Vrijdag 26 Juni. N°. 7785. KENNISGEVING. KENNISGEVING. Feuilleton. Het goud van de Orion. A°. 1891. "Vij f-©n-v© ertig-s ti© Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. Bttitenlandsche Berichten. UITGEVER: J. ODÉ. SGHIE GOURA.IT. Ahonnkhbntsprijs, per kwartOiit Jranco per post, door liet geheele Hrjk Afzonderlijke nommers 1.85. - 2.50. 0.10. BUREAUS BOTEK8TBAAT, Bi 97. Advertentieprijs: van 1—10 gewone regels met inbegrip van eene Courant1.10. Iedere gewone regel meer>0.10. Dribhaai. geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. Kleinhandel In uterken drank. Burgemeester en Wethouders van Schiedam "brengen, ingevolge art. 5 der Wet tot regeling van den kleinhandel in sterken drank en tot beteugeling van openbare dronkenschap (Staatsblad no. 118 van 1885), ter openbare kennis, dat bij hen een verzoekschrift is ingekomen van NEELTJE BOS, huisvrouw van H. W. Ontrop, om vergunning tot ver koop van sterken drank in het klein in het pand aan den Langen Achterweg, G no. 174. Schiedam, den 25sten Juni 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN DIJK VAN MATENESSE. De Secretaris VERNÈDE. 'Inrichtingen, welke gevaar, schade ol hinder kannen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders van Schiedam; Gezien het verzoek van G. J. BERTELS om vergunning tot uitbreiding zijner bran- derU aan de Westerkade alhier, wijk G, no. 181, kadaster sectie M no. 412, met een stoommachine van 2 paardenkracht en ketel met een verwarmings oppervlak van 4 M3. Gelet op de Artt. 6 en 7 der Wet van den 2den Juni 1875 (Staatsblad no. 95); Doen te weten: Bat voormeld verzoek met de bijlagen mp de Secretarie der gemeente is ter visie gelegd; dat op Donderdag den ön Juli a.s., des namiddags ten half twee ure, ten Raadhuize gelegenheid zal worden gegeven, om bezwaren tegen het toestaan van het verzoek in te brengen en die mondeling of schriftelijk toe te lichtenen dat gedurende drie dagen, vóór het tijd stip hierboven genoemd, op de Secretarie der gemeente, van de schrifturen, die ter zake mochten zijn ingekomen, kennis kan worden genomen. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 25en Juni 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN DIJK VAN MATENESSE. De Secretaris, VERNÈDE. De Commissaris des Konings in de provincie Zuid-Holland, Gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten van den I6den Juni 1891. n°. 65; Gelet op art. 11 der wet van den 13den Juni 1857 Staatsblad n«, 87); Brengt ter kennis van de belanghebbenden, dat bij voornoemd besluit door de Gedeputeerde Staten is bepaald, dat de afzonderlijke jachten op waterwild voor dit jaar zijn geopend op Zaterdag den 1 sten Augustus aanstaande, en dat mitsdien van dat tijdstip af de uitoefening der jachtbedrijven, vermeld in art. 15, tl, f en h, der wet op de jacht en vissckerij, is geoor loofd wordende tevens herinnerd aan de be paling van art. 1 van het Reglement op de uitoefening der jacht en visscherij in deze pro vincie, krachtens welke die jachten niet anders mogen plaats hebben dan op het water, langs de stranden, oevers van meren, plassen, rivieren en op moerassige landen. En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt, worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is, alsmede in het Provinciaal Bldd en in de Nederlandsche Staatscourant worden geplaatst. 's-Gravenhage, den 28st«n Januari 1891. De Commissaris des Konings voornoemd, FOCK. ENGELAND. Naar te Londen verzekerd wordt, zijn de moeilijkheden, waardoor de afgevaardigden uit Newfoundland belet werden uit Londen te vertrekken, zoogoed als opgeheven. De heer Whiteway zal naar Europa terugkeeren, teneinde aanwezig te zijn bij de zittingen van het scheidsgerecht, dat in October a.s. te^ Brussel zal bijeenkomen. De Times verneemt uit Rangoon, dat er groote onrusf te Bangkok heerscht wegens Frankrijks pretenties op Siameesch grond gebied. De officieuse Bangkok Times be schuldigt Frankrijk van inlijvingsplannen ten aanzien van geheel Siam, waartoe de kuipe rijen van den nieuwen gouverneur-generaal van Cochinchina-zouden strekken. Het blad ontkent dat de Siameesche bevolking Fransch- gezind zou zijn. De bevolking van Engeland en Wales is in negentig jaren, van 1801 tot 1891, blijkens de volkstellingen, aangegroeid van 8,839,536 tot juist 29 millioen zielen. Ziehier de per centsgewijze toeneming om de tien jaren van 1801—14 44.3 pCt., 4814-24 18.06, 1821—31 15.8, 1831—41 14.52, 4841—51 12.65, 1851-61 11.93, 1861—71 13.19, -1871-81 14.36, 1881—94 41.64. Uit dit laatste cijfer blijkt dat de vermeer dering in het laatste tiental jaren minder geweest is dan in een der voorafgaande de caden, die van 1851—61 niet uitgezonderd, waarin de Krim-oorlog heeft medegewerkt om de aangroeiing te beteugelen. Metterdaad hadden de cijferaars, op grond van het ge middelde aangroeiingscyfer, de bevolking in 1891 op 29,843,898 geraamd. Ruim achtmaal honderd duizend is