A0. 1891 Maandag 23 November. N°. 7892. Eerste Blad "Vij f-en-veertigste Jaargang. Verschijnt dagelijks, ÜITGEVE uitgezonderd Dinsdag. ODÉ. R: J. Rit nummer bestaat uit drie bladen. Schiedam, 21 November 1891. De week, die den 17den van Slachtmaand, zooals onze deftige vaderen haar plachten te noemen, in haar gevolg voert, is en zal blij ven voor elk Nederlander, die *t wel met zijn volk meent, een belangrijke week. 'tls de herdenking van de omwenteling van 1813, die aan Nederland zijn verloren volksbestaan teruggaf, welke in deze donkere dagen telkens weer berlevendigd wordt, en het zeker ook sou zijn, al las men niet in de nieuwsbladen, -dat de oranjevlag op 17 November van den St.-Jacobstoren in Den Haag was ontplooid, al werden er geen kransen gehecht aan het monument 5>1813", dat de beeltenis van de .groote mannen dier dagen aan zijn verschil lende zijden vertoont. Er is dit jaar voor een onderzoekenden geest meer dan gewone aanleididing, om de gebeurtenissen van dien tijd ernstig te over denken. Stof daartoe vindt liij in het ver schijnen van een nieuw deel der Historische ".Schetsen van den betreurden hoogleeraar Thods. Jorissen. Zij, die zich de feestviering van November 1863 herinneren, moeten voor een groot gedeelte wel daaraan den naam van den Amsterdamschen hoogleeraar verbinden. Immers op uitnoodiging van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen gaf Jorissen toen de merkwaardige studie: -sDe omwente ling van 1813", als feestgave voor de leden dier maatschappij in het licht. Acht en twintig jaren zendt een vrome vriendenhand nog maals het beroemde stuk met enkele andere de wereld in. We lezen en herlezen, we over denken, en we komen tot het gewone besluit de denkbeelden gaan vooruit en wij met hen. We gaan de kozakkenhistorie voorbij, we zien Willem I als souvereinen vorst in het Jandwe zien de voorbereidingsmaatregelen tot het samenstellen van een legerin Mei 1814 had men 45000 man infanterie en 5000 man cavalerie voor den dienst gereed. We herlezenhoe Willem, de souvereine vorst, aanklopte bij de onderdanen om vrij willige giften. Uitsluitend bestemd ter uitrus ting der soldaten en tot aankoop der geheel ontbrekende krijgsrnaterialen zouden de gel den, afgezonderd van de gewone inkomsten ■worden geïnd en beheerd. Als 't ware om ■hunnen onwil tot den krijgsdienst door bereid willigheid in een ander opzicht goed te maken, stroomden allen naar de in kerken en raad huizen geplaatste kisten, om hun offers op het altaar des vaderlands te brengen. Welda- digheid is van oude tijden een deugd der Nederlanders geweest. Jammer maar dat zy ■ook dikwerf, als thans, het gemis van andere, aiiet minder lofwaardige deugden moest be dekken. Nauwelijks elf dagen na de uitvaar diging der proclamatie was te Amsterdam een tonne gouds gestort. En het voor beeld der hoofdstad vond ruime navolging. Uit alle plaatsen, groote en kleine, bood men der regeering groote en kleine giften aan. De vrouwen brachten haar zilveren en gouden sieraden ten offer, officieren, onder-officieren en soldaten een deel van hun maandelijksch tractement. Sociëteiten en vrijmetselaars loges bleven niet achter. Zelfs de steden, die het meest door den krijg hadden geleden, ont trokken zich niet: Arnhem schonk eene som van zeventig duizend gulden. Reeds den 3den Januari 1814 waren dertien tonnen gouds te zamengebracbt en nog altyd gingen de aan biedingen voort." Niet waar, dat zegt wat voor een uitgeput land, als Nederland toen was Doch al deze schcnne trekken van vader landsliefde treden op