Hoewel de minister geen bepaalde toezeg ging deed, beloofde hij toch dit punt te over wegen. De heer Cremers toetste bij de behande ling van hoofdstuk III (buitenlandsche zaken) het beleid van den minister aan de vereisch- ten door hem zelf, als Kamerlid, gesteld aan een hoofd van het dep. van buitenl. zaken, nL dat daaraan een man moet staan van ervaring, zaakkennis, tact en beleid, welke factoren, naar het oordeel van den heer Cre mers, den minister Hartsen ten eenenmale ontbraken, hetgeen nog onlangs gebleken is bij de Congo-quaestie en de grensregeling in Suriname De minister van buitenl. zaken verdedigde zijn beleid, daarin gesteund door den heer Melvill van Lijnden. Hoofdstukken II en III zijn aangenomen. Bij hoofdstuk justitie drong de heer Van Lier aan op wijziging van de wetgeving op de olographische testamenten. De hecren Muller en Mooienburgh kwamen op tegen elke poging om de vrijheid van verkoop door coöperatieve vereenigingen te beperken, daar dan o. a. de eobporatieve landbouwvereenigingen onmogelijk zouden worden gemaakt en de vrijheid van den han del onnoodig beperkt. De minister van justitie verzekerde dat hij de zaak der olographische testamenten spoedig zal onderzoeken. In zake coöperatie heeft de regeering geen toezegging hoege naamd gedaan tot herziening der cooperatie- wet. Voor het oogenblik bestaat daartoe aller minst bet voornemen, al schijnt beperking van verkoop aan niet-leden niet uoodig voor den bloei der coöperatieve vereenigingen. Het hoofdstuk werd daarna goedgekeurd, evenals de onteigeningswetten voor straat- aanleg te Amsterdam en eene begraafplaats te Veendam. Bij hoofdstuk binnenlandsclie zaken drong de heer Alberda van Ekenstein aan op leer plicht en lierlialingsondei'vvijs, op onderwijs in land- en tuinbouw en ambachtsonderwijs, en vooral op ontwikkeling der vrouw. De heer Verheijen droug aan op betei e opleiding voor middelbaar taalonderwijs, op een tweeden leerstoel voor het Fransch en op een brandvrij lokaal voor het museum van natuurlijke histoiie te Leiden. De heer Van Gennep drong aan op vrijheid van lijkverbranding. Morgen te 2 uur voortzetting. SCHIEDAM, 19 Februari 1891. Een even belangrijke als leerrijke avond was den leden van ons Nutsdepartement gisteren beschoren de gevierde letterkundige prof. dr. Jan ten Brink van Leiden, die ten vorigen jare zulk een heerlijk licht deed vallen over het nationaal karakter der Neder- ïandsche letterkunde, behandelde ditmaal een der groote figuren uit de Russische, den be roemden Léo graaf Tolsto't. Spreker begon met te verklaren dat, hoewel de Russische taal ons minder eigeu, en de Russische letterkunde ons minder bekend is, een karakterteekening en levensbeschrijving van een persoonlijkheid als Tolstoi hem geenszins ongewenscht voor kwam. Na deze inleiding teekende spreker zijnen hoorders op voortreffelijke, aangrijpende wijze het beeld van den edelen graaf, den kunste naar en reformator in de letterkunde: hoe ontevreden over de bestaande toestan den in ziji vaderland, met woord eu daad heeft gestreden om daarin verandering te brengen, gedreven door zijn meesterlijke ge dachte den bocze niet te wederstaan, doch het kwade te overwinnen door het goede. Wq zien hem arbeiden voor zijn grootsche taak, voor zrjn heerlijke roeping; vele moderne historische lomans ontvloeien zijne pen, als evenzoovele bewijzen van zijn schitterend vernuft. Kunstènaar en hervormer, is hij als letterkundige