denk dat het komt, omdat gij goed zijt en
wij slecht".
'tls waarlijk onbegrijpelijk, wat de onbe
schaafde massa in sommige plaatsen die vijan
dige houding tegen het Leger des Heils doet
aannemen.Geenheilssoldaatgeeftnazijne oj ;e-
ming in het leger daartoe aanleiding en het
leger zelf tracht op velerlei wijzen de armen en
ongelukkigen te helpen en vestigde reeds meni
ge instelling voor hen, die in nood verkeeren.
In ons land hebben zij blijkens de Cijfers en
Feiten, sedert September 1891 drie toe
vluchtshuizen geopend, een daarvan uitslui
tend voor mannen, de beide anderen ook
voor vrouwen en kinderen bestemd. Zij
hebben nu vier werkplaatsen, waarvan een
tijdelijke. Ook mochten zij dit jaar een volks-
logement openen. In de «Toevlucht voor
Dakloozen" te Amsterdam kunnen 150 men-
schert worden opgenomen en vinden thans
dagelijks 96 personen werk. De «Shelter"
te Rotterdam verschaft iederen dag werk aan
28 mannen en nachtverblijf aan tusschen de
■40 en 50 personen.
Van meer dan 60 mannen te Amsterdam
kunnen zij met zekerheid zeggen, dat deze
waarlijk bekeerd zijn, terwijl vele anderen
hun leven hebben verbeterd. Aan meer dan
200 hebben zij in en buiten het Leger
betrekkingen bezorgd.
Ook de vestiging van zoodanige instellingen
moest eene reden zijn om het leger te steunen
ook voor hen, die zich niet vereenigen kunnen
met de uiterlijke vormen hunner godsdienst
oefeningen.
In Engeland ontvangt het leger millioenen
om tot hulp van ongelukkigen te besteden en
daar vooral blijkt wat hunne toewijding en
opofferingen vermog-u tot heil der maat
schappij.
En in Nederland scheldt men hen uit en
mishandelt men hen, eïlfs de vrouwen
Opnieuw werd Donderdag van eene dame
aan het station D. P. te Rotterdam hare
portemonnaie, inhoudende ongeveer f30, ont
vreemd, terwijl gisteren eene uit Den Haag
komende dame bij aankomst alhier aan den
stationschef heeft medegedeeld, dat ook haar
eene portemonnaie was ontfutseld. Nog steeds
zijn de daders onbekend. (AT. li. Ct.)
De conducteur Nanning, van de stoomtram-
lijn Den HaagScheveningen der Hollandsche
spoorwegmaatschappij heeft Dinsdag eene
daad van zelfopoffering verricht, welke open
lijke vermelding verdient. Een ooggetuige
schrijft daaromtrent het volgende:
Toen de stoomtram van 7.40 v.m. van
Scheveningen het station Duinstraat verlaten
en de trein reeds een vrij snelle beweging
had, kwamen nog twee zeelieden met pak en
zak aanloopen en trachtten tevergeefs den
trein in te halen. Een van lien had daarbij
toorn, dan zou hij huiverend zijn terugge
deinsd.
«Wat voor vrouw is het? Eene oude?"
vraagde hij met moeite.
«Neen, eene jonge deerne en voor zoover
de duisternis toeliet te zien, eene mooie ook t"
zei Wouter op vroolijken toon. «Daar zijn zij.
Oordeel zelf."
Als door den bliksem getroffen stond Frederik
daar en staarde wezenloos de gevangenen aan,
Tusschen de ruiters herkende hij Rilla. Met
een touw was zij aan een paal vastgebonden
en wankelde met gesloten oogen voort. Detlef
en de beide andere mannen droegen ketenen
en werden door de ruiters voortgedreven
achter hen kwamen de raadsheeren van Emden
en Hamburg. De eene zat vergenoegd in den
zadel, doch de andere keek donker voor zich
en lette niet op zijn neef, die dicht bij hem
stond. Hilia opende hare oogen, en terwijl
haar blik Frederik ontwaarde, ontsnapte een
luide gil hare borst.
Niet lang echter had Frederik baar in dezen
droevigen toestand gezien, of in zijne ziel ont-
het ongeluk te vallen, en wel tusschen de
rails, waarover een van Den Haag komende
trein binnen een paar seconden zou moeten
passeeren.
