1
Mr. J.G. GLEICHMAN.
Maandag 22 Juni.
N°. 7782.
Eerste Blad.
in 1st Mistrict Schiedam.
A°. 1891.
HERSTEMMING
Vij
f - n -ve ©r t i g* s t Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
UITGEVER: J. ODÉ.
BültEAV: BOTBBITBA AI, E 2 7.
BinnenlandscUe Berichten.
OUR i
jIfünnkmkntsprijsper kwaitaal
granco per post, door het geiieele Rijk
Afzomletlijke iiominers
-1.S5.
- 2.50.
- 0.10.
ADVERTENTIEPRIJS: van 110 gewone
mbegnp van eene Courant. f 1.I0
Iedere gewone regel meer - 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Dinsdag a.s. is voor ons kiesdistrict de
dag van een belangrijken strijd.
GLEICHMAN of Van der Borch van Ver
volde. Wie zal het zijn Dat zal afhangen
van den ernst, waarmede elk kiezer de zaak
beschouwt. Want waarlijk, wij beleven zon
derlinge dagen, en ieder mag wel op de tee
kenen der tijden letten.
Wij hebben voor veertien dagen een aan
bellend woord gesproken ten gunste van de
candidatuur-GLEICHMAN. We konden dat
doen, omdat we ruimschoots in staat waren
op daden te wijzendaden uit het leven van
onzen candidaat als minister, en als lid van
de Tweede Kamer der Slaten-Generaal.
We zullen niet in herhalingen vervallen,
nu we de herstemming in het gezicht heb
ben. We verwijzen daarom naar hetgeen voor
veertien dagen door ons werd aangevoerd.
Thans echter een woord over den candidaat,
die nu door de katholieke en de anti-revoluti-
onnaire partijen tegenover den heer GLEICH
MAN is gesteld.
Voor veertien dagen was hij door de
'katholieken afgewezen. Zijn adviesje n de
Tweede Kamer over de legersvet uitgebracht,
had hem onmogelijk gemaakt voor die partij.
Zij vond een candidaat in den protestant
wij moeten daarop wel drukken in den
protestant Engelberts, die veel had beloofd,
zelfs zijn medewerking tot herstel van het
gezantschap bij den paus. Men weet, dat o. a.
het katholiek programma der kiesvereeniging
Hecht en Orde het volgende omtrent dit
punt inhoudt: »tlet gaat om de erkenning
van clen Paus, niet slechts als het zichtbaar
opperhoofd der Kerk, maar ook als den opper
sten leider der volkeren, waar het betreft de
maatschappelijke belangen".
Het gaat om het herstel van liet gezant
schap bij den paus, als eisch van het recht,
naar de opvatting der katholieken.
Het gaat om de onafhankelijkheid van den
Staat, die, altijd volgens genoemd program, niet
zelfstandig mag optreden tot verbetering van
maatschappelijke toestanden en tot bestrijding
van maatschappelijk en zedelijk kwaad, maar
die moet samenwerken met de katholieke
kerk."
Welnu, de candidaat, die het met den
geest dier beschouwing eens was, is niet in
herstemming gekomen; wel de baron Van
der Borch, die voor veertien dagen werd
uitgeworpen.
Welke toezeggingen hij gedaan heeft, gaat
■ons minder aan; maar wel zijn v,ij zoo vrij
te meenen, dat de aftredende afgevaardigde
zeker niet weder in genade zal zijn aange
nomen, dan nadat hij zijn vroegere tegen
standers heeft bevredigd. Misschien heeft deze
Juni-maand hem wel van voor- tot tegenstander
der legerwet gemaakt.
Er zijn dezer dagen vrij wat onderhande
lingen gevoerd en sommigen candidaten
wordt bij de herstemming het vuur na aan
de schenen gelegd.
Welnu, wij hebben geen transactiën te
maken gehad. Wij hebben een candidaat van
erkende bekwaamheid. Doch wat kan voor den
candidaat der vereenigde tegenpartijen worden
aangevoerd? Men heeft het in een strooibiljet
van de centrale anti-revolutionnaire kiesveree
niging beproefd, maar het ging niet. Men
moest zelfs zijn toevlucht nemen tot phrasen
als deze: y>.Steeds toas hij (Baron Van der
Borch) persoonlijk lereid, ieder, die zijn hulp
noodig had, ten dienste te staan"Zoo drijft
men geen goede politiek.
