U
Zaterdag 15 Augustus
N°. 7821.
Kennisgev ng.
PO L I TI E.
Feuilleton.
A". 1891.
"Vij f - ©n -v© ©r t gs t© Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
Buiteniandsche Berichten.
UITGEVER: J. ODÉ.
com i t.
«ABONNKMENTSPR1JSper kwartaal
franco per post, door het geheele Rijk
Afiondeilijke iiommers
1.85.
- 2.50.
- 0.10.
BDKEAVi BOTERITBiAT, E 27.
Advertentieprijs: fan 1—10 gewone regels met
inbegrip van eene Courant. 1.10.
Iedere gewone regel meer - 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Inrichtingen» welke gevaar, schade of
hinder kannen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam
Gelet op Art. 8 der wet van den 2den Juni
4875 Staatsblad no. 95);
Geven kennis aan de ingezetenen, dat
op lieden de navolgende vergunningen zijn
verleend
lo. aan J. VAN NOORTWIJK en- zijne
rechtverkrijgenden tot uitbreiding zijner
branderij aan de St. Anna Zusterstraat
alhier, wijk F no. 16, kadaster sectie A no.
1307, met een stoommachine van lVs paarden
kracht en ketel met een verwarmingsopper
vlak van IV4 M1*,
2o. aan de weduwe A. LEGNER en hare
rechtverkrijgenden tot uitbreiding harer
branderij aan de Lange Haven alhier, wijk
B, no. 17, kadaster sectie C no. 484, met
een stoommachine van lVs paardenkrachten
ketel met een verwarmingsoppervlak van
2Va M';
3o. aan P. SUTTORP, en zijne rechtver
krijgenden tot oprichting van een slacht
plaats in het pand aan de Hagastraat alhier,
wijk G no. 326ail, kadaster sectie L, no. 661.
Schiedam, den 13n Augustus 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN DIJK VAN MATENESSE.
De Secretaris,
VERNÈDE.
Aan het commissariaat zijn als op straat
gevonden aangegeveneen eindje koperen
pijp, een bloedkoralen oorbelletje, een
rozenkrans, een paarlemoeren broche, een
ring met 4 sleutels, een witte handdoek,
een nieuwe pet geknoopt in een zakdoek,
een blauw koralen armbandje en een
huissleutel.
DUlftfCHLAND.
De toestand des keizers schijnt toch werke
lijk vooruit te gaan. Woensdag brachten
graaf Waldersee en de gezant te Parijs graaf
Munster een-bezoek op de Hohenzollern, en
wandelde de keizer een half uurtje met hen
over het dek. De keizerin verliet des namid
dag® het keizerlijk jacht en begaf zich naar
l.et koninklijk kasteel.
De Beichsanzeiger meldt, dat het statistisch
bureau, ingevolge opdracht van den minister
van landbouw, uit de ontvangen mededee-
lingen der landbouw-vereenigingen, loopende
tot het einde van Juli, een overzicht heeft
opgemaakt omtrent de vooruitzichten voor
den oogst in Pruisen. De daarin voorkomende
pereentcijfers beteekenen »percent van een
gemiddelden oogst'". Met de daarbij aange
geven hoeveelheid kilogrammen wordt be
doeld: de hoeveelheid waarop een gemiddelde
oogst per hectare wordt berekend. De voor
naamste dezer cijfers nu zijn: Wintertarwe
91 percent, 1313 kilo; zomergerst 102 per
cent, 1432 kilo; haver 104 percent, 1393
kilo; erwten 101 percent, 1147 kilo; aard
appelen 95 percent, 10373 kilo.
