Zaterdag 7 Februar N°. 7688. KENNISGEVING. e u i 11 e t o n. Het goud van de Orion. A". 1891. ij f-en-veertigst Jaargang. Versch nt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. BiiUcnidiuXscUc Berichten. UITGEVER: T. ODÉ. Iiu-lgtlngen, welke gevaar, schade,ol hinder kunnen, veroorzaken.' Burgemeester en Wethouder» van Schiedam; Gelet op de artt. 8, 16 en 27 der vyet van den 2den Junij 1875 Staatsblad no. 95); Geven kennis aan de ingezetenen 1 o. dat op heden door hen vergunning verleend is aan de firma B. A. J. WIÏT- KAMPF en hare regtverkrijgenden tot uit. breldlng der stoomkracht in hare bran derij aan de Westerkade, wijk G, no. 357 f, kadaster sectie M, no. 364. 2o. dat door heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie, bij hun besluit van den 27den Januarij jl., vergunning verleend is tot ultr breldlng van het vljzelgeniaal der ge meente aan de Broersvest alhier. Schiedam, den 5den Februarij,1891. Burgemeester en Wethouders voomd., P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. Be Secretarist S. A. VERNÈDE, Jftf. S. d u i t s c h l4 k d. De Rijksdag behandelde gisteren de begroo ting van buitenlandsche zaken, waarbij het ■ontwerp betreffende de bescbermingstroepen in Oost-Afriba aan de orde kwam. De heer Mirbach was van oordeel; dat het eiland eene onvoldoende vergoeding was voor den afstand van grondgebied in Oost-Afrika. De rijkskanselier wees er op dat hij, toen itij aan het bewind kwam, het onder Duitschen invloed staand gebied in staat van oorlog vond. Den 2n Mei stelde de keizer het program vast, volgens hetwelk Witu eventueel kon worden prijsgegeven, de hoogheidsrechten en het bestuur over de kuststreek onmiddellijk onder de rijksregeeringzouden worden gesteld en de beschermingstroepen keizerlijk zouden worden. De fout onzer koloniale staatkunde was, dat wij indertgd te veel namen. Dat Witu een landstreek is, geschikt voor den landbouw, is ten eenenmaie onjuist. Reeds vóór het verdrag met Engeland werd gesloten, werd Witu slechts als een ruilartikel beschouwd. Ook is er gezegd dat Von Bismarck niet licht den afstand van Witu zou hebben ingewilligd. Het zou- zeker geheel in strijd geweest zijn met mijn plicht, mij niet te vergewissen van de bedoelingen mijns voorgangers. Von Bis- marok schreef in den herfst van 1889: sDe Engelschen in Zanzibar zijn ons meer waard dan Witu". Ik moet dit verwijt dan ook van mij. werpen. Bij de bespreking van het verdrag met de Oostafvikaansehe maatschappij zegt de rijks kanselier verder: »Het bloed hef ft mij ge kookt, toen ik in elke paragraaf van het ver drag dier maatschappij met uen sultan van Zanzibar vijf-zesmaal de woorden sde vlag des sultans" las." Ons streven is, wat wij bezitten van de kust uit voort te bouwen, terwijl nog beproefd wordt den handel van Zanzibar naar het Duitsche kustgebied af te leiden. Ten aanzien der 'slaven-quaestie moeten wij het gevoelen der kustbewonersontzien. De heer Soden s de eenige, dien wij daar heen kunnen zeBden; hij is wel niet als •optimist van daar teruggekeerd, maar toch gelooft hij dat er wel iets van te maken is. De bankier Bleichróder, te Berlijn, een vertrouwd vriend van Bismarck, die niet met den rijkskanselier in ongenade viel wordt thans niet meer aan het hof ontvan gen. Hij heeft zichnaar men verhaalt 's keizers ongenoegen op den hals gehaald door Z. M. in de jongste dagen van geld verlegenheid 25 millioen ter leen aan te bie den, onder voorwaarde dat de hofprediker Stöcker ontslagen, zou worden. Er was toen reeds tot dat ontslag besloten. Maar keizer Wilhelm achtte zulk een aanbod, waarbij hem een voorwaarde werd gesteld, een be- leediging en ontzegde den rijken bankier den toegang tot het hof. B E I 6 I E. Men verwacht het uitbreken eener minis- terieele crisis. De verhouding tusschen den minister-president Beernaert en den leider der rechterzijde in de Kamer, Woeste, is name lijk zoo gespannen in zake de grondwets herziening, dat men gezegde oplossing voor waarschijnlijk houdt. Te Manage zijn Woensdag bij gelegenheid van de loting ernstige ongeregeldheden voor gevallen. De lotelingen, vergezeld door een talrijke volksmenigte, trokken in optocht naar het stadhuis, onder het roepen van»Weg met de onrechtvaardigheid! Leve de werk liedenpartij. Leve het algemeen stemrecht en de algemeene werkstakingYóor den optocht werd een vergadering gehouden, waarin tegen de loting werd geprotesteerd. Volgens de Journal de Bruxelles heeft den 19n Augustus van het vorige jaar een treffen plaats gehad tusschen •soldaten van den Congo-staat en Arabische slavenjagers. Het gelukte luitenant Descamps met 7 blanken en 200 zwarte krijgers, de 7000 Arabieren op de vlucht te slaan. 