(U.
Gemengde Berichten.
NAAIMACHINES.
kippen werd de krop echter stijf opgevuld
met maïskorrels bevonden. Dit feit is meer
malen waargenomen bij kippen, die plotseling
dood bleven.
Het oordeel van den onderzoeker is, dat
de dieren te veel maïs op eenmaal hebben
gegeten, en dat deze, in den krop gezwollen,
de ademhaling door de daarnaast liggende
luchtpijp heeft belet.
Als een bijzonder en zeldzaam voorkomend
geval van tamheid en africhting van een
anders vrij schuwen cn wilden vogel, kan
worden medegedeeld, dat men in de genie
kazerne op Dainlnst te Utrecht in 't bezit is
van ecu kraai of kouw, die zich, in 't volle
bezit van lis re vleugels, geheel vrij in de
natuur beweegt, doch gedurende den nacht
bare slaapplaats steeds kiest in de onderoffi-
cierseantine, meestul op de leuning van een
der stoelen, terwijl zij zich ook gedurende
den dug dikwijls daar ophoudt en door hare
slimme en soms ondeugende streken herhaal
delijk stof tot lachen geeft. Iu de vrije natuur
vliegt zij rond, nochtans steeds in de nabijheid
der kazerne blijvende, hoewel zij ook met
hare natuurgenooten dikwerf boven in dein
de nabijheid staande boomen of op huizen
zit, terwijl men dan slechts in de handen
behoeft te klappen, wil men haar iu de can-
tiua of in de onmiddellijke nabijheid daarvan
hebben. Ook vliegt zij menigmaal met een
vlucht andere van die vogels een eind hoog
in de lucht mede, doch keert dan telkens,
wanneer die naar 's schijnt naar haar
zin te ver zich verwijderen, weder naar de
kazerne terug. Met verbazing zien velen haar,
als zij in de Kroezelaan zit, en men te doen
denkt te hebben met een vogel, die niet of
niet goed vliegen kan en men haar denkt
te grijpen, plotseling opvliegen en snel een
andere plaats kiezen, dikwijls op het hoofd
of de schouders van een in den tuin aanwe
zigen onderofficier of geniesoldaat, of binnen
de openstaande cantine-
Men heeft veel behagen in dezen vogel;
zij wordt dan ook door allen vriendelijk be
handeld en met weldaden overladen, wat
haar een goed kosthuis doet hebben.
Ken viertal Russische officieren uit Sveaborg
onder welke een generaal-majoorzijn tot
ballingschap in Siberië veroordeold wegens ver
duistering en diefstal van staatsgelden en
eigendommen. Men vreest, dat nog een aantal
andere officieren in deze zaak betrokken zijn.
Blijken:; aankondiging van mevrouw Cosima
Wagner en de directie der opera te Bayreuth
zullen daar in bet volgend seizoen van Wagner's
opera'sParsifal, Tannhduser on Tristan und
Isolde opgevoerd worden.
gen en daarom van het bestaan dier plaats een
diep geheim gemaakt.
Niet alleen unn zijn huis, ook aan zijn persoon
had do oude bewoner stormschade gehad. Hij
was namelijk door een neervallenden steen aan
liet hoofd getroffen, terwijl bij weer boven in bet
dak aan den gang was. Vrij erg gewond en be
wusteloos was hij door zijn bediende naar het
ziekenhuis vervoerd, daar het oude Kloosterliuis
geen veilig verblijf meer aanbood.
Door het stadsbestuur werd last gegeven tot,
afbraak van bet bouwvallige buis en daarmede
reeds den volgenden dag aangevangen.
In het rustuur kon een der timmerlieden niet
nalaten een onderzoek in te stellen naar 't geen
de donkere ruimte tussclien beide nevenstaande
gebouwen wel mocht bevatten. Met behulp zijner
kameraden daalde hij er in af. Allen waren vol
nieuwsgierigheid naar de geheimen, die hier ver
scholen konden zijn. Kerst bleef bet stil daar be
neden toen klonk een doffe kreet. Na eenige bange
oogenblikken kwam de onderzoeker weer boven,
maar zoo wit als een laken. Hij moest eenigen
tijd hebben om te bekomen, eer hij spreken kon.
Bij het oversteken van den spoorweg is te
Lambusart (Henegouwen) een jonkman met den
huk van zijn iaars beklemd geraakt in een der
rails, juist toen' een trein in aantocht was. liij
kon zich, ondanks alle moeite, niet losrukken en
ook niet spoedig genoeg de laars uittrekken.
