1
J
Donderdag 23 April.
Het goud van de Orion.
A0. 1891.
I\l°. 7740.
Kenn isgev ng.
ij f- en-v©©r tig-st© Jaargang
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
UITGEVER: X ODÉ.
Buitenlandsche Berichten.
COMilfT.
Asonnkkentsprijs per kwartaal
Traneo per post, door het geheele Rijk
Afzonderlijke noimners
t 1.85.
- 2.50.
- 0.10.
BUREAU: BOTKK8TKAA.T, E 2 7.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels met
inbegrip van eene Courant1.10.
Iedere gewone regel meer - 010.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
PROCES-VERBAAL van de opening derstem-
briefjes, die, ter benoeming van éen lid
van den gemeenteraad (aftredendein 1895)
den 21sten April 1891 zijn ingeleverd.
Op heden den twee en twintigsten April 1800 een
en negentig, in de gemeente Schiedam, is door het
bureau van stemopneming in dc eerste afdeeling
{hoofdbureau) in de ter inlevering van stembriefjes
bestemde zaal plaats genomen, des morgens te
Aiegen uren.
Het bureau is samengesteld uit den heer PIETER
JACOB VAN DIJK VAN MATENESSE, Burgemeester,
Voorzitter, endeheeren HENDRIK ADRIAAN MARIUS
ROELANTS en GERRIT VISSER Bz., leden van den
Gemeenteraad, Stemopneiners.
De Voorzitter plaatst op de tafel de stembussen,
bjj hem den een en twintigsten April 1800 een en
iegentig overgebracht, uit de eerste afdeeling (hoofd
bureau) en uit de tweede afdeeling (onderbureau).
De zegels van de bussen worden onderzocht en
bevonden ongeschonden te zijn.
De bussen worden achtervolgens geopend en be
vonden die van de eerste afdeeling twee honderd
•tachtig, die in de tweede afdeeling negen en negentig,
dus te zamen driehonderd negen en zeventig stem
briefjes te bevatten.
Dit getal met de lijst der kiezers, die briefjes
hebben mgeleveid, vergeleken zijnde, is gebleken te
zijn éen meer dan het getal dier kiezers.
Nadat de briefjes zijn ondereengemengd, worden
zij door den Voorzitter een voor een geopend en
overluid voorgelezen.
Het bureau heeft van onwaarde verklaard zes en
■dertig briefjes, als vier "en dertig welke niet waren
.ingevuld, en twee welke geen persoon duidelijk aan
wijzen.
Het getal der geldige uitgebrachte stemmen is
.mitsdien geweest: drie honderd drie en veertig.
Van dit getal zijn uitgebracht op de heeren:
stem
A. Maas S05
•G. Ris i
<P. van Ravens 1
P. Wuisman 1
'L. Vrijland 4
J. H. Ris Hz. 8
J. 0, Hoek 1
Ij W. Jansen 1
VÏ. A. Beukers 1
A. H. van der Most 1
J. M. van der Burg 1
M. Dirkzwager 1
•C. van der Most 1
A. Schieveen 1
stem.
J. van Deventer 1
A. van Buijsen 4
L. fngenhoes 1
J. van Katwijk Jr. 1
G. C. Franken 1
M. C. M. de Groot 1
J. van der.VeldenPz. 1
F. Bijland 2
W. Drektraan Wz. 1
W. H. Maas 1
S. A. Rijnbende 1
Theod, Wittkampf 1
T. C. Melchers 1
P. F. J. van der Heijden 1
Heeft al/oo de volstrekte meerderheid van stemmen
verkregen de heer S. A. Maas.
Is derhalve verkozen tot lid van den Gemeente
raad van Schiedam, om af te treden in 895, de heer
SIMON ADRIAN US MAAS.
Er zijn tegen deze opening van stembriefjes, door
de in de zaal aanwezige kiezers geene bezwaren in
gebracht.
En is na afloop van dit een en ander proces-ver-
haal opgemaakt, in tegenwoordigheid van allen, die
zich in de zaal bevonden.
Gedaan te Schiedam, den 22sten April 1891.
VAN DIJK VAN MATENESSE, Voorzitter.
H. A. M. ROELANTS,
G. VISSER Bz,
S I
Stemopnemers.
PROCES-VERBAAL van de opening der stem
briefjes, die, ter benoeming van éen lid
van den Gemeenteraad (aftredende in 1893)
den 21sten April 1891 zijn ingeleverd.
Op heden den tweeentwintigsten April 1800 eenen
negentig, in de gemeente Schiedam, is door het
bureau van stemopneming in de eerste afdeeling
(hoofd-bureau) in de ter inlevering van stembriefjes
bestemde zaal plaats genomen, des moigens te
negen uren.
