N°. 7961.
Derde Blad
A". 1892.
Woensdag 2 Maart.
Zesenveertigste Jaargang.
üitgeVërTT ODÉ.
Binnenlandse \i Heric it en.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
fïKKEAUï iOTKKITKAAT, E 2 7,
STATEN-GENERAAL.
Artsen-wet,
Dö regeering heeft eene wijziging voor
gesteld van de wet van 1878. Deze wet
heeft wel is waar zeer gunstig gewerkt (van
1302 in 1878 is het getal van de tot uit
oefening der geneeskunde bevoegden tot
1522 in 1891 geklommen), maar in afwach
ting van eene verdere herziening der genees
kundige wetgeving, zijn enkele wijzigingen
van minder ingrijpend belang de regeering
wenschelijk voorgekomen. Deze komen in
hoofdzaak op het volgende neer:
Zij, die het recht tol uitoefening der genees
kunde in Indië of in het buitenland verkregen
hebbenzullen ook hier te lande kunnen
worden toegelaten tot het practische arts
examen, mits uit hunne diplojna'? of getuig
schriften blqke van voldoende voorbereidende
studie.
Tot het afleggen van bet eerste natuur
kundig examen zuilen niet meer worden
toegelaten degenendie eene gedeeltelijke
gymnasiale opleiding hebben genoten of een
progymnasium hebben afgeloopen, en degenen,
die voldoende bewijzen hebben geleverd dat
zij tot de beoefening der geneeskundige
wetenschappen genoegzaam voorbereid zijn.
Verder zullen eischen van voorbereiding
worden gesteld aan hen, die het theoretisch
examen in de tandheelkunde willen afleggen.
Die eischen zullen zijnhetzij een eind-examen
aan een gymnasium, hetzij een getuigschrift
van eind-examen van eene hoogere burger
school met 5-jarigen cursus, toegang gevende
tot het eerste natuurkundig examen. (Ook
bier geldt verder de bevoegdheid voor hen,
die elders een diploma tot uitoefening der
tandheelkunst hebben verkregen.)
De voorgedragen wijzigingswet zal, ten
einde den overgang voor hen, die zich reeds
voor een examen voorbereidden, te vergemak
kelijken, eerst 1 Januari 1893 in werking
treden,
SCHIEDAM, 1 Maart 1892.
Aan het dezer dagen verschenen half jaar-
Vjjk3che verslag van den Ned. consul-generaal
te Athene ontleenen wq de volgende opmer
king, die van veel belang kan zijn voor den
Nederlandschen handel.
In de handelsbetrekkingen met Nederland
is veel vooruitgang te bemerken, vooral wat
betreft groote verscheidenheid van artikelen
en meer ondernemingsgeest in de transac
tiën, Deze bevredigende toestand bevestigt de
overtuiging, dat de invoer van Nederlandsche
artikelen in Griekenland langzamerhand eene
aanzienlijke ontwikkeling zal ondergaan. Te
oordeelen naar de resultaten der vorige jaren,
«hqnt het niet onmogelijk te zijn nieuwe
relatiën in het leven te roependoch moet
men alles in 't werk stellen om daarin te
kunnen slagen. Na verschillende ernstige po
gingen verwierf de Builsehe handel hier te
lande de middelen, waardoor hq in staat werd
gesteld de Duitsche industrie bekend te ma
ken, Het is dringend noodzakelijk dit voor
beeld te volgen om overal toegang te vinden
voor de Nederlandsche nijverheidsproducten,
die in het algemeen aan de vreemde con
currentie de Grieksche markt kunnen betwis
ten. De consumptie in Griekenland verlangt
zuivere qualiteiten en lage prijzen. Men
gebruikt hier groote hoeveelheden suiker,
koffie, rijst, koloniale waren, kaas, likeuren,
boter in blik, gedroogde en gerookte visch
soda en drogerijen. Verder is het van belang,
de volgende handelsartikelen te vermelden,
die met succes kunnen verhandeld worden
hout, manufacturen in het algemeen, stijfsel,
kaarsen, jute, glaswerk, verfwaren, touwwerk,
koperwaren, huiden en papier vanalle soorten.
Hoewel ook vooruitgang in den uitvoer
naar Nedetland op te merken valt, zjjn echter
de zaken niet zoo groot als zij behoorden te
wezen. Teneinde de handelsrelatiën te bevor
deren, is het noedig meer aandacht te wijden
aan de voornaamste Grieksche voortbrengse
len, namelijk vijgen, rozijnen, olijven, olie,
wijn, qzerertsen, metaal, tapeten en tal van
andere prod neten, die tot nog toe niet in onze
handelsstatistiek vermeld worden.
