lamer van Koophandel en Fabrieken VERSLAG TE SCHIEDAM, over den toestand van NijverheidHandel en Scheepvaart In 1899. ALGEMEEN OVERZICHT. Wanneer wij in den aanvang van dit verslag een terug blik slaan op het jaar, dat achter ons ligt, dan is de algemeene indruk, wat den hoofdtak onzer industrie be treft, zonder twijfel weder een ongunstige. Voor de grondstoffen moesten in verhouding van voor afgaande jaren hoogere prijzen worden besteed, de voort- brengingskosten vermeerderden door hoogere kolenprijzen, terwijl de producten tegen veelal lage prijzen moesten worden van de hand gezet. De scheepvaart verminderde on met haar de levendigheid op onze handelskaden de belastingen werden verhoogd niettegenstaande de vermin derde draagkracht der bevolking. Van alle kanten schijnt men er dan ook op bedacht om den hoofdtak van industrie in deze gemeente te be- nadeelen. Hoogheemraadschappen sluiten ons den toe voer van versch water af, een noodzakelijk element voor de bereiding van goede producten en voor de volksgezondheid, on dwingen ons tot het aanleggen van waterververschings- werken, die het budget onzer belastingen aanzienlijk dreigen te verhoogenbuitenlandsehe grootmachten ver oorloven ons den invoer onzer producten slechts tegen betaling van hooge invoerrechten of weigeren den invoer van ons vee, dat steeds met de edelste rassen kon wed ijveren, terwijl onze regeering door strenge fiscale en administratieve bepalingen de uitoefening van het branders-' bedrijf bemoeilijkt en niets doet om door mildere be palingen of eene wijziging onzer tariefwetgeving de kwij nende industrie op te beuren. Waar toch de beetwortel suikerindustrie als het ware indirecte bescherming geniet, 20U ook onze kwijnende nijverheid zonder twijfel op eenige meerdere aandacht der regeering mogen aanspraak maken. Deels door financieele moeilijkheden genoodzaakt, deels in afwachting van gunstiger tijdsomstandigheden zagen 3ich sommige onzer nijveren verplicht hunne fabrieken te verkoopen of te sluiten, en niet zelden gebeurt het, dat waar vroeger het ratelend geluid der machine ons tegen- Jdonk, thans de doffe mokerslagen van den slooper worden vernomen als een sprekend bewijs, dat de welvaart uit ■deze gemeente is gebannen. Vraagt men wat de toekomst zal opleveren Wie zal het zeggenAan den eeoen kant doen het uitbreken en buiten werking stellen van verscheidene onzer fabrieken •eene vermindering van productie en concurrentie ver wachten en schijnt dus een nieuwe dageraad te gloren, aan den anderen kant verduisteren hooge invoerrechten, .nieuwe belastingen en de aanbouw van spiritusfabrieken zoowel in het binnen- als in het buitenland, als zwarte wolken den horizon, en schijnen zij zich saam te pakken boven het hoofd van onzen toch al zwaar geteisterden industrieel. Onze b r a n d e r ij e n werkten door elkander genomen -ook dit jaar weder niet met voordeel. Wel is waar was de doorsneêprijs van onzen moutwijn hooger dan die in voorafgaande jaren, doch men verlieze niet uit het oog, -dat achtereenvolgens een groot aantal branderijen werden uitgebroken of buiten werking gesteld, terwijl de prijzen ■der grondstoffen aanzienlijk zijn gestegen. Toch steeg -de moutwijn niet in die mate in prijs als met het oog op die omstandigheden wel mocht worden verwacht. Allerlei oorzaken werkten dan ook trouwens mede om de moutwijnprijzen te drukken. Den 30n September 11. werd Oie mare verspreid, dat het congres der Vereenigde Staten van Noord-Amerika den Me. Kinley Tariff Bill had aan genomen, waardoor hoogere invoerrechten van ons gedis tilleerd en andere producten worden geheven en al moge ook de jongste stemmingen voor dat congres net demo cratisch vrijhandelselement in de Vereenigde Staten heb ben doen zegevieren en