Vrijdag 27 November.
N°. 7895.
KENNISGEVING.
Feuilleton.
A0. 1891.
"Vij f- n-v©©rtig-st© Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
UITGEVER: j7 ODÉ.
Buitciiliimlschc Berichten.
tiSSBBSBBbt
III T.
abonnementsprijs, per kwartaal
franco per post, door het geheels Rijk
Afzonderlijke notmners
1.8b.
- 2.50.
- 0.10.
BUK EAU: BOTE It STRAAT, E 2 7.
Advertentieprijs: van 1—10 gewone rege met
inbegrip van eene Courant. f Ji.10.
Iedere gewone regel meer- 0.10,
Drieham. geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
tl.' iJ'.w.wiaw rflITT
f nrlchllngen, welke gevaar, schade ol
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders
ai an Schiedam;
Gezien het verzoek van de firma H. J, DROP
Co. om vergunning tot oprichting van
een sigarenfabriek en -drogerij, in het
pand aan de Hoofdstraat alhier, wijk G, no.
107, kadaster sectie L, no. 1382.
Gelet op de Artt. 6 en 7 der NVet van den
■2den Juni 1875 Staatsblad no. 95);
Doen te weten:
Dat voormeld verzoek met de bijlagen
«p de Secretarie der gemeente s ter visie
gelegd;
dat op Donderdag den l Oden December
h.s., des namiddags ten halttwee ure, ten Raad-
Mize gelegenheid zal worden gegeven, om
bezwaren tegen het toestaan van het verdoek
in te brengen en die mondeling of schriftelijk,
toe te lichten; en
dat gedurende drie dagen, vóór het tijd
stip hierboven genoemd, op de Secretarie der
gemeente, van de schrifturen, die ter zake
mochten zijn ingekomen, kennis kan worden
genomen.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 26den November 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN DIJK VAN MATENESSE.
De Secretaris,
VERNÉDE.
De Commissaris der Koningin in de provincie
Zuid-Holland
Gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten
van den 16den November 1891. no. 9;
Gelet op art. 11 der wet van den 13den Juni
1857 Staatsblad n*. 87);
Brenat ier kennis van belanghebbenden, dat
bij bovengenoemd besluit van de Gedeputeerde
Staten >le Jacht op klein wild in deze provincie
wordt gesloten op Zaterdag den 12den December
aanslaande met zonsondergangmet uitzondering
van de jacht op patrijzen, die reeds op den 31 sten
October II. is gesloten, en van het in art. 15. sub
lett. g van bovengenoemde wet bedoeld jachtbe
drijf, van het vangen van houtsnippen met laat-,
war- of valflonwcn, hetwelk blijft toegelaten tot
en met den 19. ten Maart 1892.
En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt,
worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks
te doen gebruikelijk is, alsmede in bet Provinciaal
Blad en in de Nederlandsche Staatscourant
worden geplaatst.
's-Gravenhage, den 17den November 1891.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
FOCK.
D U I T 8 C H Jj A X
De heer Von Giers is Dinsdagavond te elf
uur met den trein naar Koningsbergen ver
trokken.
Volgens de Nord-Deutsche Allg. Zeilung
volgt uit Dinsdag in den Reichsanzeiger
voorkomende oogststaten, dat een bepaald
gebrek aan graan voor broodbereiding ons
niet bedreigt; wij zijn alleen genoodzaakt
het verbruik van rogge in te krimpen en
dat van tarwe te vergrooten.
De kanselier Caprivi bezocht gistervoor-
middag te 11 uur den heer Von Giers
in het hotel «Continental" en verbleef daar
geruimen tijd. Te 1 uur ontving Von Giers
het bezoek van den staatssecretaris Von
Marschalk
De Berlynsche correspondent der AT. R. Ct.
schrijft van gisteren
Dezer dagen ontving Bismarck eene Plat-
duitsche deputatie uit B runs wijk en zeide tot
deze in den loop van het gesprek
«Ik ben oud en wat men in houtvesters-
taal noemt droog in 't sap. Mijne lichamelijke
vermogens om voor openbare aangelegenhe-
j den te werken zijn aanmerkelijk verminderd.