Zijn vader, die hem vergezelde, kon niets tot
zijn redding doen. Hij liep, krankzinnig van wan
hoop, weg en eon oogenblik. later was de onge
lukkige jonkman verpletterd.
Het feest ter golegenheid van den honderdsten
verjaardag der geboorte van Itückert, dat den 16-
den Mc 1888 te Schweinfurt, 's dichters ge
boortestad gevierd zou worden, maar uitgesteld
werd, zal nu in October a.s. gevierd worden. Bij
de onthulling van het standbeeld van Rtickert zal
de welbekendo schrijver Felix Dahn een vers voor
dragen, dat door hem voor dfze gelegenheid is
gedicht.
Het eeuwfeest van Lamartine's geboorte wordt
van 18 tot 21 Oct. te MAcon gevierd.
Te Breslau is Dinsdag de steiger ingestort
van het stadhuis, dat hersteld zou worden. Een
aantal werklieden werden gedood en bovendien
werden nog eenige personen zoo ernstig gekwetst,
dat men aan bet behoud van hun loven wan
hoopt. Reeds zeven lijken zijn door de brandweer
vun onder bet puin te voorschijn gebracht.
Bij een grooten brand te Jliawalha (Kansas),
welko drie wijken van die stad in de asch
legdo, zijn in do kolders dor groote bank (welke
ook tot do vernielde gebouwen behoort) vijftig
duizend dollars gesmolten. Ook verbrandde er een
aanzienlijk bedrag aan geldswaardig papier.
Een berichtgever dor Ni'w- York Hcrtild te
Londen heeft aan boord van de stoomboot G/en-
tsinn den vurigen gezant van Siam te Tarijs
aangetroffen als helper van den kok an matroos
werkende voor zijn overtocht naar Singapore.
Be ongelukkige had alles mot bet spel verloren
en was zonder een rooden cent te Londen ge
komen. Hij had in geen 21 uren gegoten. «Als
de snensch lacht", zeide hij met een zijner
vaderlandsche spreekwoorden, «lacht ioder met
Iiem mee; maar als hij weent, laat men Item
alleen weenen."
De boeken der bibliotheek van Napoleon III,
welke gered werden bij den brand der Tuilericën
waarvan zij nog de sporen dragen, zijn dezer
dagen te Parijs in het openbaar vet kocht. Waar
die boeken na de dagen der commune geweest
zijn en hoe zij nu op eens voer den dog kwamen,
wordt niet bericht. De meeste vertoonen op don
voortitel den stempelBibliotheek van den
Burger Napoleon Bonaparte"; een bewijs, dat
Napoleon ze verzamelde vóór zijn t oonsbektim-
ming.
Een beeld des tljdg.
Da rechter van het kantonhield zitting.
De zaak van een lango rij beschuldigden was
afgehandeld. Het liep op een einde. Er werd eone
vrouw voorgebracht.
«Toen ik beneden gekomen was," zeide hij nu,
«stond ik op stecncn en gruis. Ik stond even stil
om aan de duisternis te gewennen. Toen trad ik
vooruit en stiet met den voet tegen iets, dat als
metaal klonk. Ik nam het op en voelde, dat het
eon degen was. Ha, dacht ik, nu vind ik nog wel
meer. Daar roMe iets voor mij uit. ik bukte weder
en greep ik ril er nog van een doodshoofd.
Ik liet van schrik den degen vallen en liep naar
het touw om zoo spoedig mogelijk naar boven te
komen."
Het bericht van die verschrikkelijke vondst liep
als een vuurtje door de stad. Het bestuur deed
nu onder toezicht van den stadsbouwmeester een
gat in den zijmuur breken en de burgemeester
en de p-ditie-commissaris gingen met fakkels de
enge ruimte binnen. Tot op het midden ongeveer
doorgedrongen, deed zich «en vreeselijk schouw
spel voor. In do lengte uitgestrekt, lag daar oen
geraamte, nog bedekt met een bijna vergane,
bonte uniform. Niet ver van het skelet lag een
degen en in de beenderen der rechterhand staken
nog da overblijfselen van een rozenbouquet.
Een nader onderzoek kon bier niet plaats
Zij scheen ongeveer 39 jaar oud. llarokleede
ren waren eenvoudig, maar droegen 't spoor van
zeer zorgvuldig onderhoud; haar aangezicht was
bleek en uitgeteerd. Honger sprak uit alle trekken.