den achtergrond, als we bij Jorissen zoo kort en zoo krachtig de voorbereiding tot de vestiging van den nieu wen staat zien geschetst, van dien staat, waaruit zich het koninkrijk der Nederlanden, zooals we het thans kennen, heeft ontwikkeld. Wij zien dan vooreerst, dat in de dagen, waarin men hoop mocht gaan koesteren op bevrijding, velen in den lande een volkomen terugkeer tot de oude toestanden van vóór 1795 wenschten. Zoo te Utrecht, waar na het vertrek der Franschen de oude familiën aanstonds een poging deden, om het gezag van vóór 20 jaren te hernemen. Het was de krachtige Kemper, die aan stonds naar Utrecht reisde en daar Willem I als souverein vorst uitriep. En, zegt Jorissen, de bevolking van het Sticht zoowel als elders verlangde de oude tweedracht niet hernieuwd te zien. Zelfs vurige republikeinen, als de dichter Wiselius lieten zich bewegen den souvereinen vorst in persoon hulde te be wijzen. »De nood der tijden en de haat tegen Frankrijk deden alle partijen den terugkeer van Oranje goedkeuren en toejuichen". Maar en dit was voor het oogenblik de groote quaestie deze overeenstemming in de hoofdzaak hief het groot verschil van ge voelen over den vorm des nieuwen bestuurs niet op. De schrijver wijst er verder op, dat aan Gijsbert Karei van Hogendorp een voorrecht te beurt was gevallen, hetwelk voor een toekom- stigen staatsman van groote waarde was. In verschillende betrekkingen had hij een groot gedeelte van Europa doorreisd en zelfs Noord- Amerika bezocht. Door deze reizen met de verschillende toestanden en de democratische staatsregeling van de Noordamerikaansche republiek bekend geworden, had hy reeds onder Napoleons juk een ontwerp van staats regeling, als de vrucht van zijn nadenken en onderzoek, opgesteld. Toen de prins aankwam, bood hij hem dit ontwerp in het begin van December aan. Professor Jorissen geeft er de volgende schets van, voorafgegaan door de verklaring van Hogendorp, dat in deze schets zooveel moge lijk ai het goede van cieri ouden en nieuwen tijd was behouden, en het kwade van beide vermeden. Van Hogendorp verlangde de op dracht der eenhoofdige macht aan den prins van Oranje, doch tevens de geheele of gedeel telijke herstelling van vele instellingen van vroegeren tijd: provinciale staten, provinciale hoofden, ridderschappen, enz. Door de gezeten burgers moesten de leden der stedelijke raden door deze en de ridderschap, ah vertegen woordigers van het platteland, de Staten der provinciën gekozen worden. Door de laatste zouden de afgevaardigden der Staten-Gene- raal worden benoemd. Het was duidelijk, dat dit ontwerp van Van Hogendorp, ofschoon het de uitvoerende macht, benevens het recht om over plaatse lijke aangelegenheden, wanneer het noodig mocht zijn, te beslissen, aan den souvereinen vorst schonk, op de souvereiniteit der provin ciën gebouwd was. Terwijl het aan den mid denstand der natie geen deel in de staatszaken verleende, bevestigde het al de voorrechten der hoogere standen en opende hun het uit zicht op het herstel der oude privelegiën. Geen wonder, dat liet talrijke en innige voorstanders vond in de patricische geslachten en in allen, die de gewestelijke onafhan kelijkheid boven het centralisatiesysteem der Fransche regeering verkozen. "Waren velen voorstanders van Van Hogen- üorps ontwerp, nog grooter was het, in twee kampen vei deelde, getal der tegen standers. Zoo trof inen aan voorstanders van een krachtig monaichaal bewind. Decentra lisatiegeest der FraiT-chen had Veerkracht in 't besluiten en spoed in het uitvoeren ge