G c ia e ïi g (1 e B e r i c li t c 11. Koloniën. vinden, en de werktuigen van D. N. mogen zich gelukkig achten dat zij voordat het donker werd naar Tiel vertrokken, anders tocli zouden zij misschien zeer verlangend hebben uitgezien naar den zoo dikwijls dooi' hen verguisden heiligen Hermandad. Begeleid door de jeugd onder het gezang van '«Weg met de socialenleve Willem IIIvertrokken de opruiers. Ook in de omliggende dorpen Eek en Wiel, Mam-ik, Ommeren en Lienden zijn tal van opruiende geschriften verspreid. Zaterdagavond vond men in het Slinger bosch te Zioriksee het lijk van jhr. mr. De J., gewezen sub.-officier van justitie te Rotter dam, die, naar men zegt, reeds geruimen tijd aan verstandsverbijstering leed. Niet Herwarden, maar Hemmen is blijkens de Slaats-vourant de eenige gemeente in Gelderland, waar geen enkele vergunning tot het verknopen van sterken drank in het klein Yhinrdiiigcii. In den nfgeloopen zomer besloten verschillende Rehcveningschc recders hunne schuiten in Maassluis te doen binnen- loopen en niet hier, aangezien de kosten hier veel honger zijr. dan op eerstgenoemde plaats. Naar aanleiding hiervan besloot de gemeenteraad Zaterdag 11., dat, te beginnen met 1 Januari a.s., het havengeld voor elke ton van alle bier binnenkomende visschers- sehepen zal bedragen 4 ct., in stede van 5. Rotterdam, Zaterdagmiddag werd het sanatorium aan den Westersingel alhier plechtig ingewijd met een rede vau dokter Van Moll. Een aantal genoodigdon maakten gebruik van de gelegenheid om de nieuwe inrichting in oogeiischouw te nemen. lïen Hang. 's Konings lijfarts, dr. C. W. Yinkhuy/.en. bezocht Zondag en ook gisteren Z. M. op het I.oo. Amsterdam. Na afloop van het Vrijdag avond te Amersfoort te zijner eere gegeven souper is de Trnnsvaalsche commandant- generaal P. A. Joubort, per laatsten Ooster- spoortrein naar Amsterdam vertrokken, van waar hij zich naar Londen begeeft. Na eenig verwijl aldaar neemt hij de reis aan naar Noord-Amerika, alwaar hij inzonderheid te New-York en daarna te Chicago vertoeft, om vervolgens van daar naar Transvaal terug te keeren. Nieuwe hegrulerns-inode. In Amerika be graaft men tegenwoordig lijken met een speel doos in da kist. Da kist wordt dan neergelaten onder het spelen van een psalm of gezang, welks tonen wegsterven naarmate aarde in bet graf wordt geworpen. Het dezer dagen te Florence onthulde monument van Victor Emmanuel wordt ten zeerste geroemd. Zoowel de houding van don vorst als de gelaats trekken roepen, volgens een ieder, Italië's eersten koning op treffende wijze voor den geest, en ook liet paard is uitstekend ontworpen en voortreffelijk uitgevoerd. De beeldhouwer, aan wien Florence dit kunststuk te danken heeft, is geheel een zself- made" man. Van een armen knaap, uit behoeftige ouders geboren, wist hij van lieverlede allo moei lijkheden te overwinnen, tot hij eindelijk een eerste plaats heeft ingenomen onder do hesto beeldhouwers van den tegenwoordigen tijd. De Poster Xloyd meldt omtrent den uitvoer van eieren uit Hongarije het volgende De gezamenlijke uitvoer van eieren over het afgeïoopen jaar bedroeg 1280 volle wagonladin gen. Eeno wagonlading weegt 10 ton on bevat 100 kisten, ieder inhoudende 120 dozijn of 1440 stuks, liet totale aantal eieren beloopt dus 184,320,000 stuks, zijnde 504,980 stuks per dag. Rekent men nu de gemiddelde opbrengst van een hoen per jaar op 150 stuks, dan is do eieren-productie van 1,228,800 kippen uitsluitend voor don uitvoer bestemd geweest. [fit ilcn ouden tijd. Er zijn geen kinderen meer is eeno klacht, die men in onzen tijd meermalen hoort. Men ver beelde zich echter niet, dat in de vorige eeuw kinderen zoo kinderlijk waren. Reeds de versjes van Van Aipben kunnen ons daaromtrent terecht wijzen. Treffender vooi