den peetvader van den Tariff Bill hebben doen vallen, zijn val laat zijn arbeid onge schonden, waarvan men eerst de werking wil afwachten. Naast die verhooging van invoerrechten deden de opstand ■der Brazilianen en der Argentiniërs tegen het wettig over hen gesteld gezag en de speculatiegeest der Afrikanen, waardoor aanzienlijke geldsommen te loor gingen, onzen uitvoer veel afbreuk, terwijl thans weder de Chilenen en de Roodhuiden den oorlog met zijne verschrikkelijke ge volgen voor den handel hebben ontketend. Spanden alzoo verschillende omstandigheden als het ware samen om den prjjs van onzen moutwijn in het achter ons liggend jaar laag te houden, voor de toekomst dreigt niet minder gevaar. Verschillende staten staan gereed om hunne invoerrechten te herzien om zoodoende het smeulend vuur van den ophanden zijnden tarievenoorlog nog meer aan te blazen en in al zijn hevigheid te doen ■ontbranden; nieuwe spiritusfabrieken zijn in aanbouw, waardoor dus nieuwe concurrentie wordt geboren; zij die vroeger onze methode van werken voor verouderd ver klaarden, gorden zich aan om, op dezelfde wijze hunne producten bereidende als dat hier ter stede geschiedt, het Schiedamsch gedistilleerd den palm der overwinning te betwisten en den invloed ten goede, veroorzaakt door het uitbreken van tal van branderijen te nivelleeren. Ook van de zijde onzer regeering wordt niets gedaan om onze industrie zelfs maar eenigszins ter hulpe te komen. Een onverbiddelijke fiscus met al zijne gestrenge admini stratieve en straf rechterlijke bepalingen noodzaakt de uit voerders daarvan bij de minste overtreding den brander gestrenge en ongehoorde boeten op te leggen en zelfs het meest klaarblijkelijk abuis, al kan dit nooit tot nadeel van 's lands schatkist strekken, wordt niet van boete vrijge steld; een verouderde patentwet met hare onbillijke grond slagen geeft ais het ware premiën voor de oprichting van groote fabrieken ten koste en met gevaar voor het voortbe staan hunner kleinere concurrenten en naast haar dreigt ons eene nieuwe heffing in handen der gemeentebesturen, indien het door den Minister van Financiën ingediend ontwerp, wet mocht worden. Ook de gist handel gaf in het afgeloopen jaar geen stof tot tevredenheid. Betere verkoopprijzen dan in het vooraf gaande jaar konden gemiddeld niet worden bedongen en van alle kanten daagde eene scherps concurrentie. In het laatste gedeelte van het jaar was de gist zeer schaarsch door het stilstaan van een groot aantal fabrieken en de naderende feestdagen, zoodat voor aankoop hooge prijzen moesten worden besteed, doch spoedig bleek het dat die prijsverhooging slechts van tijdelijken aard was. De methode van gistbereiding zooais die vroeger, en ook thans nog hier ter stede grootendeels wordt gevolgd, schijnt langzamerhand plaats te maken voor eene nieuwe methode van bereiding. Vele fabrieken toch werden reeds ingericht tot het vervaardigen van Weener of schepgist en het is te verwachten, dat meerdere dit voorbeeld zullen volgen. Gemiddeld konden voor dit laatste artikel hoogere prijzen worden bedongen dan voor de gewone gist, waar door het dan ook mogelijk werd, dat de balans van hen, die zich op die bereiding toelegden, ongerekend de kosten van in richting hunner fabrieken, met een minder nadeelig saldo sloot Een overzicht van de laatstelijk hier ter stede plaats gehad hebbende openbare verkoopingen van branderijen zal hen echter doen inziendat alle betere uitkomsten slechts denkbeeldig waren en te niet worden gedaan door de waardevermindering hunner eigendommen. De prijzen der spoeling waren in het achter ons liggend jaar zeer laag. Het mager vee, dat in het voorjaar steeds onze weiden komt bevolken, bleek te hoog in prijs, zoodat in verhouding van voorafgaande