Feuilleton. Het goud van de Orion. A0. 1891 Vrijdag 10 iulï N°. 7795 Eerste Blad. KENNISGEVING. KENNISGEVING. Vij f- en-veert .gst© Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. Kennisgeving. Buiten!andsche Berichten. UITGEVER: J. ODÉ. COURS Abonnementsprijs, per kwartaal graneo per post, door liet geheele Rijk Afzonderlijke nominers f.85. - 2.50. 0.10. BVKEAIJ: BOIEB8TRAAT, E 2 7. ADVERTENTIEPRIJS: *all 110 gewon» leuels mei inbegrip van eene Courant. f 1.10. Iedere gewone regel meer- O.10 DRIEMAAL geplaatst wordt tegen twkkmam. heiekend. ttnrlchtingest? welke gevaar, schade ol hinder kannen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders van Schiedam; Gezien het verzoek van de firma B. A. J. "WITTKAMPF om vergunning tot uitbrei ding harer mouterij Zeeland" aan de Lange Haven alhier, wijk C no. 42/43, kadas tersectie C no. 582, met een stoommachine van 2 Va paardenkracht en ketel met een verwarmingsoppervlak van 3 M\ Gelet op de Artt. 6 en 7 der "Wet van den -2den Juni 1875 {Staatsblad no. 95); Doen te weten: Dat voormeld verzoek met de bijlagen op de Secretarie der gemeente is ter visie •gelegd; dat op Donderdag den 23n Juli a.s., des namiddags ten half twee ure, ten Raadhuize gelegenheid zal worden gegeven, om bezwaren tegen het toestaan van het verzoek in te brengen en die mondeling of schriftelijk toe te lichten; en dat gedurende drie dagen, vóór het tijd stip hierboven genoemd, op de Secretarie der gemeente, van de schrifturen, die ter zake mochten zijn ingekomen, kennis kan worden genomen. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 9en Juli 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN DIJK VAN MATENESSE. He Secretaris, VERNÈDE. De Burgemeester van Schiedam, Brengt bij dazen ter kennis van de Ingezetenen Dat het kohier van het Patentrecht No. 6, bevat tende de buitenwijken A en B, dezer gemeente, over het dienstjaar 1891/92, door den Heer Provincialen Inspecteur der Directe Belastingen te Rotterdam, op den 7n luii 1891 executoir verklaard en op heden aan den Ontvangerder Directe Belastingen ter invorde ring is overgemaakt. Voorts wordt bij dezen herinnerd, dat een ieder ver plicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen; alsmede dat van heden af de ter mijn van drie maanden ingaat, binnen welken de reclames tegen dezen aanslag behooren te "worden ingediend. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 9n Juli 1891. jDe Burgemeester voornoemd, VAN DIJK VAN MATENESSE. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Gelet op de artt. 18 en 19 der Wet van den 14den September 1866 (Staatsblad no. 138). Brengen ter openbare kennis, dat de bij art. 17 dier Wet bedoelde lijst, bevattende de namen der inwoners, die voor het verleenen van inkwartiering en onder houd in aanmerking komen, met aanduiding van de mate, waarin ieder hunner, naar gelang van de be schikbare ruimte zijner woning en van de gebouwen en getimmerten voor stalling bruikbaar, geacht wordt daarin te kunnen voorzien, heden is aangeplakt; dat die lijst van lieden tot en met den 23sten Juli e. k., op de Secretarie der Gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd, alsmede dat de bezwaren tegen die lijst schriftelijk aan hen moeten worden ingediend tusschen den 24sten Juli en den 7den Augustus e.k, Zij achten het tevens niet ongepast de inwoners bekend te maken met den inhoud <nde artt. 13, 14 en 16 der hierboven aangehaalde Wet, luidende als volgt: Art. 13. De vordering van inkwartiering en onder houd geschiedt: voor het krijgsvolk, bij bewoners van huizen of van gedeelten van