Binnenlsimlsclie Berichten.
zijn afgeloopen. In den ministerraad heeft
het denkbeeld de bovenhand verkregen, om
slechts een algemeen tarief er op na te houden,
met voorbehoud van eene behandeling nis
bevoorrechte, welke zou worden toegekend
aan de staten, die aan Frankrijk eommer-
cieele voordeden toestaan.
E N U E I, A N D.
"William en Patrick O'Brien zijn gisteren
voor don rechter verschenen wegens samen
zwering, strekkende om de betaling van
|)achten te beletten. De menigte was zeer
woelig. Er waren talrijke soldaten en politie
agenten op de been.
Z tv I T S li ULAN I).
Gisteren beeft de nationale raad, hiervoor
tot eene buitengewone zitting bijeengeroe
pen, een aan vaag gemaakt met de beraad
slagingen over de omwenteling in het kanton
Tessino. waarover reeds een uitvoerig rapport
door de rogeoring is ingediend.
Dit rapport begint met eene mededeeling
der feiten. Ais hoofdoorzaak voor de steeds
torugkcorende ongeregeldheden in Tessino
wordt opgegeven do gebrekkige regeling van
het kiesrecht, alsmede hot feit, dat het kan
ton uooiL is bestuurd door eene gematigde
regecring, die het land in liet algemeen
belang, en niet alleen ten bate der partij,
bestuurde. arbij komt nog do verkeerde
inrichting der rechtbanken. Indien beide
partijen daarin vertegenwoordigd waren, zou
den zij bij de rechtspraak een tegenwicht
legen elkaar kunnen vormen.
Voorts blijkt voldoende uit bet rapport,
dut de bondsregcering besloten is voor goed
aan liet gehand war een einde te maken,
sliet kanton Tessino zegt de regeering
is zonder twijfel een onafhankelijk kanton,
evenals do andere kantons, maar het moet
leeren zich zelf te regeeren en heett geen
recht om telkens ook do rust in Zwitserland
in gevaar te brengen. Nu is de gelegenheid
gegeven mu bet kanton eene betere Wekomsl
te verzekeren en het ware een fout als
de bondsregcering daarvan geen gebruik
maakte".
Teneinde dit doel te bereiken, verzoekt
de regeering machtiging om voorloopig het
bewind over Tessino te blijven voeren. Dan
zal de bondsregcering zorgen, dat de wettige
toestand hersteld wordt en maatregelen wor
den genomen om liet bestuur van het kanton
op beteren grondslag te vestigen.
Dat deze machtiging zal worden vei leend,
wordt als zeker beschouwd, maar toch zal
dit besluit niet worden genomen zonder
heftig verzet van de conservatieve partij,
die verlangt, dut de verdreven clericale regec
ring in het, kanton Tessino zal worden her
steld en zich erg verbolgen toont dat de
leden dor vnorloopigu regeering nog altijd
op vrije voeten zijn.
De conservatieve partij gaat voort met nog
verschillende onbekende feiten aan het licht
te brengen. Een lid van het hooggerechts
hof, do heer Yon Meutley, te ücUinzonn. is
ook, tijdens de overrompeling in zijn woning
gearresteerd, gebonden en modegesleitrd en
vervolgens met twee boosdoeners opgesloten.
Op het kasteel dat Bellinzona beheerscht en
waar dc revohitionnairen zich hadden genes
teld. iieutt men buitengewoon misbruik ge
maakt van het kruit, liet kuuou dat men
er gebruikt heelt voor het lossen van vreugde
schoten, is geheel ontredderd, liet depot
van uniformen en kapot jassen heelt men voor
slaapstede gebruikt, zoodat men kan begrijpen
dat die kleedingstukken heel wat geleden
hebbeneindelijk ontbreken er op het
magazijn '100 Yetterli-geweren, die mede
genomen zijn.
De radicale partij, die aanvankelijk veel
kans had hij de verkiezing op 5 October,
heeft door haar ongeduld en handelingen
veel terrein verloren, zoodat men verwacht,
dat zij op dieu dag het onderspit zal delven.
OOSTENRIJK.
De algemcene uitslag der verkiezingen voor
den Landdag in de landelijke districten van
beneden-Oostenrijk is, dat er 5 liberalen en
15 anti-liberalen gekozen zijn. In vier distric
ten komen auti-libcralen in de plaats van
liberalen.
I T A L I E.
In den jongsten ministerraad is, volgens
de JEsvrcito, over niets anders gehandeld dan
over bezuinigingen. Men -wil de uitgeven voor
alle departementen, ook voor oorlog,
aanmerkelijk verminderen.
De minister van oorlog moet zich hoeben
bereid verklaard al liet mogelijke te doen
om, ondanks de in te voeren bezuiniging, de
weerkracht op goeden voet to houden.
SI'ANJE.
