J Het goud van de Orion. Zaterdag 4 April. N°. 7727. -:i Feu 11 e t o n. A0. 189 Vij f-en-veert -géte Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. Bnitenlandsche Berichten. UITGEVER: J. ODÉ. abonnementsprijs, per kwartaal 1.8a. franco per post, üoor liet geheele Rijk- 2.50. Afzonderlijke noimners- 0.10. BUREAU: B OT EUIT1IAAT, Ba?. Advertentieprijs: *au i10 gewone regels met inbegrip van eene Courant1.10. Iedere gewone regel meer - n 10. ÜRIEHAAI. geplaatst wordt tegen twermaai. beiekenJ. DUITSCHLAN». Von Bismarck ontving op zijn 76n verjaar dag te Friedrichsruhe een aantal bezoeken en geheele ladingen bloemen en andere kleine geschenken. Vooral uit Hamburg waren duizenden naar Friedrichsruhe gestoomd, om den grooten staatsman te huldigen. Aan den fakkeloptocht, welke 'savonds plaats had, namen meer dan 3000 personen deel, en de jubilaris moest zich herhaaldelijk aan de juichende menigte vertoonen. De Beichsanzeiger vermeldde dezer dagen de Yoorloopige uitkomsten der volkstelling, gehouden in het geheele Duitsche rijk op 1 December 11. Met inbegrip van Helgoland was de bevolking ongeveer 49l/s millioen zielen sterk. Sedert 4885 geeft dit dus eene vermeerdering van 2,665,438 zielen, of 5.7 percent. Tot deze totaalsom der bevolking draagt Pruisen bij met 30 millioen of om streeks drie vijfden. Daarop volgt Beieren met 5,589,382, Saksen met 3i/3 millioen en Wurtemberg met 2,035,443 inwoners. Elzas- Lotharingen heeft 4,603,987 inwoners en het -groothertogdom Baden ongeveer even zooveel. Er wordt beweerd dat de regeering, om haar ontwerp betreffende suikerbelasting in den Rijksdag er door te halen, zal voorstellen •eene uitvoerpremie van li/4 mark per 400 KG. voor den duur van acht jaar toe te kennen. Daarvoor zal, tegenover het wegval len der' belasting op de grondstof, de ver bruiksbelasting verhoogd worden van 12 op 48 mark. De Berlijnsche correspondent van de N. Jt. Ct. meldt van gisteren: Aan de diplomatieke verwikkeling tusschen Italië en de Vereenigde Staten van Noord- Amerika wordt in de politieke kringen te dezer stede volstrekt geen overdreven be- teekenis toegekend. Ook bevestigen telegram men uit Rome, dat daar nog niet gedacht wordt aan eene demonstratie met Italië's vloot n de Amerikaansche wateren. In het Rijksdags-kiesdistrict Geestcmünde, waar Bismarck candidaat is gesteld, is de ver- kiezings-agitatie in vollen gang. De sociaal democraten, Duitsche vrijzinnigen en Bismar- ckianen zonden een redenaar rond door het uitgestrekte kiesdistrict, dat de geheele kust der Noordzee van den mond der Weser tot den mond der Elbe omvat. Bij eene groote vergadering van kiezers te Stotel, waar de bevolking in groot aantal was opgekomen, overkwam den Bismarckianen een komiek ongeval. Die vergadering moest zonder resul taat naar huis gaan, omdat de rondreizende redenaar, de nationaal-liberale dr. Jerusalem, niet verscheen. Deze had, zonder het te weten, - een sociaal-democraat tot koetsier, eu die reed zijn politieken tegenstauder opzettelijk op den avond der vergadering, in plaats van naar Stotel, naar een geheel ander verafgelegen gehucht, waar geen enkele kiezer woont. De meeste Duitsche bladen hebben den verjaardag van Bismarck vrij onverschillig laten voorbijgaan. De Köln. Zeii. brengt in herinnering de geschiedenis van Publius Cor nelius Scipio, Africanus Major, die, na Spanje, Afrika en Azië ten onder te hebben gebracht, door den Senaat tot verantwoording geroepen wordt wegens het gebruik, dat hij van zekere som gelds