De naast mij staande conducteur, Nanning
geheeten, sprong terstond, zoodra hij den man
zag vallen, van het balkon en sleepte hem
met de grootste krachtsinspanning van zijn
gevaarlijke plaats. Geen seconde later, of èn
de zeeman èn de conducteur zouden verplet
terd geworden zijn door den uit Den Haag
komenden trein.
Toen de conducteur weer zijne plaats op
het balkon bereikt had, verloor hij voor eenige
oogenblikken zijn bewustzijn, hetgeen niet te
verwonderen was, na de volvoering van zulk
een boogst gevaarlijke daad.
Donderdag sprong een schipper uit Grouw,
die zijr. kind van het schip in het water zag
vallen, dit onmiddellijk na. Terwijl het kind
gered werd, verdween hij in de diepte. Eerst
een geruimeu tijd daarna heeft men zijn lijk
gevonden. Hij laat eene weduwe met 5 kin
deren na.
Te Westerlee (Gr.) kreeg dezer dagen
mej. Ten HaveVeninga, bij het wrijven van
stoelen, iets van de was in een wondje aan
hare hand. Kort daarna begon die hand sterk
op te zwellen. De geneesheer constateerde
bloedvergiftiging, zette den pink af en maakte
insnijdingen in de vingers, doch alles tever
geefs. De ongelukkige is aan de gevolgen
overleden.
Donderdag herdacht de wed. Otten, te
Hees, bij Nijmegen, bij het genot eener goede
gezondheid en het gebruik van al harer zin
tuigen, onder vele blijken van belangstelling,
haren 102den verjaardag.
Nabij Loenen-a/d-Vecht is Donderdag een
droevig ongeluk voorgevallen. Ter gelegen
heid van de opening van het Merwede-kanaal
had een aantal gezelschappen zich naar Nieu-
wersluis begeven. Eenige jongelieden, die met
een roeibootje van het kanaal terugkwamen,
geraakten in de Vecht te water, met het on
gelukkig gevolg dat een hunner, mejuffrouw
A. N., is verdronken.
Door de politie te 's-Hertogenbosch is
aangehouden een requestenschrijver, als ver
dacht van valschheid in geschriftte, en wel
door het nabootsen van bijna 500 bons voor
brood, rijst, steenkolen enz., zooals die aan de
armen van de parochie St. Pieter aldaar uit
gereikt worden, welke waren hij door middel
dier bons had weten te bemachtigen.
Na zijne daad bekend te hebben, is hij
naar het huis van bewaring overgebracht.
Men schrijft uit Kaatsheuvel van 4 dezer:
De afgeloopen nacht is rustig voorbijgegaan,
eenige kleine opstootjes uitgezonderd. In het
waakte de ernstige begeerte haar te verlossen
en de vrijheiddie zij zoozeer betreurde,
terug te geven. Hij moest haar bevrijden, het
mocht kosten wat het wilde. In diep gepeins
verzonken, volgde hij den troep, die, de nachte
lijke stilte door zijn woest getier verbrekende,
zich naar de veenhoeve spoedde. Toen de
ruiters het voorplein opreden, onder beleedigende
woorden hunne gevangenen naar de schuur
dreven, hunnen fakkels aan de binten afstre
ken en kletterend door de vertrekken van het
woonhuis stapten, toen ontwaakten niet alleen
hunne slapende kameraden ook de hlinde veen-
boer, zijne knechten en dienstmeiden stonden van
hunne lege» steden op. Terwijl de iaatsten al
brommende naar den haard weken, trad de
boer onverschrokken op de beide raadsheeren
toe, die zonder eenige tegenkanting toezagen,
hoe Hilia en de gevangengenomen mannen in
de schuur aan stevige palen werden vastgebon
den, Frederik stond ter zijde en bedwong zijn lust
om tusschen beide te treden en bet ruwe geweld
te keerenhij moest verdragen, wat hij
niet kon afwenden. Hij hoorde de woorden
oostelijk gedeelte der gemeente ontstond
gisteravond een begin van brand, welke aan
kwaadwilligheid wordt toegeschreven, doch
spoedig gebluscht was. Daar zich hier een
gerucht deed hooren, dat eenige honderden
boeren uit Sprang en Kapelle, voorzien van
roode vaandels en gewapend met steenen,
blikken trommels enz., plan hadden onze ge
meente te bezoeken, werd omstreeks halfelf
een patrouille militairen uitgezonden naar
Loonsche Dijk, Ongeveer tachtig boeren waren
aldaar bij de kerk verzameld; deze gingen
echter hij eerste aanmaning van den luitenant
uiteen.