beelden ervan vinden wij ver meld iu eene onlangs in do Revue des deux Monties verschonen studie van Victor dn Bied, »un client de l'ancion lègime". Daarin leest men tal van merkwaardige bijzondorheden uit de Fransche geschiedenis van de tweede helft der achttiende eeuw. Met betrekking tot do kinderen verhaalt hij De meisjes uit die dagon begonnen al zeer vroeg dametje te spelen. Haar toilet was in miniatuur dat van hare moeders, en zij oefenden zich ai in liet aannemen van houdingen en het spelen met waaiers zooals dezen. Zij werden geblankot en verschenen op de bals en op baar achtste jaar deden zij reeds als voorname dames en praatten met ernst over haar toilet. De traditie van vroegrijpe kinderen ging dan ook in Frankrijk nooit verloren. Men kent liet geestige woord van freule De Rambouillet«Kom grootmoeder, laten we thans eens over staatszaken spreken j ik ben nu zeven jaar." Do kleine her tog van Angoulêmo ontving den bailli do Suf- fren met een boek in de handrik las daar juist PImarchus en zijn beroemde mannon; gij kondt geen beter oogenblik kiu/.on." Een bis schop richtte eenige vragen tot den negenjarigen Chatenunenf: «Zeg me eens waar God is, dan krijgt gij een oranjeappel." «Monseigneur," was het antwoord, azeg mij waar Hij niet is en ik geef er u twee." Mevrouw De Genlis verbeeldde zich onderwijzeres te zijn op haar achtste uar en mevrouw De Staël schreef treurspelen op haar twaalfde. Op de kostscholen der aristocratie, waar aan het onderricht in het dansen dezelfde rang werd toegekend als aan dat in de geschiedenis maar waar toch, dank zij de gehoorzaamheid welke men ven de leerlingen vorderde, goede huisvrou wen werden gekweekt begonnen de jonge meisjes reeds in haar prille jaren hare gedenk schriften to schrijven omdat dit zoo do gewoonte was in do wereld, In dezelfde historische studie vinden wij ge wag gemaakt van het uitrafelen, datin1770in zwang kwam. Gouddraad te trokken uit oude galons, uit epauletten wat was er prettiger en nutteloozer? Niet zoo geheel nutteloos even wel, want men maakte met dat uitrafelen wei eons 100 louis d'or in 't jaar. Menig heer zag zich in een salon omringd door dames, die op de meest gracieuse wijze liet borduursel van zijn kostuum plundeHen en de hertog van Orleans gaf baar een aardige les door op zijn rok tressen van valscb goud te laten maken, die hij, zonder eenigen tegenstand, liet lostrekken en uitrafelen als echt-goud. Maar de dames worden al spoedig de galons moede en gaven de voorkeur aan bet uitrafelen niet gouden garenklosjesgouddraad te weven in zijdon draden, met goen ander doel dan om aan dames bet pleizior te geven om het uit te rafelen, werd een bron van fortuin voor menig industrieel; het gouddraad, dat men er uithaalde, was de helft vun don prijs niet waard dien het lapje gekost had. Nochtans waren alle geschenken aan dames lapjes met gouddraad de speelschulden werden in menigen kring daarmede betaald en de klosjps namen allerlei vormen aan meubels, rijtuigen gelagkamers met den gewonen inbooJel, binnen plaatsen met kippen, kalkoenen, honden en katten, ook van paruiken, vuurschermen enz. Lauzun gaf aan do hertogin Amelic de Bonders een nagebootste harp van gouddraad, die hem meer dan duizend francs had gekost. Mevrouw Du Deft'.uid zond aan da inaréchnlo do Luxembourg een stoel van gouddraad mot eenige versregelen. Batavia, 27 Augustus. Aan hel verslag der voornaamste gebeurtenis sen in het gouvernement Aijeb en Onderhoorig- heden, loopende van 30 Juli tot en met1 dezer, is het volgende ontleend Groot-Aljch. Van Groot-Atjeh is gedurende dit tijdvak niets bijzonders te vermeldende posten werden van tijd tot tijd beschoten, evenals enkele morgentremen en de werkers aan do trambaan. De rust binnen de linie werd nergens