l
J
1
J
ivalt
A0. 1892.
Maandag 8 Februari.
N°. 7945.
Tweede Blad
F e u 11 e t o n.
Ze sen veertigste Jaargang.
Verschijnt dagelijks, i tgezonderd Dinsdag*
Biimcnlandsclic Berichten.
IPS
ÜITGKVEBgjT ODÉ.
u
G O U U N T.
ABOMNEWKNTSFB1/S, per iinstttaxl
Franco per postdoor het geheele Rijk
Afzonderlijke notnmers
f 1.*ï.
- 2,ó0.
- 0.10.
ITKEif: BOTESKfTK A A1*» G 3 7.
A D V6 RTENT1 PRIJS I V*B 1—10 ge 'OD« <«.MV »I|M
inbegrip nan eeae Courant. /I 10.
Iedere gewone regel meer - 0.10,
Dunt Maai. geplaatst wordt tegen tweernt al berekend.
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL
Naar aanleiding der tariefregeling, welke
in Frankrijk met 1 Februari in werking is
getredenis de Fransdie regeering, vooraf
met de Nederlandsdre in eene gedachten-
wisseling getreden, welke geleid heeft tot de
overhandiging eener nota, welke de minister
van buitenlandsche zaken, met het door hem
daarop gegeven antwoord, aan de Kamer heeft
medegedeeld.
De nota is van den heer L. Legrand, bui
tengewoon gezant en gevolmachtigd minister
van Frankrijk te 's-Gravenhagegeditgtee-
kend 27 Januari i 892. De gezant geeft daarin
tc kennen dat zijne regeeringmet het oog
op het vervallen der conventie, welke sedert
4884 de handelsbetrekkingen tusschen Frank
rijk en Nederland regelde, en wenschende de
goede betrekkingen die tusschen beide landen
bestaan, te handhaven, besloten heeft om voor
zooveel Nederland betreft, gebruik temaken
van de rechten, haar toegekend btj art.2 van
de wet van 29 December,
Onze minister van buitenlandsche zaken
heeft, onder dagteekening van 28 Januari,
op deze nota den gezant het volgende ant
woord gezonden:
»J'ai Phonneur d'accuser a Voire Excel
lence la reception de la note du 27 Janvier
dr., par laquelte elle a bien voulu porter a
ma connaissance la decision du Gouvernement
de la République qui pl ace ra les Pays-Bas
dans une situation semblable a cells créée
a Ja Grande Bretagne par Ia foi du 27
Fëvrier 4882 et qui comprendra aussi leurs
colonies et possessions dans les conditions
fixdês pour la France par 1' art. 3 de la
loi du 14 Janvier 4892.
sVous eorinaissez, M. Ie Ministre, Ia legis
lation qui régit actuellement nes tarifs
douaniers taut dans Ia métropole que dans
les colonies, legislation qui ne fait aucune
difference entre les importations de félranger
quelle que soit leur origine. Les mèrnes
tai'ifs sont done appllcables aux marchandises
franchises co mme a celles des au tres nations.
sToutefois je tiens a constater que le gou
vernement de Ia Reine maintient sous tous
les rapports son entière liberté d'action".
SCHIEDAM, 6 Februari 1892.
Door het hoofdbestuur van den sNeder-
landschen Bond ter bestriding van overdreven
Zondagsrust op het gebied van post- en
telegraaf verkeer" is aan den minister van
waterstaat, handel en nijverheid een adres
gericht, waarin door genoemd bestuur wordt
gewezen op de groote belemmering en storing
die de dienstbeperking op de drie Kerst
dagen van 1891 in bet post- en telegraaf-
verkeer hebben teweeggebracht, en hoe, uit
bijna alle oorden des lands, klachten over
het schadelijke, het onhoudbare van zulk een
toestand zijn gerezen en openbaargemaakt.
De bond verzoekt den minister ten slotte, het
daarheen te willen leiden, dat er voortaan
onderscheid worde gemaakt tusschen Zon- en
feestdagen, in dien zin namelijk, dat de dienst
op feestdagen uitbreiding erlange, vooral op
die christelijke feestdagen, waarbij op de
algemeens erkenning en viering valt af te
dingeo, alsook daar, waar Zon-en feestdagen
elkaar onmiddellijk of in eene zeer korte
tijdsruimte opvolgeneene wijziging
waarbij, naar de meening van den bond, het
algemeen belang zeer gebaat zou zijn.
