A0. 1890.
Maandag 19 Mei.
N°. 7502.
Eerste Blad
"V i r - n -v© r t i gste Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
Binnenlandsche Berichten.
UITGEVER: ~T ODÉ.
G 0 U R AIT
Abonnementsprijs, per kwartaal
Franco per post, door het geheele Rijk
Afzonderlijke nommers
ƒ1.85.
- 2.50.
- 0.10.
BB HE AC: HARKT, K 1 2 41.
Advertentieprijs: van 1—10 gewone regels met
inbegrip van eene Courantl.lö.
Iedere gewone regel meer- 0.40.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Schiedam, 17 Mei 1890.
In den pas verschenen nieuwen bundel
^Historische bladen", nagelaten door dr.
Theod. Jorissen, lezen we aan het slot eener
-verhandeling over den zeeslag bij Kijkduin
(1673) het volgende»Het vaderland was
gered. Als wij het gebeurde beschouwen, dan
worden we gedrongen aan een wonder te ge-
looven. De Republiek der Vereenigde Neder
landen, verscheurd door binnenlandsche twis
ten, aangevallen door de machtigste vorsten,
vernietigd tot op twee gewestenHolland en
Zeeland, heeft zich niet alleen verdedigd
en de vijanden van het grondgebied verdre
ven, maar is machtiger dan ooit te voren uit
den strijd te voorschijn getreden. Voorwaar,
het was een wonder, maar een wonder zooals
wij er nog dikwijls kunnen zien gebeuren;
wantvergeten wijNederlanders, het vooral
niet, waar een volk eendrachtig strijdt voor
zijn behoud, daar is het onverwinnelijk.
Partijen, die van elkaar verschillen in het
beoordeelen van feiten en personen, moeten
er in een land als het onze zijnwant het
zelfde voorwerp door verschillende oogen be
schouwd, kan nimmer dezelfde gedaante heb
ben. De berg b. v. van den top gezienis
geheel anders dan van den voet of uit de wol
ken, en toch is het dezelfde berg. Partijen
moeten er zijn, zij geven wrijving en leven
jnaar bij veel verschil moeten zij iets gemeen
hebben, evenals de hoornen, onderling onein
dig verscheiden, toch alle wortelen in de aarde.
Wat de partijen gemeen moeten hebben, het
ds het vaderland, en als dat vaderland gevaar
lloopt, moeten zij bare verschillen vergeten,
.zich vereenigen en een geheel uilmaken. Het
jaar '1672 en 1673 leert ons veelindien we
maar willen leeren."
Als men, na weken en maanden genood
zaakt te zijn geweest, allerlei onverkwikkelijk
geschrijf over onze defensie te lezen, ein-
■delijk eens een kortmaar krachtig en
practisch woord te lezen krijgt, als dat van
dr. Jorissen, dan doet zulks goed, en men
zou het gansche stuk in de handen wenschen
van ieder Nederlander, opdat hij daaruit zou
kunnen leeren, dat'zijn vaderland menig bang
oogenblik doorleefd heeft, maar in zulke oogen-
blikken een veerkracht aan den dag wist te
ontwikkelen, waardoor het dreigend gevaar
kloek werd afgewend.
Dr. Jorissen herinnert de korte uitdrukking,
waardoor de toestand van de Nederlandsche
republiek bij liet uitbarsten van den oorlog
in 1672 zoo naar waarheid wordt geschetst
iDe Staten waren radeloos, de steden redeloos
•en het land reddeloos."
i)Maar", vervolgt hij, sliet kan de inborst
van ons volk doen kennen toen door het
onderwaterzetten van de toegangen tot Hol
land en het regelen der defensielijn het voort-
dringen van den vijand werd vertraagd, scheen
de verschrikte volksgeest zicli te herstellen.
Andere volken hadden den vijand niet zoo
ver laten komen, maar zouden ook, indien
zij het niet na vele krachtsinspanning hadden
kunnen verhinderen, liet hoofd hebben ge
bogen. Ons volk deed het niet. Men mag
zeggen, dat het niet deed, wat liet kon, toen
het de tijd daarvoor was, maar ook dat het
bijna meer deed dan het kon, toen de tijd
•daarvoor voorbij scheen."