huizen, ter zake waarvan aanslag in de personeele belasting plaats heeft,naar eene huurwaarde, welker bedrag, volgens de Wet op het middel, gien aanspraak geeft op verminderde belasting; ••oor de dienstpaarden, bij alle personen, die over gebouwen of getimmerten beschikken, bruikbaar tot stalling van paarden en waarin onbezette plaatsen zijn. Art. 14. Huisgezinnen waarin zich een kraamvrouw of een lijk bevindt, of waarin personen aan ernstige ziekten lijden, worden tijdelijk van inkwartiering vrij gesteld. In huizen, waarin cenebesmettelijkeziekte heerscht, mag geene inkwartiering geschieden. Deze omstandigheden worden vóór het uitreiken der biljetten aan de kwartiermakers, of bij detachementen aan de manschappen, medegedeeld aan den burge meester. De inwoner, die deswege in gebreke blijft, is gehou den deingekwartierdenvoorloopigin zijne woning(mits laarin geene besmettelijke ziekte heersehe) op te nemen ;n ten spoedigste, voor eigen rekening, in hunne be hoorlijke huisvesting en onderhoud elders in dege- meente te voorzien. deze laatste verplichting vervalt, wanneer het gemis der bedoelde opgaaf buiten de schuld ligt van den inwoner, in, welk. geval, op diens latere mededeeling der reden van vrijstelling, de Burgemeester een ander kwartier aanwijst Huisgezinnen zonder mannelijke personen boven de 20 jaren worden niet met inkwartiering belast. Ontstaat eene reden van vrijstelling tijdens de inkwartiering, dan wordt door den Burgemeester, na kennisneming daarvan, een ander kwartier aan gewezen. Art 16. De inkwartiering en het onderhoud wor den bij gelijke beurten onder de inwoners verdeeld, dien verstande evenwel, dat de krijgslieden, tot dezelfde compagnie of hetzelfde eskadron behoorende, zooveel doenlijk in de nabijheid van elkander en van hunne paarden worden ingekwartierd. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort, den 9den Juli 1891. "Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN DIJK VAN MATENESSE. De Secretaris, VERNÈDE. ENGELAND. Engelands verhouding tegenover het drie voudig verbond maakte Dinsdag in het Brit- sche Lagerhuis wederom het onderwerp uit van een paar wantrouwige vragen. Nieuwe aanleiding daartoe gaf hoogstwaarschijnlijk de aanwezigheid van een Britsch eskader te Venetië bij het afloopen der Sieilia en de wisseling van eene reeks Engelsch—Italiaan- sche marine-beleefdheden bij die gelegenheid. In antwoord op eene eerste, tot de regee ring gerichte vraag antwoordde de vice- minister Fergusson, dat tusschen Engeland en Frankrijk herhaaldelijk mededeelingen zijn gewisseld, betreffende de handhaving van den status quo in de Middellandsche Zee, maar dat het niet voegde, die aan eene openbare discussie te onderwerpen. Vervolgens werd gevraagd, of daarvan be richt was gegeven aan Italië, terwijl eene overeenkomst, die niet aan het Parlement is medegedeeld, alleen verbindend is voor den minister, die haar heeft gesloten. Hierop antwoordde Fergusson, dat hij nog geen gelegenheid had gehad om zijn gevoe len ten deze aan Italië bekend te inaken. Toen de afgevaardigde Labouchère hierop- zeide dan te veronderstellen dat Frankrijk wel bekend zal zijn met hetgeen tusschen Engeland en Italië is overeengekomen, ant woordde de minister, dat uit zijne woorden niet meer moest worden opgemaakt dan hij had gezegd. Het Lagerhuis heeft bij de derde lezing de wet op het kosteloos onderwijs aange nomen. De heer Hammond, anti-Parnellist, is te Charlow tot parlementslid gekozen met 3779 stemmen, tegen 1501 die op een Parnellist zijn uitgebracht. Aan het groote banket van 140 couverts te Windsor op Dinsdag jl. werd deelgenomen door de koningin, den keizer en de keizerin, den prins en de prinses van Wales, den hertog en de hertogin van Edinburg enden prins en de prinses van Battenberg. Roman van H. ROSENTHALBonin. 