gemaakt had. Scipio liet door zijn broeder Lucius zyn rekeningboek halen en verscheurde in plaats van zich daarmede te rechtvaardigen, het met eigen hand voor de oogen van den Senaat. Door de volkstribunen voor het volksgericht gedaagd, verscheen hij op de markt en hield daar, zonder een woord te reppen van de beschuldigingzulk een welsprekende rede over zijne dadendat iedereen moest erkennen dat niemand zooveel lof en hulde verdiende als Scipio. De behan deling der zaak werd wegens het late uur verdaagd tot den volgenden dag. Toen ver scheen de beschuldigdegevolgd door een langen stoet van vrienden en beschermers. Weder hield hij eene rede en begaf zich ver volgens zonder zich om 2ijue rechters te bekommerennaar het Kapitool. Iedereen volgde. De tribunen daagden Scipio andermaal voor het gerecht, maar hij verscheen niet en trok zich terug op zijn landgoed bij Liter- num. Nogmaals werd hij ontboden; nu hield hij zich ziek. Toen gebeurde het dat een der tribunen, Tiberius Semprouius Gracchus, die in vijandschap leefde met Publius Scipio, verklaarde dat hij tegen Scipio geen aanklacht "dfiöer zou indienen vóór diens terugkeer naar Romeen dat hij ook dan nog Scipio zou aanraden, zich niet te verantwoorden. Grac chus sprak met zooveel overtuiging over het hooge, onaantastbare standpunt van een man als Scipio, dat de tribunen hunne aanklacht lieten vallen en de Senaat Gracchus dank- zeide, omdat hij zijne persoonlijke vijandschap had achtergesteld bij het algemeen belang. Scipio bleef verder ongemoeid en tot zijn dood toe op zijn landgoed bij Liternum. De Kölnisehe beveelt dit voorbeeld aan bij de verdere behandeling door de Duitsch- vrijzinnige pers van de vraag, of Bismarck tot het doen van rekenschap moet worden ge dwongen omdat hij Bötticher uit eene ver legenheid heeft geholpen. Het blad zal dan nog wel een schrede verder willen gaan en Bismarck aanbevelen, evenals Scipio rustig op zijn landgoed te blij ven en af te zien van de candidatuur voor den Rijksdag. ENGELAND. Eene deputatie uit tachtig liberale dames- vereenigingen heeft hare opwachting gemaakt bij den ouden heer Gladstone, om zijne mede werking te verkrijgen op de pogingendie door haar worden aangewend, om voor vrou wen bet lidmaatschap der graafschaps-raden open te stellen, welke openstelling zij, met bet oog op de belangen van armverzorging en gasthuis-aangelegenheden, dringend nood zakelijk verklaren. Door het Parlementslid James Stuart is nu laatstelijk weder in het Lagerhuis een wetsontwerp in dien zin inge diend, hetwelk zich in veler sympathie mag verheugenreeds in het vorig jaar werd door 85 leden van den Londenschen graafschaps- raad eene petitie in dien zin aan de beide Huizen van het Parlement ingediend, waarbij op de dringende noodzakelijkheid van vrou welijke medewerking bij alle bemoeiingen in zake liefdadigheid werd gewezen. De heer Gladstone verklaarde het in begin sel met de dames eens te zijn en zeide haar gaarne zijne medewerking toe, eveals zijne vrouw, die bij het onderhoud tegenwoordig was. De liberale partij in het Hoogerhuis heeft een groot verlies geleden door den dood van lord Granville. Hij werd in 4845 geboren en wijdde zich reeds vroeg aan het openbare leven. ïn 4854 volgde hij Palmerston op als minister van buitenlandsche zaken en na dien tijd was hij herhaaldelijk lid van de liberale ministeriën, o. a. van 4870 tot '74 en van Roman van II. ROSENTHALBonin. 