Met moeilijken, sleependen tred kwam zij binnen,
een klein kind op de armen, dat door zijn van
algeheele bloedeloosheid getuigende bleekheid als
in doodslaap verzonken scheen en tegen haren
schouder rustte. Smeekend zag zij den rechter aan,
hare oogen tevens op de bank der aangeklaagden
richtende.
«Ga zitten", zeide deze. Zij deed het mot een
blik van groote dankbaarheid in de fletse, moede
oogen,
«Zijt gij vrouw.
«Ja, mijnheer de rechter."
«Gij wordt beschuldigd van li. Woensdag in het
«café te zijn gegaan en den heerom
veen aalmoes gevraagd te hebben. Wat hebt ge
«daaromtrent te zeggen
«Ik kende den heer niet."
«Gij erkent dus gebedeld te hebben?"
»Ja."
«Hebt ge iets te uwer verontschuldiging aan
«te voeren?"
De vrouw sloeg bare oogen even op, een paar
dikke tranen rolden over do wangen, zij liet het
hoofd vooroverzinken en zuchtte; «het helpt
«toch niot".
«Vrouw, verlies den moed niet", hervatte do
rechter, vriendelijk<t dan hij gewoon was, «deel
«ons moe, wat u de wet deed overtredenhet
«kan u misschien tot groot nut zijn."
Zender op te zien hervatte ze daarop «Mijn
«man verliet mij voor een halfjaar, en ik moest
«voor twee kinderen zorgen. Mijn oudste is go-
«storven van den honger, en dat, hetwelk
«ik hier nog over heb, zal ook niet lang meer
«behoeven to lijdon. "Weken lang zocht ik tevor-
«geefs naar werk. Eerlijk en braaf wilde ik blijven:
«daurom kon ik niet anders dan vun den honger
«sterven, 't Was voor mij niet erg geweest
«de hongerdood moet, naar ik moon, den ver-
«zwakkende mauscti zacht overvallen maar
«mijn arm kind ik wilde en moest wetk
«hebben. Eindelijk vond ik het in een atelier voor
«bet maken van damesklcodingstukken. Ik moest
«dag aan dag werken van 6 uur 'a morgens tot
«des nachts 12, 1, 2 uur."
«En wat verdiendet gij toen?"
«Als het veel was zes stuivers, maar meestal
«slechts vier of vijf. Dit is liet adres van den
«eigenaar. Iedere werkster kan u hetzelfde ver-
skiaren."
Er ontstond een stilte. De rechterlijke ambte
naren zagen elkander aan. Een fluisterde «behoor-
«de hij hier niet te staan in plaats van die vrouw?"
Op een wenk van den rechter ging de vrouw
voort; «Van die enkele stuivers moest ik huur,
«eten, licht, kleeding betalen en bovendiende voor
«het werk benoodigde dingen nog in diezelfde zaak
«halen waar ze veol duurder zijn dun overal el-
«ders Zo begon te weenen toen zij zeide
«Misschien had ik wel wat extra's kunnen ver-
dienen als de Jteeren op 't kantoor deden soms
«aanbiedingen maar ik wil liever hoe eer zoo
hebben. De commissaris beval eon paar mannen
de gevonden overblijfselen zorgvuldig op een paar
1 planken uit de enge ruimte te dragon en naar
liet verplcgingsgesticht te brengen. Daar vond
de gerechtelijke schouwing plaats.
De arts constateerde, dat minstens vijftig
jaar verloopen waren, sinds het lichaam, 't zij
door een ongeluk of door misdaad in het slop
verborgen was. Maar van wien weren het do
overblijfselen? Aan den degen, die in de scheede
was vastgeroest, aan de rijlaarzen met sporen en
de nog zichtbare strikken en tressen van het ge
waad bemerkte men, dat het het lijk was van
een officier.
Maar hoe was zijn naam?
Daaromtrent zou men spoedig meer te weten
komen. Toen het zijgeweer voldoende van roest
gezuiverd was, vond men daarin den naam van
den eigenaar. Duidelijk las menRudolf von
Kleeberg, 1790, Daarmee was het geheim oritdekt.
De oudsten in de plaats herinnerden zich nog de
treurige geschiedenis, die het huis des vorigen
burgemeesters in rouw gedompeld had.
