatste 5 jaren betref
lende het aantal lezers, de gewone en bui
tengewone ontvangsten, de uitgaven en de
uitgaven voor nieuwe boeken.
De volksvoorlezingen, Deze verkeerden
voor een paar jaren door samenloop van
omstandigheden in benarden toestand, docli
door krauhtigen, zedelijken steun van bet
Departement, dat haar bovendien een voor-
deeliger huurregeling bezorgde, zijn ze uit
den nood geholpen en thans in bloeieuden
toestand.
Bewaarscholen Ook deze verkeoren in
voldoenden staat en verlangen geen steun.
Cursus voor hantlenarleid. Deze zeer
nuttige instelling stond tot 1888 voor een
steeds groeiend tekort, dut begin 1889 f 04.
bedroeg. liet bestuur van den cursus heeft
zich toen van verschillende voorstauders een
jaarlijksche hulp van 1'83.weten te ver-
schallen. Niettemin bedraagt liet tekort
thans nog 1*26.en het zal in het loopende
jaar, volgens opgemaakte begrooting, waar
schijnlijk weder met f22.— toenemen. En
men weet, dat dergelijke bijdragen meestal
een sterke neiging tot vermindering toonen.
Zeer wenschelijk ware bovendien de aan
schaffing van een draaibank, waardoor onder
wijs en bezigheden meer afwisselend en
veelzijdige!' zouden worden. Dan acht de
Commissie liet zeer jammer, dat niet een
grooter aantal jongens van onvermogende
ouders voordeel genieten van deze instelling,
wat met betrekkelijk weinig geld te berei
ken zou zijn, omdat een groot doel der
kosten gelijk blijft bij vermeerdering van 't
aantal leerlingen. Op zijn minst beliooren
zooveel leerlingen, desnoods kosteloos, te
worden toegelaten, als zonder verhooging
der uilgaven van salaris en lokaalhuur moge
lijk is. Tot dien grens kost elke niet-beta-
letide leerling ongeveer f 1Met weinig
geld is dus in die richting veel te bereiken.
Tot toelichting voegt de Commissie hierbij
een overzicht van den geldelijkcn toestand
van de oprichting tol nu.
Dit onderzoek heeft de Commissie over
tuigd, dat de toestand der verschillende
instellingen minder ongunstig is dan hel
voorstcl-Maas c. s. zou doen denken. Daarin
komen de woorden voor»van oordeel, dat
het departement, zoo al niet geheel, dan
toch grootendcels, in gebreke blijft aan dat
«deel zijner roeping" (het steunen der inrich
tingen) «te beantwoorden". Naar het een
parig gevoelen der Commissie, dus ook vim
de 4 leden, die genoemd voorstel hebben
onderteekend, zijn die woorden wat sterk
gekleurd gebleken. Slechts 2 der instellin
gen verkeeren in gclnnooden niet alleen
deze, maar ook de leesvergaderingen "nebben
moeten lijden door 't geldgebrekterwijl
het reglement er li voorschrijft, zijn er :lcn
Incision tijd muur 5 gehouden. Doch aan
den anderen kant behoede men zicli :oor
voldaanheid, daarvoor bestaat geen aanleiding
en een linke hervorming behoort te worden
tot stand gebracht.
De Commissie is van oordeel, dat de lees
bibliotheek en de cursus voor handenarbeid
grooteren geldelijkcn steun verdienen. Over
bet nut dier instellingen behoeft niet te wor
den uitgeweid; bestreden wordt het niet.
Maar dan mag men ook niet voldaan zijn,
als ze een kwijnend bestaan voortslepen
dan behaoren ze te worden in staat gesteld,
in steeds ruimer kring zegen te verspreiden.
En is dit eenmaal bereikt, ook dan mag
geen doodende tevredenheid heersehen. Ons
Departement mag met eenige voldoening
terugzien op hetgeen het tot stand heeft
gebracht. Maar stilstand is achteruitgang,
c' "'il het Nut aan zijn roeping getrouw
blijven, dan behoort het een open oog te
hebben voor de verandering der volksbehoef
ten. Lr zijn nog tal van instellingen te
stichten en maatregelen te nemen, die de
arbeidskracht, de welvaart en de ontwikkeling
van het volk kunnen bevorderen. Gaat men
de instellingen na, door de verschillende
Nutsdeparteinenten gesticht, dan vindt men
zonder moeite een tien- of twintigtal, die
ook hie" wenschelijk, zoo niet noodig zijn.
