1 Maandag 26 October N°. 7872. Tweede Blad. A0- 1891 "Vij f- ©n - veertig-s t e Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. UITGEVER: j7 ODÉ. Binnenlaiidsche Berichten. Gemengde Berichten. HAAGSCHE SCHETSEN. COUR I abonnkhentsprijs, per kwartaal franco per postdoor het geheele Rijk Afzonderlijke nommers 1.85. - 2.50. - 0.10. B U K E A F BOTE II STRAAT, E 2 7. Advertentieprijs: van 1—10 gewone regels mei inbegrip van eene Courant. /Jl.10. Iedere gewone regel meer- 0.10. Drikmaai. geplaatst wordt tegen twkkmaai. berekend. TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Met betrekking tot de ridderorden leest men in het afdeelingsverslag over de be- grooting: Verscheidene leden meenden, dat in de rege ling der ridderorden verbetering moest wor den gebracht. Zij wenschten die verbetering niet tot stand gebracht te zien door eene wijziging van de bepalingen omtrent de orde van den Nederlandschen Leeuw, als die, vervat in het onafgedaan gebleven wetsontwerp van den minister Heemskerk, maar door instelling van een nieuwe orde. Het zou dan niet noodig zijn, bij gelegenheid van het bezoek van buitenlandsche vorsten tal van grootkruizen, commandeurs- en ridderkruizen in de orde van den Nederlandschen Leeuw uit te reiken, «waardoor de waarde van zoodanige onder scheiding in niet geringe mate wordt ver- tminderd. Andere leden kwamen hiertegen met "nadruk op. Zij meenden, dat de instelling van een nieuwe ridderorde geen einde zou maken aan het begiftigen van buitenlanders met de orde van den Nederlandschen Leeuw. "Wilde -men hieraan werkelijk een einde maken, dan zou men, naar het voorbeeld van Engeland, •moeten bepalen, dat Nederlandsche ridder- orden alleen aan Nederlanders mogen worden gegeven. Ook werd de vraag gedaan of door de Koningin buiten wettelijke regeling geen Huisorde zou kunnen worden ingesteld. Hier tegen werd echter opgemerkt, dat wettelijke regeling noodig is, omdat ridderorden alleen behooren gegeven te worden voor diensten •.aan den staat bewezen, en dat de Grondwet '.bovendien wettelijke regeling voorschrijft. Voorts verzochten eenige leden te mogen •vernemen of de regeering voornemens is het kapittel van de Militaire Willemsorde weder .in te stellen. Anderen verklaarden zulks niet vwenschelijk te achten. Overeenkomst met België betreffende het loodswezen. Aan de Staten-Generaal is de goedkeuring onderworpen van de op 4 Mei 1.1. met België gesloten overeenkomst tot wijziging van art. 59 van het reglement betreffende het loodswezen en ifiet gemeenschappelijk toezicht op de Schelde, enz. Het daartoe betrekkelijk wetsontwerp strekt -levens tot strafbaarstelling van de bij bet nieuwe artikel bedoelde overtreding, te« ijl het tevens -de bedoelde overtredingen tot - af bare feiten stempelt. De bepaling van eene zelfstandige straf zal in ieder geval noodig zijn om niet in de noodzakelijkheid te vervallen, opnieuw te moeten overgaan tot verdere verlenging van- •den termijn, waarvoor de wet van 6 Maart 1818 zal moeten gelden. In Belgie is door Kamer en Senaat een gelijk wetsontweip aangenomen. Aanvulling Spoorwegbegroating 1890. Eene verhooging van genoemde begrooting van f50,000 (te vinden uit den spoorweg Rotter damHoek-van-HolIand) is voorgedragen ter be kostiging van een tijdelijke aansluitingsbaan van het eindpunt van den spoorweg Zwaluwe's-Her- togenboscb tot het bestaande stationsemplacement van laatstgenoemde plaats en van eenige tijdelijke werken op dat emplacement, waaronder perrons en sporen. Boezemkanaal in Delfland. Teneinde een goede verbinding te krijgen van de Oranjesluis met die gedeelten van Delfland, in welke verbeterde afwatering het meest noodig is, besloot de vereenigde vergadering van dat hoogheemraadschap tot den aanieg van een boezemkanaal aan de Kromme Zweth tot de Oranjesluis. In het verlengde aan den Duider en de Kerstanjewetering gelegenzal het met deze eene verbinding vormen in nagenoeg rechte lijn tusschen Delft en de Maas, evenwijdig loo- pende