Biimonlandsche Berichten. de regeering nit door alle mogelijke middelen de geschillen tussehen de natiën langs den weg van scheidsrechterlijke uitspraak te ver effenen en het beginsel van het aannemen van de scheidsrechterlijke uitspraak in bijzon- derf tractaten te doen opnemen." De minister-president Crispi antwoordde, dat dit voorstel op zichzelf te zeer zijne sympathie heeft orn het niet aan te nemen. Hij stelde mitsdien voor om het in behande ling te nemen, nadat de meest dringende wetten afgehandeld zullen z'yn. Hiermede heelt de Kamer zich vereenigd. Volgens het rapport van den afgevaardigde Cadoliné over den toestand der schatkist, is de staatsschuld sedert vyf jaren toegenomen met 1785 millioen frs. S P A S J E. Dépêches uit Valencia melden, dat de cholera aan het afnemen is op het platteland. Te Valencia zelf heeft zich geen enkel geval der ziekte voorgedaan. Ook de toestand te Malaga is verbeterd. PORTUGAL. In de Kamer heeft de minister van marine het bericht over het verbranden der Portu- geesche vlag door de inboorlingen van bet Shiré-gebied bevestigd, en medegedeeld, dat de gouverneur van Mozambique met den Brit- sehen consul Johnston in overleg is getreden omtrent maatregelen tot handhaving der orde. Ter verzekering van het Portugeeseh gcv.ag zjjn de Portugeesche strijdkrachten nabij de Sbire, ten zuiden van de monding der Ruo samengetrokken, maar zij zullen die rivier niet overtrekken, teneinde de onderhande lingen mot Engeland niet te schaden. De minister van buitenlandsche zaken vei klaarde, dat hij aan Engeland opheldering heeft ge vraagd ten aanzien van het verbranden der Portugeesche vlag. Omtrent de vrije vaart op de Zambesi kon hij aan de Kamer nog niets mededeelen, daar de onderhandelingen te dier zake nog niet zijn afgeloopen. Ten gevolge der epidemie in Spanje zijn nan do landgrenzen maatregelen van surveil lance genomen. TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Zitting van 49 Juni. De heer Rooseboom interpelleerde over de quuestie van het bombardement van l)en Haag. Hij betoogde tegenover den heer Tindal, dat liet bombardement eener open stad in strijd is met liet volkenrecht en dat do beschieting van Den Haag niet zou leiden tot zulke ver schrikkelijke gevolgen voor onze defensie; wenselielijk ware het de geschutgieterij te verplaatsenhij vroeg aan de regeering of ook zjj meeude, dat het bombardement in strijd zou zijn met het volkenrecht en of dit even tueel zulke gevolgen zou hebben voor onze defensie, dat verplaatsing van den zetel van liet bestuur in vredestijd noodzakelijk was. De minister van oorlog verklaarde namens de regeering het in algemeenen zin eens te zijn, dat het bombardement van Den Haag in ofrjjd is met het volkenrecht en dat de even- tueele gevolgen van een bombardement voor de defensie niet zoodanig zouden zijn, dat verplaatsing van den bestuurszetel in vredes tijd noodzakelijk zou worden. Zij zou er nooit toe kunnen leiden dat van onze verdediging moet worden afgezien. De lieer Scbimmelpennink van der Oye was het eens met de regeering. De heer Domela Nieuwenhuis bestreed die jneening, verdedigde den beer Tindal en kon digde eene nieuwe interpellatie aan in ruimen zin over de verdedigbaarheid des lands, naar aanleiding van Tindals adres. Hij verklaarde de regeering te willen interpelleeren over de concentratie en mobilisatie van troepen in tijd van oorlog. Een langdurig debat ontstond over de toe laatbaarheid dezer