Heden kwamen hier uit 's-Hertogenbosch
aan een brigadier en drie marechaussees, ter
versterking van het detachement, dat aan
wezig is om bq het inzamelen der tiend
vruchten de orde te handhaven.
Een nader bericht van 4 Augustus 's namid
dags meldt, dat te Drunen, Loon-op-Zand en
Sprang het inzamelen der tienden, onder
toezicht der marechaussee, geregeld en kalm
zijn gang gaat, doch dat het brandpunt der
ongeregeldheden ligt in de gemeenten 's-Gre-
velduin-Kapelle, Yrijhoeven-Kapelle en Loon
sche Dijk. De boeren die bij het inhalen dei-
tienden behulpzaam zrjn ontvingen dreig
brieven, dat, indien zij in het belang der
gemeentebesturen werkzaam blijven, hun
huis vernield of in brand gestoken zou wor
den tevens waren aan de woningen van som
migen hunner oproerige plakkaten aangeplakt.
Daar men verdere ongeregeldheden vreest, is
ter versterking, naar wij vernemen, ook
cavalerie gerequireerd, omdat de infanterie
het geheele terrein niet kan bewaken.
Een boekwerk, dat voor velen de belang
rijkheid van de inzending van H. M. de Ko
ningin op de sporttentoonstelling zal ver-
hoogen, is dezer dagen bij de uitgevers Nijgh
en Van Ditmar te Rotterdam verschenen.
Dezen hebben n.l. een geïllustreerden catalogus
van de aldaar aanwezige diploma's, kunst
voorwerpen, boek- en plaatwerken en schilde
rijen doen samenstellen. Het boek, dat bewerkt
is op het huisarchief en de bibliotheek van
H. M., bevat o. a. een '14-tal photozincogra-
phieën eu is in fraaien stempelband gebonden.
De Ned. vlag-bloemOp de landengte
van Tehuantepec moet een plant groeien,
waarvan de bloemen zich des middags rood,
des ochtends wit en des avonds blauw kleuren.
's-Gravenbage. H. IC. H. de aartshertogin
Josepha van Oostenrijk is gistervoormiddag,
vergezeld van dames en heeren van het hof,
in een particulieren salonwagen per staat-
spoor alhier aangekomen, aan het station
begroet door den Oostenrijksch-Hongaarschen
gezant bij ons hof, baron Von Walterskirehen,
die de jeugdige prinses begeleidde tot aan het
van den blinden grijsaard, wiens nog krachtige
stem boven het getier uit klonk.
«Gestrenge heerenmijne hoeve is niet de
pijnkamer van den beul. Gij breekt hier in
zonder mij, die hier heer en meester is, ook maar
in 't minst te vragen. Gij stoort mijne knechten
in hunne nachtrust, uwe ruiters dreigen het
dak boven mijn hoofd in brand te steken
of vergis ik mij en zijt gij hier de baas
«Wij weten het zelf niet, oudeantwoordde
heer Koenraad op scherpen toon. Zijt gij er
zeker van, dat gij niet als dezen verdient gekneveld
te worden, hij wees op de gevangenen
wederstreef ons dan niet. Wij zullen hier
blijven doen, wat ons ambt gebiedt, en gij hebt
u er slechts naar te schikken. Wordt ons
vermoeden echter bewaarheid, dat gij mot de
wederdoopers in betrekking staat, dan hebban
wij ook een woordje met u te spreken. Ruiters,
houdt den boer in 't oog!"
De laatste woorden waren tot de ruiters
gericht. Heer Nicolaas had gedurende dit
tooneol gezwegen; toen de ruiters zich begon
nen te verstrooien en de stallen der hoeve voor
rijtuig, dat haar verder naar Scheveningen
bracht, alwaar de vorstin afstapte aan het
sOranjehotel". De 25-jarige aartshertogin is
gehuwd met aartshertog Otto van Oostenrijk
en is de dochter van prins George van Saksen.
