8 Cl, en. -è fselein-, rerk. A°. 1890 Maandag 22 September. N°. 7592. Ttveede Blad Feu 11 e t o n- i er-en-ve er t i <rs tJaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. Biimenlandselie Bei'icliten. artceritijj UITGEVER: J. ODÜ. ST A EN-GENERAAL. en. O Abonnkmentsi'HUS, rer kwartaal Franco per post, door het gehecle Rijk Afzonderlijke nominees 1.85. - 2.50. - 0.10. BDKEAl'; MA 11 KT, 15, 121. Advertentieprijs: van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courant. 10. Iedere gewone regel meer0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. L.egerwet. Door de commissie van voorbereiding uit de Tweede Kamer voor het ontwerp tot regeling van den krijgsdienst is een leiddraad vastgesteld voor de algemoene beschouwingen, bij het afdoc- lingsonderzoek. Negen hoofdpunten, verdeeld in tal van onderdeelenio. Preluminaire opmerkin gen; 2o. 'Volkenrechtelijke beschouwingen als uitgangspunt voor de aan het krijgswezen in Nederland te stelien eischen, en in het bijzonder met liet oog op zijne internationale stelling, zijne verplichtingen bij neutraliteit, ook in verband met de neutraliteit van België, en zijne stelling als koloniale mogendheid; 3o. Algemcene beschou wingen over de stelsels van legerwet en de vraag of het regeeringsstelsel in het algemeen aanne melijk is uit een militair oogpunt, met het oog op 's rijks financiën en met het oog op de sociale gevolgen? do. Algemeens beschouwingen, betref fende het wetsontwerp en den omvang van het geen daarin wordt geregeld5o. De beginselen van het wetsontwerp: zeemacht, landmacht, ver plichtingen van niet tot de zeo- of landmacht beboerende poisonen, landstorm, de persoonlijke vervulling van den dienstplicht, vrijstellingen, ontheffing, uitsluiting en uitstel van dienst, ver vroegde dienstvervulling, dienstplicht van buitens lands wonende Nederlanders en van vreemdelin gen, regeling der beslissing van geschillen; Go. Kosten van de voorgestelde regeling in onderdoe- len7o. Opvoed® der jeugd, in verband met 's lands verdediging; So. De opheffing der schut terijen als gemeentelijke instellingen en de ver anderde taak van het leger ten opzichte van de handhaving dor inwendige orde en rust, invloed hiervan op het aandeel van het dep. van binnen). zaken in de uitvoering der wet; 9o. Wensche- lijkheid van de heffing eener krijgsbelasting. wyslging der Middelenwet voor 18Ü0. Do uitvoering van de wetten tot afschaffing der kannalrechten op hot Noordzeekanaal en van de spoorwegovereenkomston maken ver schillende wijzigingen in de staatsbegrooting noodig. Ten eerste zal aan de Amsterdamsche kanaalmaatschappij eene som behooren te worden uitbetaald, nu de kanaalrechten op hot Noord zeekanaal zijn afgeschaft, welke som thans nog niet met juistheid is te bepalen, maar den 2y3 millioen bedongen koopprijs voor het entrepotdok niet zal overtreffen. Spoedig zal daartoe een wetsontwerp inkomen. Ten tweede is verhooging der spoorweg-be grooting, wegens hot aan <le Neil. Rijnspoor verschuldigde, zoomede met liet aan de exploita tie-maatschappij en de IIoll. IJzoren-Spoorwegm. verschuldigde, te znmen f 38,310,800: die wets ontwerpen zijn reeds ingediend. Eindelijk zal hoofdstuk VI.' A verhoogd moeten worden met f375,282, wegens in dit jaar te betalen rente en aflossing van door de Nederl. Rijnspoorwegmaatschappij uitgegeven obligation, en met eeno som van f 888,037.40 voor de ver schuldigde rente op de aandeelen der Nederl. R. S.