Feuilleton.
DE WEDERDOOPERS.
A°. 1892.
Donderdag 11 Augustus.
N°. 8075
POLITIE.
ZesenTeertigste jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
IBiiitenlaiicische Berichten.
UITGEVER: ~T. ODÉ.
abonnementsprijs, per kwartaal
Jraato per post, door het geheele Kijk
Afzonderlijke iiomuiers
1.S5.
- 2,50.
- 0,10.
BDKEAV: B olFilSrS T B A A T fi 2 7.
ADVERTENTIEPRIJS: van 110 gewone regels me
inbegrip van eene Couranta 1.10.
Iedere gewone regel ineer - 0.10.
Diusmaa!. geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Aan het commissariaat zijn als gevonden
aangebracht of aangegeven een wit schort,
een ring met 5 sleuteljes, een schroeftang,
een zilveren eierlepeltje, een bril, een
bont schort gemerkt W. v. K., een porte-
monnale met f 0.01 Va enz., een rood en
witgestreepte ceintuur, eenollefust, opge-
vischt uit de Nieuwe Haven, een kinder-
rozcnkrans met zilveren kruisje, een blauw
gestreept zakje waarin een boekje en een
nikkelen kinderarmbandje, en als achter
gebleven in het gebouw der spaarbank, een
zwarte sanella paraplule.
ENGELAND.
Ook het Hoogerhuis ving Maandag aan
met de behandeling van een adres van ant
woord op de troonrede.
Lord Kimberley beklaagde zich dat de
troonrede geen staatkundig programma bevat.
Lord Salisbury erkende dat, maar wees er
op, dat de staatkunde der regeering niet door
het Hoogerhuis was aangevallen en zij die
daarom niet heeft te verdedigen. Het ver
wonderde hem echter dat de hoofden der
oppositie hunne beginselen niet verdedigd
hebben. Naar zijne meening zou in het vol
gend zittingjaar het Hoogerhuis liet middel
punt zijn van alle belangrijke handelingen
hij hoopte dat dit college met zijn gewoon
beleid en overleg zijn gewichtige taak zou
•vervullendat het zich zou kanten tegen
nieuwe leerstellingen, welke geen vasten
grondslag hebben en waardoor de aandacht
zou worden afgeleid van de groote begin
selen, waarop het rijk rust. Alleen door
eerbiediging dier beginselen kan de staat
zich met glans handhaven.
Het adres van antwoord werd daarop
goedgekeurd en de zitting tot a. s. Maandag
verdaagd.
In het Lagerhuis heeft Gladstone gisteren
bij de beraadslaging over het adres van
antwoord op de troonrede, verklaard dat een
krachtig bestuur en eene rechtvaardige wet
geving in Ierland niet mogelijk zijn, zoolang
de wetten niet overeenstemmen met de gevoe
lens der bevolking. De dwangwet mag niet
langer gehandhaafd worden dan noodzakelijk
is. Het vraagstuk der verhouding tusschen
Engeland en Ierland blijft op den voorgrond
staan voor behandeling in het Parlement.
Wat de amnestie betreft voor zekere gevan
genen, het is onmogelijk beloften te doen
ten opzichte der uitgezette pachters. Glad
stone hoopt dat vrijwillige regelingen tusschen
de eigenaren en pachters de noodzakelijk
heid zullen wegnemen van wettelijke maat
regelen.
Het beginsel van de wet op Home Rule zal
zijn het volkomen en ongedeerd behoud van
het oppergezag des rijks, en de volledige
overdracht aan Ierland van hei, bestuur
zijner eigene zaken. Er moeten in het rijks-
parlement Iersche afgevaardigden blijven.
Wordt het Home Rule-ontwerp verworpen
door het Hoogerhuis, dan zal dit onmogelijk
kunnen worden beschouwd als een einde te
maken aan de plichten van een liberaal
gouvernement. De eischen van Groot-Britan-
nië zullen niet vergeten wordenGladstone
zal ze ernstig behandelen, ook in 1893.
