H ITËnomEN. AF JRAAK HYPOTHEEKBANK, Gefeilde ea vtrtocme omersiÉ petal. Godsdienstoefeningen M. C. fle Wolff-GrafBlra, TE SCHIEDAM. IIAAGSCHE SCHETSm PEK TELEGRAAE. Land- en Tuinbouw. LOKAAL „PAITLUS", AD YERTENTIEN. Zware Paneeldeuren met Hangen en Duiinstukken, Deur kozijnen met Deuren, Raam kozijnen met Ramen, Hard- steenen StootpalenDorpels Neuten, Plinten enz., 2 zware ijzeren Standvinken, 2000 StraatkeienYerglaasde en Baantegels. Te bezichtigen aan het werk in de Oranjestraat en aan het werk in de Plantage, naast den Heer PEINS. De 's-GravenhaagscIie Er komea sag enkele berjtliten omtrent de he vige warmte. In Duitschland had het vee, dat per spoorweg vervoerd moest worden, zeer veel te lijden. Van 470 varkens die Maandag te Berlijn aankwamen, stierven er 46. Woensdagochtend vielen te Berlijn niet minder dan 7 trainpaarden door de warmte dood. Te Weenen stond Dinsdagavond te 8 uur de thermometer nog op 80 graden F. In 't geheel zijn er reeds 16 gevallen van zonnesteek met doodelijken afloop voorgekomen. Ook daar is veel vee gestorven326 varkens kwamen dood uit Hongarije aan en 41 moesten terstond worden ge slacht. Een rijk Amerikaan zond 5000 dollars voor de noodlijdenden van Grindelwald. Aan de Caney-kreek, een 50 mijl van Caney, op het Indiaanscb Teiritoir (Vereenigde Staten) zijn vier jongeheden van goeden huize uit Denison in Texas, die daar waren gaan jagen en oen kampeer wagen met al het noodige hij zich hadden, ver moord door een vijftal koewachters of bandieten, die zich, na een hartig maal van hetgeen de on- gelukkigen bezig waren te beieiden, met al wat eenige waarde voor hen had uit de voeten maakten. De belofte, indertijd gedaan, iets te zullen mee deden over de Saint-Simmistm. hen ik niet ver geten, ofschoon ik haar in deze causerie nog niet vervullen kan. Ik deed haar naar aanleiding van een stuk proza van den Sar Pdadan. en herinner me, deze uitdrukking gebruikt te hebbenNiemand zal ontkennen, dat er in proza machtig veel schoons is; .echter er is meer onzinnigs geschreven, dat op zich zelf toch mooi was." Dezer dagen bemerkte ik weer eens, dat ik had moeten zeggen: „echter er is in 'f Fransch meer onzinnigs geschreven, dat op zich zelf toch mooi was". Als wij Hollanders hij voorbeeld onzin willen schrijven, dan maken we ons gewoon belachelijk. Men oordeelc: Aanstaanden Dinsdag geeft de kapel van Gott fried Mann zeker geeu onbekend korps in Zomerzorg te Leiden haar laatste harmonie-concert. Op het pre gramma komt een nommer voor met dit motto: „Schoon is het Leven, o „Mensch" met al zijnen strijd. Maar kent Gij den Satan, die, zacht vleiend, Uwe Levens Lente vernielt, en U, juichend met zijn duivelslach, dringt in der Zonde Armen?" „Kent Gij den zwaren strijd, die U, twijfelend en gcloovend, doet staren naar der Starren Baan, twijfelend zelfs aan Hooger Bestaan eindi gend met Gcloove?" Mijn lezers zien: geen gebrek aan hoofdletters en aanhalingsteekens, aan lijntjes en andere trucs. Het stak heet: „Des „Mcnschsu" Leven. Medita- tione religioso", en is gecomponeerd door zekeren meneer Peerbolte. Nu, dat Mann het op zijn pro gramma zet, bewijst a priori iets voor 't stuk daarover heb ik het dan ook niet; maar ik wilde nu nog den gedaehtengang afschrijven, zooals de componist die gehad en zelf neergeschreven heeft Des „Menschen" Leven. Vroolijk, onbezorgd (als Hollandsch ernstig kind) tre°dt de „Mensch" het Leven in genietend van bloemen en geuren, dartelend, met illusies vervuld. Maar als met een tooverslag voelt hij in zich een nog ongekende Bnaar (sic) trillen; een snaar, die spreekt van hope, verlangen die aan zijn ziel de gewone kalmte en dartele speclschheid ontneemt, en hem doet „hangen und hangen" jeugdige, onschuldige Liefde, zijn „Lente des Levens Een ongekend, opgewekt verlangen doet een storm opsteken over (sic) 't hoofd der gelieven. Helsohe geesten, der zonde macht, lokken, zweepen, steeds sterker, opzwcopend hem mede. Satan zelf stelt er 't meest belang in, en spoedig huilt en giert het als een wervelwind, dol, over het hoofd des armen „Menschen", cn heft het Duivels- koor bliksemend verlicht (sic) zijn schater lach en triumfkrect aan. De Mensch aan de som berste wanhoop ten prooi, levensmoede, doodelijk gewond, alles verloren hebbend, treedt daarna voor oogen, (sic) handenwringend, weeklagend, hij zijn eerste smartkreeten door den Satan sarcastisch begeleid, als 't ware om 't diepst zijner ziel en zijn gansche ideaal te vertrappen. Steeds omgeven den Mensch sombere, dreigende geesten, en als een laatste oordeel klinkt hem het dreigend bazuin geschal in de ooren, hem als 't ware zijn lot voorspellend. I Doch neen, niet aizooEen onbekende stem I roept hem tot het leven terng. „Wat slaapt Gij, o Sterveling, ontwaak, keer terng tot het leven! Steeds sterker wordt die drang, en als de laatste klank in echo verdwijnt, hoort hij plotse ling in de verte een koor vrome monniken een gebed zingendezelfde onbekende stem, die hem tot het Leven terugriep, wijst hem nu op het Ideaal. Daarheen, daarheen, Sterveling, daar vindt Gij Uw God, en den eeuwigen zielereinen vrede De strijd ontbrandt in zijn binnenste: Mensch zijn, mensch willen wezen, nog beminnend met den gloed der „Liefde", maar verworpen en verwer pend, weerklinkt weder de stem, die hem aan zijn lentetijd der „Koze" herinnert, en vindt weerklank in zijn binnenste. Plotseling breekt echter een hooger stem dien klank af, met geestdrift en klem hem voor het laatst op het Ideaal wijzend. Smach tend heft hij den blik (sic) maar even spoedig (sic) zinkt zijn hoofd terneer, somber en dreigend klinkt de waarschuwing. Klagend, weeklagend stemt de wereld mede in, ook over Haar lot. Mijn God waarheen? is de doffe wanhoopskreet, zuchtend, bezwijkend als laatste woord. De kleine pauze, hier volgend, laat den mensch in dien toestand een korte poozc, en eindelijk weerklinkt breed, ook in zijn binnenste het lied der overwinning. De overwinning van het reine, goede, der „Liefde voor Allen" (zooals Beethoven zegt„Dieser Knss der ganzen Welt" en gelaten en tevreden geeft de „Mensch" den laatsten adem. -„Vaarwel, o Leven, Liefde, zelfs in zijn laatste oogenblikken nog opwaarts strevend. Mocht ik wat veel van het geduld mijner lezers gevergd hebben door heel dit afschuwelijk slecht stuk Hollandsch af te schrijvenhet was alleen om nog eens het teeken des tijds te kunnen be praten, waarvan ik waarlijk niet weet wat meer verbazend isde onzinnigheid, het totaal gemis aan kennis van de historische en litteraire basis der mystieken, of de platheid. Bepraten wilde ik nog eens dien rooden draad, die op 't einde der negentiende eenw zich gaat weven door alle kunsten, en, als zoodanig, teeken