t. tot regeling van de benoeming cn van dc aftreding der afgevaardigden ter Eerste en Tweed# Kamer der Statcn-Gencraal. Op het voetspoor der kieswet van 1830 wordt de regeling der kiesbevoegdheid voor de gemeente raden overgelaten aan de gemeentewet, waartoe de groudwet thans nog meerdere vrijheid geeft dan vroeger. En waar het alleszins overweging schijnt te verdienen, om de verkiezing der plaat selijke vertegenwoordiging op andere en meer eenvoudige wijze in te richten dan die van de Generale cn Provinciale Staten, wordt 'hare rege ling vanzelve evenzeer verwezen naar de ge meentewet, opdat zij verband kunne honden met de eerlang opnieuw te overwegen en te om schrijven taak der plaatselijke besturen. Het eerste ontwerp, regelende de kiesbevoegd heid, bepaalt dat kiezers zullen zijn de mannelijke meerderjarige ingezetenen des rijks, tevens Neder landers, die de kenteekencn bezitten van geschikt heid en maatschappelijken welstand in deze wet bepaald. Deze wet houdt voor kenteekencn van geschikt heid de kennis van lezen en schrijven, welke kennis bewezen wordt door een eigenhandig geschreven aanvraag, om op dc lijst der kiezers te worden geplaatst. Zij houdt voor kenteeken van maatschappelijken welstand het voorzien in eigen onderhond en in dat van het huisgezin, cn onderstelt dat in eigen onderhoud en in dat van het huisgezin wordt voorzien door hem, die gedurende bet laatstvcr- loopen burgerlijk jaar geen onderstand heeft ge noten van een instelling van weldadigheid of van een gemeentebestuur. Van het kiesrecht zijn uitgesloten: a. zij die, bij onherroepelijk geworden rechter lijke uitspraak de beschikking of het beheer over hunne goederen hebben verloren, zij, aan wie bij onherroepelijk geworden rechter lijke uitspraak het kiesrecht is ontzegd, gedurende den tijd dat het verlies of de ont zetting duurt; b. zij, die den door hen verschuldigdcn aanslag in de rijks directe belastingen in hoofdsom cn op eenten niet hebben voldaan, tenzij, volgens wette lijk voorschrift, die belasting hun is kwijtgeschol den, of hun onvermogen om die te voldoen is gebleken. gedurende het burgerlijk jaar volgende op het dienstjaar, waarover de belasting had moeten zijn voldaan c. zij, die zich opzettelijk aan den bij de wet opgelegden krijgsdienst of aan eene bij de wet opgelegde verplichting ten aanzien van 's lands verdediging hebben onttrokken; d. zij, die onherroepelijk wegens misdrijf zijn veroordeeld tot eene vrijheidsstraf van vier jaar of langer e. zij, die door den militairen rechter zijn ontste gen uit den militairen dienst met on waardig-ver klaring om hij de gewapende macht te dienen. Het kiesrecht wordt niet uitgeoefend door hen, die a. krachtens wettelijk voorschrift, van hunne vrijheid zijn beroofd b. niet voorkomen op de van kracht zijnde kiezerslijsten. De uitoefening van het kiesrecht wordt geschorst voor de militairen beneden den rang van officier bij de zee- cn de landmacht, voor den tijd, gedurende welken zij zich in wcrkelijken dienst onder de wapenen bevinden. Op 1 Januari 1890 telde ons koninkrijk 4,511,415 zielen, het aantal mannelijke meerderjarigen was 1,083528. De regeering rekent dat van dezen ruim 800,000 het kiesrecht zullen verkrijgen, of 74 percent. Uit haar toelichting blijkt, dat in Engeland 65, in Frankrijk 87, in Duitscbland voor de verkiezingen van den Rijksdag, ruim 90 pCt., in Zwitserland 92 pCt. van de mannelijke mcer- derjarigen kiezers zijn. Wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap. De regeering heeft het afdeelingsverslag in eene uitvoerige memorie beantwoord. Zij verdedigt in den breede het door haar aangenomen lcidcnsbc- ginsd der bepaling van onze nationaliteit, n.L het beginsel van afstamming (tegenover dat van ge boorte in Nederland). De regeering is in beginsel voor het denkbeeld om het