Balfour betoogde dat de partij welke ver
breking eischt van den bond van Groot-
Brittannië met Ierland, slechts voor een deel
bestaat uit aanhangers van Gladstone. De
rest zijn bondgenooten die tegelijkertyd de
meesters zijn. Hij beklaagt den minister, die
rekent op de gewone wet in Ierlandzijn
falen is zeker. Enkele der antwoorden, door
Gladstone gegeven op de vragen van Mc
Carthj, zijn vaag, maar de Kamer heeft het
recht, te weten of de prijs voor den steun
der nationalisten het leven en het eigendom
van het volk van Ierland is. Dynamietman-
nen zullen zij worden, als zij eenmaal los
gelaten zijnDe partij der unionisten ziet
de toekomst met kalmte tegemoetde tegen
partij denkt met verslagenheid en wanhoop
aan de toekomst met de unionisten, tot wie
de kiezers spoedig zullen terugkeeren om
eene deugdelijke wetgeving te verkrijgen.
De heer Lowtlier legde bescheiden over
betreffende Oeganda, die onmiddellijk rond
gedeeld zullen worden. De Engelsch-Oostafri-
kaansche maatschappij heeft aan hare officie
ren bevolen, zich tegen 31 December terug
te trekken uit Oeganda, Het schijnt dat
Lugard er in toegestemd heeft, dat het grond
gebied verdeeld wordt volgens deze schik
king: De Fransche katholieken zullen met
hunne wapenen in Budda blijven, terwijl in
Oeganda de belijders van alle gezindten vrije
lijk mogen blijven.
De Engelsch-Oostafrikaansche maatschappij
heeft dépêches gekregen van Lugard, maar
het ministerie van oorlog heeft die nog niet
ontvangen.
De unionisten in Midlothian hebben beslo
ten zich tegen Gladstone's wederverkieziug
niet te verzetten, in geval hij geroepen mocht
worden tot het samenstellen van een Kabinet.
Generaal Lord Roberts is benoemd tot
hoofd van het gezantschap, dat de Britsch
Indische regeering naar den Emir van Afgha
nistan wil afvaardigen. De sterkte van zijn
militair geleide heet nog niet vastgesteld te
zijn, maar zal vermoedelijk niet, gering wezen.
DUITSCH1AND.
De eenige maanden geleden te Berlijn opge
richte vereeniging tot bestrijding van het anti
semitisme zal eerstdaags eene gerechtelijke
aanklacht indienen tegen den bekenden anti-
semitischen rector Ahlwardt, ter zake van
oplichterij, mijneed en valschheid in geschrifte.
De koning van Denemarken vertoeft op het
oogenblik te "Wiesbaden, waar hij door de
keizerin-weduwe Frederik en hare drie doch
ters begroet werd. Te Mainz heeft hij eene
wapenschouwing gehouden over zijn regiment
ulanen.
De Beichsanzeiger bevat het aan den
minister van binnenl. zaken, Herrfurth, op
zijn verzoek, verleend ontslag en de benoe
ming van den minister-president, graaf Eulen-
burg, tot minister van binnenl. zaken.
SEI6IE.
De vereeniging voor den Boven-Kongo zal
de bij haar ingekomen rapporten aan den
Belgischen minister-president zenden, ten be-
tooge hoezeer de staatkunde van den Kongo-
staat schadelijk is voor den Belgischen handel
en de tusschenkomst der Belgische regeering
noodzakelijk is.
F K A N K R IJ K.
Volgens eene ofïicieele verklaring is de
cholériforme epidemie in de voorsteden van
Parijs nagenoeg geheel verdwenen.
Naar het Petit Journal verneemt, heeft
een nieuwe dynamietdiefstal plaats gehad,
tijdens het vervoer per spoorweg. Ditmaal
zouden 10 kisten dynamiet op de lijn Parijs
Middellandsche zee zoek geraakt zijn.
OOSTENRIJK.
De Czechische dagbladen melden, dat ia
den loop van November te Weenen eene
vergadering van Czechen, Croaten, Rumeniërs,
Serviërs, Sloveenen en Rutheenen zal wor
den gehouden, waarin een schrijven aan de
groote mogendheden zal worden opgesteld,
de noodzakelijkheid betoogende, datdeOosten-
rijksch-Hongaarsche monarchie in een staten-
14.
Do komst van beer Koenraad maakte aan deze
samanspraak een einde. Sinds gisteren scheen de
Emdener geheel veranderd, en voor eene behaag
lijke rust was bedrijvige werkzaamheid in de plaats
getreden, zoodat hij ook nu bij zijn makker kwam
om met dezen over het lot der gevangenen te
spreken.