Het bureau is samengesteld uit den heer PIETER
JACOB VAN DIJK VAN MATENESSE, Burgemeester,
Voorzitter, en de heeren HENDRIK ADRIAAN
MARIUS ROELANTS en GERRIT VISSER Bz., leden
van den Gemeenteraad, stemopnemers.
De Voorzitter plaatst op de tafel de stembussen,
bij hem den een en twiiitigsten April 1800 een en
negentig overgebracht, uit de eerste afdeeling (hoofd
bureau) en uit de tweede afdeeling (onder-bui eau).
De zegels van de bussen worden onderzocht en
bevonden ongeschonden te zijn.
De bussen worden achtervolgens geopend en be
vonden drie honderd acht en zeventig stembriefjes
te bevatten.
Dit getal met de lijsten der kiezers, die briefjes
hebben ingeleverd, vergeleken zijnde, is gebleken te
zijn even groot als het getal dier kiezers.
Nadat de briefjes zijn ondereengemengd, worden
zij door den Voorzitter een voor een geopend en
overluid voorgelezen.
Het bureau heeft van onwaarde verklaard
-eertig briefjes, alsnegen en dertig welke niet
waren ingevuld, en een dat geen persoon duidelijk
aanwijst.
Het getal der geldige uitgebrachte stemmen is
mitsdien geweest: drie honderd acht en dertig.
Van dit getal zijn uitgebragt op de heeren
stem.
stem.
J. H. Ris Hz.
301
G. Ris
1
A. Daalmeijer
1
W. A. Beukers
1
W. Drektraan
1
A. Kooijman
1
H. J. Plant
1
P. la Verge.
1
L. Vrijland
4
J. den Bnnker
1
S. A. Maas
7
L. W. Jansen
2
L. Ingenhoes
1
D. Krommenhoek
1
M. C. M. de Groot
1
M. Mak
1
T. C. Melchers
1
A. C. A. Nolet
1
D. Henkemans
1
H. C. Ris
1
A. Bosman
1
G. A. Maas
1
A. U: Ris
1
C. Klein
1
Mr. H. M. C. Poortman
1
L. Burger
1
0. Franken
1
P. F. J. van der Heijden
1
Heeft alzoo de volstrekte ineerdeiheid van stem
men verkregende heer J. H. Ris Hz.
Is derhalve verkozen tot lid van den Gemeenteraad
van Schiedam, oin af treden in 1893, de heer
JOHANNES HENRICUS RIS Henricuszqon.
En zijn tegen deze opening van stembriefjes, door
de in de zaal aanwezige kiezers geen bezwaren
ingebracht.
En is na afloop van dit een en ander proces
verbaal opgemaakt, in tegenwoordigheid van allen,
die zich in de zaal bevonden.
Gedaan te Schiedam, den 22sten April 1891.
VAN DIJK VAN MATENESSE, Voorzitter.
H. A. M ROELANTS,
G. VISSER Bz.,
j Stemopnemers.
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam
Gezien Art. 69 der Wet van 4 Juli 1850
(Staatsblad no. 37)
Brengen bij dezen ter kennis van de ingezete
nen, dat de Processen verbaal van de op den
21 sten dezer plaats gehad hebbende vei kiezing
van twee Leden voor den Gemeenteraadter
inzage zijn nedergelegd op de Secretarie en dat
afschriften daarvan zijn aangeplakt aan het
Raadhuis.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den 22sten April 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
VAN DIJK VAN MATENESSE.
JJe Secretaris,
VERNÈDE.
ENGELAND.
Het Lagerhuis heeft bij tweede lezing de
regeeringsvoordracht goedgekeurd tot aankoop
van gronden iu Ierland iri het groot (ten einde
die in het klein aan onbemiddelde landbou
wers weder van de hand te zetten.) De meer
derheid, waarmede het eerste artikel, de kei*
der voordracht, werd goedgekeurd, was '124
(247 tegen 126).
In de wateren van New-Foundiand is het
weer tot eene botsing gekomen tussclien de
visscherslieden van het eiland en de Britsche
kruisers, die de lastige rechten der Frauschen
in deze wateren handhaven moeten. Er is
een doode gevallen euvele visschers zijn ge
wond, Verscheidene visschers werden gear
resteerd.
De meeste bladen heoordeelen den aanval
op Engelsche schepen te Delagoa zeer on
gunstig. De verwoede Times buldert: Deze
ongelooflijke minachting van alle volkenrecht-
lijke vormen kan alleen de Portugeesche
politieke chaos verklaren. Het is onbegrijpelijk
dat eenigerlei regeering; dien naam waardig,
kan toelaten zulk eene openlijke schending
van alle verbintenissen en zulk eene moed
willige tartirig van eene mogendheid, over-
bekwaam om de Portugeesche beleediginge»
te tuchtigen. Maar er is eene grens aan
Engelands lankmoedigheid' en offerbrenging
om den waggelenden koningstroon van Por
tugal staande te houden. Zelfs de Daily News,
anders jegens Portugal nogal welwillend,
betoogt dat er andere en scherpere methoden
vereischt worden.