68. «De gelijkenis is opvallend," zeide Willem, «met een ring, dien ik bezit." En hij bracht zijn zilveren ring ook te voorschijn. »Dat Indische inschrift, dat jaarcijfer, alles stemt overeen. Ik vond dezen ring, zestien jaar geleden, op het strand van Spiekeroog." Charles greep haastig naar den hem ver toonden ring. »Die behoorde aan mijn broederriep hij. »Hoe heette het schip, waarop uwe ouders verongelukten 7" vroeg Willem. «De Columbia. Het strandde aan de Friesche •kust, niet ver van de plaats, waar ook de Orion ten onder ging, en mijn broederen mijne ouders •verdronken." «Dan kan het niet anders zijn," sprak Wil lem »wij zijn broedersMen heeft mij, als de eenig in leven gebleven van de Columbia, opge nomen en op het eiland grootgebracht. Nu begrijp ik," voegde hij er met een vroolijken lach bij, waarom gij mij zoo hartstochtelijk tot hiertoe vervolgd hebtgij zocht eenen broeder." Charles reikte Willem de hand en drukte die hartelijk. «Als ik dat had kunnén vermoedenriep hij. «Maar thans wórdt mij de zaak duidelijk. Deze beide ringen, die ons op zoo merkwaardige wijze te zamen brengen, zijn werkelijk van Indischen oorsprong. Mijn onze vader, die in Indischen dienst was, vond ze in het koninklijk paleis te Deli en schonk den eenen aan mij, den anderen bij uwe geboorte aan u." «En nu uw naam, broeder?" «Charles Ritschard." «Naar onzen vader?" «Natuurlijk." «Dus heet ik niet Willem Guicard en nog minder John Williamson, maar Willem Ritschard. Zie hier: W. R. staat in mijn ring." «En Ch. R. in den mijne," riep Charles. «En wat zijn nu uwe plannen, broeder?" vroeg William. «Een huwelijk sluiten," was het welberaden antwoord. «Gij raadt al met wie 1" «Ja, en ook waarom gij zoo ijverig naar het geld van uwe liefste zocht." «Ik zou haar ook zonder het geld genomen hebben, want ik heb Flora hartelijk lief, sedert maanden reeds, en zij beantwoordt mijne liefde." «Gij gelukskind riep Willem of William, zooals wij hem van nu af zullen noemen. «Ik had gehoopt Flora haar vermogen terug te geven," sprak Charles. «Ik wilde mij op die wijze verdienstelijk maken, want eigen kapitaal kan ik haar niet aanbieden. Daarom heb ik u overal gezocht, maar kwam altijd, ook nu weer, te laat." «En toch zult gij nog vroeg genoeg komen om uw hoogste doel te bereiken. Ik wensch er u geluk mee! En dan na uw huwelijk wéér géén varen?" «Het is mijn beroep." «Nu, daarover mag Flora een woordje mee spreken. De zee speelt in onze geschiedenis geen vroolijke rol. En, neem mij niet kwalijk, ik zou eenen broeder, dien ik pas teruggevonden heb, niet gaarne aan het trouweloos element afstaan, dat ons beider ouders verzwolg. Wij hebben nog veel te bespreken en misschien zal Flora mij ondersteunen, wanneer ik u eens mocht voorstellen hier te blijven." «In elk geval blijf ik voorloopig hier en hoop u morgen weer te zien bij de Lombardi's. Daar zullen wij onze hereeniging vieren en ik twijfel niet of allen zullen in onze blijdschap deelen." Na een harteüjken groet scheidden de broeders en William overdacht in de eenzaamheid nog eens de ervaringen van dezen aan wonderlijke ontknoopingen zoo rijken dag. 20e Hooedstuk. Groot was de verrassing van Flora, toen de heer Lombardï haar met het terugvinden van haar vermogen in kennis stelde en zeide, dat hij het reeds in handen bad, (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 1