geheel oorspronkelijk, vormt hij als 't ware een nieuw tijdperk in de Russische letterkunde; in zijne werken stort hij geheel zijn gemoed uit, treedt hij zelf als personage op. Gretig worden zijne penne- vruchten gelezen, ja schier verslonden, daar zij een zoo getrouwe afspiegeling geven van het Russische volksleven. Verschillende zjjner werken werden genoemd en een daarvan, het bekende: Oorlog en Vrede", in het bijzonder besproken. Karakteristiek zijn ook Tolstoï's daden. Spreker verhaalt hoe hij zijn volk bezocht, zich tot den boerenstand, de z.g. paria's, ge voelde aangetrokken en hen bemoedigde voor de toekomst, doch hen tevens vermaande niet met geweld zich te verzetten. Uitmun tend werd dit door den gevierden spreker beschreven, die door zijne boeiende voordracht zijne hooiders in verrukking bracht. Hoe treurig even wel heeft de groote man, de beroemde, gevierde letterkundigede humane graaf zijn werk voortgezet! In slede van zich aan de letterkunde te blijven wijden, door bemoedigende, geestdriftvolle geschriften en woorden zijne benijdens waardige roeping getrouw te blijven, werpt hij zich in de mystiek van het leven en houdt hij op kunstenaar en hervormer te zijn, door zich bezig te houden met ver- stompenden arbeid en af te dalen tot hen, die hij tot zich had moeten opheffen. Aangrijpend is deze slotscènewaarin spreker deed uitkomen hoe niet het idealis tisch ziekelijke, doch alleen het gezonde idea lisme op den duur tot iets hoogers, tot ver wezenlijking van het ideale kan leiden. Met ten kernachtige toespraak besloot de voorzitter, onder daukzegging aan prof. Ten Brink, de vergadering. Dinsdag jl. zijn de stoombooten Oud- Beierland en Zuidland, beide varende van Oud-Beierland naar Rotterdamdoor den zwaren mist genoodzaakt geworden aan het havenhoofd alhier te blijven liggen, waardoor verhinderd werd dat een aantal runderen, voor de Rotterdamsche veemarkt bestemd, en ook pluimgedierte de plaats hunner bestemming bei eikten. Zij werden hier gedeeltelijk verkocht, terwijl de onverkochte Woensdag met de Zuidland naar Oud-Beier land werden teruggebracht. De Oud-Beier land zétte toeu de reis naar Rotterdam voort. De gewone audiëntie van den minister van kolöniën op Vrijdag 20 en die van den minister van waterstaat enz. op Zaterdag 21 dezer zullen niet plaats hebben. De afdeelingen der Eerste Kamer hebben benoemd tot rapporteurs over de stedenwet de heeren Kappeyne, Rengers, Van Royen, Van Gennep en Vening Meinesz. Ds. C. E. van Koetsveld schrijft in het Haagsche Dagblad: Onder de uitgave mijner «Toespraken bg de graven van Oranje-Nassau", op zoo treurige wijze vertraagd, kwam mij nog veel te binnen, dat ik in ons vorstenhuis beleefde, en daar onder éen trek. die zoo geheel den overleden Koning teekent." Het hierbedoelae geval is in hoofdzaak dit Toen in Den Haag het idiotengesticht zou opgericht worden en de vereeniging zich ook tot den Koning om steun wilde wenden, vernamen zij van te voren van den thesaurier voor de weldadigheidszaken, dat Z. M. eens voorgoed besloten had niet meer aan der gelijke inrichtingen te geven, omdat het een onbegonnen werk was. Ds. Van Koetsveld verzond toen echter toch de officieele aanvraag en daarnevens een per soonlijk schrijven met verzoek, dit aan Z. M. zelf ter hand te stellen. Het antwoord op de officieele aanvraag was afwijzend. Doch de brief van ds. Van Koetsveld werd persoonlijk door den Koning beantwoord en daarbij was ingesloten