interpellatie, welke door de hoeren Seyflardt, Rooseboom en Van Vlijmen sterk werd bestreden, als veel te onbegrensd en niet vatbaar voor publieke bespreking. Met 39 tegen 29 stemmen weigerde de Kamer de interpellatie toe te laten. De heeren Lieftinek, Goeman Borgesius en Domela Nieuwenhuis bleven verzekeren, dat de inlichtingen der regeering en van den heer Rooseboom hen niet hadden gerustgesteld. De minister van oorlog herhaalde zeer veel te hechten aan de bepaling van het volken recht, die de beschieting eener open stad verbiedt, doch dat in eik geval een bombar dement voor Den Ilaag niet zulke Verschrik kelijke gevolgen zou hebben. De interpellatie is afgeloopen. Morgen is het ontwerp rakende het militair onderwijs aan de orde. Militair onder wij s. De heeren Rooseboom, SeyfTardt en Zaaijer ■hebben amendementen voorgesteld, strek kende 1o. om de cadettenschool niet op te rich ten alvorens blijkt, dat de geregelde aanvul ling van de aan de Kon. M. A. opengestelde plaatsen niet voldoende kan plaats hebben: 2o. om in de wet te bepalen, dat liet onderwijs in de vakken a tot en met o zich uitstrekt tot den omvang, die aan het einde van de 5o kl. eener R. II. B. S. met 5-j. cursus wordt bereikt; dat het toelatings examen aan de cadettenschool dus wordt ge regeld, dut het in overeenstemming is met de kennis van jongelieden, die het onderwijs in de eerste drie klassen eener R. H. B. S. met 5-j. cursus met vrucht hebben gevolgd, en het loelatings-examen aan de academie dus wordt geregeld, dat het in overeenstem ming is met de kennis van jongelieden, die het onderwjjs eener R. H. B. S. met 5-j. cursus tot het einde toe met vrucht hebben gevolgd 3o. om een nieuw art. 285»s op te nemen, luidende »Indien de opengestelde plaatsen voor hpj, wapen der infanterie en voor dat der cavale rie niet alle worden vervuld door de leerlin gen der cadettenschool en de jongelieden, bedoeld sub II van art. 24, dan wordt daar over beschikt ten behoeve van Nederlanders en zoons van Europeesohe of daarmede gef lykgestelde ingezetenen der koloniën of be zittingen van het rijk in andere werelddeelen; onverschillig of zij al dan niet aan het toe- latings-exarnen hebben deelgenomen, mits zij a. voldoen aan de eisclien, betrekkelijk den leeftijd gesteld in art. 24 II a b. bij geneeskundig onderzoek geschikt zijn bevonden c. in het jaar van toelating of in het daar aan onmiddellijk voorafgaande in het bezit zijn gekomen van het getuigschrift voor het goed afgelegde eind-examen eener hoogero burgerschool met vijfjarigen cursus, bedoeld bij art. 55 der wet op het middelbaar onder wijs van 2 Mei 1863 (Stél, No. 50). «Overtreft het aantal adspiranten van deze categorie het aantal onvervuld gebleven plaatseu voor het wapen der infanterie en dat der cavalerie, dan bepaalt de bij art. 45 dezer- wet genoemde raad van bijstaud, na raadpleging der cijfers bij het in het vorig lid bedoelde getuigschrift verkregen, de volg orde, waarin deze adspiranten worden toe gelaten. «Het aantal en de verdeeling der in het artikel bedoelde onvervulde plaatsen worden in de St.