Aan de door de administratie van het
•Bureau Veritas" uitgegeven statistiek der
ongevallen die gedurende het jaar 1891 op zee
hebben plaats gehad, is het volgende ontleend
Totaal verloren zeilschepen: 02 Duitsche,
140 Amerikaansche, 329 Engelsche, 1 Argen-
tynsch, 7 Oostenrijksche, 1 Belgisch, 3 Chi-
leensche, 24 Deense he, 5 Spaansche, 88
Fransche, 7 Grieksche, 1 Haïtisch, 2 Hawaï-
sche, 31 Italiaansche, 1 Mexicaansch, 163
Noorsche, 12 Nederlandsche, 2 Portugeesche,
19 Russische, 35 Zweedsche, totaal 937 sche
pen, metende 350,196 ton.
Oorzaken van het verlorengaan door
stranding 524, aanvaring 63, brand 24, zinken
70, verlaten 112, afkeuring 83, als vermist
beschouwd 61.
Ongevallen aan zeilschepen overkomen
Totaal 3309, waarvan 209 Duitsche, 622
Amerikaanse lie, 1364 Engelsche, 1 Argen
tijnse!», 28 Oostenrijksche, 6 Chileensche, 112
Deensche, 7 Spaansche, 145 Fransche, 19
Grieksche, 1 Htütiscli, 2 Hawo'ische, 84
Italiaansche, 482 Noorsche, 57 Nederlandsche,
12 Portugeesche, 69 Russische, 147 Zweed
sche, 1 van Uruguay.
Oorzaken flder ongevallen Stranding 793,
aanvaring 780, brand 70, stortzee 537,
storm 1129.
Totaal verloren stoomschepen16 Duitsche,
6 Amerikaansche, 140 Engelsche, 2 Brazili-
oansche, 2 Deensche, 4 Spaansche, 5 Fran
sche, 2 Grieksche, 3 Italiaansche, 2 Japan-
neesche, 16 Noorsche, 3 Nederlandsche, 2
Portugeesche, 3 Russische, 2 Zweedsche, totaal
208, metende 173,862 ton.
Oorzaken van het verlorengaandoor stran
ding 123, aanvaring 41, brand 12, zinken 17,
vei laten 7, afkeuren 1, als vermist beschouwd 7.
Ongevallen aan stoomschepen overkomen
totaal 2891, waarvan 253 Duitsche, 92 Ameri
kaansche, 1951 Engelsche, 2 Argentijnsche,14
Öosienrqksche, 17 Belgische, 8 Braziüaansche,
5 Chineesche, 59 Deensche, 36 Spaansche, 128
Fransche, 32 Grieksche, 30 Italiaansche, 4
Japanneesche, 122 Noorsche, 39 Nederland
sche, 3 Portugeesche, 29 Russische, 64 Zweed
sche, 3 Turksche.
Oorzaken der ongevallen: door stranding 731,
aanvaring 872, brand 138, stortzee 29, storm
380, ongevallen aan de beweegkracht 741.
i Het bestuur der vereeniging. van burger
lijke i ngenieurs heeft naar aanleiding der ge
ruchten die loopen omtrent de mogelijke
benoeming van een buitenlander tot chef der
exploitatie van de ontginning der Ombiliën-
kolen velden, zich per adres tot den minister
van koloniën gewend, met het dringend ver
zoek tot die belangrijke betrekking geen bui
tenlander te benoementenzq wat het
bestuur ontkent aan de voor die betrek
king testellen eischen door geen Nederlandse!»
ingenieur kan worden voldaan.
K o I o n i n.
Batavia, 29 Januari.
Aan het verslag der voornaamste gebeurte
nissen in Atjeh, loopende van 3 tot en met 16
dezer, is het volgende ontleend:
Groot-Atjeh. Het beschieten van onze
versterkingen van de stoomtram en van patrouil
les hield aan.
Op den 8n Januari werd het bestuur over de
afdeelïng i Groot-Atjeh" door den benoemden
assistent-resident dier afde ling H, P, A, Bakker
aanvaard.
Den 14n daaraanvolgende begaf de civiele en
militaire gouverneur zich op reis naar Segli en,
vergezeld door den waarnemend assistent-resident
der Westkust, naar Melaboeh.