-Mij. gedurende het tijdvak 1 Mei 188915 October 1890. Daartoe is een wetsontwerp, gelijktijdig met deze wijziging der middelenwet, ingediend. De staatsbegrooting voor 1890zsl dus ver meerderd moeten worden met circa 42 millioen gulden. Tot dekking dier uitgaven zijn aan te wijzende koopprijs van het entrepotdok te Arasterdam ad 2'/s millioen, de door Zaandam cn Westzann verschuldigde f100,000, en de sommen, door de exploitatie-maatschap;, en de IIoll. spoorwegmaatschappij te betalen, volgens de overeenkomsten, ruim 17 millioen, totaal in ronde cijfers 20 millioen. Derhalve zouden 22 millioen ongeveer ongedekt zijn. Tot dekking daarvan zal te zijner tijd voorgesteld worden aan de middelen van 1890 toe te voegen de geldswaarde, vertegenwoordigd door de inschrij vingen op liet grootboek, volgens art. 87a der overeenkomst met do expl.-mij. geschat op ruim 3 millioen, en een gedeelte van de opbrengst eener te sluiten geldleening. In afwachting van de beslissing daaromtrent wordt voorgesteld, het bedrag der vlottende schuld, dat de minister van financiën mag te gelde maken, te vorhoogen met 22 millioen en alzoo vast te stellen op 35 millioen. Waarschijnlijk zal half October 's rijks schat kist in zoodanigen toestand zijn, dat niet dadelijk gebruik zal behoeven gemaakt te worden van do bevoegdheid om vlottende schuld uit te geven, tenzij de expl.-mij. de betaling van het verschul digde lot den laatsten daarvoor bepaalden dag mocht uitstellen. In dat geval zou in October voor een klein godeelte van het toegestane be drag vlottende schuld gedurende hoogstens een mnand moeten uiigegeven worden, terwijl dan in December vermoedelijk vlottende schuld zal zijn uit te geven ter voorziening in do behoefte aan kasgeld voor do betaling van de met 1 Januari 1801 vervallende rente en aflossing van schuld. SCHIEDAM, 20 September 1S!)0. Geniepig. In een artikel, waarin het anti-revoli'.tionnaire Volksblad, dat te 's-Hage verschijnt, op politieke gronden den vaccinedwang bestrijdt, wordt in den aanbel gezegd »Ons doel is thans niet om aantetoonen. boe de statistieken het bewijs leveren, dal de sterfte onder de kinderen na de invoe ring der gedwongen inenting op schrikbarende wijze is toegenomen, hoe de vaccine verbor gen ziekten opwekt, reeds bestaande ziekten verergert of bet lichaam zóo verzwakt, dal het uitermate vatbaar is om ziekten ovei te erven gedurende den tijd, dat de moord dadige pokzweren den arm versieren." Een nobele manier om de goe-gemeente een rad voor de oogen te draaienWie met deze ipiaesties bekend zijn, welen, dat hei blad zich wijselijk niet ten doel stelt dal alles aan te toonen, omdat liet 't niet kan aantoonen, omdat de statistiek dat alles niet bewijst, ja eer liet tegendeel van dat allcs bewijst Maar de luidjes, voor wie dit volksblad geschreven is, denken natuurlijk, dat er wel wat aan zal zijn van die geschilderde vree- selijke gevolgen der vaccine, die de sehrijvei wel zou kunnen bewijzen, als hij wilde. Zij worden bang en liet geleerde politieke betoog schenken zij hem. (Vnd.) Waar blijft, ons geld? Op deze vraag geeft de Volksvriend volgend antwoord 1. De som, jaarlijks in Nederland besteed aan (Sim.) Drie dagen later werden de overblijfselen van luitenant Von Kleeberg en het lijk van den ouden Hollander begraven. En Renate van Meiden zat in hare kamer met de bewuste brioventasch voor zich op tafel. Zij had er de beschreven papieren uitgonomen en deze gaven haar, zooals zij reeds verwacht had, inlich tingen omtrent het lot van haren bruidegom. «Ik ben een armelui's kind," zoo begonnen de aanteokeningon, sen word geboren in een der klein ste lunzen van de voorstad. Van schoolgaan kwam bij ons niet veel in. Ik leerde wat ge- biekkig lozen en schrijven en kwam in de leer bij een koperslager. Op twintigjarigen leeftijd werd ik militair en geplaatst bij dezelfde com pagnie, waarbij luitenant Von Kleeberg stond. Ik was een vroolijke knaap en dat schijnt den luitenant bevallen te zijn; hij nam mij tot zijn ■oppasser. Lang was ik hem ean trouw dienaar. Doch tegen het einde van '1794 rniju lieer