Alexander "Ver Huell zal zooals gemeld
is 7 Maart zijn zeventigsten verjaardag
vieren.
De heeren dr. J. G. R. Acquoy, dr. J. ten
Brink, ds. C. P. van Eeghen Jr., Joh, D, G.
van Epen, mr, D, Engelberts, J, W. Enschedé,
K, van der Heijden, J, Huijgens, J. D, Kruse-
mnn, jhr.-D. J. A. A. La wick van Pabst, H. W.
Mesdag, A, A, Vorsterman vau Oyen, mr. D,
"Weerts en H. M. Werner hebben zich tot een
comité gevormd om hem op dien dag een
blijk te geven van de waardeering, die zijne
landgenooten voor hem koesteren,
In eene circulaire herinuert liet comité aan
de reeks van geestige teekeningen, waarin
Ver Huell de zeden, gebruiken, karakters en
typen van ons volk beeft weergegeven, en
tévens de belangrijke schenkingen door hem
aan instellingen te Brielle, Dordrecht en
Amsterdam, aan Bronbeek enz. gedaan. Die
herinnering moge, hoopt het comité, voldoende
zijn oin de vrienden van kunst en wetenschap
op te wekken om het comité in zijne poging
te steunen.
Het comité wil den heer Ver Huell op den
7n Maart aanbieden eene herinnerings-
medaiüe en een album met de Imnrfteeke
ningen van de deelnemers aan het huldeblijk.
Jn de Woensdag gehouden vergadering
van het Leidsch studenten korps is besloten
den heer Alexander Ver Huell ter gelegenheid
van diens 70n verjaardag een gelukwensch
aan te bieden en bij te diagen aan het geschenk
dat den genoemden kunstenaar en geteerde te
dier gelegenheid zou worden vereerd.
De beer A, Ver Huell geeft by advertentie
ïn de dagbladen kennis, dat hij, hoewel ge
voelig voor de goede bedoeling, van particu
lieren de erkenning niet kan en mag aannemen
zijner verdiensten jegens volk en kunst.
De regelingscommissie voor de hoofd-
afdeeling »Visscherij" der sport-ten toon stel
ling te Scbeveningen bestaat thans uit de
heerenG. J. v. d. Oudermeulen, lid van liet
uitvoerend comité, voorzitter, Den Haag;
A. Hoegenraad, onder-voorzitter, Scbeve
ningen; J. Noordboek Hegt, lo secretaris,
Den Haag; C. H. Dijkhuizen,2esecretaris,
ScbeveningenW. Groen, Scheveningen
M. de Niet, id.H, A. van de Rovaart, id.
dr, Leo de Leeuw, Bergen-op-ZoomJ. J.
Ochtman, Goes; Hub, Kikkert, Vlaar-
dingenG. Vriens, id.A. IJzermans,
id,; G. Dirkzwager Mzn| Maassluis;
M. Dirkzwager Gzn., id.; mr. H. J. A.
Mulder, Den Haag; W. Travaglino, Scbeve
ningen.
»Al wie het werkje van mevrouw Stuten
leest aldus verklaart in de Tijd de heer
V. A. Sprengers, rector aan het krankzinnig
Eene Schets naar hat leven.
Naar bet Hoogduitsch door GreGOR Sawarow.
64.
Aan bet slot gekomen, las hij den brief nog
eens over en schrikte bijna van den harts toch te-
lijken toon, doch kon niet besluiten ook maar éen
woord te wijzigen. Zij kreeg immers den brief eerst
in handen na zijnen dood en dan zou zijn harts
tocht niet meer gevaarlijk voor baar zijn. Weten
moest zij bot, uit welk beginsel hij steeds had
gehandeld; hij was die bekentenis aan zijn eigene
nagedachtenis verschuldigd.
llij sloot de beschreven vellen In oen enve
loppe en schreef daarop r »Aan Bianco, om haar
na mijnen dood ongeopend te overhandigen".
Hij borg den brief in een binnenzak en wachtte
nu bedaard af, wat verder zou gebeuren.
Pas was de schemering ingevallen na den aan
gebeurtenissen zOo rijken dag, of de bediende van
den generaal vei scheen om Koenraad tot eene
nadere bijeenkomst bij zijn beer uit te noodigen.