jaren slechts weinig vee werd aangekocht. In het laatst van het jaar deed een strenge vorst de wateren stolleu en vei hinderde zoodoende den veehouder om met zijne schuiten het veevoeder hier te ko men halen, hetgeen natuurlijk de prijzen der spoeling drukte. De spoelingmeelfabriek ging voort met succes meel en koeken te vervaardigen en die in den handel te brengen en ten bewijze van de uitnemendheid \an haar artikel werd haar op onderscheidene tentoonstellingen de eerepalm voor hare inzendingen toegekend. Jammer slechts dat in de maand October jl. een hevige brand de fabriek en bijgebouwen vernielde, zoodat de werkzaamheden moesten worden gestaakt. Het is echter te verwachten, dat op de puinhoopen van het oude gebouw een grootere fabriek zal worden opgetrokken, waarin de onwillig gestaakte bereiding zal worden voortgezet. In den graanhandel was over het algemeen meer levendigheid te bespeuren dan in de voorafgaande jaren. De prijzen, sedert lang buitengewoon laag, liepen hooger, zoodat de resultaten van dien handel over het algemeen vrij gunstig mogen worden genoemd. Vooral in het najaar was de handel tamelijk levendig en het was te betreuren, dat de voorraad hier ter stede in verband met de stijgende prijzen, zoo gering was. Het gebruik van maïs als grondstof voor de bereiding van moutwijn nam ook thans weder id groote mate toe. In de scheepvaart was een sterke achteruitgang merkbaar. Meer nog zou dit het geval zijn geweest, indien niet de graanhandelaars hier ter stede een krachtig ver bond hadden gesloten om in het belang der scheepvaart in deze gemeente de Oostzeegranen slechts dan te koopen, wanneer deze te Schiedam werden geleverd. Enkele stoom schepen, die door gebrek aan werkvolk en pakhuizen in het naburig Rotterdam niet konden lossen, kwamen in het laatst van het jaar hier voor anker, hetgeen natuurlijk eene tijdelijke verlevendiging van de scheepvaart met zich bracht. Toch liggen de middelen voor de hand om onze binnen- en buitenlandsehe scheepvaart te vermeerderen, wanneer de gunstige ligging onzer gemeente aan de Maas, waar ten allen tijde eti onafhankelijk van elke weersgesteldheid de schepen kunnen aankomen en lossenwerd gesteund door eene verlaging der havengelden en een even krachtig verbond onzer graanhandelaren om ook hunne Zwarte-Zee-granen en de aan te voeren maïs naar Schie dam te doen charteren. Van gemeentewege dient er tevens te worden gewaakt, dat onze havens op eene be hoorlijke diepte, even goed, ja zelfs beter zijn dan die te Rotterdam en z\j dient voorop te gaan in de rijen van hen, die onze scheepvaartbeweging willen vermeerderen, door voortaan de door haar aan te koopen steenkolen naar Schiedam te doen afladen, al zou dan ook de lossing daarvan eenige meerdere moeilijkheden en kosten met zich brengen. Het verbod van invoer van Hollandsch vee in Engeland deed den veehandel kwijnen. Gelukkig echter bleek het, dat de valsche veronderstelling aldaar, als zoude de longziekte hier weder zijn uitgebroken, denkbeeldig was, zoodat de Engelschen, hoewel onwillig, zich genoodzaakt zagen hnnne havens te heropenen. Eenige knellende quarantaine maatregelen bleven echter als het gevolg van liet genomen besluit in werking, zoodat onze veehandel nog steeds zeer wordt belemmerd. Ook Frankrijk schijnt het voorbeeld van het wangunstige Albion te willen volgen; Hollandsch vee kan slechts dan over zee daar worden aangebracht, wanneer het voorzien is van een certificaat van oorsprong, waarin tevens door deskun digen moet worden verklaard, dat het in te voeren vee gezond is. De vetmester ij leverde onbevredigende uitkomsten op. Het mager vee was zeer schaarsch en dientengevolge lioog in prijs, terwijl de prijzen van het vette vee in ver houding tot die van