De ministerraad heeft het ontwerp goed
gekeurd tot conversie der Cubaansclie schuld,
door den minister van koloniën aangeboden.
De Impartial zegt, dat de conversie zal
omvatten do schulden van '188-2 en 1880, de
biljetten der Spaansche bank te Havanna en
de vlottende schuld van het eiland. De uit
gifte zou geschieden togen den koers van 95
pCt. en oen rente van 5 pCt, De amortisatie
zal in do jaren geschieden.
GRIEKENLAND.
Het bevestigt zich dat kouing Alexander
van Servië naar Athene zal komen. Zijne
komst is op 8 October bepaald.
SCHIEDAM, 2<> September 1890.
De toestand van Z. M. den Koning blijft
naar ons gemeld wordt, over het geheel
genomen steeds bevredigend. Alleen begint
zich meer behoefte aan rust te openbaren.
Ook schijnt in dc laatste dagen de eetlust
minder goed te zijn. llbl
blijkens de uitkomsten der jongste tienjaar-
lijksehe volkstelling (zie ons no. van 8 dezer)
luid deze gemeente op 31 Decendfcr 1889
eene bevolking van 25,533 personen.
Dit hooft ten gevolge dal volgens art 4
der gemeentewet de gemeenteraad voortaan
zal moeten bestaan uit 21 leden, alzoo een
vermeenlering vim 2 leden. Volgens art. 0
derzelfde wet nioct tevens deze gemeente
gesplitst worden in afdeeiingen voor het
inleveren van stembriefjes.
In de meeste afdeeiingen van de Tweede
Kamer was .eden het onderzoek van de wet
op den verplichten krijgsdienst nog niet af
geloopen.
Ook de heer Land, lid der Tweede Kamer,
heeft, bij het onderzoek van de legorvvet in de
afdeeiingen, eene nota ingediend betredende
het personeel der marine.
Bij koninklijk besluit van den 13n Sep
tember '1890 is ter uitvoering van art. 45
der wet tot regeling van het lager onderwijs,
laatstelijk gewijzigd bij die van S December
'1880 Staatsblad n", '175), het volgende
bepaald
Art. '1. Jaarlijks in do eerste helft der maand
Februari doen Gedeputeerde Staten aan onzen
minister, die niet de uitvoering der wet tot
regeling van het lager onderwijs is belast, opgaaf:
1°. van hut aantal kinderen dat op elk (lor
lagere scholen der gemeenten in hunne provincie
op den vijftienden dag der maand Januari van
dat jaar als werkelijk schoolgaando bekendstond
2°. van de vakken, waarin aan elk der scholen
onderwijs woidt gegeven;
3". van het bedrag van hot schoolgeld dat
per jaar en per leerling geheven wordt voor
iedere school afzonderlijk
4". van liet aantal onderwijzers dat, ingevolge
het bepnnldo bij do artt. 23 en 24 dor wet, aan
elke school moet verbonden zijn;
5°, van hot aantal onderwijzers aan elk der
scholen op I Januari van dat jaar verbonden
boven het minimum bij art. 24 der wet gesteld,
voor zoover dat voor rijksbijdrage in aanmerking
komt
13°, van de som die door hot rijk overeen
komstig art. 45 der wet verschuldigd is voor de
onderwijzers sub. 4 en 5 bedoeld, per schooi en
per gemeente.
Scholen, waarvoor het schoolgeld tachtig gulden
of meer per leerling en per jaar bedraagt, worden
in die opgaaf niet opgenome.'..
Indien de bijdrage in de jaarwedden van onder
wijzers. volgens bet bij do wet van 8 December
1889 Staatsblad no. 175) gewijzigd art. 45 der
wet van 17 Augustus 1878 (Staatsblad no. 127)
over eenig dienstjaar voor eene gemeente minder
mocht bedragen dan de som der rijksvergoeding
in do kosten van het lager onderwijs, niot mede-
gerekend die voor het stichten van schoollokalen
en onderwijzerswoningen en het aanschaffen van
noodzakelijke schoolineubelen bij eerste inrichting
van nietivvo lokalen, waarop de gemeente krach
tens evengenoomd wetsartikel,, zooals dat luidt
volgens de wet van 11 Juli 1884 Staatsblad
no. 123) over 1889 aanspraak kon doen gelden,
'/.enden Gedeputeerde Staten, in plaats van du bij
hot eerste lid van dit artikel bedoelde opgaaf,
aan Onzen voornoemden minister eene opgaaf van
de door hen goedgekeurde sommen die op de
begrooting van do gemeente voor het dan begon
nen dienstjaar zijn uitgetrokken voor de kosten
van het lager onderwijs, vermeld in art. 44 der
wet ondor letter atl en onder e, voor zoover
betreft het huren van schoollokalen en onder-
wij/erswoningen.
