A°. 1892.
Maandag 4 Juli.
N°. 8048.
Eerste Blad.
KENNISGEVING.
Kerni sgev ng.
4 esenveertigste Jaargang:.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
UITGEVER: 7. ODE.
Binnenlandsche Berichten,
SS
S 1.8a.
- 2.50.
BVIBAD: II ©T H lt STf 11A A T. JE 2 7.
Aovr ehtiepkiiS: van 1—10 gewon, reg.la met
inbegrip sius eene Courant1.10.
Iedere gewone regel meer 0,10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
NIEUW MO ©Et, AIIBEKDSL1J§T.
Brengt hiermede ter algemeene kennis, dat de
beer Minister van Justitie heeft aanbevolen een
nieuw model voor de lijst, voorgeschreven bij art.
11 der arbeidswet, roet het doel de bijhouding dier
lijst minder bezwarend te ronken.
Volgens dit model betreft de waarmerking niet
de regeling van den arbeid van met name ge
noemde personen, maar at leen de werk- en rust
tijden der in het bedrijf werkzame jeugdige per
sonen en vrouwen en bijaldien die regeling niet
voor allen dezelfde is, de werk* en rusttijden voor
elk dier groepen. Eene »iötm>e waarmerking is
alleen dan noodig, indien men in de werk- en
rusttijden eenige verandering wenscht te brengen,
of bijaldien eene nieuwe groep van personen, wier
werktijden niet met de gewaarmerkte overeen
stemmen, moet worden bijgeschreven.
Het bedoelde model ligt ter Secretarie der
Gemeente voor belanghebbenden ter inzage.
En is hiervan afkondiging geschied, waar liet be
hoort, den '2den Juli 1892.
1)0 Burgemeester iwomoratf,
VAN DIJK VAN MATENESSE.
De Burgemeester van Schiedam,
Brengt bij dezen ter kennis van de Ingezetenen:
Dat het Kohier van het Patentrecht No, 6, bevat
tende de buitenwijken A enBdezer Gemeente over het
Dienstjaar 1892/93, door den Heer Provincialen
Inspecteur der Directe Belastingen te Rotterdam,
op den 30n Juni 1892 executoir verklaard en op
beden aan den Ontvanger der Directe Belastingen,
ter invordering is overgemaakt.
Voorts wordt bij dezen herinnerd, dat eenieder
verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden
voet, te voldoen; alsmede dat van heden af de
termijn van drie maanden ingaat, binnen welken de
reclames tegen dezen aanslag behooren Je worden
ingediend.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 2den Juli 1892.
De Burgemeester voornoemd
VAN DIJK VAN MATENESSE.
Schiedam, 2 Juli 4892.
Onverkwikkelijk, treurig zelfs is de strijd,
welke in deze laatste dagen met het woord
en de pen gevoerd is tusschen den eigenle
ken stichter van liet Duitsche rijkprins
Bismarck aan de eene, en den tegenwoordï-
gen kanselier, Caprivi, henevens het grootste
gedeelte der Duitsche pers aan de andere
zjjde. De oude staatsmandie zich op reis
naar Weenen in het eerst zeer kalm en
waardig hield, schijnt door de weigering van
keizer Frans Jozef om hem in audiëntie te
ontvangen, zoo diep gekrenkt te zijn, dat hij
aan liet spreken is getogen en zich heeft
verpraat.
"Was hel nu nog maar een constitutioneels,
-een parlementaire strijd, maar zoo iets is het
nietBismarck ia geïnterviewd dooreen verslag
gever van een te Weenen verschijnend blad,
en tegen dezen heeft hij zijn overkropt ge
moed lucht gegeven. Onder anderen waagde
hij zich te ver, toen hij de gespannen ver
houding vanDuitsehland tot Busland toeschreef
aan het regeeringsbeleid van Caprivi. Deze
zou, door te veel toenadering tot Oostenrijk
te toonen, het misnoegen van den czaar heb
ben gaande gemaakt, en' zelfs de belangen
van den landbouw in Duitschland aan dien
van Oostenrijk hebben opgeofferd. Deze
woorden zijn in elk geval onbedacht. Ze
bevatten een uiting van wrevel aan het adres
van Oostenrijk. Was deze misschien opgewekt
door de zeer gereserveerde houding, waarmede
de ofïicieele wereld te Weenen hemden
groeten man, had ontvangen?
Nog meer: de organen, van welke Bismarck
zich in zyn strijd tegen de regeering bedient,
bevatten woedende aanvallen op Caprivi.