De Norddeutsclie AUgemeine Zeitung
spreekt over het verbod van uitvoer van
rogge uit Rusland, en tracht daarbij aan te
toonen, dat daarin voor Duitschland nog geene
reden tot bezorgdheid ligt. Op dit oogenblik
zegt zij zijn de Vereenigde Staten van
Amerika bereid, ten volle Rusland te ver
vangen. In reserve staan de vele andere
landen van uitvoer, als: Indië, Rumenië,
Oostenrijk-Hongarije, Bulgarije, Turkije, Ca
nada, Chili, Australië en de Argentijnsehe
republiek, en met uitzondering van Frankrijk,
alwaar intusschen de ongunstige vooruitzich
ten aanvankelijk waren overschat, bestaat er
in geen der Europeesche landen een buiten
gewone vraag. Duitschland, hetwelk, voor zijn
verbruik van ongeveer 7 ii 8'/s millioen ton
graan voor de broodbakkerijen, jaarlijks
ongeveer V, a IV2 millioen ton uit het bui
tenland ontvangt, kan derhalve den verderen
loop van zaken gerust afwachten.
Het verbod van graanuitvoer uit Rusland
doet de stemmen voor afschaffing der graan
rechten in Duitschland weer luider opgaan. De
Volkszeitg. dringt thans ook aan op ophef-
f.ug der invoerrechten op aardappelen en vee,
op beperking van het gebruik van granen
voor de bereiding van sterken drank tot het
hoog noodigeen opheffing van het verbod
van invoer van Amerikaansch spek. Het
Berliner Tagéblatt stelt de regeering verant
woordelijk voor de noodlottige gevolgen, welke
eene handhaving der graanrechten, vooral in
een tijd dat ook de aardappeloogst gedeelte
lijk mislukt is kan hebben. De National
Zeitg. vreest dat het niet ophefTen dier rech
ten een toestand zal ten gevolge hebben, die
aan hongersnood grenstdaar de voorraad
rogge zoogoed als uitgeput en de nieuwe
oogst als verloren te beschouwen is. De
Norddeutsche Zeitg. is van oordeel, dat Duitsch
land de ontwikkeling der rmstandigheden
rustig kan te gemoet zien. Men mag vragen
hoelang Rusland het zal uithouden ten ge
volge van den dalenden koers van den roebel
door tweesnijdende maatregelen in de behoef
ten ten plattelande te voorzien. De Freisinnige
Zeitung doet een beroep op den keizer, om
den rijkskanselier Caprivi te ontslaan, indien
deze de verantwoordelijkheid van schorsing
der tolrechten niet wil aanvaarden. De keizer,
aldus zegt het blad, heeft reeds dikwijls be
wezen dat hij de belangen van den oecono-
mischen toestand des volks goed begrijpt. De
Beichsanzeiger ziet een verbod tot uitvoer van
aardappelen te gemoet.
B E I G I E.
In de Kamer van vertegenwoordigers ant
woordde de minister Beernaert, op eene des-
betreflende vraag, dat er geene verdragen,
welke ook, bestaan, welke aan vreemde mo
gendheden zouden veroorloven Belgische
vestingen te bezetten.
De groote mogendheden hebben België's
neutraliteit en onafhankelijkheid gewaarborgd,
maar niet om zijne vestingen te bezetten.
De heer Janson, aanvoerder der oppositie,
sloot zich geheel bij de verklaringen des mi
nisters aan.
ENGELAND.
Gladstone heeft naar aanleiding van het
hem gezonden nieuwe blad la Bussie téne-
Ireuse, hetwelk in alle talen van Europa
door het Russisch-Joodsch comité te Londen
zal worden uitgegeven, aan den secretaris
geschreven, dat hij hoopt dat het overzicht
der betreurenswaardige feiten, betreflende
de Joden in Rusland, op het vasteland het
gevoel van menschlievendheid en rechtvaar
digheid zal wakker schuddenteneinde
Eene Schets naar bet leven.
Naar het Hoogduitsch door Gregor Samarow.
6.
Deze vermoedde natuur^k van dat alles niets
■en gaf zich met hare gezellinnen onbezorgd
over aan het vroolijke verkeer, waarmee zij
eiken dag omringd werd en nam de vleierijen
en huldebetooningen der jongeheeren met -de
haar eigen vriendelijkheid, maar zonder wan
trouwen op.