En recht Hollandsch klinkt het, als de
hoogleeraar dan aldus voortgaat»Van
alle zijden begon een oorlog in het klein,
een geuzenschermutseling, waarop ons volk
zich zoo meesterlijk verstaat. Hollander en
Fries wisten zich het water en het moeras
goed ten nutte te maken. Beter bestand tegen
het gure klimaat dan de kleumsche Fransch-
man, bekend met de smalle wegen door liet
deinende gras, bespiedde de Hollander den
naderenden vijand, legde het musket aan
tusschen bies- en rietpol, waarachter de
loerende soldaat was verscholen, en plantte
het kanon als Op de golven van de over het
land gestroomde binnenwateren, om de paden
te bestrijken, langs welke de vijand moest
optrekken."
Niet waar, dat klinkt nog wel niet als een
overwinningslied, maar tocli als een lofrede
op een volk, dat wel zoo niet van den aard
der vaderen zal zijn afgeweken, om, als 't
weer noodig mocht zijn, zijn schoone landou
wen niet in ondoorwaadbare moerassen om
te zetten.
Daar spreken we nu jarenlang over de
defensie van ons land. Maar in 1G72 was er
geen tijd tot praten. De -vijand was in het
land, en toen '1073 onder gunstige omstan
digheden begon, daar de ingevallen dooi de
Franschen tot terugtrekken had genoodzaakt,
was het gevaar nog geenszins geweken.
Immers de Fransche koning wierf een leger
aan van 140,000 man voetvolk en 40,000 man
te paard Engeland hielp met eenige militie,
maar vooral met een ontzaglijke vloot, die,
met de Fransche vereenigd, vier en tachtig
schepen van linie telde.
Dcr-h de prins van Oranje wist daartegen
over een leger van 92000 man te verzame
len, en bij de versterking van het leger
verloor Zijn Hoogheid die van de vloot niet
uit het oog. Met den luitenant-admiraal De
Ruyter aan bet hoofd, en onder dezen aan
gevoerd door Cornelis Tromp, mannen
die twist hadden gehad, maar door 's prinsen
tusschcnkomst waren verzoend, kon onze
vloot den vijand weldra met ruim honderd
vaartuigen het hoofd bieden.
»Het is niet onbelangrijk te weten," zegt
dr. Jorissen, nop welke wijze men in die
dagen, toen er geen ordelinten bestonden,
de wonden onzer dapperen zocht te heelen.
Onder de publication, die de prins bij de
uitrusting der vloot uitvaardigde, was er eene:
rtot soulagement van verminkten en ge
kwetsten."
Het daarbij aangenomen tarief was:
1 Voor het verlies van beide oogen f'1500.
2', j i armen-1500.
3*. handen-1200.
4'. 9 beenen- 700.
5a. voeten - 450.
En het was deze vloot, waarmede -in het
jaar 1673 wonderen van dapperheid werden
verricht; het was deze vloot, die den 21n
Augustus in het gezicht van de vaderland-
sche kust bij Kijkduin een luisterrijke zege
op de Engelschen bevocht. »Zijt gij niet allen
in het gemeen en elk in het bijzonder, hoofd
voor hoofd, gezind om eer en eed als eerlijke
luiden tot den dood toe te betrachtenzoo
had de vraag van De Ruyter tot het zeevolk
geklonken, en een kloek en moedig sja" had
Vm tegengegalmdterwijl met de mutsen
werd gezwaaid. Van den vroegen morgen
tot zeven uur des avonds duurde deze bloe
dige slag, waarvan ons het volgende wordt
medegedeeld»De worsteling was vreeselijk.
