>'e III Maandag 1 December. N°. 7642. Eerste Blad. A0. 2890, V ier-en-veertig'ste Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. uitgkver-T odé. Biimenlaiidsclic Beri clite 11. t i te van 'V.-' e-* A "v COUilll Abonnementsprijs, per kwartaal t 1,85. Jfranco per post, door het gehesle Rijk- 22.50. Afzondei Hike nominers- 0.10. BVHEAC: MA II III", K, 124. Advertentieprijs: van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courant, f 1,10. Iedere gewone regel meer - 0.10, Diuv.mam. geplaatst wordt tegen twbhmaaï. beiekend. Dit nummer beslaat uit (!rie bladen, Schiedam, 29 November 1890. Hoe klein ons vaderland ook zijn moge, bij gelegenheid van het overlijden van 7. M, onzen geëerbiedigde» Koning zijn wij door de gansche buitenlandsche pers herdacht, en wel op een wijze, waarmede wij tevreden kunnen zijn. 't Blijkt dan toch, dat we in ons werelddeel niet die Cidneezen zijn, waar voor men ons voik wel .eens heeft uitge kreten. 't Blijkt, dat men in het buitenland zeer goed op de hoogte is van ons doen en laten, en dat men ons, als natie met een groot verleden, weet te waardeeren. Alle buitenlandsche bladen roemen den echt con- stitutioneelen zin van onzen overleden Koning, die in dit opzicht een model voor andere vorsten heeten mag. Terecht wordt er ook op gewezen, dat de regeering van den constitutioneelen Koning te gelijk den toestand van het land aangeeft, gedurende het tijdvak van zijn bestuur, eu maken we de rekening op van Nederland, gedurende het eenenveertigjarig bestuur van Koning Willem III, dan hebben we als we 't zelf niet willen erkennen, buitenlanders herinneren er ons aan redenen te over tot grootc dankbaarheid, 't Kan zijn nut heb ben een en ander nog eens in korte trekken in herinnering te brengen. Ons spoorwegnet en onze telegraphische verbindingen, dagteekenen bijna geheel uit de tweede helft dezer eeuw. Hei. Haarlem mermeer, een verslindende waterplas, werd een welvarende landbouwende gemeente. Be handel en de scheepvaart van Amsterdam en Rotterdam zijn door de waterwegen, door welks schepping we Europa verbaasden, ge baat op eeu wijze, waarvan de zegenrijke gevolgen dugelijks meer in het oog vallen. De bevolking van Nederland klom van ruim drie millioen in 1849 tot bijna vijf iniliioen. De staatsinkomsten zijn bijna verdubbeld, en toch is een groot aantal drukkende be lastingen afgeschaft, als: de rijksaccijnzen op brood, turf, steenkolen, schapen- en var- kensvleeseh. Afgeschaft zijn de uitvoerrechten, de scheepvaartrechten, de ton- en baken gelden. Hoewel de bevolking met ruim vijftig procent is toegenomen, zijn de lasten, die ook van minvermogenden worden geheven, niet vermeerderd en is de rente der staats schuld met de helft verminderd. Het onderwijs is onder de werking der- wetten van 4857 en '78 zeer uitgebreid en veel verbeterdhet aantal onderwijzers aan de lagere scholen, dat in 4849bijna zesdui zend bedroeg, is thans tot vijftien duizend geklommen. Het middelbaar onderwijs bestond niet voor de wet van 4863, thans genieten dui zenden leerlingen daarvan de vruchten. liet aantal bedeelden is in den loop van veertig jaren met de helft ruim tweehonderd duizend thans, tegen bijna vijlhonderd duizend in 1854 verminderd. De doodstraf is afgeschaft en ons strafwet boek mag een voorbeeld genoemd worden voor andere staten en bewijst, in vergelijking van vroegere strafwetten, hoezeer de zeden zijn verzacht. De levenskans is grooter ge worden en, zooals de cijfers