De tegenwoordige burgemeester nam op zich
«beter sterven, dan Na een nieuwe sli
hervatte zij «Zoo verlooi ik voor oona
mijn weik. «Ik hab da beeren op mijne knie
«gesmeekt om genade, om te mogen woiken vri
«drie stuivers alles tevergeefs«Vele voomau
«dames, die arbeiden om do verveling te
«drijven, deden het werk beter en even goedkooi
«men had mij niet langer noodig. Ik smedi
«om het hoofd der zaaX te mogen spreken, urn
«bij was naar buiten."
«En zoo werdt gij voor 8 dagen broodelooi
«Ja, en omdat ik mijn kind niet van heng
«kon zien sterven, en mijn man niet meer na
«mij omziet, zoo wist ik mij niet anders te het
«pan, dan door in een koffiehuis iets leronfe
«stauning te vragen Het was de eerste maal i,
«mijn leven, en als die mijnheer mij 2 stuiven
«had gegeven in plaats van mij aan te gave»
«dan was ik geholpen geweest."
«Een beeld van onzen tijd", fluisterde een
ambtenaren «onmcnschelijk, barbaarsch", es
ander.
De rechter echter moest de wet toepassen, E
«was gebedeld en dus wetsovertreding.
Hij overlegde oven met de anderen, sten:
daarna op en veroordeelde de vrouw totf
boete, of een dag zitten.
«liet is do lichtste straf', voegde hij er bij,
«en de wet eischt die."
«Ik dank u, mijno lieeren" zuchtte de vrouw
en wilde gaan.
De rechter echter hernam met luide stom:
«Bedelen is toch verboden, maar geven r.iei,
«Vrouw,... kom als 't je belieft even hier."
En toen zij voor bom stond, gaf hij haar een
geldstuk en zeido met een van aandoening trillende
stem: «Belaal daarmede do boete en koop rooi
«het overschietende eten."
Dearrno vrouw vertrouwde hare oogen en ooren
ternauwernood. Bevend nam zij het gold aan,
terwijl een straal van dankbare vreugde alsoa)
haar gelaat vloog.
«God vergolde hot tl duizendmaal", wilde zij
zeggen, maar vele beurzen waren geopend at
moer dan een half dozijn handen reikte n.sar
de vrouw en boden haar eenc gave. Niemand
der aanwezigen onttrok zich aan dat liefdebetoon
De vrouw barstte in weenen uit en kon, heen
gaande en buigend dankende, niet anders doen
dan mot de band ten hemel wijzen.
Wy vermennen aan onze lezeressen een
dienst te bewijzen, door haar io *t kort ds
Wordingsgeschiedenis der naaimachines en
eenige wetenswaardigheden omtrent de laatste
vindingen mede te derden en zullen daar te
vens enkele nuttige wenken betreffende ge
bruik en onderhoud aan toevoegen.
Vei go zal het zeker verwonderen, dat reedt
in het begin dezer eeuw verschillende pogin
gen xjjn aangewend om langs werktuiglijken
weg naaiwerk te leveren. Daar men ech
ter vasthield aan het geheel nabootsen der
handbeweging by het naaien, bleven de resul
taten gebrekkig en oogstten Stowe en Hen-
om in persoon aan de naastbetrokkene, de oude
juffrouw Van Meulen, kennis te geven van het
gebeurde. Zwijgend hoorde de bejaarde bruid hem
aan. Toen hij geëindigd had, sprak zij diepbewogm
«Ik dank u ton zeerste, mijnheer de burge
meester, voor uwe mededecling. Ja, hot lijdt gion
,twijfel, of de gevonden overblijfselen zijn die vin
mijn toenmaals op zoo onverklaarbare wijze ver
dwenen bruidegom. Sedert zestig jaar heb ik hen
beweend en hem verdedigd tegen de verdenking,
dat hij mij op mijn trouwdag schandelijk zou
hebben verlaten. Zooals ik lang gehoopt en ver
wacht heb, is thans de waarheid aan liet licht
gekomen. Nu kan ik gerust sterven en zou gaarne
willen, dat men mij bij mijn dood, die niet lang
meer kan uitblijven, begrave nevens het over
schot van mijn vriend. En nu sta mij toe,
dat ik mij terugtrek. Ik word door zoovele
herinneringen bestormd, dat ik gaarne alloen
wil zijn".
Wordt vervolgd)