verstoord. In den nacht van 30 op 3i Juli loston do Atjehers uit oene loopgraaf een viertal lilla- schoten op de benting Siroende projectiolen vlogon echter over de bonting heen; gelijktijdig openden zij liet vuur op Lambaroe. Een uitge zonden detachement van dien post, sterk 25 bajonetten, dreof den vijand voor zich uitdoch word daarbij van verschillende zijden beschoten eene inmiddels uitgezonden versterking van 50 man dreef den vijand door haar vuur spoodig op do vlucht. In den nacht van 7 op 8 Augustus rukte andermaal eon detachement van Lambaro uit om 's vijands borstwering en loopgraven in| de nabijheid van dien post te slechten, lictgeerj gelukte zonder door den vijand bemoeilijkt tel worden. In den morgen van 8 dezer was del vijand weer bezig de geslechte borstwering op4 nieuw op te werpen en do loopgraven weer te'? openen. Door infanterievnur van een uitgerukt' detachement en nrtillerievuur van Lambaroe en Siroen werd de vijand even wol verdreven. Onderlmrighcdcn, Hoewel de geruchten aan-:s houden dat een te Patoen-Rajoet verzamelde; bendo ons opnieuw wil bemoeilijkon, word def rust in het Edische niet verstoord. De radja van" Perlak maakte zijne opwachting bij bot bestuur van Edidoch koerde inet bet oog op de minder - gunstige stemming der hoofden in dat landschap reeds den volgenden dag naar zijn land terug. Ier noordkust bleef de toestand statiommïi' on werd de benting te Segli van tijd tot tijd inl geringe male beschoten. Tor westkust viel niets bijzonders voor. De weersgesteldheid kenmerkte f zich door voel wind, afgewisseld door enkele;; regenbuien. De gezondheidstoestand in het garnizoen was ongunstiger, het gemiddeld ziektecijfer per dag was 30 tegen 28.8 gedurendo het vorig tijdvak, de stand der beri-beri was ook iets ongunstiger, het gemiddeld aantal beri-borilijdors por dag wasfA •10.7 tegen -10 gedurende den vorigon verslag- S tijd. Het sterftecijfer wns lioogcr. De gezondheids-1 toestand onder de bevolking op Groot-Atjeh was f. goed van do Onderlioorigliedcn werd niots meer vernomen ten opzichte dor cholera. Aan het mail-overzicht- van de Jam-Bode is bot volgends ontbond Op bet ooriogsterrcin to Atjoh heeft men een proef genomen mot een kabelballon, die op zich zelf goed is geslaagd, doch dio tot geen stellige resultaten heeft geleid, doordat de gevulde ballon ij bij liet vervoer van de eeno plaats naar de andere rnet hoornen in aanraking kwam en scheurde, waardoor hot gas ontsnapte. We! zou het moge lijk zijn geweest den ballon opnieuw to vullen, maar waarschijnlijk verwacht men te weinig nut van dit kostbare observatiemiddelten minste da ballon is hierheen teruggezonden. In elk goval is thans in beginsel voldaan aan bot zoo dikwijls f geuit verlangen om op Atjeh gebruik te maken van J den ballon captif, die elders in den krijg reeds zulke goede diensten bewees. Naar het schijnt, is do expeditie op Flores te klein om het dooi dat men er zich van had voor gesteld, te bereiken, zoowel wat do bestraffing betreft van degenen, die de vorige expeditie aanvie len en beroofden, als wat oen volledig tinomier- zoel; aangaat. De zaak wordt echter niet upgogoven en waarschijnlijk za! de expeditie op de noord kust van het eiland worden hervat. Blijkens eeno ordonnantio in do Juv. Cl. opge nomen, za! van 1 Januari J 891 af in liot gouver nement Colebes en ondorhoorigheden, voor zoover dit hooi pers die bere stan zom rijst ninp vers afge O de ii deS oost zulk Guit Engi voer Thai bela dio l burg land ruil Ui stuks opga ware pers Ih kund indie uitm brenj naar Vors! is aa opgei een 1 Ka Do hem aardu verwt verdii De na b knolU lagers bover verrol tot 0] werde en se trad op een morgen de cipier op mij toe, wees op de zwam ketenen aan mijne voeten en zeide «Jongeling, die dingen moeten