1 J A0. 1891. Donderdag 26 Februari. N°- 7701. KENNISGEVING. KENNISGEVING. KENNISGEVING. Feuilleton. Het goud van de Orion. "vr:4 ij f -en - 7e e r t i g- s t Jaargang. Versch at dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. UITGEVER: j7 ODÉ. Buitenlaiidsche Berichten. i,y-M V 1 Abonnementsprijs, per kwartaal franco per post, door het geheele Rijk Afzonderlijke «emmers f 1.85. - 2.50. - 0.10. ■UHBAÜ! BOTERfijTRAAT, B 2 7. Advertentieprijs: van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courant. 1.10. Iedere gewone regel ineer ..-010. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal beiekend. Inrlgtingen, welke gevaar, schade ol hinder bannen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders •van Schiedam; Gezien het verzoek van den Directeur van den stoomraolen «DE CYCLOOP" ora vergunning tot uitbreiding van dien stoom» molen aan den Buitenhavenweg alhier, wijk no. 360, kadaster sectie L no. 1343. (Het vervangen van de bestaande machine en ketel door een stoommachine van 32 paarde- kracht en een stoomketel van 48 M1 verw. oppervlak); Gelet op de Artt. 6 en 7 dei- Wet van den 'Öden Junij 1875 Staatsblad no. 95); Doen te weten: Dat voormeld verzoek met de bijlagen -op de Secretarie der gemeente is ter visie gelegd; dat op Woensdag den llden Maart a,s., des middags ten 12 ure, ten Raadhuize gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen het toestaan van het verzoek in te brengen en die mondeling of schriftelijk toe te lichten; en dat gedurende drie dagen, vóór het tijd stip hierboven genoemd, op de Secretarie der •gemeente, van de schrifturen, die ter zake mogten zijn ingekomen, kennis kan worden genomen. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 25sten Februarij 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. J. YAN DIJK VAN MATENESSE. Bet Secretaris, S. A. VERNÊDE, Fd. S. Kleinhandel In terken drank. burgemeester en Wethouders van Schiedam brengen, ingevolge art. 5 der Wet tot regeling van der kleinhandel in sterken drank en tot beteugeling van openbare dronkenschap (Staatsblad no. 118 van 1885), ter openbare kennis, dat bij hen een verzoekschrift, om vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein, is ingekomen van H. L. VAN DIJK, voor het pand aan de Schie F no. 65. Schiedam, den 25n Febrtiarij 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. Be Secretaris, S. A. VERNÊDE, Fd. S. Oproeping onder de wapenen van Milicien-Verlofgangers der L1C!> TIK© van 1886. De Burgemeester van Schiedam Gelet op de Circulaire van den heer Commissaris des Konings in de provincie Zuid-Holland van den 14den Februari) jl., A, No. 479/1 (2de Afd.); Brengt bij deze ter kennis van de daarbij be langhebbenden lo. dat krachtens art. 125 der wet van 19 Augustus .1861 Staatsblad No. 72), de verlofgaugers der militie van de iigting van 1886, behoorende tot het.2de, het 8de en het 6de Regiment Infanterie, onder de wapenen worden geroepen voor de hierna vermelde tijdvakken die van het 2de en van het 6de Regiment Infan terie. van 6 April tot 18 April 1891 die van het Ie Bataljon van het 3e Regiment Infanterie, van 9 Maart tot 21 Maart 1891; die van het 2de, het 3de en het 4e Bataljon van het 3de Regiment Infanterie, van 6 April tot 18 April 1891en die van het 5de Bataljon van het 3e Regiment Infanterie, van 20 Apnl tot 2 Mei 1891 2ó. dat de verlofgangers, gevestigd m gemeenten vanwaar zij niet m één dag hun garnizoen kun nen bereiken, niet te min zich eerst op den dag voor de opkomst bepaald, op marsch behoeven te begeven en den volgenden dag zoo vroegtijdig mogelijk bij hun korps zullen moeten aankomen Wordende de betrokken verlofgangers verwit- tigd, dat zij zich, voorzien van al de voorwerpen van Meeding en uitrusting door hen bij hun vertrek met groot verlof medegenomen, alsmede van verlofpas en zakboekje, dp het bepaalde tijdstip, des namiddags vóór vier urt-n, bij hunne korpsen moeten bevinden; dat zij zich echtervoorafterGemeente-Secretarie moe ten vervoegen, zoowel tot het doen afteekenen van hun verlofpas als tot het ontvangen van de passage- biljetter. en daggelden voor zoover zij daarop aan spraak hebben; dat de verlofganger, die aan de op roeping niet voldoet, als deserteur zal wordon be handeld en dat hij. die, wegens ziekte of gebreken, op den bepaalden dag niet onder de wapenen kan komen, daarvan moet doen blijken door eene ter Gemeente- Secretarie over te leggen geneeskundige verklaring, terwijl zoodanige verlofganger voorts verpligt is zich, na zyne herstelling, bij zijn korps te vervoegen, ten einde gedurende zes wéken in den wapenhandel te vorden geoefend. En dat, na deze openbare kennisgeving ieder milicien hierin betrokken, geacht wordt \an zijne vetpligting kennis te dragen, waardoor hij gehouden is, zonder verdere oproeping, aan de voorschreven opkomst ta voldoen en derhalve later geene onwetendheid ten deze zal kunnen voorwenden. Schiedam, den 25sten Februarij 1891. De Burgemeester voornoemd, P. 1. VAN DIJK VAN MATENESSE. ENGELAND. In het Lagerhuis stelde Labouchere de vermindering voor van het Egyptische be zettingsleger met 3500 man. Men heeft (zeide hij) altoos