it een Dagboek. N°. 7527. Tweede Blad e u 11 e t o n. A". 1890. Maandag 23 Juni. i e r - n - ve e r tg* s t e Jaargang. uitgëv^r7~x odé. Buitcnlandsclie Berichten. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. URM CDU Abonnementsprijs, per kwartaal franco per postdoor het geheels Rijk Afzonderlijke nommers f 1.85. - 2.50. - 0.10. B 1115 A U j DlJtKRI, E 12 4. Advertentieprijs: van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courant1.1(5. Iedere gewone rege! meer. - 0,10, Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. ENGELAND. Stanley is opgetogen over het Engelsch- Duitsche tractaat betreflende Oost-Afrika. Ilij heeft op zijn reis van Edinburgh naar New castle aan liet station te Berwick een toespraak gehouden, waarin hij o. m. zeide»Nu dooi de wijsheid van lord Salisbury Engeland 500,000 Eng. mijlen aan zijn gebied heeft toegevoegd, moet men een loflied zingen ter eere van den eersten minister. Het is nu moge- Jyk den schoonen droom te verwezenlijken van hen, die belang stellen in het onderzoeken en beschaven van Afrika, niet alleen in liet door Engeland verworven gebied, maar in het millioen vierkante mijlen van de Kaap tot Cairo. God heeft aan lord Salisbury wijsheid en beleid verleend om tot die grootsche uit komst te geraken. Moge hij lang en voorspoe dig leven en moge Engeland steeds zulke wijze eerste ministers bezitten." De Daily Chronicle valt Stanley daarover hevig aan, uiteenzettende dat liet oordeel van dezen vreemdeling over Engelands politiek geen waarde heeft. De Chronicle schrijft de frontverandering van Stanley uitsluitend daaraan toe, dat zijne ijdelheid gestreeld is, omdat Salisbury twee bergen, welke Stanley beweert ontdekt te hebben, niet aan Duitsch- land heeft afgestaan. Stanley zeide o. a. dat Pemba alleen, ongerekend Zanzibar, Helgoland ■tienvoudig waard is In het Lagerhuis is mededeeling ontvangen, dat Ed. Bradford benoemd is tot hoofd der politie te Londen. De minister Fergusson heeft aangaande de onderhandelingen over afstand van Helgoland gezegd, dat in het stadium waarin de zaak thans verkeert, het niet voegzaam zou zijn, reeds nu de stukken over die zaak openbaar te maken. De beer Smith deelde mede, dat het gou vernement eene motie zal voorstellen, om te doen beslissen of liet reglement niet zon toe laten, in eene volgende zitting de discussiën ten einde te brengen over wetsontwerpen, die in de voorafgegane zitting bij tweede lezing waren aangenomen. Het gastmaal, door de »Northbrook Indian Club" aan lord Reay (baron Mackay) 2 Juli te Londen aan te bieden, zal door den hertog van Connaught en door den hertog van Clarence en Avondale, oudsten zoon van den prins van Wales, worden bijgewoond. Lord Reay presideerde Woensdag de jaar vergadering van de sNational Indian Associ ation", waar besloten werd een fonds te vormen ten bate van de ontwikkeling der Indische vrouwen. F R A N K R IJ K. De minister van marine gaf, zonder vooraf gaande kennisgeving, bevel te Cherbourg, Brest, Lorient en Rocbefort tot het wapenen van 4 pantserschepen en 7 torpedobooten binnen 10 dagen tijds, teneinde zich den ln Juli te vervoegen bij het Middellandsche-Zee- eskader en de gepantserde noordelijke divisie ter recde van Brest. Deze maritieme divisie zal aldus op voet van oorlog gebracht worden en den 5 Juli onder zeil gaan tot het uit voeren van manoeuvres in open zee. De rechter van instructie, de heer Athalin, heeft Donderdagnamiddag de Russische revo- lutionnairen in verhoor genomen. Het sluiten der instructie is nog enkele dagen vertraagd, doordien cenige der