Deze opgaaf bevat tevens het cijfer van het
rijkssubsidie aan de gemeente, tot bestrijding
van jaarweddon van onderwijzers bij de lagere
scholen, toegekend vóot' liet in werking treden
der wet van 17 Augustus 1878 {Staatsblad no.
•127).
Ten aanzien der gemeenten, bedoel in het
3de lid van dit artikel, doen Gedeputeerde Staten
opgaaf van de sommen, nader door hen goed
gekeurd of krachtens art, 212 der wet van 29
Juni 1851 Staatsblad tto. 85) door hen op de
gemeentobegrooting gebracht voor do kosten
in dat lid ontschreven, aan Onzen voornoemden
minister, binnen veertien dagen na dagteekoning
van hun besluit.
Het derde lid van dit artikel is niet van
toepassing wanneer de gemeente over eenig
dienstjaar de bijdrage in de jaarwedden van on
derwijzers, volgons liet bij de wet van 8 Decem
ber 1889 Staatsblad no. 175), gewijzigd art.
45 der wet van 17 Augustus 1878 Staatsblad
no. 127), heeft genoten.
Art. 2. Onze voornoemde minister stelt hot
voorschot vast waarop elke goineente over een
dienstjaar aanspraak heeft en (loot daarvan mede
deeling aan Gedeputeerdo Staten.
Van dit voorschot wordt telkens drie maandon
na de vaststelling door het rijk aan de gemeente
een vierde gedeelte uitbetaald.
Art. 3, Bij het verschijnen van een betalings
termijn ten laste van do gemeente voor do vol
doening van de kosten van liet stichten, ver
bouwen of aanUoopen van schoollokalen on
nadat bij de gemeente za! zijn ontvangen da
declaratie ter invordering van het deswege
verschuldigde, zendt het bestuur dor gemeento aan
Gedeputeerde Staten eene declaratie in van het
geen door het rijk aan de gemeente verschul
digd is voor de vergoeding van 25 pCt. van liet
bedrag dier kosten.
Het gemeentebestuur voegt daarbij een gewaar
merkt afschrift van de deciaratio van don aannemer
van her slichten of verbouwen van hot school-
loknai of van den vorkooper van het school
lokaal of het daartoe bestemde terrein en voor
ziet dat stuk vooraf van eene verklaring ten
blijko dat hetgeen de aannemer of verkooper
to dier zake aan do gemeente in rekening brengt,
door haar on vergolden en deugdelijk verschuldigd is.
Gedeputeerde Staten zenden de doclaralie mot
hare bijlagen aan Onzen voornoemden minister,
voorzien van hunno daarop te stellen verklaring,
ten blijke uit welke begrooting der gemeento de
kosten, waarvan in die declaratie 25 pCt. ais
vergoeding aan het rijk wordt in rekening ge
bracht, te hotalon zijn.
Do betaling der doclaratiën geschiedt binnen
vier weken nadat zij bij Onzen voornoemden
minister zullen zijn overgebracht en door dezen
in orde zijn bevonden.
Art. 4. Jaarlijks in do maand Januari, zoodra
de rekening over het voorlaatste jaar van elke
gemeento in hunne provincie is vastgesteld, doen
Gedep. Staten aan Onzen voornoemden minister
opgaaf
lo. van het aantal kinderen dat op elke der
lagere scholen der gemeenten in hunno provincie
op den vijfiendeu dag der maand Januari van het
voorlaatste jaar of, indien de school in den loop
van dat jaar geopend is, op don loatston dag
der maand volgende op die der o| ening, als
werkelijk schoolgaande bekendstond
2o. van de vakken, waarin ^ian elk dier
scholen ouderwijs werd gegevon
3o. van het bedrag van de opbregst der school
gelden per school, alsmede per leerling en per jaar
4o. van de namen en voornamen en ouder
dom der onderwijzers, dio ter voldoening aan de
eischen in de artt. 23 en 24 der wet gestold, en
die boven het in laatstgemeld wetsartikel bopaaldo
minimum voor zoover laatstbedoelden voor eene
rijksbijdrage in aanmerking komen, in het voor.
laatste jaar aan de school verbonden zijn geweest
met aanduiding van de akten van bekwaamheid
die zij bezitten en het tijdvak gedurendo hetwelk
zij in dat jaar werkzaam zijn geweest; i
5o. vnn de som die door liet rijk overeenkom.
stig art. 45 der wet verschuldigd is voor eiken
onderwijzer, per school en per gemeente;
öo, van de som die blijkens do vastgestelde
rekening der gemeente door haar is uitgegeven
voor het stichten, verbouwen en aankuopen vau
schoollokalen, het aandeel dat in die kosten ten
laste van anderen is gekomen of op andere wijze
is gevonden, het zuiver bedrag waarvan de rijks
vergoeding van 25% verschuldigd in en liet be
drag dier vergoeding.
