1 Feuilleton. Het goud van de Orion. A0. 1891. Zaterdag 25 April. N°. 7742. KENNISGEVING. KENNISGEVING. KENNISGEVING.- Vij f - ©n - ve ert gste Jaargang. Buitcnlaiidschc Berichten. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. UITGEVER: T. ODÉ. COURANT. Abonnementsprijs, per kwartaal Jfranco per post, door het geheel' Rijk Afzonderlijke nominers 1.85. - 2.50. - 0.10. BCKEAV: BOTEK8TBAAT, E 2 7. AdvkrtkntiBPRIJS: van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courantf 1.10, Iedere gewone regel meer- 0.10. Driemaai. geplaatst wordt tegen twekmaai. lei etc end. Inrichtingen, welke gevaar, schade ol hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders van Schiedam; Gezien de verzoeken van: lo. C. NOORDEGRAAF om vergunning tot oprichting eener broodbakkerij aan de Hoofdstraat alhier, wijk G, no. 121, kadas ter sectie L, no. 1400; 2o. B. VAN DER EIJKDz., te Kethel, om vergunning tot uitbreiding zijner bran derij aan den Noordvestsingel alhier, wijk B, no. 94,kadaster sectie H, no. 228, met een stoommachine van hoogstens 2 pkr. en ketel met een verw. oppervlak van 3 M2 3o. de firma J. A. J. NOLET, om vergun ning tot uitbreiding harer branderij aan »de Boterstraat alhier, wijk E, no. 42'43, kadaster sectie. B, no. 1346/1347, door plaat sing daarin van eene stoommachine van 4 pkr. en ketel met een verw. oppervlak van 4,65 Mj. ter vervanging van de be staande machine en ketel. Gelet op de Artt. 6 en 7 der Wet van den •2den Juni 1875 {Staatsblad, no. 95); Doen te weten: Dat voormelde verzoeken met de bijlagen •op de Secretarie der gemeente zijn ter visie ;gelegd; dat op Vrijdag den Ssten Mei a.s., •des middags ten 12 ure, ten Raadhuize •gelegenheid zal worden gegeven, om bezwaren tegen het toestaan van die verzoeken in te brengen en die mondeling of schriftelijk toe te lichten; en dat gedurende drie dagen, vóór het tyd- stip hierboven genoemd, op de Secretarie der gemeente, van de schrifturen, die ter zake mochten zijn ingekomen, kennis kan worden genomen. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 24sten April 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. Be Secretaris, VERNÈDE. Inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders van Schiedam Gelet op Art, 8 der wet van deu 2den Juni 1875 Staatsblad no. 95); Geven kennis aan de ingezetenen, dat, vermits A. BLONK zijn aanhangig verzoek om vergunning tot oprichting eener koper slagerij in liet pand aan de Kethelstraat, wijk A no. 12, kadaster sectie A, no. 663, heeft Ingetrokken, hun college beslist heeft, dat verzoek bulten verdere behan deling; te laten. Schiedam, den 23sten April 1891. Burgemeester cn Wethouders voornoemd, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. De Secretaris, VERNÈDE. SCHOUW Over Wegen, Voetpaden cn Kunstwerken. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Voldoende aan het bepaalde bij Art. 6 van het reglement op de Wegen en Voetpaden in deze Provincie; Brengen het volgende Proces-Verbaal door aanplakking ter kennis van belanghebbenden Op heden den twee en twintigsten April 1800 een er negentig; is door den ondergeteekende AÜGUSTINUS NOLEN, Gemeente-Architect van Schiedam, als daartoe gemachtigd door Heeren Burgemeester en Weihouders van Schiedam, bij hun besluit van den negenden Apiil daaraan- vcorgaande, ter voldoening aan het voorschrift vervat in Art. 6 van het Reglement op de Wegen en Voetpaden in de Provincie Zuid Holland, op neming gedaan van de niet onder beheer van eenig Polder- of Waterschapsbestuur staande Wegen, Voetpaden en Kunstwei ken, gelegen bin nen het grondgebied van de gemeente Schiedam en dienende tot hoofdverbinding tusschen de ver schillende bebouwde gemeentekommen. Daarbij is gebleken dat de bestrating van den Hoogen Schielandschen Zeedijk, de éénige zoo danige weg, op den ligger van de Wegen pn Voetpaden der gemeente vermeld onder volgnr. 5, en waarvan de concessionarissen van den straat weg de onderhoudsplichtigen zijn op verschillende plaatsen herstellingen behoeft, wordende tevens bepaald, dat de SCHOUW bedoeld in art. 7 van merigemeld Reglement zal worden gehouden den dertigsten Mei eerstkomende. De Gemeente Architect, (gel.) A. NOLEN. r-£n is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 24sten April 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN DIJK VAN MATENESSE. De Secretaris, VERNÈDE E N H E t A N I). Goschen heeft in het Lagerhuis de begroo ting voor 1892 ingediend, welke weinig ver schilt met die voor 1891. Het overschot op den iaatsten dienst is 1,756000 p. st.de opbrengst der middelen in het loopendejaar 90,430,000 pondde uitgaven 88,444000 pond. Het overschot van 1,986000 pond zal, volgens de belofte der troonredegebezigd worden voor het vrije onderwijs, den bouw van kazernes en de intrekking van de lichte goudstukken uit den omloop. In het Lagerhuis deelde de minister Worms mede, dat den opper-commissaris in de Kaap kolonie is opgedragen, in de Zuidafrikaansche republiek te doen wetendat geen enkele poging tot het vestigen eener republiek in gebied, dat onder beheer der Brïtsehe Zuid afrikaansche compagnie is