met den achterwaarts van de duinen gelegen landrug en door tal van dwarsvaarten het water rechtstreeks opnemende uit al de vaarslooten en kanalen van het Westland. De onteigening is voorgedragen van de voor het werk vereiscbte eigendommen. Tegen de nedergelegde onteigeningsstukken zijn geene bezwaren ingebracht. Woensdag is te Dublin de aan overtreding der bankroetenwet en aan bedrieglijke oplichting schuldig bevonden Dublinsche beursmakelaar Dubedat, vroeger president der beurs te Dublin, voor het eerste feit tot 1 jaar opsluiting en voor het laatste tot 7 jaar tuchthuisstraf vei ooi deeld. Dubedat was naar Rotterdam gevlucht, van waar hij naar Zuid-Amerika gingdaar werd hij gevat en naar Ierland teruggebracht. Naar aanleiding van de aardbevingen en on- derzeesche uitbarstingen bij het eiland Pantel- laria, tusschen Sicilië en de Afrikaansche kust, bevat het Journal de Oenóve eenige beschou wingen over de mogelijkheid dat dit gedeelte der Middeilandsche zee, een vrij smalie straat van slechts geringe diepteen dieevenals Straat Sunda, sedert eeuwen hel tooneel is van vulca- nische werkzaamheid ten gevolge van de wer king der natuurkrachten wel eens gesloten zou kunnen wordenzoodat Sicilië geheel of ten naastenbij volkomen met het Afrikaansche vaste land zou worden verbonden. Dan zou de zeeweg naar Indié uitsluitend door de Straat van Messina loopen, en een dergelijk, volstrekt niet onmogelijk natuurverschijnsel, gewichtiger in zijn gevolgen dan een Europeasche oorlog, zou Italië in het bezit stellen van de sleutels van het Oosten en dit rijk tot een des machtigste mo gendheden maken van Europa. Aangaande het af- of toenemen van tering wordt door dr. Hatle medegedeeld, dat onder de 144 grootere Duitsche steden, waarvan sedeit 1878 de sterfte-opgaven geregeld worden medegedeeld, in 95 eene duidelijke afneming en in 31 eene ge ringe toeneming viel op te merken, terwijl in 18 de steifte dezelfde bleef. Van steden in andere landen worden de volgende cijfers vermeld op 10.000 inwoners daalde de teringstei fte in Balti more van 37 op 24 9, in Brussel van 56 op 32.4, in Pest van 69 op 58.9, in Londen van 32 op 18.4, in New-York van 41 op 33.6. in Petersburg van 71 op 48.8. in Praag van 84 op 58.3, in Rome van 35 op *22.5. in Weenen van 77 op 54 4. Daarentegen klom zij »fl Bucharest van 31 tot 44.5, in Genève van 22 tot 35.4 en in Zurich van 24 tot 30.3. De nieuwe roman van Georg Ebers, waar van reeds melding werd gemaakt»Per Aspera", beslaat twee deelen en speelt te Alexandrië in de derde eeuw, den tijd der regeering van Caracalla, De zielestrijd eener vrouw vormt den voornamen inhoud van het boek. "Wie zijn oogen en ooren den kost geeft, kan „tegenwoordig" nogal wat aanstellerij opmerken! Dat is wel jammer, want de ..tegenwoordige" tijd is er voor 'toverige een, die waard is beleefd en meegeleefd te worden. Niet slle menschcn zullen me dit toestemmen; ik hoor zoo nu en dan schermen met een woord dat, te onpas bijgebracht, machtig ridikuul klinktfin de siècle. Als iemand 's avonds een flinken pot bier heeft ver orberd en er dientengevolge den anderen morgen vroeg en de Haagsche jongelui slapen niet lang 'n beetje gekookt uitziet, dan hebben „ze" al gauw de insinuatie van 'n fin-de-siècle-gezicht bij de hand, ook al is onze gekookte vriend over een uur weer best te spreken en van harte bereid om straks opnieuw zijn bier in te nemen, met hetzelfde gevolg. Maar dit daargelatenaanstellerij zie ik op verscheidene wijzen, en misschien is het maar 't beste zich daarmee van tijd tot tijd te amuseerenje prends mon bon ou je le troave, zeit de Franschman. Neen maar, die bordjes tegenwoordig aan de deurposten zijn toch waarlijk aanstellerij. Ge kent die bordjes geëmailleerd en gebronsd, met 'u paar krulletjes, artistiek hoorge kent die bordjes nog niet! Nn, als ge bij toeval in Den Haag komt (de grachten stinken niet meer zoo erg: daarvoor behoeft ge het dus niet te laten), dan zult ge al dadelijk ettelijke van die bordjes ontmoeten, aan de deuren of aan de deurposten, waaruit ge opmaaktdat meneer Armenzorg 'n groote familie heeft. De meeste van die bordjes staan schuin'n schuine familie dus. 