Hij vond er de luitenant Van Derenburg en Van
Borneck in gezelschap van nog twee kameradon.
De heeren brachten de bnodsclmp, dat graaf Mels-
berg bereid was, ook na het met den lieer Walther
gebeurde, zijne vordering gestand te doen. Hem
waren van twee zijden beJeedigende woorden
toegevoegd, elke dier beteedigingen vorderde vol
doening en daarmee zou aan wet en eer voldaan
zijn. Niemand had recht iets meer van hem te
verlangen.
>'t Is wel mijne heeren," zeide de generaal, «De
graaf is in zijn recht en wij zullen doen wat wij
meeneii, dat onze plicht is."
De heer Van Deren burg verklaarde nog dat
de belde hun vergezellende heeren gaarne den
plicht op zich namen den generaal en den heer
"Walther, voor wien de eerste borg gebleven was,
ais secondanten ter zijde te staan.
Voorts werd afgesproken, dat de partijen zich
den volgenden morgen Ic zes uur zouden bevinden
in een boschje, op niet te groeten afstand van de
stad gelegen, dat door de secondanten nader aan
den generaal en den Heer Walther zou worden
aangeduid, en ten slotte vastgesteld, dat beiden
onmiddellijk na elkander zouden optreden.
Eindelijk sprak nog de generaal:
aGraaf Mclsborgis, overeenkomstig do eeréwet,
verplicht over do onderhavige quaestie het diepste
stilzwijgen lo bewaren. Ik richt nog het verzoek
tot u, na afloop der ontmoeting, over de aanlei
ding aan niemand, wie hij ook zij, eeltige mede-
deeling te doen. Een oud krijgsmakker voegde
hij er met bewogen stem bij verzoekt u
hem dit op uw eerewoord te beloven en ook
den graaf, als hij ongedeerd uit den strijd mocht
komen, te bewegen, desnoods te dwingen, het
verplichte stilzwijgen in acht te nemen".
De Meieren, eveneens diep bewogen, gaven
den generaal, onder betuiging hunner oprecht®
vereering, hun woord en zoo scheidde meu in het
treurig bewustzijn, dat geen macht op aarde meer
in staat was het vreeselijke noodlot af te wenden,
dat drie menschenlevens tot inzet elschte bij dit
middeneeuwsche dobbelspel.
Een bediende kwam dr; heeren aanzeggen,
dat mevrouw BrUckner hen wachtte op het
souper.
«Moed, mijn jonge vriend zeide de generaal
tegen Koenraad, die bijna schrikte op dit bericht.
Wij zijn thans wapenbroeders en willen nevens
elkander getroost den dood onder de oogen zien.
Ook dezen z waren gang zullen wij nog te samen
moeten maken en voegde hij er met een wee
moedigen glimlach bij wij zullen trachten de
kunst der diplomaten te beoefenen, die den mond
weten te plooien tot een lach, ook wanneer hart
en verstand er niet het geringste deel aan hebben.
Vergeet niet, dat wij ons leven op het spet zetten
voor de eer van mijn hooggeschat ten neef, uwen
weldoener, voor den naam, dien ook ik tot nu toe
met eere draag, en voor een tweetal vrouwen,
wier goede naam mede afhangt van onze onver
brekelijke stilzwijgendheid. De leugen en het
huichelachtig gelaat, waarmede wij hen thans te
genooet treden, eisclit ook heldenmoed, grooter
misschien dan de moed, waarmede wij ons willen
blootstellen aan de kogels van graaf Van Mels-
berg. Kom mee. Niemand mag ook maar vermoe
den, wat hier heden is omgegaan en wat er mor
gen zal gebeuren. O, die vrouwen, die vrouwen I"
Onder hel mompelen dezer laatste woorden nam
hij Koenraads arm en beiden traden het salon van
mevrouw Brückner binnen.
Baat was een klein gezelschap bijeen.
De officieren hadden hunne belofte gehouden
en ouk de kellners, die getuigen waren geweest v.m
de aanleiding tot het duel met den generaal, door
beloften en bedreigingen weten over te halen liet
stilzwijgen te bewaren, zoodat in de and eis zoo
alwetende hooge kringen der stad niets van het
gebeurde was uitgelekt.
liet gesprek aan tafel was opgowekter dan ooit