de som van f600 voor het gewenschfe doelj doch onder beding, dat er met geen enkel woord in het publiek van zou worden gerept. De rijkscommissie voor de examens ter verkrijging van een diploma als stuurman aan boord van koopvaardijschepen, zal aan vangende den lOn Maart, te 9 Vs uur, zitting houden te Rotterdam, gebouw der loge, Een- drachtsstraat no. 14. Om tot een van die examens toegelaten te worden, moet men zich voor 3 Maart schriftelijk en portvrij bij den voorzitter der commissie, den heer J. H. P. E. Kniphorst te 's-Hage, aanmelden. Voor nadere bijzonderheden verwijzen wij naar de St.-Ct. van gisteren. Ter kennis van belanghebbenden wordt gebracht, dat ten behoeve van de uitvoering van werken op het Belgische gedeelte van het kanaal \an Brugge naar Sluis, het peil op dat kanaal van 1 tot 8 April a.s. tot 0,50 M. beneden gewoon peil zal worden verlaagd. (Stat.) Bij de jongste verkiezing te Dordrecht hadden de Roomsch-katholieken een eigen candidaat gesteldin plaats van dien der anti-revolutionnairen te steunen. Het orgaan dezer partij duidt hun dit zeer euvel en beweert, dat de candidaat, graaf van Rech- teren Limpurg, een liberaal is. De Maasbode ontkent dit, en schrijft de ergernis van de Standaard alleen hieraan toe, dat wat nu in Dordrecht is gebeurd een voorproefje is van hetgeen men m het vervolg zal zien. De correspondent der Zutph. Ct., die het weten kan, schrijft: «Op dit oogenblik is voor zoover ik weet de heer Van Houten de eenige liberaal, die het behoud der nummerverwisseling verdedigt." De »kern van liberalen", die volgens den heer Van Houten voor het stelsel-De Roo gestemd was, is dan wel zeer geslonken I Toch is de heer Van Houten nog altijd de man, die in eigen verbeelding de liberale be ginselen op militair gebied vertegenwoordigt. De corr. der Zutphensehe Ct. komt er echter tegen op, dat de heer Van Houten wordt aangevallen op de wijze als door prof. Spruyt geschiedt. Het is wat fraais I Is er iemand, die zoo roekeloos in zijn aanvallen en beschul digingen is, zoo onbeschroomd wie het met hem oneens zijn, voor onbekwamen en onbe voegden uitmaaktzoo volkomen in zijn zelfgenoegzaamheid de gave van waardeering van anderer gevoelens mist, als de heer Van Houten? En men zal hem niet eens flink mogen terechtwijzen! "VVij stellen den heer Van Houten hoog, omdat, hetzij men 't met hem eens is, hetzij niet, altijd wat van hem te leeren valt. Staan wij dikwijls mijlen ver van hem af, dikwijls ook kunnen wij ons volkomen met zijn inzichten vereenigen, en dan aarzelden wij nooit het te erkennen. Maar wie wat 'verdient, moet wat hebben, ook al is het mr. Van Houten. Door de maatschappij tot bevordering der bouwkunst zijn voor het jaar 1891 als prijs vragen uitgeschreven I. Het ontwerp voor een zomerschouwburgII. idem voor een gebouw voor tropische planten in een botani- schen. tuinIII. idem voor een bovenlicht van een trapportaal. De regelings-commissie van het sociaal congres heeft in hare vergadering van 14 Februari jl. van bijna alle heeren, die door haar üitgenoodigd waren om een der vijftien punten voor dit congres in te leiden,' de bereid willige verklaring ontvangen, dat zij hiertoe gaarne genegen waren, maar de meestert van hen, die over speciale punten zouden rappor teeren, oordeelden den. tijd van 4 a 5'Weken voor de ingereedheidbrenging van hun rapport veel te kort en, tenzij de opening van het con- I gres verschoven werd, de indiening van een