beklaagden zekeren L., wonende in de avenue Friedland, hebben be schuldigd bij hen de rol van agent provocateur te hebben gespeeld. De heer Athalin is nog niet juist op de hoogte van het ware karakter van dien per soon, die zicli overigens uit de voeten heeft gemaakt. Met het uog op de vertraging door dit incident, heeft de heer Athnlin gisteravond den Rus Berditchewsky, tegen wien geene ernstige beschuldigingen zijn in te brengen, voorloopig op vrije voeten doen stellen. Baron Stajuba heeft gisteren zijne geloofs brieven ingediend als vertegenwoordiger van Brazilië bij de Fransche republiek. De internationale telegraphisohe conferentie, wier zittingen, naar men dacht, reeds geëin digd zouden zijn, zal nog twee of drie zit tingen houden, zoodat zij eerst in de volgende week uiteen zal gaan. Intusschen heeft zij reeds nu bepaald, dat de eerstvolgende con ferentie in '1895 te Pest zal worden gehouden. D U I T S C II L A N D. De bij den Bondsraad ingediende derde aan- vullings-begrooting vraagt 73,000,000 mark, waarvan 42 millioen voor militaire doeleinden, nl. 15 millioen voor uitbreiding der artillerie, '10 millioen voor nieuwe geweren, '12 millioen voor oefeningen der reserve en 5 millioen voor garnizoens-gebouwen in Elzas-Lotlmringen,en bovendien '10'/, millioen voor den bouw van strategische spoorwegen. Bij de bezichtiging der werkplaatsen van Krupp, te Essen a./d. Ruhr op gisteren, ont ving de keizer eene hem op zijn verzoek voor gestelde deputatie van 700 werklieden. Z. M. beantwoordde hunne toejuichingen met da verzekering dat de tot welzijn der arbeider^ ingeslagen weg verder zal worden be wan del dj en besloot met een shoch f* op delirma Krupp. De toestand van den erfprins van Meinin- gen, die er bij was fjen de keizer laatst dat ongeluk met zijn rijtuig had hij viel er mee om en er onder, nadat Z. M. van den bok was gesprongen moet tamelijk ongunstig wezen, en de prins zal zich aan eene afzon derlijke genezingskuur moeten onderwerpen. OOSTENRIJK. De Oostenrjjksche delegatie heeft het ge wone en het buitengewone budget voor het leger goedgekeurd. In de Ilongaarsehe delegatie verklaarde Szapaiy, naar aanleiding der door de regee ring gemaakte tegenwerpingen, dat hij afzag van zijn voornemen om Bosnische troepen in Hongarije op te nemen. De commissie uit de Ilongaarsehe delegatie keurde dekredieten goed betreflende de be zetting van Bosnië en de Herzegowina. ITALIË. De Senaat heeft de begrooting voor bui- tenlandsche zaken goedgekeurd. De heerCrispi verklaarde, dat niemand meer dan bet Parle ment den vrede wenscht te zien handhaven, maar dat menzichtoch omtrentdenalgemeenen toestand geene illusion moet maken, daar de gebeurtenissen dagelijks bewijzen opleveren, dat de vrede op een gegeven oogenblik kan worden gestoord. Dit vermindert echter in niets onzen plicht om alle mogelijke middelen tot handhaving des vredes aan te wenden. De burgemeesters uit de Romngnn hebben aan de regeering een memorandum nanzebo- Ton Tlissiiigeii naar Pretoria, de hoofdplaats van de Zuidafrikaansclio Republiek (TrnnsTOftl). 15. Om èen uur mnken wij ons weer tot optrekken gereed, en in den nacht vóór Dinsdag den 14den •Januari zit ik weer op den buk naast Mr. Bam, terwijl de vrienden slapen, te genieten van de .prachtige natuurtafereelon en van de leerzame ge- eprekken met onzen eorbicdwaardigen transporter. 