Genoeg! De strijd loopt nu over twee per
sonen. Wordt het gezond verstand geraad
pleegd, slaat ieder met aandacht gade, wat
thans in verschillende districten geschiedt, dan
vreezen wij de uitkomst niet, en zal de over
winning in dit district behaald worden door
SCHIEDAM, 20 Juni 1891.
Door dan burgemeester werd welwillend
voldaan aan ons verzoek om zijne rede, in de
raadszitting van Donderdag jl. uitgesproken,
ter opname in ons blad af te staan.
Zij luidt in haar geheel als volgt:
Bij 't aanvaarden der betrekking van burge
meester dezer gemeente richtte ik in zijne
openbare vergadering van 7 Juni 1866 inde
eerste plaats het woord tot den gemeenteraad:
Thans, na mijne ambtsvervulling gedurende vijf
en twintig jaren, richt ik het, met hartelijke
toegeneger eid, met innigen dank, tot mijne stad-
genooten in het algemeen, tot mijne mede-burgers
van Schiedam.
Nuttige inrichtingen, vaak met groote inspan
ning, zijn binnen dat tijdsverloop hier tot stand
gebracht: met de grootste voldoening noem ik en
roem ik die voor de opleiding en de verstandelijke
ontwikkeling van het opkomend geslacht, zoowel
in zake het lager- als het middelbaar- en het
hooger onderwijs.
Op een ander gebied, zij het dan alweder met
inspanning van alle krachten, werd, in 't belang
der openbare reinheid en gezondheid, een hoogst
gelukkige uitkomst verkregen, door den aanleg en
de exploitatie, vanwege de gemeente, onzer voor
treffelijke drinkwaterleiding, in iedere beteekenis,
een weldaad voor het algemeen.
Een in de openbaie raadsvergadering van 25
Augustus 1871 door burgemeester en wethouders
ingediend plan tot uitbreiding der gemeente, in
verband met de verbetering van den algemeenen
toestand van het water der havens en grachten,
is niet tot uitvoering gekomen, het betrof ook,
blijkens de gedrukte kaart die het vergezelde
den aanleg van een tweede scheepvaart-haven, in
verbinding met de rivier de Maas voor onze stad.
Ware dit plan uitgevoerd Schiedam zou de
eerste directe verbinding hebben gehad van den
Hollandschen spoorweg met de rivier en den
waterweg naar zee.
De berekening der kosten van uitvoering dezer
werken was er bij overgelegd, ter bestrijding van
welk® kosten bovendien werden aangeboden de
noodige gelden, die door een annuiteit, in 64
jaren zouden zijn terugbetaald.
De administratie der Hollandsche ijzeren
spoorwegmaatschappij, blijkens overgelegd schrij
ven zheeft zich, overtuigd van het wederzijdsch
belang van elke verbinding tusschen spoorweg
en zeevaart, niet ongenegen verklaard om te
Schiedam, zoover den spoorweg betreft, daartoe
ritóde te werken, indien zulks, door billijke voor
waarden en doeltreffend ontwerp, opgemaakt en
verwezenlijkt kan worden".
Reeds vroeger, in de openbare raadsvergade
ring van 5 October 1866, bij de beraadslaging
over de aanzienlijke uitbreiding dezer gemeente,
door hare vereeniging met de gemeente Oud
en Nieuw-Mathenesse, met een gedeelte der ge
meente Kethe! en Spaland grootendeels de
voormalige gemeente Nieuwland, Kortland en
's-Graveland en ook met een gedeelte der
gemeente Vlaardinger-Ambacht, werd door mij
gewezen op de uiterst gunstige gelegenheid tot
handelsverkeer met het Overmaassche door den
sKoedood", het kanaal sdwars door het eiland
IJsselmonde, van de Nieuwe naar de Oude Maas en,
van daar, door het Spui of de Kil, óok met Beijer-
land en met de geheele provincie Zeeland".
hoofdzakelijk, verschil van inzicht over de uit
breiding dezer gemeente naar de Oost- öf naar de
fKesfzijde, heeft de uitvoering van dit plan
verijdeld.