Dwaas zou het wezen, nieuwe ondernemin
gen op touw te zetten, zoolang de bestaande,
waarvan de goede werking niet aan twijfel
onderhevig is, niet voldoende kunnen worden
gesteund. Maai' zoodra dit wel kan, moeten
nieuwe middelen worden aangepakt, die ons
nader kunnen brengen tot liet ideaal van
een krachtig, welvarend, gelukkig volk.
En voor de meeste van die middelen is
geld, zoo niet de hoofdzaak, dan toch een
belangrijk en onmisbaar vereischte. De Com
missie heeft zich daarom de vraag gesteld,
hoe het dep. voor de instellingen meer geil
delijken steun zou kunuen krijgen. In de
eerste plaats natuurlijk door vermeerdering
van het ledental. In alle of bijna alle ge
meenten van gelijke
bevolkingssterkte
als
de onze. is het ledental belangrijk grooter
en beproefd moet dus worden ons getal te
vergroolen. De laatste financieele commissie
(zie Volksalmanak 1890 bladz. LXVVII)
spreekt de wenschelijkheid uit, dat »vele
'«departementen in dezen het voorbeeld van
«sommige departementen, o.a. die te Rottcr-
«dam en te Groningen, volgen, waar men
«aanvankelijk met goede resultaten eene
«commissie in bet leven heeft geroepen, die
«hen, welke geene leden der Maatschappij
«zijn en het li. i. konden en moesten worden,
«in hunne woningen opzoekt en aanspoort
«zich aan te sluiten bij eene Vereeniging,
»die nog altijd een groote kracht in liet land
«is en nog zooveel goeds lot stand tracht
«te brengen". Ook Uw Commissie is van
oordeel, dat de instelling eerier speciaal
daarmee belaste commissie veel belooft,
limners men kan daarin die personen kiezen,
welke voor bedoelde taak 't best berekend
zijn, en deze zullen, als uitdrukkelijk daarmee
belast, ziel ook vuil de verantwoordelijkheid
dier taak krachtig bewust wezen.
De Commissie zou 't bovendien wenschelijk
vinden, een bekwaam en bezielend redenaar
uit te uoüdigen, het doel van liet Nut en de
wijze, waarop bot dit tracht te bereiken, te
komen bespreken in een vergadering, ook
voor niet-leden toegankelijk. Zoo'n lezing
zou misschen van tijd tot tijd eens kunnen
worden herhaald.
Een ander middel om voor de instellingen
meer geld beschikbaar te krijgen, is gelegen
in een oordeelkundiger verdeelitig der inkom
sten. De Commissie wenseht telken jare
een begrooting van inkomsten en uitgaven
te zien vastgesteld door de vergadering op
voorstel van het bestuur. De besturen der
instellingen kunnen dan tijdig hun toestand
en behoeften kenbaar maken en de vergade
ring kan beslissen, voorgelicht door het be-
stuu", hoe de beschikbare gelden liet nuttigst
kunnen worden besteed. Een groot voordeel
van zoo'n wijze van handelen zal zijn, dat
de kennis van en de belangstelling in die
instellingen er grootelijks door zullen worden
bevorderd.
Voorts is de ComnXssie van gevoelen, dat
in aanmerking genomen de behoeften en
het nut der andere instellingen een wel
wat te groot deol der inkomsten wordt be
steed aan de lezingen. Te dien opzichte is
Art. 28 van hot Huishoudelijk Reglement
een te belemmerende bepaling. Ham's inziens
zouden in plaats van minstens G, minstens 4
lezingen moeten worden voorgeschreven.
En om te voorkomen, dat daarvoor door de
vergadering oen te geringe som op de be
grooting zou kunnen worden uitgetrokken,
moet bepaald worden, dat als honorarium
minstens flOO.moet worden beschikbaar
gesteld. De vergadering houdt dan do be
voegdheid, het aantal lezingen en de daarvoor
bestemde som grooter dan die minima te
nemen.
De Commissie heeft, op grond van 't
vorenstaande, de eer U de volgende voor
stellen te doen
I. Er wordt benoemd een commissie van
werving van 4 leden, waarvan er elk jaar
een volgens rooster aftreedt.
II. Art. 28 van het Huish. Reg. wordt
gelezen: «Eiken winter worden minstens 4