afstammingsbeginsel onvoorwaardelijk toe te passen, ten aanzien van het eerste geslacht van hen die het land verlaten, maar niet meer ten aan zien van het tioeede geslacht. Niet onvoorwaar delijk echter kan dat beginsel worden opgenomen. Om te voorkomen dat eene bepaling een oorzaak worde van dubbele nationaliteit, moet men haar beperken binggn hare natuurlijke grenzen, door baar alleen te laten gelden indien niet blijkt, dat de ttveedè geborene tot een ander staatsverbond be hoort. Zoo zullen, indien een Dnitscher, hier te lande geboren, daarna naar Duitscbland terugge keerd, maar hier te lande bij zijn huwelijk zich vestigende, kinderen krijgt, deze allen Duitschers zijn, zoolang dc vader niet 10 jaar lang onafge broken en zonder reispas enz. uit Duitschland afwezig is gebleven. In zoodanig geval moet onze wet diezelfde kinderen niet tevens absoluut van rechtswege tot Nederlanders verklaren. In dien zin heeft de regeering het wetsontwerp aange vuld. Ten aanzien van het geopperd bezwaar tegen verlies van het Nederlanderschap bij 5-jarige ves tiging in een ander land, zonder oogmerk om terug te kecren, heeft de regeering overwogen, dat de wet de gelegenheid moet openen, om den staat van Nederlander te behouden voor de zoodanigen, die prijs blijken te stellen op handhaving van den staatsrechtelijkcn band die hen aan Nederland verbindt. Volgens art. 7 van het gewijzigd ontwerp, zal nu het Nederlanderschap o. a. worden verloren „door, behalve ter zake van's lands dienst, woon plaats te hebben bniten het rijk en zijne koloniën of overzeesche bezittingen gedurende tien achter eenvolgende jaren, tenzij de afwezige vóór het verstrijken van dien termijn aan den burgemeester of het hoofd van het plaatselijk bestuur zijner laatste woonplaats in het rijk of zijne koloniën of overzeesche bezittingen, of aan den Nederland- schcn gezant of een Nederlandschen consulairen ambtenaar in het land waar hij woont, kennis geve, dat hij Nederlander wenscht te blijven. „Van den dag, waarop die kennisgeving ont vangen is, begint de tienjarige termijn opnieuw te loopen." Overigens zal langs administratieven weg ook nog het doen van waarschuwingen kunnen be vorderd wordenterwijl eindelijk aan alle eïschen van billijkheid en wensehelijkheid voortdurend zal worden voldaan, daar toch art. 9 der consulaire wet van 1871 blijft gelden. Het gewijzigd ontwerp op het Nederlanderschap bevat voorts de volgende overgangsbepaling: „Zij, die op het tijdstip, waarop deze wet in werking treedt, den staat van Nederlander bezit ten, zijn Nederlanders in den zin van deze wet, totdat zij het Nederlanderschap volgens deze wet verliezen. Voor hen, die op dat tijdstip hnnne woonplaats hebben bniten het rijk cn zijne kolo niën of overzeesche bezittingen, begint de termijn van tien jaar, bedoeld in art. 7, sub 5o, van gef noemd tijdstip af te loopen. „Hij, die op het tijdstip, waarop deze wet in werking treedt, in het rijk uit aldaar niet geves tigde ouders geboren en geen 24 jaar ond is, ver krijgt den staat van Nederlander wanneer hij bin nen het jaar, nadat hij den vollen ouderdom van 23 jaar heeft bereikt, zijn voornemen om daar te blijven wonen, aan den burgemeester zijner woon plaats heeft verklaard. „Ten aanzien van de vrccmdciingen, die op het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, vol daan hebben aan art. 8 van het burgerlijk wetboek, blijft, wat de toepassing betreft van het burgerlijk recht en van art 19 der wet van 13 Augustus 1849 Staatsblad no. 39) gewijzigd bij de wet van 6 April 1875 Staatsblad no. 66), de gelijkstelling met Nederlanders gehandhaafd, zoolang zij hunne woonplaats in het rijk hebben." Hiermede staat in verband eene slotbepaling, houdende dat bij het inwerkingtreden va* de wet de artt 5'12, uitmakende den tweeden titel van het eerste boek burgerlijk wetboek