Scholen, waarvan do opbrengst der school-
gelden gemiddeld tachtig gulden of meer per j,
leerling en per jaar opleveren, worden in die
opgave alleen opgenomen met bcstrekking tot
de kosten sub 6o. vermeld.
Indien de bijdrage in de jaarwedden van on
derwijzers volgens liet bij de wet van 8 Dec. 1889
{Staatsblad no. 175), gewijzigd art. 45 der wet
van 17 Augustus 1878 Staatsblad no. -127),
over eenig dienstjaar voor eene gemeente minder
mocht bedragen dart de som der rijksvergoeding
in de kosten van het lager onderwijs, niet mede-
gerekend die voor het stichten van schoollokalen
en onderwijzerswomngen en het aanschaffen van
noodzakelijke schoolmeubelen bij eerste inrichting
van nieuwe lokalen, waarop die gemeente krach
tens evengenoemd wetsartikelzooals dat luidt
volgens de wet van 11 Juli 1884 Staatsblad
no. 123), over 1889 aanspraak kon doen gelden,
zenden Gedeputeerde Statenin plaats van de
bij liet eerste lid van dit artikel bedoelde op
gavenaan Onzen voornoemden minister eene if
opgaaf van het bedrag uer kosten die, blijkens
do vastgestelde rekening over hot voorlaatste
jaar, door die gemeente zijn gemaakt en naar
don regel van art. 45, zooals dat luidt volgens
laatstgonoemde wet, aanspraak geven op de rijks-
vergoeding van 30 pCt.
Voor zooveel betreft gemeenten wier rekening
op bovengenoemd tijdstip nog niet is vastgesteld,
geschiedt de opgaaf in het eerste of wel die in
het. derde lid van dit artikel bedoeldtelkens
binnen veertien dagen na vaststelling dor rekening.
Hat derde lid van dit artikel is niet van toe
passing wanneer de gemeente over een dienstjaar
do bijdrage in do jaarwedden van onderwijzers,
volgens het bij do wet van 8 December 18S9
{Staatsblad no. 175), gewijzigd art. 45 der wet-
van 17 Augustus 1878 {Staatsblad no. 127),
hoeft genoten.
Art. 5. Onzo voornoemde minister regelt het
juiste cijfer van liet bedrag, waarop elke ge-'
-- ineeute over dat dienstjaar aanspraak heeft ais
uilkeoring, nadat do opgaaf, bedoeld in art.
bij hem zal zijn ontvangen.
Hij doet daarvan mededeeling aan Gedep.'
Staten. j
Hot verschil tusschen het bedrag van de ver-
sclnildigde uitkeering en dat van liet door dej
gemeente genotenp, beide op een zelfde dienstjaar'
betrekking hebbende, wordt, hetzij ten laste van
een volgend dienstjaar aan do gemeente uitge
keerd, hetzij op liet veorschot over een volgend
dienstjaar verhaald, a! naar gelang hel genoemd
vorsclu! ten voordeele van do gemeento of van
liet rijk is.
Art. 0. Jaarlijks onderzoekt Onze voornoemde
minister, voor zooveel betreft de in dit besluit
bedoelde kostendo verzamelstateu en bijlagen
van eenige gemeente-rekeningen.
llij zendt zo aan Gedeputeerde Staten terug
mot mededeeling van de opmerkingen waartoe
zijn onderzoek hoeft geleid, en wijzigt, zoo noo-
dig, het bedrag der uitkeering.
Art, 7. De opgaven in de artikelen d en 4 en de
declaration in artikel 3 vermeldworden opge
maakt in den vorm door Onzen minister voor
geschreven. Die opgaven worden voor de eerste
maal ingezonden o,v«r liet dienstjaar 1891.
Art. 8. Waar dit besluit vau onderwijzers
spreekt, worden onderwijzeressen geacht evenzeer
te zijn aangeduid.
Art. 9. Ons besluit van 3 Oct. 1884 (Staats-
blad no. 209) blijft voor liet dienstjaar 1889 en
Ons besluit van 23 December 1889 Staatsblad
no. 189) blijft voor het dienstjaar 1890 van
kracht, doch met dien verstande, dat het verhaal
van hetgeen do gemeente over die dienstjaren
bij voorschot te veel mocht hebben genoten, int
plaats vinden op het voorschot dat krachtens
art. 2 van Ons tegenwoordig besluit zal worden
toegekend.
Naar men aan do JV. A'. Cl. mededeelt,
zullen de werkzaamheden, in verband met
de zevende volkstelling, in het volgende jaar
voornamelijk bestaan in de bewerking van
de tabellen der beroeps-telling. De andere
uitkomsten zullen reeds vooraf afzonderlijk
worden gepubliceerd.
Kj
De lieer C» E. Roberts van Son, ingevolge