Bismarck had dezen nimmer als zijn opvol
ger aanbevolen. Hij had alleen in een gesprek
met den keizer er op gedoeld, dat hij bij
zijn dood, want aan een aftreden tijdens zij»
leven, had Bismarck nooit gedacht den
keizer zou aanraden, een flink generaal tot
president van den ministerraad te benoe
men, en hij had er bijgevoegd »bij voorbeeld
Caprivi".
Thans moest hij bekennen, zich in zijn op
volger vergist te hebben, iets wat hem niet
dikwijls was gebeurd. Deze had talrijke fouten
begaan, en daaronder is wel de ergste, dat
hij de oude vriendschap met Rusland heeft
verbrokenhij heeft de Dolen gesteund, en
men weet zeer goed, dat het alleen de Polen
zjjn, die oorlog tusschen Duitschland en Rus
land willen, omdat zij daarvan de herstelling
van hun oude koninkrijk hopen". Zelfs
de meest enthusiaste bewonderaar van Bis
marck zal moeten toegeven, dat zulke uit
latingen ongepast, onvaderlandiievend zijn.
Op deze verwoede aanvallen van Bismarck
heeft Caprivi niet kunnen zwijgen. Tot nog toe
had hij de aanvallen van Bismarck gelaten
voor hetgeen ze warenthans ging deze te
ver, en de kanselier koos de officieuse Nord-
detttsche Zeitungom zijn tegenstander te
lijf te gaan. Men leest daar»Wij hadden
mogen verwachten dat, waar men de Duitsche
regeering aanvalt als onbekwaam en haar
plicht verzuimende, ook eenige feiten werden
aangevoerd. Als de tegenwoordige regeering
zich liet leiden door persoonlijke beweeg
redenen, zou zij gemakkelijk met eenige
stukken uit het archief van buitenlandsche
zaken al de aanvallen, waaraan zij blootstaat,
afdoende kunnen beantwoorden".
De regeering zou dus verder zwijgen Dat
schijnt Caprivi echter toch niet mogelijk ge
weest De gelegenheid om Bismarck met
de feiten der historie te logenstraffen, was
te schoon. In een volgend artikel wordt ten
minste de verhouding met Rusland besproken,
Caprivi zou de man zijn geweest, die de
slechte verhouding tot Rusland had veroor
zaakt. Was dan Bismarck op het congres
xe Berlijn Ruslands vriend geweest? "Wie
heeft bewerkt, dat Rusland, de overwinnaar
van de Turken, een veel minder voordeeligen
vrede kon bedingen, dan waarop het recht
had? Zou Bismarck mecnen, dat de czaar
ooit deze houding heeft vergeten En dan
vervolgt het blad, of liever Caprivi
Wij wisten al lang, dat vorst Bismarck
beweert: de gespannen verhouding met Rus
land is na mijn aftreden ontstaan. Maar wie
Is dan genoodzaakt geweest in 1879 <een
verbond tegen Rusland met Oostenrijk te
sluiten? Vorst Bismarck. "Wie heeft in het
jaar 1887 aan de Duitsche rijksbank verbo
den Russische staatspapieren in beleening
aan te nemen? Vorst Bismarck. Die slechte
verhouding tot Rusland behoort tot de erfe
nis, die Bismarck zijn opvolger heeft nage
laten. Zoo hij beweren mocht,- dat zijn ge
sprekken met den czaar in 1887 en *89 den
^.ijestand hebben verbeterd, moet hij zich
Ymaar eens de Russische couranten van liet
"begin van 1891 laten voorleggen. Wel hebben
sedert zijne bemoeiingen om zich voor te
doen als Rusland trouwsten vriend, eenigen
invloed gehad, maar nauwelijks eene week
geleden schreef de Qraskdanin, een blad,
dat door de keizerlijke familie te Petersburg
trouw gelezen wordt:
»Op 't oogenbtik staat Duitschland misschien
voor een ontzettende catastrophe, die liet
aan de politiek van Bismarck te wijten heeft.
Het was den vorst niet gegeven Rusland
zijn dank te betuigen, gelijk hjj liet Oosten
rijk deed in *1806, voor zyn hulp in den
Deeuschen, en Frankrijk in 1870 voor zijn
neutraliteit in den Oosten rykschen oorlog;
maar hy had toch reeds eenige voorzorgs
maatregelen genomen."