beweerd dat de bezetting tijdelijk zou wezendoch zij schijnt al meer en' meer een karakter van duurzaamheid aan te nemen. Fergusson verklaarde dat het bezit van Tokar eene afdoende verdediging aan de hand doet voor Soeakim en tevens zal bij dragen om handel en nijverheid in Soedan te doen herleven. De regeering heeft ge noegzame bewijzen gegeven, dat de Engelsche bezetting geen duurzaam karakter moet dra gen, doch dat het terugtrekken der tioepen zal plaats hebben zoodra de veiligheid en een. goed bewind in den lande zullen ver zekerd zijn. Morley-meende dat de regeering ernstig behoorde te overwegen of zij niet een tijdstip voor de ontruiming van Egypte kan vast stellen. Hierop herhaalde de minister Stan hope de verzekeringen, door Fergus«on reeds gegeven. Labouchere's voorstel werd met 124 tegen 52 stemmen verworpen. In het graafschap Durham hebben opnieuw 20.000 werklieden den arbeid gestaakt, als protest tegen het optreden van lord Lon donderry die de werkstakende arbeiders zijner mijn te Silksworth gerechtelijk uit hunne woningen laat zetten. Blijkens nadere berichten uit Egypte is Osman Digna in de richting van Kassala gevlucht, en heeft een groot gedeelte zijner aanhangers het» verlaten om naar Tokar terug te keeren. In die stad en hare omge ving is thans alles rustig. De Baily News bevat een heftig artikel tegen het voortduren der Engelsche bezetting van Egypte, hetwelk strijdig genoemd wordt met de beloften van. Salisbury en van Gladstone. Een vertegenwoordiger van Reuter heeft eene ontmoeting gehad met Di Rudini, die hem verzekerde dat het handhaven der zeer vriendschappelijke verhouding tussehen Italië en Engeland, welke door geene enkele poli tieke moeilijkheid wordt bedreigd, het stre ven zal zijn van het nieuwe Kabinet. Italië's politiek zal gericht zijn op vrede en verzoe ning met Frankrijk, door verwijdering van alle mogelijke misverstand: en wat het binnenland betreft, bovenal op een herstellen van het evenwicht in de begrooting door bezuinigingen, niet door nieuwe belastingen. Volgens berichten uit New-York is het rapport verschenen van de commissie, die Roman van H. ROSENTHALBonin, 17, «Ook geen boot op het dek?" vroegCbarles. «Ook geen boot," was het antwoord. «De touwen, waarin zij gehangen had, waren doorge sneden." «En de boot was nergens te zien?" «Neen, en is hier ook niet komen aandrijven." Roe heette de man, die op den dag der stran ding plotseling van het eiland verdwenen is?" vroeg Charles op eens. William Guicard," antwoordde de schipper. Charles schreef dien naam in zijn zakboekje op. «Hoe oud was hij?" vroeg hij verder. «Omtrent zoo oud als gij, mijnheer." «Onzin 1" bromde Charles. «Hoe zag hij eruit? Zeg mij dat toch, vriend!" »Hïj geleek sprekend op u, maar had blond haar." »En mijn haar is zwartriep Ritschard, «hoe rijmt dat?" «Zijne huid was blank en zijne gestalte rijzig," vervolgde de zeeman. «En ik ben niet groot en beb breede schouders," spotte Charles, en vervolgde als bij zich zeiven «Ik ken dat; als men hier vi aagt hoe dit of dat er uitziet, dan heeft men dadelijk eene gelijkenis bij de hand, al is de gelijkheid sorns ver te zoeken. Dit maakt de omschrijving gemakkelijk. Nu," vervolgde hij luider, «ik dank u, vriend. De man heette dus William Guicard, was groot en rijzig, blank en blond, is het niet zoo?" De zeeman knikte toestemmend. En na het afscheidnemnn dacht Charles: «Als hij nog leeft, zal ik bem vinden." De domineesvrouw hoorde vreemd op, toen Cbarles liaar vertelde, dat bij den volgenden dag vertrekken wilde. «Ik ben hier nu al drie weken," sprak hij, «het wordt tijd van opbleken." «Maar gij neemt toch van mijne thee mede," zeide zij, «die zoo goed was voor uwe duizelig heid, en wilt mij wel beloven er alle moigens een kop van te nemen?" Op deze wy/e li achtte de goede vrouw zich met het denkbeeld van des stuurmans vertrek te verzoenen. >En waar gaat gij nu eerst lieen?" vroeg zij verder. «Toch niet dadelijk naar Noorwegen om uw kameraad op te zoeken?" «Neen, ongelukkig moet ik eerst naar Bremen, naar den consul, anders, ja, reisde ik dadelijk van hier naar Christiania. Ik had er al lang moeten wezen!" voegde hij er verdrietig bij. «Dank God, dat gij door uwe ziekte opgehouden zijt," sprak de domineesvrouw. «Die ziekte was een gevolg van uwe opsluiting en waart gij niet opgesloten geweest, dan zoudt gij met al de anderen verdronken zijn." «Nu ja, maar een dag of aclit ziekte zou ook al mooi geweest zijn," bromde de ongeduldige stuurman. Des anderen morgens was hij spoedig klaar. Een koffei had hij niet te pakken. Getieel zijne bagage droeg luj aan het lijf. Eerst om tien uur kwam de veerboot in het gezicht en de jol, dio den reiziger aan boord moest biengen, heesch het zeil en stak van wat. Bijna het geheele eiland was aan de aanlegplaats en wenscbte den schip breukeling goede reis. Chat les moest nog eens stellig aan de domi neesvrouw heioven, toch voortdurend van bare geneeskrachtige thee te gebruiken en verliet met nog meer goeden raad en ook in 't geheel niet met ledige handen onder dankzegging de gastvrije eilanders. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 1