A". 1892. Maandag 7 Maart. N°. 7965, Eersfe UatL NATIONALE MILITIE, iennisgev ng. Nationale Militie. KENNISGEVING. Zesenvêert tste .Taar a 11 a:. K Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag, UITGEVER: L ODÉ. en n i sge v i tig. lïinncnlamlsclie Berichten. A»ok(.^«iïwtsi>hjjs, per kwartaal par post, door het geheels Rijt Afinuilerliike Hommers 1 .Hf,. - 2.50, - 0.10. n ritRA V B OTIÜtST RA AT, E 2J. AnvKRTBiiWKJ-Rits: nu 1—»10 gewette regels inet inbegrip van «ene Courantf 1.10, leiiete gewone regel meer - 0.10 flftltiMAAi. geplaatst wnr.lt tegen TWKEM**!, beteken,I. Burgemeester eh Wethouders van Schiedam; Gelet hebbende op Ast. 150 der Wet van den lOden Augustus. 1861 (Staatsblad No. 72) ftuepen bij dexen op allo Lotelingen der lich ting van 1892, die verlangen mochten bij de ZEEMILITIE te dienen, om daarvan vóór den li/en April aanstaande ter gei neen te-Secretarie aangifte te doen. Tevens wordt, naar aanleiding van do circu laire van den heer Commissaris dei Koningin in deze Provincie, van den 17den Februari 1881, A N<J. 333 (2e Afd ter kennis van belang hebbenden gebracht, dat de keuze uit de Late- lingen, dte znh voor de ZEEMILITIE opgeven, door den Minister van Marino wotdt overgelaten aan de officieren van de Marine, mot de over neming der Zeeniiiiciens betast, en mitsdien alle verrocken om inlijving bij de ZEEMILITIE, tot het Departement van Marine gericht, voortaan huiten beschikking tullen worden gehouden. ga is hienan afkondiging geschied, waar het beha art, den oden Maart 1892 Burgemeester en Wethoudervwa ^ckiedma, VAN 91JK VAN MATKNESSE. De Secretaris VERNÈOE. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Brengen ter kennis van de Geestelijken en Bedienaren ■mn den. Godsdienst bij de erkende Kerkgenootschappen en de Studenten fa de Godgeleerdheiddie dam toe aan erkend,inrichtingen van onderwijs worden opgeleid, in deze Gemeente voor de Mditie hebben geloot en, bij aanwijzing voor den dienst, door den Militieraad sullen moeten worden of bereids in voorgaande jaren bij de Militie zijt« ingelijfd, en krachtens Art. 127 der Wet van den 19den Augustus Ifcol (Smö- •bliti No, 72), voor Zen jaar van den werkelijker! dienst zijn ontheven; Dat zjj, volgens Art 71 van het Koninklijk besluit van den 8sten Met 1R62 (Staatsblad No, 40), vóór den lsten April aajataande, bij den Burgemeester lezer Gemeen te moeten indienen de aanvragen oin ont heffing van den werkelij ken dienst, in liet aangehaalde Wetsartikel vermeld, onder overlegging van de bewijs stukken, omschreven in Art. 69 en vastgesteld bij Art, 70 van genoemd Koninklijk besluit. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 5den Maart 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN Dl,IK VAN MATENESSE. De Secretarie, VERNÊDË. De burgemeester van Schiedam, Irengt by dezen ter kennis van de Ingezetenen Dat het Kohier voor de Belasting op het Persoueel 1fo, 9 deter gemeente, over het dieustjaai 1891/92, door den ileer Provincialen Inspecteur der Directe Belastingen te Rotterdam, op den 3den Ma rt 1892 «eeutoir verklaard en op heden aan den Ontvanger der Directe Belastingen, ter invordering ia overgemaakt. uorts wordt bij dezen herinnerd, dat een ieder ver plicht is zynen aanslag op den bjj de wet bepaalden voet te voldoen; alsmede dat van beden nf de ter mijn van et me maanden ingaat binnen welken de reclames teven dezen aanslag belmoren te weiden ingediend. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be- hooit, den 5deu Maart I 892, Hc Burgemeester voornoemd, VAN DDK VAN MATENESSE. Schiedam, 5 Maart 1392. Griekenland heeft deze week de aandacht van Europa tot zich getrokken. Dat is niet voor de eerste maal; Griekschefondsen heb ben geen besten naam, en de pai lementaïre regeer! ngs vorm 'in liet land der oude Hellenen gat nu en dan aanleiding tot alterlei, ja zelfs belachelijke tooneelen. Zoo is er een tijd geweest, waarin de mi» nisietiën zóo dikwijls afwisselden, dat men schertsend beweerde: Elke Griek is van eenige beteekenis geweest. Naderhand werden' de rollen meer verdeeld, en werden de Grie ken van Tricoupis naar Conamandouros, en van Commandouros naar Tricoupis gezonden. Nog later is de heer Delyannis op den voor grond getreden, en was hij tot voor eenige dagen president-minister. Wat hij, want voorloopig is zijn rol als zoodanig afgespeeld. De koning der Hellenen namelijk heeft van zijne ministers geëischt dat zij ontslag zouden nemen, en toen dezen daartoe niet geneigd waren, het hun eenvoudig gegeven. Als men nu bedenkt, dat de Griekscbe constitutie er een is, die de rechten van den vorst tot een zeer bescheiden omvang heeft beperkt, dan wordt het begrijpelijk, dataller- wegen in het land gemor en gemompel ont stond by het hooren van dit buitengewone nieuws, 't Werd er niet beter, toen de koning in een proclamatie bet leger prees en, hoe wel dan ook zeer bedekt, liet doorschemeren, dat hij het wel eens kon noodig hebben voor het behoud van de wettige orde, zooals de geijkte term luidt. Die zich wegens het gebeurde den Griekschen vorst als een man van reactionnaïre beginselen wilde voorstellen, zou een fout begaan. Deze zelfde vorst is zoo weinig aan zijn troon ge hecht, dat er meermalen sprake van ts geweest, dat Z. M. zou abdiceeren. Wat hem dan nu bewogen heeft tot een zoo extra-parlementaire handeling als het ontslag van den heer Delyannis en diens ambtgenooten 1 Opge helderd is de zaak niet. Wel heeft de koning aan verschillende staatslieden gezegd, dat hij den minister-president heeft moeten ontslaan, omdat hij reden had te onderstellen, dat deze den ernst van den toestand niet inzag. Wat onder deze uitdrukking te verstaan is, zal wel moeten beteekenen den ernst van den fi aandeden toestand. De minister verzekerde immers nog niet lang geleden, dat de finan- cieele toestand niet slecht was. Nu, dan zou die toestand wel als met een tooverslag ver anderd moeten zijnwant in goeden, zelfs matig goeden toestand zijn de financiën van het koninkrijk, dat thans ruim zestig jaar bestaat, nimmer geweest. In hetzelfde onder houd moet de koning ook medegedeeld hebben, dat de hulpbiomien van het land voldoende warcu voor de behoefte en dat de uitgaven voor militaire doeleinden in ver houding tot de andere uitgaven niet te hoog waren opgevoerd. Andere redenen voor het ontslag van den minister moeten gezocht worden in diens gemis aan goede vormen, wat zijn houding tegenover den koning en don kroonprins be treft. Eindelijk weet men te verhalen, dat bemoei- ingen van Engelsche zijde ui et zonder invloed zijn geweest op de handelingen des konings, omdat men daar de politiek van Delyannis, die zeer Russischgezind is, vreesde, en dat de koning voor dien aandrang is bezweken. De wetgevende macht in Duitschland nis geheel en in Pruisen alsafzonderlijk deelont- '#*eekf het niet aan werft. Onder de wetten, wier behandeling aan slaande isbehoort er een waarvan weinig gewag wordt gemaaktmaar die toch ook zeker de aandacht verdient liet is de wet tot onderdrukking der openbare onzedelijkheid tn Duitschland, een wet, tot wier samenstelling keizer "Wilhelm zelf den stoot heeft gegeven. Toen onlangs het geruchtmakende proces Heinze te Berlijn werd behandeld en daardoor tal van feiten, gruwelen mag men ze noemen, aan het jicht kwamen wier bestaan door velen niet eens vermoed werd, toen voelde de keizer zich door diepe