Men ziet, de strijd is vinnig genoeg. Jam
mer voor Bismarcks groeten naam, dat hij
zich zoo weinig weet. te beheerschen. Had
hy na zijn aftreden gezwegen, hem ware de
sympathie van millioenen verblevenwant
elk rechtgeaard menschenhart leed met hem
mede, by de bejegening, hem door den
jeugdigen keizer aangedaan. Nu heeft hij
veter sympathie verbeurd.
Over het verblijf van Bismarck in Beierens
hoofdstad, München deelt de Frankfurter
Zeitung de volgende bijzonderheden mede:
De gewezen kanselier dankte den minister
Cratlsheim voor de houding van den prins-
regent, die Bismarcks komst niet het minst
had tegengewerkt. Toen Ferd, v. Miller
den prins-regent vroeg, of hij het voor
zitterschap in het comité mocht aannemen,
antwoordde prins Luitpold»Ik zend immers
zelf een rijtuig voor hem naar Kissingen".
In particuliere gesprekken toont Bismarck
duidelijk zijn boositeid over zyn ontslag als
kanselier, en ook te München drukte h de
meening uit, dat de czaar reeds van te voren
over het ontslag was ingelicht. Herhaaldelijk
noemde hij de verhouding met Busland slech
ter en hij verklaarde slechts op zyn reis te
willen zien of de nationale idee nog levendig
was. Overal was zij krachtig voor het fede
ratieve karakter van het rijk opgekomen.
Na de aankomst te Augsburg dejeuneerde
de vorst ongedwongen en buitengewoon vroo-
lijkhy drouk, behalve een goede hoeveelheid
champagne, drie halve liters Augsburger bier.
De betoog ingen ter eere van Bismarck te
München waren talry k en luidruchtig, gelyk
men weet. Eea vijandig blad zegt er vrij
boosaardig van, dat het net was als in den
kroningsoptocht uit Schiller's iJungfrau von
Orleans", waar ook altjjddoor dezelfde per
sonen weer ten tooneele komen, zoo dat de
stoet wel heel lang schijnt, maar inderdaad
heel klein is. Het mogen hier misschien ook
steeds dezelfde betoogers geweest zijn, men
telde hen dan toch by duizenden.
Vele Müncheners hebben 't by zonder op
prys gesteld, dat Je oude vorst bet fameus
»Hof briiuhaus" heeft bezocht en toen, op
ultnoodiging der onder de Arcaden zittende
stamgasten sommigen hunner hebben
daar meer dan 50 dienstjaren by hen is
gaan zitten en in vier teugen zyn »Krug"
(no. 5907) ledigde. In tusschen vertelde hy hun
van zijn bezoeken aldaar in de jaren 1842
en nog vroeger en verbaasde de oudste stam
gasten door zijn zeer juiste beschrijvingen
van het beroemde bierbuis, zooals het in dien
grijzen voorljjd was. Hij moet er zelfs, daar
hem niet terstond een versche kruik gebracht
werd, uit die van zyn buurman, een smid,
gedronken hebben. Men begrijpt de opge
togenheid der stamgasten.
SCHIEDAM, 2 Juli 1892.
Als tegen de kerm is week het programma
verschynt der vermakelijkheden, welke de
Schied&msche Officieren-Vereeniging haren
leden aanbiedt, kunnen de kinderen der leden
er zich van verzekerd houden, dat zij daarby
niet vergeten zyn. Het bestuur, door veel
jarige ondervinding overtuigd dat dit, ofschoon
niet het gemakkelijkste deel zijner taak, toch
zeker niet het minst dankbare is, omdat het
daarbij kan rekenen op de erkentelijkheid
der ouders, maar vooral op die der kinderen,
gevoelde zich daardoor aangespoord om ook
nu weder twee dagen te bestemmen voor
kiuderwedst rijden
Wat blijdschap zij daardoor in vele gezinnen
hebben opgewekt, moge daaruit blij ken, dat
niet minder dan 419 kinderen zich hebben
laten inschryven tot deelneming aan de ver
schillende wedstrijden, welke op het pro
gramma als volgt zijn vermeld:
Wedstryden op Maandag 4 Julivoor kin
deren van 3—6 jaar koektrekken; voor jon
gens van 68 en voor meisjes van 6löjaar
blokjesrapenvoor jongens van 810 jaar
achterwaartsche wedloop.
Tot afwisseling dezer wedstryden zullen
courant.
4 .SM.niNiSPRliS» fier kwartaal
franca j«r post, door het fieheele Rijk
A hoi iderüj ke iioimners
- 0,10.
DE BURGEMEESTER VAM SCHIEDAM