cn de wetten van 28 Juli 1850 en van 21 December 1850 ver vallen. SCHIEDAM, 21 September 1892. Naar wij vernemen, is dr. C. J. Vaülant, als lid van den geneeskundigen raad voor Zuid-Holland, door den geneeskundigen inspec-, teur voor Zuid-Holland uitgenoodigd bij diens afwezigheid, in gevallen van cholera-achtigen aard, -welke onmiddellijk voorziening eischen, geneeskundig toezicht op de alhier te nemen maatregelen te oefenen. Bij het hevig onweder, dat gisteravond boven de stad woedde, is de bliksem geslagen in de branderij van den heer A. Cool Mz. aan de Noordvest en zette een paar binten in vlam, welke echter spoedig gebluscht werd door K. van Kampen, mouter in denevens- staande mouterij van den heer Cool. Ook is de bliksem geslagen in de kap van den molen »De Noord" en heeft zich, zonder beduidende schade aan te richten, een uitweg gebaand. Hedenmiddag omstreeks twéë uur kwam weder een tjalk, De drie Gebroeders, schipper «T. de Leeuw, met een lading mais uit Ant werpen in de haven. Op last van den haven meester mocht het niet naar binnen, voordat een geneeskundig onderzoek had plaats ge had. Naar wij vernemen, had de schipper eene geneeskundige verklaring aan boord van gedaan onderzoek te Hansweert, waaruit bleek dat er toen geen ziekte aan boord was. Ook het onderzoek alhier bewees dat alles in orde was. H. M. de Koningin-Regentes heeft heden ochtend ten paleize ten gehoore ontvangen de commissie uit de Tweede Kamer, belast met de aanbieding van de nominatie voor het voorzitterschap. Hare Majesteit heeft aan de commissie ver- klaard, dat zij zich onverwijld met het doen van eene keuze zal bezighouden. De nieuw te benoemen voorzitter zal mor genochtend worden geïnstalleerd. In eene namiddagzitting van de Tweede Kamer zal de minister van financiën de staats begroting voor het aanstaande jaar indienen. De minister van binnenlandsche zaken heeft ter algemeene kennis gebracht, dat volgens de bij hem ingekomen ambtsberichten in de afgeloopen week als aan Aziatische cholex-a overleden zijn aangegeven, in Noord-Brabantte Heusden, 1 persoon in Zuid-Holland: te Brandwijk, 1 persoon; te Kralingen, 4 persoonte Maassluis, 2 per sonen; te Rotterdam, 2 personen; (onder welke de gezagvoerder van het stoomschip Maas, komende van Hamburg); te Sliedrecht, 1 persoon; te Zwijndreeht, 1 persoon in Zeelandte Brouwershaven, 4 persoon in Friesland: te Berlikum (gemeente Me- naldumadeel), 4 persoon in Limburg: te Meerssen, 4 persoon. N. B. In de vorige opgave is medegedeeld, dat te Groningen (in de week van 410 dezer) éen persoon aan Aziatische cholera is overledenbij nader onderzoek is gebleken, dat die persoon gestorven was tengevolge van arsenikvergiftiging. Blijkens de bij het departement van bin nenlandsche zakeu ingekomen ambtsberichten zijn de meeste der gevallen van Aziatische cholera of van cholera nostras in Zuid-Holland, in den loop dezer maand, voor zoover zij niet uit het buitenland werden aangebracht, waargenomen bij personen wonende of werk zaam op schepen varende op de Maas of op daarmede gemeenschap hebbende wateren. Het gebruik van Maaswater was de ver moedelijke oorzaak van verscheidene gevallen. Ten ernstigste wordt derhalve opnieuw gewaarschuwd tegen alle gebruik van Maaswater in ongekookien toestand. (St.