des tijds is. Coupéras in de literatuur, Thorn Prikker in de schilderkunst, Peerbolte nu in de toonkunster zijn meer dergelijke combinaties te makenschijnen ze niet allen aangetast door de ziekelijkheid eener uiting, die noch nieuw noch aantrekkelijk is Aan trekkelijk althans niet, als, gelijk bij dezen com ponist, een zoo onbeholpen, conventioneelc, kinder achtige taal zijn voertuig is; als, gelijk bij Cou pérus, een boek als Extaze zijn conclusie cn recept tevensals, gelijk bij Thora Prikker, een verwarde, quasi-symbolische, excentrieke wijze van voorstellen zijn uiting is. Aantrekkelijk allerminst, waar ons opgewekt, rumoerig, pra tisch negentiende-eeuwsch leven in lijnrechte tegenspraak ispnet een richting, die, uit het verband van haar tijd gerukt, thans weer opprohkt met een pretensie, even waanzinnig als bespottelijk. Ik wilde wc! eens weten, welk denkbeeld die jonge generatie van het Homo Sum toch eigenlijk heeftwaarschijnlijk geen enkel denkbeeld, te oordeelen naar den warboel, die voor den dag komt, zoodra ze zich, iederop zijn gebied, gaan uiten. Misschien is het best, de dingen rustig aan te zienbeteekenis zal hun streven voor den toekomstigen kunst-historieschrijver al heel weinig hebben. Maar voor 'toogenblik blijft de sombere levens- en wereldbeschouwing, die sommigen ge meend of niet geineend eigen is, een merkwaardig verschijnsel, in werkelijkheid een teeken des tijds. PLOK. Hier vergist zich meneer Peerbolte. Die woorden zjjn gezegd door Schillbr. 's-GRAVENlIAGE 27 Augustus. Benoemd tot adjunct-controleur der rijksbe lastingen te Schiedam J. N. J. Boom, rijks ontvanger te Texel, ter vervanging van den adjunct-controleur J. van Hee, van Schiedam naar Rotterdam verplaatst. Wordt elders over de rupsenplaag geklaagd, te Aalsmeer doet de zwarte bladluis den geheelon augurkenoogst mislukken. In jaren stond het niet zoo rijk, en nu de warmte goed aanhoudt, krijgt het ongedierte de overhand en doet de planten sterven. Geheele velden zijn ui dur, andere al opge ruimd. Met de snij- en spersiaboonen gaat het echter beter. Deze beloven een zeer rijk gewas, doch de prijzen vallen bij verleden jaar erg tegen. De pluk van de aalbessen en frambozen voor de Ilollandsche markten heeft aan de nil! ijke verwach ting voldaan; ook de prijzen vielen niet tegen voor de eerste is gemiddeld f20 per 100KG, voorde laatste f10 per 100 kop betaald. Wie do vrede lief heeft, wapent zich ten oorlog. Bij het naderend cholera-gevaar gevoel ik mij verplicht eenige wenken te geven aan de burgerij van Schiedam, die tot op dit oogenblik daarvan nog verstoken bleef. Immers nu zich in ons land, in onze nabijheid zelfs, gevallen hebben voorgedaan, staan we bloot aan een bezoek van dezen vijand. Sedert de laatste verschijning dezer ziekte hier te lande zijn ontdekkingen van haar aard en wezen gedaan, die in de gelegenheid stellen ons, zoo niet geheel, dan toch sterk tegen haar te wapenen. 't Zijn ook hier weer de voorbehoedb-, meer dan de geneesmiddelen, die den mensch helpen knnnen. Ik waag eenige dier voorzorgsmaatregelen aan te stippen, al is het onmogelijk om in dit stukje volledig te zijn. 