werd kort daarop verloofd met da schoons juf frouw Van Meulen koos de boozo mij tot zijn offer en maakte zich van mij meester. Dewijl ik het volle vertrouwen van den luitenant ge noot, doed doze nooit zijn lessenaar op slot. Van deze gelegenheid maakte ik gebruik en eigende mij verscheidene malen aanzienlijke sommen toe. Het kon niet uitblijven, mijn heer bespeurde het tekort en vatte argwaan op tegen mij. Op den avond vóór zijn trouwdag bespiedde ik bom, toen hij bozig was zijne kas op te maken, en uit eenigo ontevreden ontboezemingen begreep ik, dat hij van plan was, den dief ter verantwoor ding te roepen. De vrees voor straf maakte zich van mij meester. Eerst wilde ik ontvluchten, maar waarheen Den veelverm ogenden burge meester en den krijgsraad zou hot gemakkelijk vallen mij te achterhalen, en wat zou dan mijn lot zijn! Daur gaf mij mijn kwade geest een helsch plan in. Ik wist dat de luitenant sinds vier weken gewoon was zijne bruid eiken morgen met een bloemruiker te verrassen. Niemand wist hoe hij zonder ladder hei raam van de derde verdieping kon bereiken. Ik alleen wist het de luitonant had voor mij geen geheimen. Tusschen het Kloosterhuis on liet huis des bur gemeesters liep rune wel drie voet breede goot. Een raampje opende den toegang tot die goot en nu liep mijn heer die langs tot aan den gevel. Mot een hengolriet wist hij vervolgens don ruiker in de doorgaans met bloeir.potton gevulde venster bank van juffrouw Renate's kamer te brengen. Hierop bouwde ik mijn plan. De r.acht van drie op vier Juli was stormachtig en donker en dit kwam mij goed te stade. Ik klom in de goot, trok met een nijptang een aantal spijkers uit, zaagde een stuk uit de goot van wel drie voet lengte en nam dit weg. Toen ik mijn misdadig weik volbracnt had, verschool ik mij in een don keren hoek van het dak. Ik had niet lang staan wachten, of ik hoorde schreden op de trap. Als gewoonlijk ging mijn heer door het venster, trad met zijn ruiker vooruit langs de goot, stap voor stap ik telde zijne schreden tien, elf, twaalf toen een doffe val en mijn opzet was gelukt. Haastig verliet ik mijne schuilplaats, kroop naar liet gat en luisterde. Een zwak gesteun drong nog uit de diepte tot mij door, maar dit verstomde ras. Nu moest ik nog de sporen mijner misdaad uitwisschen. Ik sprong op, haalde het uitgelichte stuk van de goot, nam hamer -r. spijkers en bracht alles in den vorigea toestand terug. Het open graf was gesloten geen menscli zou ooit op de gedachte komen van 't geen hier gebeurd was De eenige getuige van mijn diefstal was ui- den weg geruimd. Dit slemde mij aanvankelijk rustig. Wie zou mij nu iets doen Voorzichtig klom ik naar beneden, ging naai mijn beer's kamer, nam uit den lessenaar al wa- waarde had, ook de luitenantsaanstelling, en droeg alles naar den tuin, waar ik het in een hollen boom verborg. Mijn plan was, zoodra de gelegen heid gunstig zou zijn, met mijn meisje naai Amerika te vluchten. Dadelijk mocht tk het niet volvoeren, dit zou argwaan hebben gewekt. Om dezen van mijn persoon af te leiden, kwam hei idee bij mij op, zo tegen den luitenant op te wekken. Da omstandigheid, dat mijn heer in den laatsten tijd bijna dagelijks naar do rivier giny om te baden en dan op zijne wandeling terug dikwijls bij den veerman inliep, wiens schoont- dochter reeds menig jonkman liet hoofd op hol gebracht hadbevorderde mijn Voornemen. Daar ik wist, dat do sehoone Resi met al de jongelieden uit de stad spotte, moest zij mij helpen. Ik had op haar een onbepaalden in vloed en was haar wederkeerig zeer genegen. Tegen den avond vervoegde ik mij bij haar. voorzag haar van geld en juwcelen en bepraatte haar met mij te vluchten. Zij zou een paar dagen f - 1 .lYf.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 5