verontwaardiging aangegre pen, en er moest een wet komendie aan deze schandalen een eind zou maken. Groot is ze niet, ze bestaat slechts uit vLr artikelen, en bevat origineele bepalingen. Personen, die de onzedelijkheid bevorderen, worden op het minst met een maand ge van- ge nissti-af beloond eveneens is gevangenisstraf gezet op het drukken of verspreiden van onzedelijke geschriften of platen, en het open- baarmaken van processen, die met gestoten deuren zijn behandeld. Personen, die wegens onzedelijke handelingen gevangenzitten, kan men gedurende zes weken onafgebroken op een houten brits laten slapen, en niets anders dan water en brood te eten geven. En eindelijk zet het laatste, of vierde artikel de kroon op bet werk. Het bepaalt, dat men veroordeelden wegens onzedelijke handelingen, wier straftijd verstreken is, in een werkhuis zal kunnen opsluiten, doch niet langer dan twee jaar. Bovendien kan zulk een veroordeelïng gepaard gaan met het verlies van burgerschaps-rechten en met plaatsing onder politietoezicht. Mag men zulk een wet flink noemen, helaas 1 wat te zeggen van het ontwerp, dat het ongelukkige rijkstand ELzas-Lotharingen met scherpe verordeningen bedreigt, waardoor de vrjjhcden des volks aanmerkelijk worden ingekort/ Hedenen van hoogt* politiek, wordt er gezegd. Welke die zijn, behoeft niet nmler aangewezen te woiden. Tegen liet ontwerp op liet lager onderwijs in Pruisen büjft liet aantal adressen in afkeu renden zin toenemen. En 11 z voo r liet m ee rend ee l ge e n adres sen, waarop door pressie de hand tee keningen verft regen zijn, de meest verlichten in den lande, o. a. tal van professoren aan verschil lende hoogescliolen, laten hun waarschuwende stem hooren. En of nu keizer Wilhelm op een parlementairen maaltijd al den wen-ch uitspreekt, dat de schoolwet zal worden aan genomen, dit zal niet verhinderen, dat by de openbare behandeling, indien het door de commissie, in wier handen het is gesteld, ten minste niet aanmerkelijk wordt gewijzigd, harde woorden zullen worden gehoord. Eindelijk verdient het opmerking, dat de Duitsche regeering niet van plan schijnt om aan de pers te veel vrijheden toe te staan, waar ze zich op het veld van beschouwing en beoordeeling waagt. Immem zijn er reeds vervolgingen ingesteld tegen dagbladen, die zich hadden gewaagd aan een meer dan bloote mcdedeellng van de redevoering des keizers, tegen zijn goede Brandenburgers gehouden. Men zou juist denken, waar van zoo lioog- geplaatste zyde wat meer bedachtzaamheid in uitlatingen wenschelyk ware gewensclit, liet weergeven van den pijnlijken indruk, door deze woorden teweeggebracht, moest worden behandeld. SCHIEDAM, 5 Haart 1892. Naar wij vernemen, is gisteren, ter terecht zitting van de arrondissements-rechtbank te Rotterdam, door betopenbaar ministerie con clusie genomen in zake den aanslag in de plaatselijke directe belasting der Stearine- Kaarsenfabriek o Apollo" alhier, in een voor de gemeente gunstigen zinen heeft de recht bank de uitspraak bepaald op Maandag 28 dezer. Wij herinneren dat a.s. Woensdag de laatste dag is waarop hier, in het ijk lokaal achter het Postkantoor, de maten en ge wichten kunnen worden herijkt. Zij die dat nog niet hebben laten doen kunnen zich tot op dien dag tot dat einde daar vervoegen. Naar het fad, verneemt, kan in de Tweede Kamer ook worden te gemoet gezien een interpellatie over den toestand van eenige Friesche gemeenten. De Berlijnsclie correspondent der AT. M. Ct. schrjjft dd. heden Eene volgens de hier bestaande zeden en gebruiken zeer groote onderscheiding is tiert Nederlandschen gezant te Berlijn, den lieer

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1892 | | pagina 1