Thans heeft Rotterdam de directe verbinding
van den spoorweg met de rivier de Maas, te
"Vlaardingen en ook te Maassluis zal die weldra
bestaan, de éenige der steden aan de Maas in
dezen omtrek, die ze missen moet tot mijn
bitter leedwezen ondanks mijn tijdig optreden
het is de gemeente Schiedam.
Voor »de uitvoering" zij het dan ook
eindelijk van het raadsbesluit tot aanleg der
werken voor de algchcele waterverversching van
alle grachten onzer geriieento, bestaat bij mij geen
vrees: De afschuwelijke toestand waarin het
water onzer grachten blijft verkeeren; de pest
walm die opstijgt, zelfs uit onze voornaamste
havens, die vroeger althans veel minder dan de
binnengrachten werden verontreinigd, moeten ten
laatste, den tegenstand overwinnen, tot het
aanwijzen der gelden, gevorderd voor het uit
voeren der werken, waartoe de raad sedert
lang heeft besloten en waarvoor de bestekken
sedert geruimen tijd geheel afgedrukt geieed
liggen. Ook in deze blijf ik bij mijne vóór
25 jaren, hier, op deze zelfde plaats, in het
openbaar uitgesproken en door de feiten bij her
haling bevestigde overtuiging: »einrielijk toch
zegeviert de goede zaak."
Met dit onwrikbaar vertrouwen op de toekomst,
geachte stadgenooten, breng ik u mijn innigen,
mijn oprechten dank voor uwe door mij zoo
hooggewaardeerde belangstelling ik betuig dien
aan allen te gelijk en zonder onderscheid, uit
sluitend en alleen van deze plaats, die, naar
mijne meening de daartoe aangewezene isde
openbare zaak dank aan onze verlichte staats
instellingen zij wordt in het openbaar be
handeld. Ieder hoore, of leze in 't gedrukt Verslag
onzer handelingen, mijne openlijke verklaring
hoe oprecht dankbaar ik me gevoel voor de
treffende blijken vun genegenheid van velen
ondervonden. Zoo gaarne gaf ik hiervan getuige
nis aan ieder in 't bijzonder bij het onmogelijke
déarvan moet ik mij bepalen, in 't algemeen
mijn dank te betuigen of te herhalen aan allen
die uitvoering hebben gegeven of helpen geven
aan bet feest-programma van den voor mij onver-
getelijken eersten Juni 1891. Zooveel mogelijk,
om met de schooljeugd te beginnen, hoop ik
getuigenis te geven hoezeer ieders medewerking
aan liet feest door mij wordt gewaardeerd
bovenal aan de mannen van het initiatief, aan
de leden der feestcommissie, door wie met
zeldzamen tact een feestviering is ontworpen,
die, zonder de geringste uitzondering, van het
begin tot het einde volkomen is geslaagd de
namen van hen allen, ze zijn en ze blijven
met innige dankbaarheid in mijn geheugen ge-
grilt. Zij hebben er voor gezorgd dat ik me steeds
mag blijven verheugen, bij 't herlezen der namen
van zulk een aanzienlijk getal stadgenooten, dat
wel heeft willen deelnemen aan de feestvreugde
mij bereidZij hebben, behalve door zichtbare
teekenen dier belangstelling, er bovendien een
willen bijvoegen dat, ook na mijn verscheiden,
in duurzaam metaal, zal blijven getuigen van de
mij bereide feestvreugdeAan deze commissie
nogmaals en nogmaals mijn innigen dank.
In hare gisteren gehouden vergadering
heeft de centrale Roomsch-katholieke kies
vereeniging »Recht voor Allen" in het hoofd
kiesdistrict j> Schiedam" met algemeene stem
men voor de a.s. herstemming candidaat
gesteld voor de Tweede Kamer den heer
mr. A. P. R. C. baron van der Borch van
Verwolde.
Koningin Wilhelmina heeft gisteren weder
een rijtoer door het dorp Apeldoorn gedaan.
Bij kon. besluit is met 1 Juli tot school
opziener in het arrondissement Leiden be
noemd jhr. mr. J. Beelaerts van Blokland, te
's-Gravenhage.
Bij kon. besl. van 18 Juni is bepaald, dat-
de stembriefjes ter verkiezing van een lid der