u we! lastig vallen bij den arbeid. Komaan, ik wil u dezen tooi ontnemen 1" En dadelijk ontsloot bij do beugels en nam mij de voetboeien af en ik bewoog mij weder vrij. Onk stond ik niet meer onder afzonderlijke be waking. wanneer d; mee naar den arbeid ging. Maand op maand, jaar op jaar vei liep eu liet gevnugenisteven deed mij voor den tijd vergrijzen. Dej-tienmnal twaalf maanden een vreeselijk lange tijd. mijne breven was ik lin reeds be woner van bet sombere gebouw. Toen trad op zekeren avond de cipier wedor op mij toe. Ik her inner ij)rj nog. dat bet een avond was als do tegenwoordige, dat do stoim huilde en de wolkon langs het luchtruim joegen en dal ik aan mijne moeder dacht. «Hoor eeu-, Bassilie," spiak de cipier, ver is ,..>n vreemd heer benedon bij den dnecu-ur en men heeft mij gelast n spoedig voor te brengen. Ik weet niet, v.at zij met u voor hebben. Maar iaat U "niet beangstigen, jongen. Stel ven moeten wij allen! Kom maar gauw mee en heb goeden moed. Revend volgde ik hem. Toen ik beneden kwam in do directeurs-kamer, vond ik er den vreemdeling, die mij gebood nader te treden. «Uw naam is Bassilie Opriscu vroeg hij. «Ja heer, zoo lieot ik." «Welnu, Bassilie Opriscu, weet dan dat onze keizer Ferdinand; die te Weouon resideert, mor gen tot koning van Hongarije gekroond wordt en dat deswege gratie geschonken wordt aan som mige gevangenen, die zich de koninklijke gunst v.'auidig gemaakt hebben. Motgen zij'gij vrij. Wij hebben van tl du beste getuigenissen ont vangen en gij wordt moigen met don dag op vrije voeten gesteld." »llue, mij;,beer? Hoe? ik vi ij O, misleid mij toch niet. Drijf den sjiot niet met oen armen gevangene, wien nog zeven jaicu tuchthuisstraf wachten!" riep ik buiten mij /elven. «'tis einst, Bassilie," sprak du directeur. «Opdat gij echter niet met ledige handen en rei legen in de wereld zoudt staan, betaal ik u morgen het geld uit, dat gij in du gevangenis verdiend hebt. liet is een bedrag van twoehon- derd negen on zeventig gulden. Daarmeo kunt gij een eerlijk bestaan 'zoeken to verwerven. Ik Jacbte en schreide te gelijk en riep nog altijd «O, mijne heeren, drijft toch den spot niet te ver! Is 't we! werkelijk waar «Waarom nog te twijfelen 7" sprak do vreemde heer. «Gij ontvangt morgen uw geld en gaat vrij tirvs weegs." «Mijn geld? O, genadige heeren, dat geld be hoort mij niet!" «Wien dan?" Ik zweeg. Ik kon niet zeggen, voor wie ik het bestemmen wilde- Do vreemdeling lei mij de hand op don schou der en sprak: «Ga in vrede, wakkere jongeling, en nrogo Gods zogen u geleiden!" Ik ging heen, maar toen ik buiten het vertrek kwam, trilden mij de boenen zoo, dat ik mij op de trap, die naar do gevangenisUamer voerde, moest neerzetten, Daar liet ik uun mijne tranen don vrijen loop. Eene zwato hand greep mijnen arm en naast, mij stond do cipier, die mij meende te troosten roet do woorden: «Zoo, wil men u tocli laten hangen, Bassilie?" En toen ik den halfbeschonken man niet ant woordde, vervolgde hij: «Wees daar nu niette bang voor. Ik ken den beul en wil wel een goed woordje voor u doen, dat hij het kort met u maakt." «Waar spreekt gij toch van?" riep ik eindelijk. «De boido heeren hebben mij de vrijhoid aange kondigd. Morgen verlaat ik ais vrij man dit ge bouw." «Wat! Gij vrij?" riop do ruwe kerel. «Dat spijt mij, Bassilie, niet om u, maar om mij ze'f. Wio zal nu mijn hout kloven en voor mijne vrouw water buien? Bedenk dat toch, jongen, en beraad u nog eens goed. Zouüt gij bier niet liever blijven II; had mij beraden en bleef niet. En toen den volgenden morgen dezelfde man, nu nuchter go- wonlon, mij de gevangenis ontsloot, toen drukte bij mij vriendelijk de hand en verheugde zich over mijn geluk. Wordt verrnbjd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 6