Maandag 16 November. N°. 7887. Eerste Blad. KENNISGEVING. A". 1891 ij f - e n - ve e r t i g" s t e Jaargang, Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag, UITGEVER: T ODÉ. BÜKEAC: BOTERSTRAAT, E 3 7. Biniieiilandsche Berichten. f 1.85. - 2.50, - 0.10. Advertentieprijs: van 110 p»won(» regels met inbegrip van eeae Courant. f 1.IQ, Iedere gewone regel meer- 0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. Abonnementsprijs, per kwartaal ïranco per postooor het geheele Rijk Afzonderlijke nonnners Dit nummer bestaat uit drie bladen. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Brengen ter kennis van de Ingezetenen Dat het 1ste Suppletoir kohier der plaatselijke Directe Belasting dezer gemeente, vooi den dienst 1891, den 30steu October jl. door den Gemeen teraad vastgesteld en den 9den November daar aanvolgende door Heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie goedgekeurd, aan den Ontvanger der Gemeente ter invordering is uitgereikt en in afschrift gedurende vijf maanden, te rekenen van lieden, op de Secretaiie der Gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Wordende vooi ts een ieder aangemaand zijnen aanslag op de bepaalde termijnen te voldoen, op stiaffe van vervolging volgens de Wet. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 14den November 1891. 'Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN DIJK VAN MATENESSE. Be Secretaris, VERNÈDE. Schiedam, 14 November 1891. Goede tijdingen en kwade tijdingenze wisselden elkander deze week af. Berlijn was het tooneel van een »Krach", zooals het in jaren niet beleefde. Eerste bankiershuizen sprongenna de fortuinen van honderden vernietigd te hebben, na de fondsen van wees huizen te hebben verdobbeldna de gelden benoodigd voor een kerkbouw misschien bal dadig te hebben doorgebracht. De heeren Friedlander, chefs van de eerste bankinrich- ting die bankroet maakte, hebben beiden door zelfmoord een einde aan hun misdadig bestaan gemaakt. Bij gelegenheden als deze wordt natuuilijk de levensgeschiedenis der betrok ken personen opgehaald, en wat hoort men nu. Een der heeren Friedl&nder had een eigen schoenmaker, die voor niemand anders mocht werken. Zijn garderobe geleek een kleedermagazijnzijne uitgaven, en daaronder waren er, die met zijn eigen huishouding niet hadden nit te staan, grensden aan het fabelachtige.... en dan volgt er onmiddellijk een opgave van personen, die door het bedoelde faillissement geldelijke schade lijdenkeizerin Friedrichprins Heinrichde broeder des keizers, en vele grooten en aanzienlijken in den landede lieden van minder allooi wor den niet eens genoemdmaar het is zeker geen gewaagde stellingdat de kleine for tuinen meer geruïneerd zullen zijn dan die der grooteren dezer aarde. Tegenover feiten, betreurenswaardige feiten als dezebaten redeneeringen bitter weinig. Ze doen alleen -de klacht boven komendat de grooten, op zoo roekelooze wijze handelende met de hun toevertrouwde talentende ontevredenheid •der minderen in de hand werkenen zelfs aan onbillijke klachten een schijn van waar heid geven. Tot nog toe heeft keizer Wilhelm nog niet gesproken; zal hij het doen? De gelegenheid was nimmer gunstiger en nooit zou de keizer, nu hij eenmaal dezen weg is ingeslagen, meer een woord op zijn pas kunnen spreken. De Russische leening vlot niet, ten minste niet te Parijs. Echte Russenvrienden wisten deze aangelegenheid zelfs in de Kamer van afgevaardigden ter sprake te brengen, en met ronde woorden werd het huis Rothschild ge noemd als de snoode bewerker van het feit, dat aan Rusland de gelden, die het zoo drin gend noodig heeft, worden onthouden. Wel ontkende de minister het feitmaar als Rothschild nu eens niet zeer toeschietelijk was tegenover den