der nationale militie leeren, althans de mannelijke bevol king is lichaim lijk vooruitgegaan. In Indie hebben ingrijpende hervormingen plaatsgehad, die liet moederland lot eer strekken, hoewel de hardnekkige oorlog in Atjeh verhindert de vruchten daarvan te plukken. Wil men tegenover dat alles wijzen op nog veel dat te verbeteren vult, niemand, die ontkent, dat Nederland nog op vrij wat hervormingen wacht; doch geeft de boven staande schets geen duidelijk beeld van vooruitgang, en wordt daardoor het vertrou wen niet verlevendigd op de toekomst, d>e we onder onze Vorstin en haar moeder tegengaau. Eeu zaak staat vast: de ofgeloopen week, hoe s*-, arte lijk ze ook is geweest, ze heeft de meest doorslaande bewijzen geleverd, dat Nederland in de rij der mogendheden vol strekt niet laag staat aangeteekend, dat men elders onze geschiedenis kent, en overtuigd is, dat we met ons voorgeslacht nog menigen karaktertrek gemeen hebben. Daarom heeft menigeen geglimlacht, toen hy onder alle loftuigingen aan den overleden Vorst en aan zijn volk toegezwaaid, zoo iets als liet volgende in een buitenlandsch blad kon lezenhet wns wel niet te veronder stellen, dat Nederland de regeering der Ko ningin-Regentes wel niet met een moeilijkheid zou willen laten aanvangen, en dat er dus kon verwacht worden, dat het zou toegeven in de netelige Congo-zaak, Nu, er is geen enkel teeken, dat Nederland in den bedoelden geest zal handelen, en naarmate de quaestïe langer hangende is, naar die mate neemt in het buitenland het aantal toe dergenen, die de meening der Nederlandsche regeering deelen. "Werkelijk, het heeft er veel van, dat de tegenstanders van onze inzichten lang zamerhand in voorstanders verkeeren. We staan een rechtvaardige zaak voor, waarom zouden we dan onze gedragslijn wyzigen? Ook ia dit opzicht kunnen we gerust zeggen: de geschiedenis der beschaving gedurende de regeering van Koning Willem III is voor Nederland een allerbelangrijkst tijdperk ge weest. Doet elk welgezinde zijn plicht, dan kan ons vaderland, onder zijn geliefd stamhuis, een eervolle plaats in de rij der mogend heden blijven onemen. Offlcicdo Berichten. Ingevolge de bevelen van Ilare Majesteit de Koningin-Regentes maakt de opper-cere- moniemeester bekend, dat deputation, die hulde weuschen te brengen aan het lijk van Zijne Majesteit den Koning, kunnen worden toegelaten op Dinsdag den 2n en Woensdag den 3u December a.s., van des morgens tieri tot twaalf uren des middags, en moeten zich daartoe alsdan aanmelden bij den adjudant van dienst aan het koninklijk paleis. Des namiddags van een tot vier uren zal op dezelfde «lagen het publiek te dien einde .den toegelaten. Bij kon. besl. zijn de heereu mr. J P. R. Tak van Poortvliet, lid van de Tweede Kamer, J. P. I. Buteux en J. II. C. Heyse, leden van Ged. Staten van Zeeland, A. van Ilooff, hoofd ingenieur van 's rijks waterstaat, M. B. G. Ilogerwaard, hoofdingenieur van den prov. waterstaat n Zeeland, en II. E. de Bruyii, hoofdingenieur van 's c.jks waterstaat, be noemd tot commissarissen vanwege Nederland om met door België te benoemen commis sarissen eene herziening der overeenkomst betreflende de afwatering van Viaandei en en eene regeling van het beheer der zoogenaamde gemengde polders voor cc bereiden. De gewone audiëntie van den minister van justitie op Dinsdag 2 December zal niet plaats hebben. BEN HAAG, 29 November. Heden vergaderde de raad van ministers. II, M. de Koningin-weduwe zal den dag na