zij dus ten achter. Hieruit af te leider», zooals de optimisten doen, dat de vermeerdering tot staan ge bracht is en het schrikbeeld van overbevol king heeft opgehouden een schrikbeeld te zijn, schijnt voorbarig. Een blik op de boven medegedeelde percentsgewijze cijfers doet zien dat de schaal daalt en klimt met grillige sprongendat jaarreeksen, die berucht zijn door misgewas, epidemieën, oorlogen en andere oorzaken van schraalheid en ellende, zich onderscheiden door eene verwonderlijke stijging, en dat er na een betrekkelijk laag verhoudingscyfer soms, zonder in het oog vallende oorzaak, eene klimming komt. DUITSCHLAND. De kroonraad, onder voorzitterschap van den keizer gehouden, heeft besloten eene loterij van acht millioen uit te geven tot bestrijding der slavernij. De Berlijnsche Politische Nachrichten, die ais orgaan van het centraal bestuur der Duitschc industrieelen met den geheimraad Baare in betrekkingen staat, maakt het volgende openbaar: De drukpers houdt zich nog altijd bezig met de zaak omtrent het gebruik van stempels van de Bochumer ver- eeniging. Wij zijn thans in staat gesteld woordelijk de voorwaarden mede te deelen, die in de cahiers de charge der Nederland sche staatsspoorwegen zijn opgenomen met betrekking tot de kostelooze vervaardiging van waarmerkstempels voor de leverantiën, welke voorwaarden, geldende voor de in dit jaar te leveren materialen, aldus luiden: lo. sAlgemeene voorwaarden voor spoorsta- Roman van H. ROSENTHALBonin. 64. «Aan dezen man riep Charles. Heeft hij dat gedaan En peinzend vervolgde hij«En men heeft enkel het geld van den kapitein bij hera gevonden en anders niets, ook bij een nauw keurig onderzoek niet. Zon hij het werkelijk zijn?" Ja, toch wel," vervolgde hij als bij zich zeiven; «hij kan de banknoten welzoo goed verborgen hebben, dat men ze niet kon vinden. Doch hoe krijgt die man die beschaving, die kennis, hoe wordt hij die talen meester?" jDat blijft mij ook een raadsel," zeide Flora »doch dat ik dezen man op de Orion voor mij gezien heb, zoo goed als ik u nu voor mij zie, dat is zoo zeker als het licht der zon. Daarop zou ik durven zweren." «Góed," zei Charles. Ik wil tot den man gaan en dan moet hij mij bewijzen, dat hij wer kelijk Williamson heet en een Engelschman is, niet afkomstig van het Oostfriesche eiland. Wij moeten zekerheid hebben." «Hij bevindt zich te Murano, een uur varens van hier," zei Flora. «Goed, dan ga ik daarheen en Iaat mij dezen keer niet met praatjes afschepen." Charles keek op zijn horloge. «Drommelsnu is het te laat altijd te laat dat is mijn ongeluk De kapitein wilde om zeven uur naar wal en ik moet hem op hot schip vervangen, heden en morgen ook nog. Laten wij hopen, dat de man ons in dien tijd niet ontsnapt. Heeft hij ook plan om te vertrekken?" «Stellig niet. Hij is ijverig bezig met nieuwe ontdekkingen." «Dan ga ik hem overmorgen spreken. Ik kan hem immers vinden op de fabnek van uw oom «Ja, hij bewoont eene kamer in de fabriek." «Hij moet nu natuurlijk niet weten, dat ik hier ben. Zult gij er ook uw oom niets van zeggen, Flora?" «Ik zal alles verzwijgen," zeide Flora, en Char les nam een hartelijk maar wat haastig afscheid. 19e Hoofdstuk. «Dus vandaag moeten wij naar Murano," zeide Jansen tegen zijne dociiter, toen zij in den vroegen morgen van den volgenden dag in hun hotel de koffie gebruikten. De heer Jansen hield van vroeg opstaan en joeg voor dag en dauw de slaperige kellners het bed uit, die geeuwend maar tech gedienstig genoeg kwamen toeloopen, als de rijke gast hen opriep. «Dat is gezond voor hen," had hij tegen Geesje gezegd, toen deze een goed woord voor de langslapers was komen doen«dan zullen zij overdag ook wel wat wakkerder zijn en niet den geheelen middag als luiaards op den rug liggen Geesje zelve was het sprekend bewijs, dat de heerlijke morgenlucht de wangen kleurt en het geheele uiterlijk een frissche gezonde tint geeft. Zij zag er heden kostelijk uit. In haar eenvou- digen maar naar den iaatsten smaak gesneden en degelijke» opschik, met haar donker oog en schrander voorhoofd trok zij menig oog tot zich en menig jonkman onder de gasten bleef, als hij haar ontmoette, met welgevallen op haar staren. Zelfs de kellners hadden begrepen, dat er met haar evenmin als met den oude te spotten viel, en dienden haar op hare wenken. Zij hield haar vader altijd en overal gezelschap. Als zij hem alleen liet, zoo redeneerde zij, kon het eens treffen men kon nooit weten dat hij Willem ontmoette, en van zulk eene onver wachte ontmoeting stelde zij zich weinig goeds voor. De oude heer, het is waar. had hem alles vergeven, maar zij kende zijn bard Friesch karakter te goed om niet op haar hoede te zijn. Ook Willem was geen man om bij een onver- hoedschen aanval uit den weg te gaan en zoo kon het bij een treffen tusschen die beiden ge beuren, dat hare tusschenkomst hoog noodig was. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 1