czaar; als hij door een dier manoeuvres aan te wenden, waarvan ervaren geldmannen het geheim bezitten een spaak in het wiel had gestoken, zou dat zoo onnatuurlijk zijn? De predikant Bax noemde deze week de Jodenvervolging in Rusland walgelijk. Hij deed dit in antwoord op een bewering van een der aanwezigen op de vergadering der vereeniging tot bevordering van Zondagsrust. Daar werd beweerd, dat de Joden groote kapitalen verzamelen om de Christenen te onderdrukken. Die spreker zou Israël niet verachten, maar God zou het straffen. Nu, van groote achting getuigde deze profetie zeer zeker niet De lieer Bax geloofde ook, dat vele Joden van woeker leven, maar ook hier moest geldensalles begrijpen, is alles vergeven. Waarom is de woeker ingeworteld bij de Joden? Omdat hun in de middel eeuwen alle arbeid was verboden. Het afkeu rend oordeel over de kinderen Israels moet ons aan ons zelf doen denken. jBe beurs is dikwijls een plaats, waar door Christenen niet veel betere operatiën wor den verricht." En daar heeft de lieer Bax volkomen ge lijk in. Maar we spraken over Rusland. Vol gens een matige berekening zou het cza- renrijk om zijn hongerige onderdanen te voeden een milliard, dat is duizend millioen roebels noodig hebben, om de huishouding gaande te houden. Geloofwaardige bericht gevers verzekeren, dat de ellende vooral in het oosten des rijks verbazend groot is. Men sterft er van honger; de typhus, getrouwe trawant van den hongersnood, richt talrijke slachtoffers aandaarenboven is de zedelijke toestand allertreurigst. Menige boer verdrinkt het geld, dat hem uit weldadige hand toe komt, en in zijn roes is hij er zeker van, dat vadertje, de czaar, hem wel zal helpen, en daarom arbeidt hij niet, en daarom ook is het geen gewaagd vooruitzicht, dat het volgende jaar voor den Russischen oogst weer niet gunstig zal zijn. Waar niet gezaaid is, zal men niet kunnen maaien i In deze omstandigheden heeft de czaar zijn zilveren bruiloft gevierd, en wel te Livadia, gelegen op het schiereiland De Krim. Op zijn reis daarheen, en een verre reis is het, was zijn weg bewaakt, in een lange rij, door duizenden en nog eens duizenden soldaten; waren vooraf alle bruggen, viaducten en andere kunstwerken zorgvuldig onderzocht. Immers tal van Zijner Majesteits onderdanen is tot het ergste in staat. Welk een toestand! De laatste berichten melden, dat de czaar zijn minister van financiën ontslagen heeft. Dat deze alzoo voor zondebok dienen moet, zal hem misschien niet eens onaangenaam zijnde eventueele opvolger zal evenmin op rozen rusten. We hebben nog de aandacht te vestigen op drie meeuingen. De eerste werd uitge sproken door den Engelsche minister lord •Salisbury. 'tWas op den lord-mayors maaltijd, op den jaarlijks terugkeerenden feestdag 9 November. Daar zeide de edele lord het volgendeEr is aan den staatkundigen ge zichteinder niet het minste of geringste stipje, dat als nadeeiig voor de handhaving van den vrede zou kunnen worden beschouwd. Sterker kan het niet. Vervolgens sprak de Italiaansche minister Rudini te Milaan. Deze zeide, dat Italië met een sterk leger een machtige vloot en getrouwe bondgenooten in staat is zijn onafhankelijkheid te bewaren. Die macht moet het echter zijn verant woordelijkheid doen beseffen. Italië moet zijn invloed gebruiken om den vrede te bevestigen, en dezen meer en meer te ver zekeren. De minister hoopte verderdat God niet zal toelaten, dat een oorlog Europa bezoeke, en gelooft, dat de vrede goed ge waarborgd ismaar alle staten laten zich leiden door groote voorzichtigheid en ge matigdheid. Inderdaad, vrij wat lager gestemd dan lord Salisbury, maar toch nog altijd optimistisch. Eindelijk was de keizer van Oostenrijk aan het woord. "Volgens Z. M., die tot de