De geheele zee stond in vuur en vlam, die,
te midden van den donkeren rook, als blik
semstralen uit een donkere lucht losbarst
ten. Ieder verging liooren en zien door de
donderslagen van zooveel duizenden kanonnen
en door den buskruitdamp, die de vloten als
in een nevel verborg. Kogels, bouten, schroot
en splinters vlogen aan alle zijden met een
ijselijk gekraak en geknars. Het bloed dampte
uit de spuigaten en kleurde het verdek. De
zee werd met lichamen bezaaid. Sommigen
moesten door de kogels, anderen door splin
ters, anderen door het vuur, anderen in het
water sterven. Het gekrijt en gejammer der
gekwetsten en stervenden vervulde de schepen
en paarde zich aan den donder van het ge
schut en het gekraak van rondhout en ge
binte." De overwinning der Nederlanders
was volkoment
Het Hollandsch duin was dien dag met
duizenden belangstellenden bedekt. In de
kerken had men den ganschen dag tot God
gebeden, en meermalen werd de donder van
het geschut hoven het kerkgezang der schare
gehoord. »Onder de aanwezigen op de duinen
werd een predikant herkend. Men drong bi
hem aan, om het woord voor allen te nemen
en daar aan het strand een bede tot God
op te zenden. Hij gaf daaraan gehoor. Aller
hoofden ontblootten zich, en de predikant,
op een der duintoppen staande, het gelaat
naar den zeekant gekeerd, droeg het be
nauwde vaderland aan den God van hemel
en aarde op. De bede verkeerde weldra in
dank, toen de tijding der overwinning aan
kwam, en De Ruyter, de redder des vader
lands, met zijn gehavende, maar toch bijna
nog voltallige vloot, Texel en de Maas bin
nenliep."
Zoo is ons verleden! Mogen de zonen der
19e eeuw er zich in verlustigen en als het
scheepsvolk van De Ruyter gezind zijn »eer
en eed als eerlijke luiden tot den dood toe
te betrachten!"
SCHIEDAM, 17 Mei 1890.
II. M. de Koningin heeft aan hel bestuur
van de vereeniging iNeerlands Werkman",
te Amsterdam, ten bate van hare ziekenkas,
welke dezen winter zoo gedimd is, f 100 toe
gezonden.
H. K. II. Prinses Wilhelmina maakte Dins
dag met eene hofdame een rijtoertje door
Deventer.
Schipper Hamerslag heeft hedenmorgen
uit de Buitenhaven alhier opgcvischt het lijk
van H. T. v. W., oud 32 jaar, smid, wonende
alhier, die sedert 11. Zondagavond werd ver
mist.
In ons bericht betreffende een valsch bank
biljet, vertoond aan het agentschap der Ned.
Bank te Doesburg (zie ons vorig no.) is ver
meld dat het biljet gemerkt was B I 1935,
hetgeen moet zijn B L '1935.
De bij de verleden week alhier gepleegde
inbraak gearresteerde Johannes Oostenburg
was sedert eenigen tijd als klokkenmaker te
Oude-Wetering gevestigd, waar hij tegeljjk
als handelaar in goud en zilver optrad. De
man schijnt ook daar, in Oude-Wetering,
een treurig aandenken te zullen achterlaten.
Ontelbaar althans zijn de berichten van
gouden en zilveren voorwerpen, ter reparatie
hem toevertrouwd, welke verdwenen schijnen,
en waaronder van den fnmilie twee gouden
horloges genoemd worden. (R. Nbl
Het voorloopig verslag der Tweede Kamer
omtrent de splitsing in kiesdistricten van de
groote steden zal in het laatst dezer maand
worden rondgedeeld.
De eindindruk van het afdeelingsonderzoek
moet aldus zijn saam te vatten, dat de ver
vanging van de meervoudige door enkel
voudige districten steun vond bij eene meer
derheid, doch dat de minderheid zich plaatste
op het standpunt, dat verandering van de
districten, zonder gelijktijdige wijziging of
definitieve regeling van het voorloopige kies
recht, in strijd is met de grondwet.
In het Staatsblad no. 81 is opgenomen
de wet van 9 Mei jl., houdende verbodsbe
palingen tegen het dragen van wapenen.
De Haagsche Kamer van koophandel heeft
het initiatief genomen tot eene uitbieiding
van den werkkring der Kamers van koop^