't Gevaar der besmetting ligt grootendeels in het water. In drinkwater allereerst, maar ook in wasch- en schrobvvater. Een verkeerd denkbeeld zou het wezen te meenen, dat het water eener rivier-drinkwatei- leiding, boe voldoende ook in gewone tijden, nu zuiver is. Deze zuiverheid kan men evenwel gemaklijk verkrijgen door het te koken. Deze moeite zal echter zoo goed als nutteloos zijn, indien het gekookte water in vaatwerk geborgen of er uit gebruikt wordt, dat schoongemaakt is met onge kookt. Men bestemme dus voor berging en ge bruik van gekookt water bijzonder vaatwerk. Het koken van waschwater vei dient aanbe veling, omdat dit ook in aanraking komt met den mond. Men schrobbe niet, om niet noodeloos de kie men dezer ziekte in de lucht te verspreiden, tenzij men met Norton water kan schrabben. Verderfelijk zijn rauue groenten, omdat ze in grachtwater worden afgespoeld. Overigens wachtte men zich voor het gebruik van verkoelende spijzen komkommers en fruit én groene haring, om vatbaarheid te voor komen. Dat melk moet worden gekookt, spreekt dan wel vanzelf. In scheerwinkels, tapperijen, koffiehuizen enz. zal men wei doen zich voor elk doel van gekookt water te bedienen. A. E. Lechner, cand.-arls. Verkocht27 Augustus. Notaris P. J. Lau. Een heerenhuis met tuin, binnenplaats en bergplaats, staande aan de Lange Haven, wijk A, no. 197, groot 03 aren, 32 centiaren, in veiling f 4000, verkocht voor f 4200. Een huis met erf, staande aan de Nieuwe Sluisstraat, wijk E, no. 12, groot 78 centiaren, in veiling f2050, opgehouden op f2500. NotarisH. W. M. Roelants. Twee huisjes en erven, met bieekveldjes, staande aan den Spoorsingel, wijk A, nos. 1718 en 17", groot 110 centiaren, in veiling 1 f 600, verkocht voor f 620. 2 f 625, daarvoor verkocht. Een woonhuis en erve, staande aan de Heeren straat, wijk E, no. 80, groot 37 centiaren, in vei ling f440, verkocht voor f715. Een woonhuis en erve, staande aan de Noord- molenstraat, wijk F, groot 41 centiaren, in veiling f 480, verkocht voor f 500. Zondag 28 Augustus 1892. voor JON GELIEÜEN, ochtend lOK «re, Ds. I. HOOYKAAS, Theol Doet. en Hem. Fred, te Rotterdam. lieden ontvingen wij het treurige bericht van liet overlijden van onze geliefde Zuster, Mevrouw te 's-G r a v e n h a g e. S e fa i e d a m25 Augustus 1892. C. DE WILDE Cz., Prcdt. A. A. S. DE WILDE- Gravenstein. Eenige kennisgeving. Voor de vele bewijzen van helangstelling, b\j onze Vijfentwintigjarige Echtver- eeniglng, zoowel van buiten als binnen de stad ondervonden, betuigen wij onzen hartelijken dank. As. BIJLOO. Schiedam, N. BIJLOO 27 Augustus 1892. Voorbach. De mCHRlJVIKG VAN NIEUWE IjEEREINiftKNI, die minstens 12 jaar oud moeten zijn. kan door de Ouders of Voogden geschieden op VrSjdag den 2n September 1892, des avonds tusschen 7 en 9 uur, in het gebouw der Uoogere Burgerschool. Het. TOELAflNGS-EXAIIEN wordt gehouden op Maandag den dn September daaropvolgende, des avonds ten 7 ure. He Directeur J. G. DOORMA N. Zegt het voort! loiiiir Een L e e r a a r M. O. in bovenstaand vak, tevens in de praktijk werkzaam, heeft nog eenige LESUREN disponibel. Adres aan het Bureau der Schiedam- sche Courant onder letters 8. R. K. gevestigd te 's-Gravenhage verstrekt gelden ter leen onder eerste hypothecair verband tegen Jaarlykschc rente van 4Vt °/o, waarin administratiekosten zijn begrepen, en geeft 3'/s- en 4-%» Pandbrieven uit. Inlichtingen te bekomen bij den Heer «F. P. IV. ME IA 33 R Nieuwe Ilavcn G 238ÜO, Schiedam.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1892 | | pagina 3