't Moet werkelijk, dunkt me, een dwazen indruk op den vreemdeling maken, en als hij aan 't informecrcn gaat, en verneemt dat meneer niet Armenzorg heet, maar aan Armenzorg doet, en datiedd&rom zoo'n mooi bordje aan z'n deur heeft, dan zegt hij die vreemde namelijk zoo tusschen zijn tanden, opdat geen arme duivel het hoore: Aan stellerij 1 Wie nu in de penure zit, weet precies of kan het weten dat meneer die en mevrouw deze aan Armenzorg doetmaar dat ie daar toch maar niet moet aanschellenjuist omdat er zoo'n bordje aan de deur zit. "t Is zoo in-dwaas, 't is zoo godenhelp me aan een woord't is zoo aan- en in-zich-ridikuul, dat, enfin, dat ik een verceniging zou willen stichten tot het moeren dier bordjes, en liefst wat gauw, eer dat de „Vcr- ecniging tot bet tegengaan van vereenigiugen" hare statuten laat goedkeuren. De Hemel geve in de eerste plaats uit egoïsme charité bien ordonnêe commence par soi-méme dat we niet zoo'n winter krijgen als ge weet wel, want tenzij dat de barmhartig heid en het medegevoel weer de vleugelen aan schieten en zegevieren over het officieele „Armen zorg" zullen ellende zonder maat en honger en kou eerder gevoeld en langer geleden moeten wor den dan eertijds, want de dood door honger en kou vraagt niet of de administratie van een officieel Armenzorg gereed is om te beginnen. In ons goede land is een spoorwegmaatschappij gelijk ik in een courant las onder het ironische opschrift: Reeds nu 1 die in October al geen raad weet met de verzending van goederen.... pardon, ik zal de parallel maar niet verder doortrekken en hopen, dat de heelc rijksdaalder, die „Armenzorg" vraagt in een heel jaar, en waarvoor men zoo'n bordje aan z'n deur krijgt, de eerste, maar niet de laatste rijksdaalder zal zijn. Aanstellerij. In diezelfde courant stond een dingetje uit Ede over de raonsternchtigste aan stellerij, die onze tijd tot nu toe zag: het Heils leger. Of ik er geweest ben, bij de oefeningen van dat Heilsleger? Ja, gisteren. En een dag of wat vóór gisteren ook, enkomaan, ik zal het maar bekennen: ik ben er heel dikwijls ge weest, cn ik hoop er nog heel dikwijls heen te gaan, puur alleen om me te verbazen. Ik heb wel eens gehoord, dat 'n verstandig mensch zich over niets verbazen moet; maar tot die stoïcijn- sche heerschappij over mezelf heb ik het nog niet gebracht. Ik geloof zelfs, dat ik met een mallen open mond en met een paar oogen als tafelborden hij die oefeningen hen, zoodat ik er misschien wel uitzie als begeesterd ia Heilslegcr-zin en toch is het alleen maar uit onvervalsehte ver bazing, hoe de menschcn zich zoo kinderachtig aanstellen kunnen. O, ik heb respect voor Booth. Niettegenstaande het magnifique opstel in de „Nieuwe Gids" van Domela Nieuwenhuis over Booth en zijn plannen, heb ik respect voor hem. Wat hij gedaan heeft en doet, eischt respect, ofschoon de achtergrond niet deugt. Maar hier„Darkest London" is hier Goddank onbekend, en zoo 't hier bestond: de Hollandsehc heilssoldaten zouden er weinig aan kunnen doenIk heb stecgen en de kroegen ia die steegen bezocht't was een opdracht, die ik met veel animo aanvaardde; ik heb gehoord en gezien, wat ik elders, maar niet in deze regelen zal mecdeelen; maar wat Booth, en vóór hem de Tall Mall verhaalt, dat heb ik noch gehoord noch gezien. Wij behoeven geen Heilsleger, hoeveel ellende er toch ook bij ons nog is. Dat ze dat inzag, die vereeniging van aanstellerij, en opdoekte, eer dat de verbittering erger wordt: een donnne verbittering, dat stem ik toe, maar toch alleen maar dom, waar ze zich van het gepeupel meester maakt. Ook verstandige Reden maken zich boos; want het Heilsleger, zooals het ten onzent optreedt, is de kortste weg, helaas, naar de krankzinnigen gestichten. FLOX,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 5