30 Arabieren werden gedood en 60 gewondongeveer 1000 zwar ten die de Arabieren tot slaven gemaakt hadden, werden bevrijd. -Onder de voorwer pen welke de Arabieren moesten achterlaten, bevond zich een vat buskruit, dat het merk droeg der Nieuwe Afrikaansche handelsver- eeuiging. ENGELAND. Bij het Huis van afgevaardigden der Yer- eenigde Staten is een wetsentwerp aanhangig gemaakt, strekkende om aan de regeering een krediet toe te staan van een half millioen dollar voor het vestigen van een station voor de Ameiikaansche vloot aan de Paarlrivier in Hawaf welk koninkrijk dit wenscht als waarborg tegen en eventueelen aanval van eene der groote mogendheden. Daardoor zou het evenwicht van Noord-Amerika in het noordelijk gedeelte van den Stillen Oceaan voorgoed gevestigd zijn, waarvan nog onlangs de noodzakelijkheid werd betoogd door de Kamer van koophandel in San Francisco. Yolgens telegrammen uit Lissabon wordt ontkend dat het document^ hetwelk de Times heeft openbaargemaakt als te zijn het ont werp van den charter voor de Mozambique- compagnie, authentiek zou zijn. Vermoedelijk heeft de Times slechts het oorspronkelijke prospectus gezien, waarin een ontwerp voor kwam voor eene concessie welke zij nooit verwierf omdat de regeering er ingrijpende wijzigingen in bracht. Juist is, dat de regeering het voornemen heeft, aan de Mozambiqué- compagnie een nieuw charter te geven, en dat de koning thans de daarop betrekking hebbende documenten overweegt. En ook is het waar, dat in dit nieuwe ontwerp-charter Roman van H. ROSENTHALBonin. Hoofdstuk IV. 9. Hille-Oe is een eiland dicht bij Christiaansand in het zuiden van Noorwegen. Het bestaat uit kale rotsen, duinen, weiland, een weinig bosch- grond, eenige ^hoeven, die over het ongeveer twee •uur gaans lange en even zoo breede eiland ver strooid liggen. Aan den westkant van dit eiland, waar de dui nen! aan eene open vlakte palen, had Björn Halfson zijne scheepswerf en timmerde hij sedert dertig jaren de schepen,'die men, in den omtrek noodighadbooten, jachten, zelfs tjalken. Halfson was,een gegoed man. Zijne werf had een levendig -aanzien; er was altijd werk. Hij was .wedqwnaar. jraet 4eqe,dochter,; een flink- opgeschoten meisje met tamelijk breed en rond gezicht, frissche roode wangen, sluik blond haar. en groote, helderblauwe oogeu. Njetta was in haren kring bekend als een vertroeteld kind, wild en losbandig, eigenzinnig en vermetel, maar toch met een goede, arbeidzame natuur. Tot nu toe had geen jonkman het gewaagd met Njetta verkeering te zoeken. Dit bedroefde haren vader; zij zelf lachte er om. Op den avond van den vierden October zat het meisje aan het strand. De zon wierp hare schuin- sche stralen over het effen watervlak en de weer kaatsing van het licht op den vloed verblindde bijna de oogen, Njetta had zich daarom omgewend. Doch toen zij zich op eens weder naar het strand keerde, otn te zien hoe ver het water reeds geste- i gen was, sprong zij van schrik overeind. Vlak voor baar lag eene boot. Zij scheen wel ledig. Zij had geene kousen en schoenen aan en de schrik was gauw over. Dadelijk liep zij op het kleine vaartuig toe, maar schrikte nu nog heviger, want in de boot lag een menscb, een doode, zoo 't haar, toescheen. Van zenuwachtigheid en vrees wist het meisje niet. Zij trok het lichte scheepje verder het strand op en beschouwde, ja betastte het bleeke gelaat nauwkeurig en lang, en onder dit werk nam haar gezicht eene ernstige, sombere uitdrukking aan. »Zou hij werkelijk dood zijn!" riep zij op smar- telijken toon. «En dan zulk een schoon jongeling O, als gij nog leefdet, sloot ik u in mijn armen en het u niet weder los, voor gij mij beioofdet de mijne te zijn," Nog eens legde zij het oor aan den bleeken mond, sprong toen weder op en snelde naar de timmerwerf om liulp in te roepen. Dadelijk kwamen haar vader en een twintigtal knechts toeloopen. oHter ligt een doode, riep zij hun al van verre toe, edie uet deze boot is komen aandi ijven 1" Björn keek zijn kind verbaasd aan, gaf toen zijn werklieden last om weer aan den arbeid te gaan. behalve twee, met wie hij op de boot toetrad. Daar lag hij, de schoone jonkman, in wien onze lezers terstond den van honger bezwijmden Willem Guicard zullen'herker.d hebben. Dood was hij niet, maar het scheelde weinig. Voorzichtig tilden zij den stervende uit de boot en bij dit werk viel er iets zwaars uit den zak van den jongeling. Björn nam het op en stond ver bluft, toen hij bemerkte dat het vijf rollen Engel- sche goudstukken waren, sovereigns, ter waarde van twaalf duizend vijfhonderd kronen. Op elk der rollen stond met duidelijke letters: »Pomard-Orion." Deze laatste naam stond ook op de boot. sEen gezagvoerder is hij niet," zeide Björn tot zijne dochter," daartoe is hij te jong. Het is een matroos, die het geld gestolen heeft en er mee van het schip gevlucht is, of wel een schipbreu keling, die het geld gered heeft." «Gestolen heeft hij het niet!" riep Njetta, en keek baren vader toornig aan. «Wie zegt u dat, en waarom wordt gij daar hoos om?" vroeg Björn met verwondering. «Daar heb ik wel reden toe," hernam het meisje, owant als wij hem in het leren houden, wil ik dezen man hier houden en hem huwen." Wordt vervolgd.) Abonnementsprijs, per kwartaal1.85, .Franco per post, door bet geheele Rijk 2.50, Afzonderlijke Hommers- 0.10. BUKBAC: BOTER8TRAAT, E 37. Advertentieprijs: van i10 gewone regels met inbegrip van eene Courant1.10. Iedere gewone regel irieer - 0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal betekend.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 1