-Ct.) Blijkens een telegram van den gouver neur-generaal van Nederlandsch Indië, van 49 dezer, wordt de gouvernements-koffie- oogst op Java voor dit jaar thans geraamd op 680,704 pikols. De gewoonte van enkele controleurs om op de signalementstaten van het gedrag van ambtenaren der belastingen >goed" te plaat sen, niettegenstaande door hen wordt mede gedeeld, dat deze ambtenaren zich nu en dan of bij herhaling schuldig maken aan .drankmisbruik, wordt in eene resolutie van het departement van financiën afgekeurd. Het gedrag van zulk een ambtenaar is niet goed ea mag dus niet als zoodanig vermeld worden. Bij de aanstaande winterdienstregeling op de lijn Maassluis— Rotterdam zal de avond- trein, welke thans 3-maal per week loopt, slechts 4-maal rijden, en wel d,esZondags: Overigens zullen er geen ingrijpende wijzi gingen plaats vinden. Maar wjj vemefnén, moet den commandant van het regiment grenadiers en jagers een schrijven ontvangen hebben van den burge meester van Hilversum, waarin verklaard wordt, dat het onoordeelkundig optreden der politie aldaar aanleiding heeft gegeven tot de ongeregeldheden, gepleegd tijdens de manoeu vres te Laren. (Fad.) Het orgaan voorRjjn- en binnenscheepvaart Shenania gaat voort met te wijzen op de gebreken van het Merwede-kanaal. Voor een onzer monitors bleek een paar weken geleden de doorvaartwijdte van de eerste brug de beste te gering, waaruit blijkt, dat óf tijdens het kanaal in aanleg was monitors van de tegenwoordige grootte nog niet bestonden, en dan had men ze niet zoo groot moeten bouwen óf dat ze reeds zoo groot waren, en dan is verzuimd ge worden aan de bruggen dienovereenkomstige afmetingen te geven. Ook kunnen monitors in het kanaal niet keeren, wat in geval van oorlog kwaad is en dan ook in buitenlandsche militaire tijdschrif ten reeds besproken is. Men make dus wisselplaatsen, raadt 22henania nogmaals. Een Rijnschip, den Rijn afkomende, voor Utrecht bestemd en gelost zijnde, moet in de richting Amsterdam op zijn minst tot Nichtevecht opsleepen of aan zijn staart tot in den Vaartschen Rijn teruggetrokken wor den, wijl de cirkelvormige draaikom en de aangewezen losplaats te Utrecht te eenenmale onvoldoende zijn om het schip te doen keeren. Er is geen reden, meent Bhenania, om te berusten en te zwichten voor lauwheid of persoonlijke consideratiën. Na de berichten over het verbieden van de voorgenomen slcmrecht-jneeting geeft het doorzetten van de samenkomst in Den Haag natuurlijkerwijs aanleiding tot verwondering. Het A. TDild. poogt de zaak op te helderen door te wijzen op het verschil in karakter tusschen de eene openbare vergadering en de andere, en zegt o. a. Blijkbaar heeft de burgemeester van Den Haag de wet volgens hare letter opgevat. Hem was vergunning gevraagd voor een vergade ring, krachtens art. 48 der wet (»openbare vergadering tot gemeenschappelijke beraad slaging"). Die vergunning heeft hij gewei gerd, op advies van het geneeskundig staats toezicht, dus in het belang der volksgezondheid. Toen heeft men er een vergadering zon der beraadslaging van gemaakt. En voor zulk eene is blijkens de lijdelijke houding der overheid geen vergunning noodig. Voor die opvatting is dit aan te voeren, dat verbodsbepalingen niet mogen worden uitgebreid, maar strikt moeten wor den uitgelegd. Intusschen is het doel van het verbod, de bescherming der volksgezondheid, zeker niet tot zijn recht gekomen. Het is te hopen, dat de bijeenkomst in dit opzicht geen schadèlpe gevolgen zal nebben. Maar wil de weigever daarvoor waken, dan zal, zooals o. a. met het verbod van kermissen reeds het geval is, een uitdrukkelijke wetsbepaling noodig zijn, en dan in de wet tot beteugeling van besmet telijke ziekten. Het Dbld. v. ZTed. meent, dat door de demonstratie van Zaterdag te Amsterdam waar een optocht verboden was en door de meeting in Den Haag, na het verbieden van optocht en meetinghet gezag ernstig heeft geleden, met schade en schande geleerd. Met het verbod van staatkundige betoogingen zegt het blad zal het nu wel voorgoed uit zijn. Reeds onmiddellijk- na het sluiten der bijeenkomst in »Stroucken" te Amsterdam op Maandagavond werd het .vrijheidslied der sociaal-democraten in de .zaal gehoord. Buiten gekomen, zette men het gezang voort en werd weder een ommegang georganiseerd»

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1892 | | pagina 2