geven. Dat trok velen aan, en daarom moest volgens dezen, de puns van Oranje neen monarchaal vorst in den volsten zin van 't woord zijn". De gelieeie staat moest dooi den koninklijken wil in beweging worden gehouden; de Grondwet zou, in hun oogen niet anders zijn dan een regeling, hoedanig de vorst zijn rechten zou uitoefenen, geene regeling van den slaat. Hiertegenover stelde de Leidsche hoog leeraar Kemper. »d.e nooit heeft gezwegen, waar het de vrijheid gold", het volgende voor: Volgens zijn gevoelen behoorde de souve reine vorst aan hel hoofd der generale regeering met genoegzame macht bekleed te zijn, om de algeineene belangen der natie te bevorderen, en om de geschillen tusschen de provinciën en gemeenten te vereffenen en te beslissen. Deze macht verlangde hy, dat by een grondwet bepaald werd en beperkt zou worden door een algemeene volksverga dering, door kiezers te benoemen, die weder doör stemgerechtigden zouden worden aange steld, over de geheele uitgestrektheid van het Rijk te benoemen." Slot volgt.) Biniienlaiidsclie Berichten SCHIEDAM, 21 November 1891. De Eerste Kamer is bijeengeroepen tegen Maandag 30 November, des avonds. De gewone audiëntie van den minister van justitie zal op Dinsdag 24 dezer niet plaats hebben. De Nederlandsche vereeniging voor liefda digheid te Parijs ontving dezer dagen van de Koningin f 150 en van de Koningin-Re gentes f100. Een drietal weken geleden heeft eene dei- leeuwinnen in de Rotterdamsche diergaarde weder een jong geworpendat evenals het vorige van het vrouwelijk geslacht is en door een hond gezoogd wordt. Het leeuwinnetje, geboren op 29 Juni 11., loopt dagelijks twee maal met hare pleegmoeder, een smoushondje, vr in de.diergaarde rond. Het pasgeboren dier mag nog niet bezichtigd worden. De poema, of Zuidameiïkaansche leeuwin, heeft eveneens een paar dagen geleden jongen gewoipen, die door de moeder gezoogd en met de meeste zorg bewaakt wordenvan ten toon stellen dezer diertjes kan voorloopig nog geen sprake zijn. De plantenverzameling werd verrijkt door dr. C. J. Vaillant te Schiedam met een groote ficus elastica. (N. Ct.) Uit een goede bron verneemt het Dar/Wad dat op den 18u dezer door een rijksveld wachter van Rotterdam tegen 21, zegge een en twintig, bierhuishouders te Fijenoord, ge meente Rotterdam, proces-verbaal is opge maakt wegens het tappen van sterken drank en in het klein voorhanden te hebben, zonder vergunning van burgemeester en wethouders dier gemeente. Het jDagblad bevat den volgenden staat van de vreemdelingen en landgenooten die te Scheveningen en 's-Gravenhage gedurende iet badseizoen 1891 verblijf hebben gehouden: Amerika 3513 (meerendeels toeristen en in 's-Gravenhage verbleven); Duitschland 3230 (bijna uitsluitend badgasten, met lang verblijf te Scheveningen); Engeland 2030 (grootendeels toeristen met verblijf te's-Gra venhage); Frankrijk 1322 en Belgie 1111 (idem); Oostenrijk 778 (uitsluitend badgasten, met lang verblijf te Scheveningen)Rusland 125, Italië 92, Zwitserland 84, Denemarken 54, Spanje 46, Zweden en Noorwegen 43, Portugal 32, Transvaal 19, Rumenië 15, Argentinië 15, Brazilië 14, Japan 11. Turkije 10, Zuid-Afrika 7, Egypte 4, Australië 3, Servië 2, Mexico, Griekenland en Venezuela GOURAHT. ABONNEMENTSPRIJS', per kwartaal franco per post, door het geheele Rijk Afzonderlijke noimners 1.85. - 2.50. - 0.10. BVRKAC: BOT K E 2 7. «STRAAT, Aoubrtentikprijs: 'van 1—10 g< one regels met inbegrip van eene Courantf 1.10, Iedere gewone regel meer,-0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 1