-Ct. bekendgemaakt, niet opgave van de voorwaarden, waaraan de adspiranten voor deze plaatsen moeten voldoen." SCHIEDAM, 20 Juni 1800. Voor de te Apeldoorn te houden planten enbloemententoonstelling heeft II. M. de. Koningin een gouden medaille beschikbaar gesteld. Prins Albert van Pruisen, de regent van Brunswijk, vertoefde sedert eenigen tijd op het slot Camenz in Silezië, de buitenplaats zijner moeder, prinses Marianne der Neder landen, vanwaar de prins nu, om een kuur te ondergaan, zich naar Baden, bij Weenen, zal begeven. Blijkens een telegram van den gouver neur-generaal van Nedeiiandsch Indië van 47 Juni jl. wordt de gouvernements-koffie- oogst op Java voor dit jaar thans geraamd op 171,810 pikols. De rekening der provincie Zuid-Holland over 1888 bedroeg in ontvangst f'402,221.96ys, -in uitgaaf f310,587.46'/s, zoodat het dienstjaar een voordeelig slot oplevert van f91,634.50. De begrooting der provincie Zuid-Holland voor zooveel het rijksbestuur is, voor 1891, is geraamd op f96,741. Opnieuw is daarbij gerekend op verhooging. van de jaarwedden en presentiegelden voor leden van Ged. Sta ten, griffier en ambtenaren en bedienden ter provinciale griffie, overeenkomstig vroeger genomen beslissingen der Prov. Staten. De rijkscommissie voor de examens ter verkrijging van een diploma als stuurman aan boord van koopvaardijschepen zal, aan vangende 8 Juli, te halftien, zitting houden te Rotterdam. Om tot een van die examens toegelaten te worden, zal de candidaat, onder overleg ging van een geboorte-akte en met opgave van woonplaats, de aanvraag hiertoe vóór 1 Juli schriftelijk en portvrij hij den voorzitter der commissie, den heer J. II. P. E. Knip- horst, te 's-GraveDhage, moeten inzenden, waaruit dan tevens moet blijken voor welke vaart, groote of kleine, voor welk diploma, zeil of stoom, en voor welken rang hij ver langt geëxamineerd te worden. Mocht de candidaat liet examen volgens een der pro gramma's B of nog in dezelfde zitting een aanvullingsexamen wenschen af te leggen, zal hij ook dit xnoeten vermelden. Voor verdere by zonderheden zie de St.- Ot. gio. 139. Door de heeren F, A. Lindeman en mr. H. L. van Bloemen Waanders, beiden te Breda, is aan de verzameling van Oostersche handschriften bij de rijks-universiteit to Leiden ten geschenke aangeboden eene belangrijke collectie van Kawi-Javaansche handschriften op lontar (palmblad) of zoogenaamd Kropak's, bestaande uit 16 stuks, waaronder 4 bevat tende eenige boeken uit het Mahabharata, 1 Brahma puriina, 1 Darma vopa pati (wet boek) en 1 Kidoeng Djah Tantri. Den schenkers is daarvoor de dank der regeering betuigd. {Stct.) Nederland is vertegenwoordigd op de in ternationale bijeenkomst betreffende de spoor- weggidsen, jl. Dinsdag te Stuttgart vergaderd. Zondag a. s., des voormiddags ten 10 ure, heeft op het exercitieveld alhier een cricket- wedstrijd plaats tussehen de clubs sConcordia" van Delft en «Victoria" van Rotterdam. Op eene vraag aan de redactie der Gemeente- etem, of de burgemeester kan weigeren eene akte van onvermogen af te geven aan iemand, die een jaarlij ksch inkomen geniet van f 400 en in de noodzakelijkheid verkeert om te pro- cedeeren, antwoordt deze: «Volgens missive van den minister van binnenl. zaken van 19 November '1844 mag de burgemeester de af gifte van het certificaat niet weigeren, al meent hij ook, dat de betrokken persoon niet onvermogend is. Hij toch heeft slechts te be- oordeelen de geloofwaardigheid der personen, die volgens art. 858 wetb. van burg. rechtsv. het onvermogen van den verzoeker verklaren, en heeft dus, bij twijfel, alleen de bevoegd heid om het getuigenis van anderen te vor deren. Bovendien is het feit, dat de-betrokken per soon een inkomen van ruim f400 geniet, op- zich zelf nog geen bewijs,'dat hijiniet onver mogend is om proceskosten te