het mager vee veel te laag waren. Ook het verbod van iutoer van Hollandsch vee in Enge land droeg het zijne er toe bij om de prijzen te drukken. Het zoude wellicht aanbeveling verdienen, indien van regeeringswege premiën werden uitgeloofd om het fokken van vee aan te moedigen, opdat onze veestapel kan vol doen aan de behoeften van den vetweider. De s c h a p e n w e i d e I' ij was niet winstgevend en dikwijls gebeurde het, dat de vette schapen voor inkoops prijs van de hand werden gezet. Het gebruik van gas als middel tot verwarming en als werkkracht blijft steeds toenemen. De gemeente-waterleiding leverde bevredi gende resultaten op, hoewel de prijs van het water voor industrieel gebruik te hoog blijkt. Vooral na het be sluit van Sehieland's hoogheemraadschapwaarbij aan deze gemeente het inlaten van versch water verboden werd, blijkt meer en meer de noodzakelijkheid om het leidingwater tegeu verminderde prijzen voor de industrie beschikbaar te stellen. Door liet in werking stellen der telefonische verbindin gen in deze gemeente, werd het aantal communica tiemiddelen vermeerderd. In liet belang der telefoon maatschappij en der aangeslotenen zou het wellicht aan beveling verdienen om den abonnementsprijs aanmerkelijk ts verlagen. Met zekerheid kan thans worden bericht, dat ook de spoorweglijn SchiedamMaassluis in den loop van dit jaar in gebruik zal worden genomen- Tijdens liet vriezend weder lokte het goederenvervoer van het station der Hollandsche spoorwegmaatschappij talrijke klachten uit, hoewel vanwege die maatschappij beweerd werd, dat alle middelen in het werk werden gesteld om dat vervoer zoo goed en geregeld mogelijk te doen plaats hebben. Eene vermeerdering van het aantal locomotieven en wagens zou wellicht de aanleiding tot die klachten kunnen verhelpen. De exploitatie van de stoomtramlijn Schiedam—Rotter dam liet veel te wenschen over. Naast een veel te hoog tarief, dat wel niet zal verminderen, nadat de trurmvaylijn Rotterdam Overschie in dezelfde handen is overgegaan, geven zoowel de exploitatie ais de vervoermiddelen ge gronde redenen tot klagen, terwijl van de zijde der maat schappij niets wordt gedaau om daarin verbetering te brengen. Het in het leven roepen eener krachtige concur rentie schijnt noodzakelijk om in deze toestanden veran dering te brengen. Werkstakingen, zooals die elders aan de orde van den dag waren, kwamen hier niet voor, terwijl de harmonie tussehen patroon en werkman voortreffelijk bleek. Sommige patroons verzekerden hunne werklieden tegen ongelukken, hetwelk een reden te meer was om den band nog hechter aan te halen. Door het inrichten van ver scheidene branderijen voor de vervaardiging van Weener of schepgist, waardoor het noodzakelijk werd het personeel te vermeerderen, konden zij, die door het uitbreken van branderijen zonder werk waren, weder geplaatst worden, zoodat betrekkelijk weinigen geen werk konden vinden. De f a b r i e k s n ij v e r h e i d gaf stof tot tevredenheid. De inrichting van vele branderijen naar de nieuwere methode deed somtijds handen te kort komen om behoorlijk in de behoeften te kunnen voorzien. In de ambachtsn ij verheid was het in het afge loopen jaar niet zeer levendig. Nieuwe fabrieken werden niet gebouwd, zoodat de arbeid zich meestal bepaalde tot herstellingen. HOOFDSTUK I. a. Ambachtsnijverheid. In het afgeloopen jaar werd vergunning verleend tot: a. stichting van38 burgerwoningen, 1 metselaars winkel, 1 metselaarswinkel met bovenwoning, 2 scholen, 1 boekdrukkerij, 1 pakhuis, 1 houten tent, 2 houten schuren, 2 stallen en i steenen schuur. b. verbouw van12 burgerwoningen, 1 bakkerij, 1 gistloods, 1 winkelhuis, 1 koestal en 1 machinekamer. VAN DE

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 13