gesteld, zal worden geduld, en aan de Transvaalsche regeering te doen weten, dat elke poging in dien zin en elke handeling, onvereenigbaar met de aan Lobenguela of andere stamhoofden in onder Britschen invloed staand gebied toegezegde bescherming, zal worden beschouwd als vijan dig tegen Hr. Ms. regeering, alsmede dat de Transvaalsche regeering gehouden zal zijn aan de verbintenis, vervat in artikel 10 van het verdrag ten aanzien van Swaziland, om hare beste krachten aan te wenden tot ondersteu ning der Britsehe Zuidafrikaansche compagnie. In antwoord op de vertoogen van lord Salisbury, heeft de Portugeesche regeering de vrije vaart op de Puugwe gewaarborgd - en .daartoe .strekkende bevelen naar Beira gezonden. Aan de Times wordt uit Lissabon geseind, dat men aldaar vreest dat niets de vijande lijkheden in Manicalaud kan verhinderen. De Portugeezen verwachten dat de Engelschen 15 Mei zullen avanceeren; daarom wapenen zij zich ijlings daartegen. Indien Portugal en Engeland den modus vivendi verlengden, zoude de betreffende kennisgeving ter ver zending naar fort Salisbury drie weken eischen. De invloedrijke personen te Lissa bon gelooven niet dat een verdrag gesloten zal worden voordat de modus vivendi afge- loopen is. Men verneemt anderzijds dat Enge land de Portugeezen vergunt Massikesso weder te bezetten tegen doorlating der En gelschen op de Pungwe-rivier. De Engelsche ge/.aut te Lissabon is bedlegerig. Volgens particuliere depêches uit Chilli Roman van H. ROSENTHALBonin. 42. De vader deelde zijne dochter het onaangenaam tüieuwtje mede en gaf door zekere toespelingen en een boosaardigen lach genoegzaam te kennen, •dat hij vrij goed op de hoogte was van die ron voorziene omstandigheden". Een ongeluk komt nooit alleen. Pas was Wil- |Jem in zijn nieuw hotel geïnstalleerd, of bij kreeg -een brief uit Noorwegen, natuurlijk van Njetta. •Zij had het verstandig overlegd en hem door een schoolknaap laten* schrijven. Een kennis van haar •vader, die op een,[stoomschip voer, had de bezor- ,ging op zichggcnomen. Er stond in: Lieve John! Er is hier een man geweest, een Engelschman, die naar u gevraagd heeft; hij wilde weten, waar gij waart en met welk schip gij vertrokken waart, maar kende uw naam niet. Ik heb hem natuurlijk niets wijzer gemaakt en zoo is hij weer naar Duitsch- land afgereisd. Studeer maar terdege, opdat gij gauw terug kunt komen bij uwe geliefde Njetta." Van Geesje's bezoek stond dus in den brief geen woord. Deze scheen verzonden, dadelijk nadat Willem haar zijn adres had medegedeeld. Hij stemde Willem gansch niet vroolijk. Zoo lang hij nog in Noorwegen, in de boersche omge ving van het eiland verkeerde, was het denkbeeld om dit meisje eens zijne vrouw te moeten noemen niet al te ongerijmd. Nu, ver van haar verwijderd, in zoo geheel andere kringen en bij het dagelijksch verkeer in eene wereld van nieuwe ervaringen en nieuwe indrukken, die zijn gezichtskring telkens uitbreidden, nu scheen het hem volstrekt onmo gelijk zijne belofte gestand te doen. Reeds lang drukte hem die band, en nu, met dit schrijven voor zich, gevoelde hij dubbel den last van de in nood hem afgeperste toezegging. Zij rukte hem uit het boogere geestesleven, waarvoor hij zich bestemd gevoelde, naar de diepte van ruwheid en volkomen gemis aan vormen. Njetta zou zich willen be schaven, hem volgen op den weg van geestesont wikkeling; maar hoe zou zij dit kunnen, zij, de vijfentwintigjarige met hareNoorsche natuur, even weinig gevormd en woest als de rotsen van haar vaderland. Jaien zouden noodig zijn om haar ook maar eenigszins voor te bereiden voor het gezellig verkeer in de kringen, waarin Willem hoopte zich eens te zullen bewegen. Deze en dergelijke over wegingen hadden hem reeds maanden lang in zijne vrije oogenblikken beziggehouden en al die bezwaren traden thans levendiger dan ooit voor zijne verbeelding, daargelaten nog het bedenkelijk feit, waarvan de brief melding maakte. De man, van wien hier sprake was, moest iemand van Spiekeroog zijn, want hij kende alleen zijn waren naam. Hoe wist die, dat hij het was, die op Hille geland was, daar hij er toch doorging vooreen matroos van de gestrande Orion. Wie en wat had hem naar het geheel van het verkeer uitgesloten eiland gevoerd Hij was uit Engeland, schreef Njetta. Duitsch verstond men op haar eiland niet, de Qostfricsche zeelui meest wel Engelscli. Hij kon dus best van Spiekeroog afkomstig wezen. Op Hille was de onderzoeker in kennis gesteld met die fatale geschiedenis der rolletjes goudstukken en wist hij dus ook, dat Willem geld weggenomen had uit de kajuit van den kapitein. Voorts had hij kennis gekregen van zijn aangenomen naam, en dit alles, gevoegd bij het drukke verkeer van Napels met alle landen der bekende wereld, maakte zijn langer verblijf aldaar gevaarlijk. De man kon eens navraag doen naar John William son. Wel bestond er, zoover hij wist, in geheel Napels geen adresboek en bekieunde de politie er zich weinig om, wie uit- en inging, doch de studenten kenden hem, als gunsteling van de professoren, bijna allen. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 1