1 J I T fl Het goud van de Orion. A*. 1891. Maandag 2 Maart. N°. 7704. Tweede Blad rij f - n -v© e r tg* s t Jaargang*. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. Buitenlandse]!e Berichten. UITGEVER: J. ODÉ. Ai n u Abonnementsprijs, per kwartaal1.85. traneo per post, door liet geheele Rijt 2.50. Afiondei lijke iiommers 0 10. B Uil EAU: BOTERSTRAAT, 15 2 7. Advertentieprijs: van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courant. f i 10. Iedere gewone regel meer- OIO, Driemaal geplaatst wordt tegen TWEEMAAL betekend I n—i—.1 - WPMSa 1) U I T S C H L A N Bij de behandeling in den Rijksdag van het budget van oorlog, kwam de rijkskanse lier op voor de onderofficiers-premiën. Hij voerde aan, dat de toestand der onderofficie ren mismoedigheid verwekte, die uit den weg geruimd moest worden. In 1848 waren'het slechts plotseling op duikende ideeën, de manschappen waren niet met socialisme behept, doch voor den nu dreigenden strijd tegen de sociaal-democraten zijn er geheel andere onderofficieren noodig, geheel andere ook dan tegen een buiten- iandschen vijand. Wij hebben nu het beste officiers-korps, wij willen nu ook de beste -onder-officieren hebben. De JBerlijnsche correspondent der N. R, Qt. -schrijft van 27 dezer Het gisteren door den Nederlandschen ge- lant, jhr. Van der Hoeven, gegeven diploma tiek diner, werd bijgewoond door den rijks kanselier Caprivi. Gisteren werd te Parijs het gerucht ver spreid, dat keizerin Frederik nog dienzelfden nacht van daar vertrekken zou. Ter weer legging werd in de wachtkamer van het ge bouw der Daitsche legatie de bekendmaking aangeplakt, dat de keizerin hedenvoormiddag te 41 u. 20 m. zou vertrekken. Gisteren heeft keizerin Frederik nog de ateliers van •enkele schilders bezocht en eenen wandelrit gemaakt langs de groote boulevards. Zij •ontving o. a, een bezoek van koningin Isabella. Op uitdrukkelijken wensch der keizerin zal zij slechts door graaf Munster naar het station worden gebracht. De leiders der boulangisten kwamen giste ren in het lokaal van l'Intransigeant bijeen, waar zij besloten het volgende manifest open baar te maken: «Patriotten! Wij zouden wenschen dat keizerin Frederik, te Berlijn teruggekeerd, den keizer kon mededeelen wat er in onze harten omgaat. Het Pruisische verzoenings plan is volkomen mislukt. Frankrijks waar digheid Is gered. Daarbij blijft het. Heden vertrekt de keizerin. Moge zij misbruik heb ben gemaakt van onze gastvrijheid en van ons geduldmoge zij door hare tochten naar Versailles en Saint Cloud ons beleedigd heb ben laten wij niet vergeten dat zij eene vrouw is: in alle stilte moeten wij haar laten vertrekken; laten wij ons onthouden van iedere betooging. Leve Elzas-Lotharingen 1 Leve Frankrijk! Leve de republiek!" De Vossüche Ztgdie tot heden nog zeer ontsteld was, begint hedenavond meer tot kalmte te komen en stelt de vraag: wat gebeurde er eigenlijk sedert keizerin Frede rik den Franschen bodem betrad? Niets waarvoor de Fransche regeering verantwoor delijk gesteld kan worden. De regeering der republiek heeft zich beijverd om tegenover de keizerin de grootste hoffelijkheid m acht te nemen, en aan de ploertigheden van par ticulieren, die geen verantwoordelijkheid dragen, heeft zij geen schuld. Ook schijnt te Parijs het gezond verstand reeds terug te keeren. De radicale Volkszeitung gaat nog verder en zegt: Aan de Parijsche bovolking komt alle waardeering toe voor hai e voortreffelijke houding, zoodat het chauvinistische kwaad- stoken zelfs niet kon uitwerken, dat