Naar de Daily News uit Athene verneemt,
heerscht er onder de bevolking van Korfu
groote opschudding wegens het vinden van
het verminkte lijk van een achtjarig kind
Roman van H. ROSENTHALBonin.
41.
Haar vader was ambtenaar, koninklijk beambte,
zooals zij hem met niet weinig zelfverheffing
noemde. Hij was rijk genoeg, om den anderen dag
•een Virginie-sigaar te rooken, eiken dag een halve.
'Een moeder had zij niet meer, wel een bejaarde
huishoudster, eene goede sloof, die nu, in den win
ter, den halven dag bij een kolenvuur zat neerge
hurktzij deed het huiswerk, het dochtertje niet.
Willem bemerkte van de manier van huishouden
'bij dit Italiaansch gezin even weinig als van
de listen en lagen van Theresita om zijne aan-
dacht op haar te vestigen.
Met de betaling van zijn kostgeld was hij altijd
eene maand vooruit, schoot zijne hospes aan het
eind der maand steeds tien lire voor en werkte
onvermoeid door.
Ook de oude dienstbode was Willems afgetrok
kenheid in het oog gevallen en zij vond er be
hagen in hare jonge meesteres nog meer tegen
hem op te zetten. «Hij za! niet weten dat er
vrouwen in de wereld zijn," zeide zij »hij is te
dom, net als al die rijke Engelschen. Op.straat
slaat hij geen oog op, en schijnt alle steenen van
het plaveisel te willen tellen, hoewel alle dames,
zelfs gravinnen en hertoginnen, hem toelonken."
Zoo vertelde de vertrouweling van Theresita, toen
deze haar op zekeren tijd vroeg«Wat kan ik doen
Hoe zoudt gij het aanleggen
»Ik 7 och, ik zou bet hem eenvoudig zeggen.
Dat moest ik ook doen, toen ik mijn Peppo wist
over te halen. Ik zeiïHoor eens, Peppo, nu
moesten we muar gaan trouwen: ik heb driehon
derd lire opgespaard, en gij hebt zeker ook wel
wat; nu is het tijd, hoor! En hij deed het.
Maar toen moest hij soldaat worden en toen is
hij gestorven.
«Maar dezen vreemdeling kan men toch zoo niet
aanspreken," meende Theresita. »Ik kan hem niet
zeggen, dat ik geld heb, en hij beeft er ook geen
behoefte aan." voegde zij er bij. Dat was met u
geheel iets anders."
nDaaroin juist kan hij gerust gaan trouwen,"
zei de Donna. »Op Capri heeft eens een rijke
Engelschman een schippersmeisje teri huwelijk ge
vraagd. Die was niet half zoo mooi als gij, There
sita. Zij had alleen maar een paar kleine voetjes
en dat beviel den lord en nu is zij hertogin en
slaapt in een verguld ledekant. Gij moest het
maar wagen, kind." Dit was de wijze raad der
huishoudster en Theresita besloot dan ook het te
wagen, zij het ook op eenigszins andere wijze
dan haar aangeraden was.
Nog denzelfden avond, toen Willem bij donker
naar huis kwam, werd hij in de donkere gang
door twee poezele armen om den hals gevat, eene
wang werd tegen de zijne gedrukt en eene stem,
in welke hij die van de dochter van zijn huisheer
herkende, fluisterde hem in het oor»Ik heb u lief,
gij hebt mijn hart gestolen 1" En voor hij nog
recht wist, wat hem overkwam, had hij een half
dozijn ku>«e» present, wilde kussen, die hij niet
teruggaf. Zachtjes ontsloeg hij zich van de zoo
onverwachte omarming, ging zonder een woord
te zeggen naar zijne kamer en was in hooge mate
ontsticht over dit liefdesavontuur.
Ook Theiesita was boos. Zij wierp de deur
barer kamer met geweld dicht, gooide een bloera-
vaasje, dat op hare tafel stond, in een hoek, waar
het aan scherven sprong en riep: »Die schurk,
die hondsvot!" Een heel kwartier zat zij te prut
telen en te morren, riep toen de huishoudster en
gelastte haar wat macaronie te brengen, at met
smaak, ging te bed en sliep tot aan den morgen.
Den volgenden dag verraste Willem den huis
baas met de tijding dat hij, wegens onvoorziene
omstandigheden, genoodzaakt was te verhuizen en
twee maanden huur als schadevergoeding wilde
betalen.
De ambtenaar, ofschoon hij wettelijk maar
éene maand kon vorderen, eischto er drie. Willem
bleef bij zijn voorstel en ging alvast een wagen
bestellen.
Wordt vei volgd.)