Het gevolg van de aartshertogin, x-eizende
onder den naam van gravin Rottenhof, be
staat uit de markgravin Pallavicini en baron
Turkheim, kamerheer.
Op het «Oranjehotel" is nu ook de Oosten-
rijksche vlag geheschen.
Haarlem. De tentoonstelling van zilver
werk, die op het museum van kunstnijverheid
alhier gehouden wordt, zal morgen, 7 dezer,
geopend zijn.
Onder de verzameling oud zilverwerk trek
ken vooral de aandacht de inzendingen van
jhr. rar. Victor de Stuers, mr. A. J. Enschedé,
mevrouw wed. Muiier en van de Evangelisch-
Luthersche gemeente, de bekers van baron
Sloet tot Oldhuïs en van het »St.-Jacobs-Gild"
te Haarlem en zooveel andere inzendingen
die een belangrijk geheel vormen.
De moderne zilversmidskunst is vertegen
woordigd door de firma's Van Kempen en Zonen
te Voorschoten, Brom en Begeer te Utrecht,
Logher te 's-Hage en Hoeker te Amsterdam,
Van Erp te Leeuwarden, Voet te Haarlem en
Van Rooij te Rotterdam.
Genoemde firma's zijn niet alleen door
hunne werken vertegenwoordigd, doch de
meeste hebben tevens ontwerpen, teekeningen
en photographische reproductiën ingezonden,
die ons een bescheiden overzicht geven van
den toestand onzer hedendaagsche zilver
smidskunst.
Inhoud van 9fo, 1 van het Maand-
blad, tegen de Ver>vulschingen,
ouder redactie van dr. P. F.
van Hamel Roos, te
Amsterdam.
Gevaarlijke vervalschingen. Onderzoe
kingen van levensmiddelen en handelsarti
kelen gedaan aan het bureau voor chemisch
en microscopisch onderzoekSpuistraat
Amsterdam «Vleeschextract-wijn." Rijst-
meel. -Califoruische cognac. Cognac.
Brood en meel. Thee. Bruin brood.
Geëmailleerde voorwerpen. Stout. Wei
nig nicotinehoudende sigaren.) Verval-
schïng van hondenbrood. Wetenschap
pelijke berichten. Arsenicumhoudende
behangselpapieren. Hygiëne en. Industrie.
Over den invloed van hooge temperaturen op
tuberkel-bacillen. De hygiëne en het
rooken van tabak. De kamfer-industrie.
Pepton, Nieuws op electrisch gebied;
electrische locomotieven ter vervanging van
de thans gebruikelijke. Fabrikatie van
kunstijs in Britsch Indië. Conserveering
van vleeseh en eieren). Correspondentie. -
Feuilleton. (Noodzakelijkheid van het
reinigen van vruchten. Bruin brood tot
behoud van het gebit. Onzuivere salade
en typhus Ijzerroest als oorzaak van
brand. Waar vindt -men in de groote
steden de zuiverste lucht? Een groote
goudklomp).
hunne slaapplaatsen inrichtten, toen het licht
der fakkels rondom uitging, wenkte hij zijt»
jongen neef, om hem in het woonhuis te volgen.
Met gestreng en toornig gelaat ging hij hem voor
en stiet den blinden grijsaard, die hem in den
weg stond, ruw ter zijds, Frederik bleef een
paar schreden achter hem, en wierp nog eens
een blik op da schuur, waarin Hiila geboeid
lag, en waarvoor twee ruiters, op hunne stroo-
bundels gelegen, de wacht hielden. Den raads
heer ontging dit evenwel niet, de aderen op
zijn voorhoofd zwollen op van toorn. Toch
was zijn stem tot Frederiks vei bazing gedempt,
alsof hij zijne drift voor den veenboer en diens
knechten wilde verhelen, toen hij zeide
«Wat voor blikken werpt gij op de deerne
der wederdoopers? Let wel op wat gij doet,
in ons geslacht is de eerbaarheid steeds hoog
gehouden, en gij zult onzen goeden naam niet
schandvlekken
Wordt vervolgd.)