eenige straatjongens zich lieten prikkelen tot eene luidruchtige demonstratie. Met deze opvatting staan deze beide demo cratische bladen overigens alleen. De Nord- deutsche AUgomcine bevat een hoofdartikel, dat blijkbaar van hooger hand is geïnspireerd, en waai in wordt gezegdOver de ware gezind heid der Franschen tegen de Duitsehers heeft men wel nooit in twijfel verkeerd, maar in het belang der aigemeene menschelijke be schaving heeft men eene toenadering beproefd. De proef is echter mislukt. Ook de conservatieve bladen, die zwegen zoolang de keizerin nog te Parijs was, laten zich heden zeer scherp over Frankrijk uit. Overigens zij opgemerkt, dat keizerin Frederik heden 1 uur en 20 minuten vroeger uit Parijs vertrok, dan officieel aangekondigd was, zoodat er bij haar vei trek in het geheel geen menschen aan het station waren. De IForddevtsche Allgemeine Zeitung brengt tegenover de houding der Franschen met betrekking tot de tentoonstelling van kunst werken te Berlijn in het midden, dat de openbare meening in Frankrijk getoond heeft tegenover den drang eener als van politieke beteekenis voorgestelde chauvinistische agitatie van een handvol gekken en schreeuwers geheel en al machteloos te zijn. Zoodra het minste beroep op de volkshartstochten wordt gedaan, vermag het goede deel der bevolking niets om de beschaafde voorwaai den van het verkeer tot haar recht te doen komen. Daarin ligt dat voordeel, dat nu vaststaat waar eigenlijk de bron is van de in Europa be staande onrust. De commissie voor de brandewijnbelasting heeft het invoerrecht voor brandewijn be paald op 425 mark in vaten, en 180 M. in flesschen. Volgens de Reichmnzeiger heeft de rijks kanselier den stadhouder des keizers in Elzas-Lotharingen verzochtvooreerst van elke verzachting in de toepassing van den bestaanden pasdwang af te zien; verder aan de, op grond van het pas-voorschrift, aan de Fransche grensgemeenten toegestane verlich ting in het verkeer geenerlei uitbreiding te geven. F B A H K It IJ K. Het Journal des Débats verklaart niet te begrijpen, waarom er zooveel inkt vermorsd wordt over de vraag, of de Fransche schil ders al dan niet naar Berlijn zullen gaan. Men zou denken dat er geen gewichtiger quaestie bestaat dan deze, dat de Fransche eer of de vaderlandsliefde er mede gemoeid is. De Fiansche schilders vertegenwoordigen, zeker, een der schitterendste zijden van het nationale genie, maar niet het gelieele genie. De werken van Fransche schrijvers, van welken aard ook, vindt men te Berlijn uit gestald', in de schouwburgen ziet men er de Fransche stukken vertoonen. Als er een wetenschappelijk of sociaal congres te Berlijn gehouden wordt, zendt Frankrijk er zijne vertegenwoordigers. "Wat bijzonders kan er toch in de schilders zijn, dat hen verhindert anders te handelen dan de geheele wereld? Zijn zij van eene hoogere orde? Hebben zij een verhevener roeping. Wie niet of wel naar Berlijn gaan wil, is vrij, en het blad wil aan geen hunner er een verwijt van maken. Maar zij die besloten hebben te Berlqn te exposeeren kunnen ge leid zijn door overwegingen van gezond ver stand, welke geen aanleiding hadden moeten geven tot eene zoo hartstochtelijke polemiek en tot zooveel verontwaardiging. De vaderlandsliefde heeft met de zaak niets te maken. Was zij hierbij betrokken, dan is het in zoover, dat men geen argument aan de hand moest doen aan diegenen in Duitschland, welke nog onlangs zeiden, dat Frankrijk een land van «wilden" is, waar het gevaarlijk is te komen. De Ligue des Patriot es heeft in een mani fest tot het volk verklaard, dat zjj haar doel Roman van H. ROSENTHALBonin. 