dele- gatiën van den Rijksraad van Oostenrijk- Hongarije sprak, verkondigde het volgende Mijne regeering ontvangt van alle Euro- peesche Kabinetten verzekeringen van vrede lievende strekking. Men is er, wel is waar, nog niet in geslaagd, alle gevaren te ver wijderen, welke de staatkundige toestand in Europa aanbiedt, noch een einde te maken aan de wapeningen, die overal plaats vinden, maar daar de behoefte aan vrede zich een parig en algemeen doet gevoelen, is het ge oorloofd te verwachten, dat men zal eindigen met deu vrede te handhaven. Het is mij ge geven, aan myn volk te verkondigen, dat de bezorgdheid over de tegenwoordige drukkende lasten en over de gevaren die den vrede be dreigen, een einde heeft genomen. Hier was de pessimist aan het woord. Zou het misschien zijn, dat de keizer in het oosten van Europa heerscht, en van nabij den vulkaan kent, die ieder oogenblik kan uitbarsten, en dat om Lord Salisbury de fiissche zeewind waait zou daarin de oorzaak van beider zoo veruiteenloopende meeningen te zoeken zijn PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND. Ged. Staten van Zuid-Holland hebben voor gesteld, afwijzend te beschikken op het adres van het gemeentebestuur van Aarlanderveen. den 24n October ingekomen, waarbij een sub sidie wordt verzocht ia de kosten van de ver andering van de brug over de Aar, scheidende de gemeenten Aarlanderveen en Oudshoorn. Ged. Staten achten het provinciaal belang niet gediend door de verlaging van de Aarbrug. Het schijnt Ged. Staten van Zuid-Bolland veel regelmatiger toe, dat de Hoornbrug in haar geheel bij de provincie in onderhoud kome, mits Delfland bereid worde bevonden zich van zijne helft in den onderhoudsplicht te ontdoen, door uitkeering aan de provincie van het tegen den penning 25 gekapitaliseerd bedrag van zijne helft in het jaarlijksch onder houd der bnig, zooals die thans nog is ingericht. Zij hebben mitsdien den Staten voorge steld, hen te machtigen eene overeenkomst met Delflands bestuur aan te gaan, waarbij dat hoogheemraadschap wordt ontheven van zijnen onderhoudsplicht voor de helft van de Hoornbrug tegen uitbetaling door Delfland aan de provincie eener som van f 2109,37 De commissie uit de Staten is eenstemmig van oordeel, dat op de subsidie-aanvrage voor eene gedeeltelijke vernieuwing der dorpsstraat van den raad der gemeente West maas geen cunstig antwoord kan gegeven woi den. Door het toestaan der subsidie immeis zoude men een gevaarlijk précédent stellen en in tegenspraak komen met het besluit van den 17n Juli 1888, genomen ten aanzien van eene gelijksoortige aanvrage van den raad der gemeente Piershil. Ten aanzien van de in handen derzelfde commissie gestelde hernieuwde aanvrage van den raad der gemeente Leiderdorp tot het verkrijgen eener subsidie uit de provinciale kas ten bedrage van der kosten, benoodigd tot het vernieuwen en in orde brengen van den weg door die gemeente van de Konings- brug tot aan de grens der gemeente Koude kerk, vereenigt de commissie zich eenparig met het advies van het college van Ged. Staten, dat op de gestelde voorwaarden door de provincie aan de gemeente Leiderdorp de gevraagde subsidie ad f 4750, zijnde -/3 dei- kosten waarop de verbetering en gedeeltelijke bestrating van den weg geraamd zijn, dient verleend te worden. In zake het voorstel van Ged. Staten, om onder de werken tot verbetering der vaart tusschen Rijn en Schie ook op te nemen de verbetering voor de verbinding tusschen de Haven en de Oude Vest te Leiden, bepaalde de commissie zich, wat de onderdeelen van het ontwerp betreft, tot het uitspreken der meening dat, aangezien bruggen in algenlec-nen zin voor de scheepvaart hinderlijk zijn, liet, vooi al

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 1