Ik ben ook van mijn huiselijke gewoonten
afhankelijk geworden. Een nacht in den spoor-
trein is thans een heel kunststuk voor mij,
terwijl ik vroeger twee of drie zulke nachten
zonder hinder verdroeg. Ik slaap slecht in een
ander huis. Korlom, de lichamelijke krasheid
is aan het aftakelen. Het landleven gaat
kalm zijn gangetjemaar tot dingen die
lichamelijke inspanning vergen, besluit ik niet
meer zoo licht. Zóo staat het dan ook met.de
Bei lijner reis naar den Rijksdag. Het zal wel
moeten gebeuren- en daarom zal ik probeeren
of het gaat, of dat ik er van moet afzien. De
reis naar den Rijksdag heeft voor mij toch
slechts den zin van als Duitsch burger mijn
plicht te doen. Wie meent dat ik daarmee
weder in het gareel wil zien te komen, die
overschat mijne bescheidenheid en onderschat
mijn gevoel van eigenwaarde. Want het kan
toch niet in de verste verte in mij opkomen,
eene aanstelliug als minister te begeeren. Die
zou voor mij onaanneembaar zijn. Mijne
kiezers hadden verzocht het mandaat te aan
vaarden, daar er anders in bet district eene
leemte zou ontstaan, die door de socialisten of
de Welfen zou kunnen aangevuld worden.
Mijn mandaat duurt overigens nog drie jaar,
en ik weet immers niet of ik in dien tijd
nog niet weer krachtiger zal worden, en of er
geen omstandigheden zich zullen voordoen
die mij de waarneming er van zoozeer tot
plicht zouden maken dat alle gezondheids
redenen daarvoor zouden moeten zwichten.
Yoor het oogenblik voel ik mij lcrukkiger dan
ik er uitzie."
Ondertusschen is in den Rijksdag op eene
der voorste banken van de rechterzijde een
vrijgeworden stoel met den naam «Bismarck"
beplakt geworden.
Eene merkwaardige antisemietische ver
gadering, waaraan ongeveer 2000 personen
deelnamen, werd gisteren hier gehouden. De
hoofdspreker was namelijk de Oostenrijksche
afgevaardigde in den Landdag Vergani, die
eene lange en bittere redevoering hield over
«de verjoding van Oostenrijk". Hierna ontspon
zich een debat, waarbij een Duitsch spreker,
de heer Schwennhagen, zoo ver ging van te
beweren, dat de Oostenrijksche staat reeds
Eene Schets naar het leven.
Naar het Hoogduitsch door Gregor Samarow.
42.
Bij mevrouw Brückner echter had zij zoo
goed doel getroffen, dat zij haar gemaal een
triomfeerenden blik toewierp, en ook op Bianca's
gelaat kwam een vluchtige glans van blijde hoop.
Bij beiden was de verwachting opgewekt, in den
generaal een bondgenoot te vinden en beiden
beijverden zich nog meer het den ouden heer
«laar den zin te maken, die spoedig zijnen
schertsenden toon hervatte. Menige opmerking,
menige waarheid, door hem op vrool ijken toon
te pas gebracht, zou onder andere omstandig
heden door mevrouw met voorname onverschil
ligheid zijn aangehoordnu nam zij ze ten
gunstigste op en lachte er om, zij het ook, dat
zij nu en dan waarschuwend den vinger opstak.
Toen de generaal zich op zijne kamer ge
restaureerd had, werd hij in den huiselijken kring
teruggeroepen voor het diner en vond er Koen-
raad, die door den heer Brückner werd voorge
steld al- zijn ntee-t ijverige medewerker en als
zijn beste huisvriend. De generaal begroette den
jongen man hoogst heleefd, maar toch met zekere
koele terughouding Voor den oud-soldaat, die
omtrent de begiippen van hoofd en onderge
schikte de strengste opvatting had, was de jon
geling, niettegensiannde het vleiende getuigenis
van den handels!aad, niets meer dan een der
eersle dienaren van het huis, met het recht in
den familiekring te verschijnen, zonder er noch
tans lid van te zijn.