6 halfzes houden wij halt in eene-schoone streek, Veeriienstroom gehceten, op een kwartier afuands van het dorp Warrington. Zooiils de naam aanduidt, vindt men hier 14 stroamen, die gezamenlijk de Ynalrivior vormen. konnon de meeste dezer, gescheiden als ze zijn door kleine hoschpartijen, duidelijk onder schei len. Zij worstelen zich door de massa rots- Hakken, die hunne bedding bodekkon en zolfshior en daar ihoven het water uitsteken, heen en vormen elk een landschappelijk tafereel, hot pen seel van een schilder waardig. Wij koopen hier melk, en 50 eieren, tegen 5 cents het stuk, zetten koffie, en ontbijten recht smakelijk. Nu naar de Vaalrivier! Raar beide oevers zijn op verschillende plaatsen verbonden door dammen, bestaande uit groote rotsblokken, die door het water dwars in de rivier zijn opgestapeld en bij lagen waterstand, zooals nu, eene natuurlijke verbinding tusschen de oevers vormen. Slap pende en springende konden wij over een dezor dammen met weinig moeite den overkant dor rivier bereiken. Wij maken in de Vaalrivier ons toilet, waarbij de rivier als lampetkom on een groot rotsblok als zeepbakje dienst doen, en koeren nu verkwikt en verfrisc'nt naar onzen wagen terug. Onderweg wordt onze aandacht getrokken door eon klein diertje, do Mestkever, Gootrupes Typhoeus genaamdwaarvan liet mannetje drio horens op zijn borstschild draagt. Dit diertje verzamelt kluitjes mest om die tot be waarplaatsen voor zijn eitjes in te richten, liet gaat daartoe op do voorpootjes staan, met den kop omlaag, het achterlijf in de hoogte, en loopt nu met tamelijke snelheid achteruit, met de achterpootjes een kluitje mest voortrollende. Rolt hot kluitje hij ongeluk in een kuil of wagenspoor, dan zoekt de kever zoo lang, tol hij het gevonden heeft on zet zijne reis weer voort. Met bewon dering sloegen wij dit diertje geruimen tijd aan dachtig gade. Later ontmoetten wij er wel hon- deiden op onzen weg. Te negen uren gaan wij weer verder en be reiken to elf uren het Transvaalsche grondge bied. Even over de grens begroeten wij voorde derde maal de Vaalrivier, die in dit gedeelte van Zuid-Afrika een zeer kronkelenden loop hoeft. Mevrouw De Parrer, haar dochter, Van Rooven en ik zetten ons nu ieder cp een grooten klip steen aan liet werk om ons goed te wasschen. Wij spoelen en jdassen, of wij Hollandscho blee- korsmeiden en knechts zijn. Toen ons goed schoon was, was hot droog ook wat voorde brandende Afrikaansche zon maar een kleinig heid is. Tot zonsondergang rijden wij weer door en, zoonls gewoonlijk op den dag, loojten eentgen onzer al piatemle naast den wagon. Plotseling staan wij met ons drieën stil vont1 een gevaar lijke Pof- of Zandadder, die ineengerold op den weg ligt. Zoodra zij ons bemerkt, licht zij zich op en spert den muil open, waardoor haar pijlvormige tong zichtbaar wordt. Wij heffen onze stokken op en, geholpen door Mr. Bam, die inmiddels komt toeschieten, regent het weldra zooveel slagen op het taaie dier, tot het dood voor ons ligt. Mr. Bam vertelde ons, dat liet een gevaarlijk ilior was, welks giftige beet, zonder oogenblikkelijke ge neeskundige liutp, doodeiijk is. Hij waarschuwde ons, in het vervolg goed toe te zien on zoo'n dier vooial niet te dicht te naderen, daar het vlugger in zijno bewegingen is, dan wij wel dachten. Het bleek ons, dat dit dier wel 00 centi meter lang was. Te lialfacht uren weer halt. Wij vragen Mr. Bam, waar wij water kunnen lullen, en hij verwijst ons naar de Vaalrivier, np een Inilf uur afstands, in de lichting van eenige hoornen, die hij ons aanduidt. Mot ons vijven, wam bij de dochter van den heor De Parrer, tijgen wij op weg, doch na een hall uur loopi-ns zijn wij er nog niet en inmiddels valt de duisternis in, waar-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 5