»Wij hebben weinig te doen zeide de raads
heer van Hamburg. »De keizerlijke edicten in de
provinciën gelden ook in Oost-Frieslandlaat
derhalve den beul van Eraden komen, om het ge
spuis van de aarde te verdelgen. Vinden wij de
overigen, dan zij hun een zelfde lot beschoren.
Niet zoo haastig, beer Nicolaas, antwoordde heer
Koenraad. Nog weet gij evenmin als wij of het
wederdoopers zijn, die wij gevangengenomen heb
ben, en met den brandstapel hebben wij tijd, totdat
wij in Emden zijn. Gaarne vernam ik echter of gij
van oordeel zijt, dat wij ze hierin bewaring kunnen
houden, dan wel of het beter ware, dat wij ze onder
een sterk geleide opzenden.
Doe wat gij wilt, wanneer mijn raad u niet
aanstaat, riep heer Nicolaas, blakend van drift.
Wanneer gij er aan twijfelt of het wel misdadigers
zijn, ik ben er niettemin zeker van. Als ik den tocht
alleen ondernomen had, op mijn woord van eer,
zij zouden reeds den volgenden dag niet meer
hebben aanschouwd. Wat moet naar uwe meening
dan roet hen gebeuren, wanneer wij geen gericht
over hen houden1"
Wij moeten de anderen eerst hebben. Vindt gij
dat goed, dan verdeelen wij ons. Gij neemt twaalf
van onze ruiters en volgt de sporen in het moeras,
die Wouter heett gevonden, terwijl ik naar Mun
sterland rijd, en schout en schepenen van onze
■welgeslaagde onderneming kennisgeef.
uGij zult niet zeggen, dat ik twist en ongenoegen
met u gezocht heb, heer Koenraad, hernam de
raadsheer van Hamburg. Wij zullen derhalve uwen
raad opvolgen."
Terwijl hij dit zeide, flikkerde er zulk eene
boosaardige vreugde in zijne oogen, dat den jonge
ling, die dit zag, eene huivering, door de leden
voer. Doch ook hij had zijn besluit genomen en
zeker zou heer Koenraad niet zoo gerust bij den
baard zijn ingesluimerd, indien hij geweten had,
welke plannen zijn neef smeedde.
Reeds brak de ochtend aan, toen de laatsten in
hef huis zich ter ruste begaven. De knechten
slopen naar hunne slaapplaatsen boven in de stal
len, terwijl de veenboer voor de dienstmaagden de
kamers van zijn voorhuis geopend bad, om hen
tegen het vreemde paardevolk te beschermen. Op
zijn mantel uitgestrekt sliep aan den haard heer
Nicolaas, terwijl tegenover hem heer Koenraad
ingedommeld was. Naar Frederik had niemand
verder gevraagd. Hij vertoefde nog steeds in het
ruime vertrek en had zich op eene bank nedergezet
om bedaard en rustig de middelen tot uitvoering
van zijn plan te kunnen overdenken. Wel gevoelde
hij aandrang om naar de schuur te gaan, en den
gevangene een woord van troost toe te spreken,
doch hij oordeelde beter den morgenstond af te
wachten. Heer Nicolaas had de oogen gesloten, zijne
ademhaling ging zwaar, doch Frederik was er van
overtuigd, dat hij niet sliep. Voortdurend hield hij
hem in 't oog, en zoo dikwerf hij zich omkeerde,
trachtte hij de uitdrukking van zijn gelaat waar te
nemen.
Van af het oogenblik, waarop de jongeling Hilla
als gevangene had zien wegleiden, stond liet bij
hem vast, wat hem te doen stond. Het meisje moest
gered en in veiligheid gebracht worden aan
hare gezellen dacht hij nietdoch wel herinnerde
hij zich de duistere woorden, die de blinde veenboer
dezen avond tot hem gesproken had. Zou de boer
hem bijstaan, ondanks het heiligenbeeld naast
zijne deur? Hij zou moeten vluchten, zich zelf een
bestaan moeten veroveren, want te huis bij zijn
neef kon hij niet meer blijven Frederik look den