Qnderhoorigbedso. Noordkust. Onze
versterking te Segli werd af en toe zwak be
schoten.
In den vroegen morgen van 5 Januari, ongeveer
te 3 uur, werd bespeurd, dat eene vijandige
bende van ongeveer 25 man zicb onder het brug-
gehoofd aan den linkeroever der Segti-rivier be
vond.
Zij werd spoedig door eene patrouille aange
grepen en verjaagd, 4 dooden met hunne wapens
in onze handen achterlatende. Volgens latere
berichten beeft de vijand bij die gelegenheid groo-
tere verliezen geleden es wi - bet hem gelukt
eenige dooden en ge wonden op zijne vlucht mede
te voeren.
Da strijd tusschen de Pedirsche hoeloebalangs
duurt steeds voort en het schijnt dat thans ook de
pretendent-sultan zich daarin wil mengen.
Oostkust, Said Djaafar, hoofd van het land
schap Soengei Raja, heeft zich voor eenigen tijd
naar Langkat begeven.
Hier en daar werd tor Oostkust reeds met padi-
.11 ij den aangevangen.
Westkust. Het volk van Boending bleef
nog zeer onrustig.
Af en toe werd nabij Kola Pastr eene rooda
vlag vertoond en nu en dan werd een schot gelost
op onze versterking te Melaboeh en op den passer
aldaar.
Er viel veel regen, gepaaid mat zware winden.
De gezondheidstoestand wag over het algemeen
ongunstiger.
Het gemiddeld ziektecijfer per dag in het groot
militair hospitaal te Kota Radja was 24.6 tegen
14.4 en dat der beri-beii 12.1 tegen 8.8 gedu
rende den vorigen verslagtijd.
Het sterftecijfer was lager.
Dit Oleh-ieb wordt d.d. 18 Januari aan de
Deli-Courant bet volgende gemeld
Gisteren (Zondag) werd wederom voor de
zooveelsto maat eene bijdrage geleverd van de
verregaande brutaliteit, waarmede in den bataten
tijd door de Aijahers werd opgetreden.
Omstreeks 9 uur in den morgen kwam een
Atjeher de poort te Pendetie binnen. Voor het
wachthuis, in de onmiddellijke nabijheid van ge
noemde poort, zaten op een bank 2 inlandsche
fuseliers, 1 Europeesch fuselier en 1 inlandsch
politie-oppasser, terwijl op een paar passen af-
stands van bedoeld viertal de Europeesche ser
geant-wachtcommandant op een stoel had plaats
genomen. Als naar gewoonte werd door den inl.
politic-oppasser aan den Atjeher verzocht zijn pas
te vertonnen de man tastte in zijn gordel, doch
in stede van een pas kwam daaruit een rent jong
te voorschijn, waarmede hij bliksemsnel een der
inlandsche fuseliers, vervolgens ook den tweeden
en daarna den Europeeschen sergeant-wachtcom
mandant, die inmiddels was ter hulpe gesneld,
zwaar verwondde. Laatstgenoemde rolde, worste
lende met den aanvaller, in de greppel achter het
wachthuis, zoodat de schildwacht in bet verhoogd
schilderhuis pl. m, 15 passen van het wacht
huis verwijderd niet durfde schieten, uit vrees
den sergeant te zuilen treffen. Twee niet-gewonde
fuseliers namen daarop hunne geweren en vatten
achter het wachthuis post, en zoodra de Atjeher
eentgszins van den sergeant vrijkwam en het
hazenpad wilde kiezen, werd hij door hen neer
geschoten, juist op het oogenblik dat hij het hek
weder wilde uittreden. Een schot in de hersenpan
maakte hem voorgoed onschadelijk.
Do Atjeher behoorde tot eene bevriende
kampong binnen de linie 1
Zoeeven hoor ik dat de 2 inlandsche fuseliers
eenige kans op genezing hebben, doch dat voor
don Europeesehen sergeant, die, behalve dat een
zijner potsen doorgesneden is, ook nog een steek
in de long ontving, niet veel hoop op behoud van
zijn teven staat.
SCHIEDM
G0URA1T.
(MKHKWBN-tspRtJS, per kwartaal
Intwo per p it, (toer het geheele Rijk
ttatderlijke nomiisers
1.8b.
- ISO.
- 0.10.
Adverï emtIeprIis: ni 110 gewette regels met
inbegrip nu eene Courant, 1.10.
Tedere gewone regel meer - 0.10,
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaai berekend,