Alweder speelde om den mond van mevrouw
Brückner, aan wier opmerkzaamheid niets ontging,
een tevreden lachje en alweder steeg hare hoop,
in dezen vronlijkeii. npenhartigen man een bond
genoot te vinden in haar strijd tegen de plan
nen van haren echtgenoot.
Onder den mxaltipl beijverde de lieer Brückner
zich voortdurend Koemaad in het onderhoud
te doen deelen. Hij «as aanleiding, dat de jonk
man menig verhaal uit zijne reisherinneringen
ten beste gal, dai wel geschikt was om de lie
langstelling der generaals te wekken. Koenraads
heldere en levendige wijze van voorstelling, die
zoozeer blijk gai van eene juiste, nauwkeurige
opvatting van pers men en zaken, trof den ouden
heer; met steeds vriendelijker oogen zag hij
den spreker aan en ten slotte hief hij zijn glas
op om met hem te klinken en den heer Biück-
ner er mede geluk te wmischen, een zoo degelijk
omwikkeld jongmensrh aan zijne zaak te hebben
verbonden.
«Niet enkel aan mijne zaak." verbeterde de
heer Biückner, «maar mn mijn persoon hij is
lid van inijn gezin en ik hoop, waarde neef, dat
ook gij hem als zoo bono beschouwen wilt."
De oude heer kmkte den jonkman wel een
weinig verwonderd, maai' toch vriensclmppelijk
toe, en van dit «ogenblik af aan was de beurt
aan den fiandelsrintd om het gesprek op onge
dwongen. vroolijken t«on voort te zenen, terwijl
mevrouw Brückner mokkend de oogen op haar
bord govo-tigd hiel I.
lie eerst volgende dagen verliepen, zonder dat
er iets bijzonders voorviel, 's Avonds kreeg me
vrouw Hiüekner be/,, els en stelde baren gasten
den nieuwen huisgenoot niet zonder eenigen
trots voor. Deze bleef de vroolijke gezel, die
zich hoe langer hoe heler in den kring zijnet'
familie scheen thuis te gevoelen. Hij behan
delde Bianca niet welgemeende, vaderlijke ge
negenliei i, was vol oplettendheid voor mevrouw
Brückner, en deze zou geheel tevreden geweest
zijn. wanneer ook de oude lieer niet hij den
dag meer welgevallen in het gezelschap van
Koemaad had gevonden, wiens ernstig en tevens
vrijmoedig karakter en degelijk onderhoud ge
heel strookien met zijne begrippen en ge
woonten als oud-militair. Dikwijls verzocht hij
den jongeling na den maaltijd eenigen tijd met
hem te gaan wandelen, en die wandelingen
strekten zich, als de tijd het toeliet, soms uit
tot de stad en hare omstreken Dit wekte in de
hoogste mate het misnoegen van mevrouw Brück
ner, die des te ijveriger op middelen zon, om de
plannen van haren echtgenoot ten opzichte van het
meisje te doen mislukken. Welk een triomf
moest het voor graaf Melsberg zijn, het meisje,
wier naam met den zijne in éen adem genoemd
■was, te zien uitgehuwelijkt aan een man zonder
naam, schrijver op het bureau van haar vader
*t Zou een schitterende genoegdoening zijn voor
de door hem ondergane beleediging. en wanneer
zij hem op hare uitstappen ontmoette, meende
zij in de spottpnde trekken van den graaf te
lezen, dat itij niet onbekend was mei de plannen
van den heer Brückner ten opzichte van Bianca,
en dit zou misschien ook het geval geweest
zijn, wanneer niet Koenraads stilzwijgendheid
en terughoudendheid verhoed hadden, dat men aan
de in het oog vallende voorkomendheid van den
hattdelsraad tegenover hem die uitlegging gaf.
Mevrouw nam het vaste besluit in dé naaste
toekomst aan de gespannen verhoudingen een
einde te maken.
Wordt vervolgd.)