de begrafenis van HD. gemaal audiëntie verleenen aan de vreemde vorsten en buiten gewone afgezanten van vreemde hoven bijde plechtigheid. SCHIEDAM, 29 November 1890. De voorzitters van de beide Kamers der Staten-Generaal zullen met eene commissie uit de leden van beide takken der vertegen woordiging aanstaanden Maandag tegen woordig zijn bij de aankomst van den rouwtrein. Bij de aankomst te 's-Hage van het koninklijk lijk op Maandag a.s. zullen alle opper-, hoofd- en verdere officieren van het garnizoen der residentie op het perron van liet station der staatsspoor geschaard staan. Door deputaties van de verschillende korpsen van het garnizoen zullen kransen op de lijkbaar worden neergelegd, De priDS en prinses van Wied worden a.s. Maandag te 's-IIage verwacht. Bij 's Konings begrafenis op Donderdag 4 December a.s., worden «ie volgende volste- lijke perscncn verwacht: de regcerende vorst f van Waldeck en Pyrmont, vader, en de vorst van Bentheim-Steinfurt, broeder van H. M. de Kotiingln-Weduwe-Regentesde groothertog en de erf-grootherlog van Luxem burg de prins Wilhelm van Wurtemberg de grootvorst Alexis van Rusland, prins Albert van Pruisen als vertegenwoordiger van den keizer var. Buitschland, aartshertog Ferdinand van Oosten rij k-Hongari je, do graaf van Vlaanderen, de groothertog van Saksen- Weimar, prins Kduard van Saksen-Weimar, vertegenwoordiger \un de koningin \an Engeland, de erfprins van Schaumburg-Lippe en de hertog Johann Albert van Mecklenburg. Omtrent vier dezer vorsten is thans reeds bepaald, dat zij hun intrek zullen nemen ten paleize, namelijk de vader en broeder van H. M. de Koningin-Weduwe, zoomede de groothertog van Luxemburg, hertog van Nassau en prins Frederik van Wurtemberg. Namens de officieren van de landmacht zal door de te 's Ilagc aanwezige generaals een fraaie krans op de koninklijke lijkkist worden nedergelegd. De deputatie van het 41e reg. huzaren uit Dusseldorf, die 's Konings begrafenis zal bijwonen, zul bestaan uit 7 officieren. Naar de N. .72. Cé. uit goede bron ver neemt, is liet de Wenseh van II. M de Koningin-weduwe, om, wanneer II. M. a.s. Maandag met de jeugdige Koningin in de residentie zal aankomen, onder de tegen woordige droevige omstandigheden niemand ter ontvangst aan het station te zien. Er zullen dan ook bij aankomst der beide Koninginnen geene autoriteiten ter opwach ting aanwezig zijn. HII. MM., den trein verlaten hebbende, zullen dadelijk in een onder de kap naast het goederenkantoor gereedstaand gesloten rijtuig plaats nemen, en zich naar het paleis begeven. Een gedeelte van de Rijnstraat wordt af gezet, zoodat liet publiek het station niet kan naderen. Van het Loo wordt van gisteren gemeld: Van lialftwee af verdrong zich heden- namiddag eene groote menigte voor liet paleis, zeker zullen allen geen gelegenheid hebben om bij de lijkkist te komen. Zilveren krans*, n van de jachtopzieners, van het dienstpersoneel op het Loo, op Soestdijk en op Oranje-Nassau zijn bij de lijkkist neer gelegd. De e ere wacht bij de lijkbaar bestaat uit de heeren jhr. Röell en jhr, v. d. Poll, adjudanten, nan het hoofdeinde; haron Van Tujjl van Serooskerke, ordonnans-officier, aan het voeteneinde. De aanblik der rouwkamer is indruk wekkend. Zooals wij reeds hebben gemeld, bevat de StaaiscouratU van gisteren het programma voor het vervoer van het lijk van Z. M. den Koning. Het is te groot om het in zijn geheel

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 1