Waarom zou zij niet Zij bad toch behoefte
aan medegevoel en dit vond zij bij hare ouders
niet. Haar vader bleef de koele afgetrokkene
man van altijd, die alleen dan een welgevallig
glimlachje voor haar overhad, wanneer zij hem
mededeelde, dat zij een brief van Koenraad had
■ontvangen en zij hem daaruit op levendigen
toon eenige schetsen of voorvallen mededeelde.
Ook de moeder toonde geen sympathie voor
hare dochter, dan alleen in gezelschapdoch
ook daar was die niet onvermengd. Het was
Bianca niet ontgaan, dat de moeder een gevoel
van naijver scheen te bezielen, wanneer de
jongelingschap haar minder ijverig het hof maakte
dan vroeger wel en des te ijveriger de opgaande
zon aanbad.
Bianca trok liet zich niet aan. Zij was van
jongs af al te zeer gewoon geraakt aan de koele,
formeele behandeling van hare ouders, dan dat
zij zich nu veel om hunne houding zou bekreu
nen, te meer nu het dagelijksch verkeer met
gelijkdenkende en gelijkgevoelende vriendinnen en
vrienden haar ruimschoots scbadeloosstelde
voor hetgeen zij zoo lang had moeten ontberen.
Ongeveer een jaar was op deze wijze verloopen,
toen Koenraad op zekeren dag van zijne reis
terugkeerde.
De heer Erückner bracht hem naar zijn
huis en verklaarde, dat de jonkman van nu
af als lid van het gezin moest worden be
schouwd.
Mevrouw Briickner durfde er niets tegen
zeggen, maar uit hare houding bleek genoegzaam
hoe onaangenaam zij het vond met een persoon,
die teerde op de weldadigheid van haren man
en geheel zijn ondergeschikte was, op voet van
gelijkheid te moeten leven.
Bianca begroette den vriend harer jeugd met
oprechte hartelijkheid. Toch kon zij een zekere
schuwheid, die haar telkens beving, wanneer
zij den zoo lang van haar gescheiden jongeling
ontmoette, geen meester wordenwat zij ook
deed, den rechten toon vond zij bij hun onder
houd niet. Dit was ook bij Koenraad vooral
niet beter. De vriendin, die hij als kind vei laten
had, stond daar nu plotseling voor hem als een
«elegante, bijna volwassen dame. Hij stamelde
bij de eerste begroeting eenige verlegen woorden
en moest door den bandelsraad worden herinnerd
aan zijn plicht haar de hand te reiken. Hij zelf
was ook zoo veranderd, dat da jongelieden wan
neer ze elkander in den vreemde hadden aan
getroffen, elkaar niet herkend zouden hebben.
Of het in de oogen van het jonge meisje eene
gunstige verandering was, daaraan mocht worden
getwijfeld.
Koenraad kleedde zich hoogst eenvoudigde
regelmatige, doch niet schoone trekken van zijn
door de zuiderzon gebruind gelaat hadden eene
ernstige uitdrukking aangenomen, gevolg
misschien van diep nadenken en aanhoudende
geestelijke inspanning. Zijne groote donkere
oogen, het eenige wat men aan hem schoon
kon noemen, staarden nadenkend, soms treurig
naar een onbepaald punt of blikten iemand zoo
doordringend aan, alsof zij hem uit- en inwendig
wilden doorzien. Alle lust tot jokkernij verging
iemand bij dien blik.
Bianca werd er soms haast bang van en staakte
dan plotseling het gezellig onderhoud. De jonge
ling verschilde zoozeer van de elegante ert op
alle kleinigheden die aan meisjes belang inboe
zemen lettende jongelieden, met wie Bianca
gewoon was om te gaan, dat zij eigenlijk met
Koenraad niet meer praten kon. Mevrouw Biück-
ner bespeurde weldra de verwijdering en ook
den bandelsraad viel zij in het oog. De eerste
verheugde zich er inde andere schudde
ontevreden het hoofd.
Wordt vervolgd.)