dh'tgen. Blijft echter de burgemeester weigeren, dan geeft de wet tegen die weigering geen hooger beroep, maar kan de verzoeker over deze on juiste wetstoepassing bij den minister klagen, die dan wellicht den burgemeester tot andere gedachten zou brengen." In de koninkl. rijtuig-fabriek van de firma Beynos, to Haarlem, wordt een salon wagen vervaardigd voor den gouverneur-generaal in Ned. Indië. De wagen moet voor 1 November a. s. gereed zijn, en de kosten worden ge raamd op f20.000. Indertijd w melding gemaakt van de om vangrijke plannen, welke door burg. en wetli. van Rotterdam bij den gemeenteraad' zijn ingediend tot verbetering van het wes telijk deel der polderstad en binnenwateren. Thans is ook het oostelijk deel ter hand genomen. De daartoe noodige werken zullen- voornamelijk bestaan in de uitbreiding van1 het oostelijk stoomgemaal en den aanleg van een verzamelriool. Het laatstgenoemde werk zal echter geheel gereed moeten zijn alvorens met de verplaatsing en uitbreiding van het stoomgemaal een begin zal kunnen gemaakt worden. De kosten van het maken van een' verzamelriool en eenige bijkomende werken- worden geraamd op f 250,000. De iLouisa-stiehting", te 's-Gravenhage, inrichting tot opvoeding van nagelaten kinde ren van vrijmetselaren, heeft weder haar jaarverslag aan geïnteresseerden gezonden. Daaruit blijkt, dat de stichting op 31 Decem ber 1889 30 inwonende pleegkinderen telde, nl, 16 jongens en 14 meisjes, terwijl 3 jon gens buiten het gesticht werden opgeleid: 1 voor het onderwijs, 1 voor den militairen stand en 1 voor de stoomvaart. Het totaal der inkomsten beliep voor 1889 f 20,937.59, waaronder f6285 aan bijdragen in giften, f7447.18 aan schenkingen en legaten, welke- laatste som is gevoegd by het vaste kapitaal der instelling tot sterking van het rentegevenff kapitaal. De uitgaven beliepen f'13,8il.26Vi, zonder de f8701,17Vs te rekenen, welke dien den tot kapitaalbelegging. De Nederlandsche vereeniging tot bevorde ring van Zondagsrust zal hare 9e algemeene vergadering houden op Dinsdag 8 Juli, in het gebouw der tentoonstelling tot bevordering" van veiligheid en gezondheid in fabrieken en* werkplaatsen te Amsterdam. Tot de punten ter behandeling belmoren Eene bespreking der vraag (ingeleid namens liet hoofdbestuur): Heeft de vereeniging eena taak te vervullen ten aanzien van den doge- lijkschen arbeidsduur van jeugdige en vol was sen werklieden? en zoo ja, welke? Een voorstel van de afdeeling 's-HageDs algemeene vergadering besluite, dat onze ver eeniging zich zal doen vertegenwoordigen op liet internationaal congres, dat tijdens en in verband met de tentoonstelling tot bevorde ring van veiligheid en gezondheid in fabrieken- en werkplaatsen te Amsterdam zal gehouden worden, en wel door drie afgevaardigden, waarvan twee medici. Een voorstel van de afdeeling Rotterdam De algemeene vergadering verzoekt het hoofd bestuur zijne aandacht wel te willen vrijden aan den Zondagsarbeid vana. Geëmployeer den aan bierbrouwerijen. I. Gezellen, werk zaam in en voor confectiemagazijnen. Verkiezing van drie hoofdbestuursleden, twee zitting hebbende tot 1 Januari 1896, ter vervulling van de gewone vacature, ont-- staan door periodieke aftreding van den heer prof. dr. M. A. Gooszen en van de buiten gewone vacature, ontstaan door het overlijden van den lieer dr. J. C. Burkens, die 31 December 1890 moest aftreden, en een- S*«—i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 2