33. Nu eerst schonk Geesje eenige opmerkzaam heid aan het meisje, dat daar zoo roerloos voor 'haar stond. Zij ving een blik van haar op, die haar 'bijna deed beven. Njetta verliet het vertrek en kwam al bijzonder -gauw met het gevraagde, brood, eieren en ham "terug, dat zij voor de gasten plaatste. «Tast nu maar toe," wendde zich Björn tot het •meisje, en spoorde ook Petersen aan, zich niet on- 'betuigd te laten. Deze liet zich dit geen tweemaal zeggen, maar 'Geesje verklaarde, dat zij niets geen eetlust had. Björn liet dit niet gelden en zeide wel met •een goed voorbeeld voor te zullen gaan. Njetta mam naast de vreemde plaats en het avondeten werd, zooals bij zeelui en dorpelingen gewoonte is, zwijgend genuttigd. 't Was laat geworden. De koekoek riep tien. »Uw kamer is gereed," zeide Björn tot Geesje, toen alien gedaan hadden met eten. Njet ta zal er u heen brengen." Deze nam eene kaars en ging Geesje voor naar een bovenvertrek, waar ook Willem verblijf ge houden had. Njetta deed de deur dicht, zette het licht op tafel en zeide tot Geesje, terwijl weer die slangenblik haar trof«Gij zijt zijne zuster niet, vreemdelinge". Geesje keek het meisje verschrikt aan. Eenigszins weifelend antwoordde zij «Bewijs mij dan, dat ik onwaarheid gesproken heb." «Gij spreekt onze taal, hij nietgij zijt de doch ter van een zeeman, hij was geen schipper. Uwe gestalte, uwe oogen, uw haar, uwe stem, alles aan u is anders; gij behoort niet eens tot zijne familie," hernam Njetta op den toon der over tuiging. Een oogenblik stond Geesje verbluft en wist niet, wat te antwoorden. »Gij zijt hem nagereisd, omdat gij hem bemint," vervolgde Njetta driftig; «maar gij krijgt hem niet." Die woorden gaven Geesje hare tegenwoordig heid van geest terug. Zij begreep nu, waar het dit vreemde meisje om te doen was, wist, dat zij in haar een medeminnares, eene gevaarlijke vijandin moest zien; dat ijverzucht haar zoo scherp deed zien en haar geheim verraden had. Die overtui ging gaf haar moed, den strijd ook met haar te aanvaarden. Op veel vaster toon hernam zij: «Goed dan, ik ben zijne zuster niet; maar wie zijt gij dan, dat gij zoo driestweg durft zeggen: gij krijgt hem niet?" Njetta herinnerde zich Willems laatsten wensch, en ieder zijner wenscben was voor haar een ge bod, dat zelfs door den haat tegen deze indringster zijn gezag niet verloor. «Dat gaat u niets aan," antwoordde zij trotscb. «Daarvan ben ik u geen rekenschap verschuldigd. Ik zeg het en houd het vol, dat gij hem in der eeuwigheid niet krijgt." 'Een honende lach was het eenig bescheid van Geesje, maar ook Njetta wist dit wapen te ban- teeren en uitdagend klonk het: «Gij meent misschien, dat hij u bemint, maar ook dat is niet waarik weet, dat het niet zoo is." «Heeft hij u dat gezegu V' vroeg Geesje. »Dat was niet eens noodig," riep Njetta. Als gij zijne bruid waart, dan zou hij niet van u ge gaan zijn, dan hadt gij hem niet behoeven na te reizen om hem weer op te vangen, zooals gij doet. Hij is u ontvlucht «En gij schijnt hem ook niet te hebben kunnen vasthouden, héWat dat betreft, ik ben hem nage reisd om hem tegen onheil te beschermen." «Dat behoeft gij niet te doen," hernam Njetta. «Daarvoor heb ik al gezorgd. Ik heb gezorgd dat hij veilig kan reizen. Niemand zal hem van iets kwaads durven betichten." «Dat kunt gij niet weten. Hij zal u wel niet verteld hebben, waarom ik hier gekomen ben." «Alsof ik dat niet raden kan," viel Njetta weder in. «Ik weet alles en heb alles, wat bet» behoorde, voor hem in bewaring genomen." IVordl vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 1