19. Daar kwam plotseling eene gedachte bij haar •op van zoo ernstigen aard, dat zij er bleek van werd en hare oogen al hun glans verloren. Bijna -hoorbaar mompelde zij«Als hij eens wegging zonder mijals hij daarover eens peinsde dag en nachtMaar zoo trachtte zij zich weder ge rust te stellen hij leert immers onze taal, en dit zou bij niet doen, als hij ons verlaten wilde." Het einde van Njetta's overpeinzing was, dat ■het tijd werd Willem eens te poIsen.Yoorzichtig ving zij aan »Hoe hevalt u een Noorsche winter, mijnheel' Willem keek bij die vraag eenigszins verrast op. tWel, in uwe warme kamer is die nogal te dragen," antwoordde hij. «Maar bij moet nog komen," zeide Njetta. «De tijd komt, dat de sneeuw voeten hoog ligt en eer. vasten vloer vormt, waarop men sledevaren kan, soms over de zee, van het eene eiland naar het andere of naar Mandal. Prachtige sledevaarten houden wij dan!" riep zij, en een opgewekte, liefdevolle blik trof Willems oog. Hij beantwoordde dezen blik slechts vluchtig, maar niet onvriendelijk. De jongens sleden dan hunne meisjes op sneeuw- schoenen ver over het land of naar de naaste eilanden of het vasteland." vervolgde Njetta, die zich vroolijk begon te denken, »en daar drinken zij punch en warmen wijn en wordt gedanst. Danst gij ook?" vroeg zij. De jongeling lachte. «Natuurlijk dans ik. Hoe, zou een zeeman niet kunnen dansen antwoordde hij, aangestoken door de opgewektheid van het meisje. «Zoolang blijft gij toch wel bij ons vroeg zij nu, recht op haar doel afgaande. «Dat weet ik niet, kind," hernam Willem. «Dat moest gij nu al welen, mijnheer," zeide Njetta. een weinig bits «Gij kunt toch in dezen stormachtigen tijd niet reizen." «Maar er vai en nog genoeg schepen van Chris- tiania naar alle werelddeelen," meende Willem. «Ja, heden, die reizen moeten, i eizen natuurlijk altijd, maar gij behoeft met weg te gaan. Ook mijn vader zou u hier gaarne houden. Hij heeft er al van gesproken om u, daar gij zoo mooi teekenen en zoo goed rekenen kunt". zij hield een oogenblik op «dezen winter in zijn werk te gebiuiken. Htj heeft een groot schip op stapel, waarop twee masten moeten staan." Willem lachte weder om de aardige babbe laarster en keek haar vriendelijk aan. »Hoe goed zijt gijlieden toch voor mij," sprak hij. «De gedachte is werkelijk zoo kwaad niet, maar ik zal toch wel weg moeten." Njetta's gezicht betrok weer bij die laatste woorden. Zij antwoordde er niets oji en keek weer strak voor zich, terwijl zij het besluit opvatte wel te zullen zoigen, dat de lieve gast niet zoo spoe dig haar huis verliet. Willem had, wat hij niet zeide, ook van zijn kant reeds een vast besluit genomen Sinds jaar en dag had hij zich op zijn eiland jeeds bezigge houden met de studie' der scheikunde en dei delf- stol kunde. Die studie nu voort te zetten was zijn planhij bezat er ruimschoots de middelen toe. Hij kon nn gaan waar bij wilde, naai Frankrijk, naar Italië, overal waar de wetenschap met goed gevolg werd beoefend. Genoemde landen hadden dit voor, dat men er vrij zeker van de Orion niets wist en aij de taal van beide verstond. Hij wilde met de eerste gelegenheid van Christiaansand naar bet zuiden van Europa afvaren. »lk kan hier toch niet altijd blijven, Njetta," begon Willem weder. «Ik heb natuurlijk mijne plannen voor de toekomst. Scheepstuumei man kan ik niet meer worden, daaartoe ben ik al te oud."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 5