behoorlijk rapport hunnerzijds ondoenlijk. Dientengevolge heeft de regelingscommissie besloten het congres te openen op 6 October dezes jaars en zich den tijd, die hierdoor vrijkwam, ten nutte te maken om alsnu te doen, wat zij eerst om den korten tijd naliet, om namelijk vooraf bij «Patrimonium", dat in dezen liet initiatief nam, te onderzoeken welke denkbeelden in de kringen van «Patrimonium" omtrent "de sociale quaestie bovendrijven en welke wenschen aldaar worden gekoesterd. Hiertoe zijn een vijftigtal vragen aan «Patri monium" toegezonden, dat hierover het advies der afdeelingen zal inwinnen en daarna te Amsterdam eene consultatieve vergadering met de regelingscommissie zal houden op Dinsdag na Paschen. Tevens werd besloten de rapporten over de eerste drie punten, rakende de beginselen uit Gods Woord, voor 1 Mei in gereedheid te doen brengen, opdat deze tijdig aan de overige rap porteurs kunnen worden toegezonden, ten einde deze rapporten met de geschetste be ginselen niet in strijd mogen zijn en alzoo de eenheid van de resolutiën van het congres beter moge zijn gewaarborgd. De studenten «Debating Society", te Lei den, heeft haar 25-jarig bestaan herdacht. Aan prof. Buys, op wiens initiatief dit ge nootschap was opgericht en die al dien tijd haar volijverige voorzitter was, weid door de oud-medebestuurders, uit wiens naam mr. Snijder van Wissenkerke sprakdank ge bracht en huldemede in een stoffelijk souvenir, een bronzen beeld, naar Pinedo's »Juge du conseil des dix a Yénise". Men schrijft uit Utrecht aan het N~.v. d. D. "Voor de uitvoering der tragedie van Sopho cles «Koning Oedipus", door de studenten van het Utrechtsche studentenkorps, op 11 April a.s., zijn reeds alle plaatsen door de in woners uit Utrecht genomen en zijn veel personen afgewezen moeten worden. Teneinde nu ook het publiek uit Amster dam en -andere plaatsen in de gelegenheid te stellen eene opvoering van «Koning Oedi pus" bij te wonen, heeft de regelings-com missie besloten eene tweede opvoering te doen houden, op 17 April a.s. Voor die ge legenheid zal de staatsspoorweg-maatschappij een extra trein laten loopen van Utrecht naar Amsterdam, vertrekkende 's avonds 11.45 uit Utrecht en stoppende te Maarsen, Breukelen en Nieuwersluis, tot het uitlaten'' van reizigers. Door stemgerechtigde ingelanden van den- Zuidpolder van Delfgauw is tot secretaris penningmeester benoemd de heer H. J. J.. van Buysen, te Pijnakker. De AT. B. Ct. wijdt een warm woord van- hulde'aan h'et talent van den schilder Johan nes' Bosboom, die giéteren zijn 74sten verjaar dag vierde. Een onzer lezers schrijft ons dat, volgens zijn inlichtingen, aan het stationstervein te Venlo niet minder dan 1083 goedeiemv agens te veel aanwezig zijn, deels ongeladen. Van vele der geladen wagens zou zelfs de plaats van bestemming onbekend zijn. Vanzelf rijst bij dit bericht de vraag, of zulk een toestand houdbaar is. Zulk een buitengewoon hoog cijfer voor éen station, terwijl elders gebrek aan vervoermiddelen is, kan toch niet gehandhaafd worden. (HïZ.) Betreffende den diefstal door middel van- braak, Zondagavond in een pand in het Hang gepleegd, kunnen'wij nader mededee- len, dat er niettegenstaande de ijverige onder zoekingen van'dé''politie, er nog niets met zekerheid bekend' is*; van de vermiste gelds waarde is* nog" niets teruggevonden. Tal van 'persoden'zijn gehoord, doch daarna 4

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 2