A0. 1892.
Maandag 17 October
N°. 8123
Derde Blad
ösenveert g-ste Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
UITGEVER: J. ODÉ.
BUREAU: BOTER STRAAT, E 27.
Abonnementsprijs, per kwartaal
franco per post, door het geheel- Rijk
Afzonderlijke nommers
1.85.
- 2.50.
- 0.10.
Advertentieprijs: nu 1—<10 gewone regels met
inbegrip van eene Courant.10.
Iedere gewone regel meer- 0.10,
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
MEM R I E bevattende de bemerkin
gen, gemaakt op de gemeente-begrooting
voor 1893, bij bet onderzoek dier begroo-
ting ia de afdeelingen uit den Gemeen
teraad.
Uitgaven.
HOOFDSTUK L
Afdeeling I.
Volgn. 55. Art. 6. Jaarwedden van de ambtenaren en be
dienden der gemeente-secretarie.
Voorstel van Burgemeester en Wethouders om den 2dcn klerk
aan de afdeeling A, algemeene zaken, ƒ100.verhooging van
jaarwedde toe te kennen, aangezien deze ambtenaar zeer tot
tevredenheid zijner superieuren werkzaam is, en deze verhoogiug
door den gemeente-secretaris warm werd aanbevolen.
In een der afdeelingen werd door verschillende leden als
argumenten daartegen aangevoerd, dat waar om financiëele
redenen verleden jaar het tractement van den lsten beambte van
den gemeente-ontvanger ook een verdienstelijk ambtenaar
niet kon worden verhoogd, het niet aanging, nu aan de be
trekking van 2den klerk eene verhooging van 100.te
verbinden; en dat, wanneer de tegenwoordige titularis
èn door capaciteiten èn door leeftijd geacht mag worden
hoogere aanspraken te kunnen doen gelden, niemand hem belet
daar een werkkring te zoeken, waar eene aan zijne capaciteiten
geëvenredigde wedde in een hoogeren rang kan worden uitge
loofd. Naar het oordeel der meerderheid behoorde deze tracte-
ments-verhooging, vooral onder de bestaande ongunstige finan-
cieele omstandigheden, niet te worden toegestaan.
In eene andere afdeeling vond dit voorstel mede bestrijding;
éen harer leden zou, indien de ijver en verdiensten van dien
ambtenaar, hem werkelijk op eene \erhooging aanspraak doen
maken, er zich mede kunnen vereenigen hem eene personeele
toelage toe 'te kennen.
In de laatste afdeeling werd geen bedenking tegen het voor
stel in het midden gebracht.
Volgn. 58. Art. 9. Jaarwedde van den kaai- en haven
meester.
In eene afdeeling werd door een der leden, die reeds ver
leden jaar (bij de wijziging der begrooting, toen de verminde
ring van deze jaarwedde met 600.werd voorgesteld) er op
had gewezen, dat een traktement van 900.voor deze
betrekking te laag was, nu het voorstel gedaan dezen post met
ƒ200.te verhoogen, op dezelfde gronden, die hem toen
tegen de verlaging deden stemmen.
Wilde men eenerzijds gaarne erkennen, dat de vrees bi
.jcjjne benoeming vrij algemeen uitgesproken voor achter
stelling der belangen van den handel door dezen titularis in
zgne niéuwe qualiteit niet was bewaarheid, en werd alge-
.meen tevredenheid betuigd over de wijze hoe hij, ook .in het
gemeentebelang, zijne taak opvatte, toch maakten enkele leden
J aftvankelijk bezwaar aan het voorstel tot; tractementsverhoo-
ging, zoo kort nadat de Raad uitdrukkelijk deze jaarwedde zoo
veel verlaagd had, hun stem te geven; zij meenden dat op
dit oogenblik de omstandigheden deze verhooging nog niet
wettigden.
Een der leden derzelfde afdeeling bracht dezen post in ver
band met dien onder volgn. 11, art. 2, dezer begrooting
y>Opbrengst van havengelden" enz., \oor 1893 zoo belangrijk
lager geraamd dan voor dit jaar, en dan de werkelijke opbrengst
in 1890, het laatst bekende dienstjaar. Toegevende, dat de
memorie van toelichting het verschil tegenover 1891 voldoende
motiveert, meende dit lid toch, dat de tot lagere raming voor
1893 nopende resultaten \an 1892, voornamelijk te wijten zijn
aan eene geheel onvoldoende contróle op de inning van het
havengeld, zoowel als aan eene gebrekkige organisatie van den
dienst der betrokken ambtenaren, waardoor het mogelijk is,
dat b.v. schepen in de buitenhaven komen, lossen, laden en
vertrekken, zonder havengeld te hebben betaald, en dat door stoom-
bootreederijen met meerdere booten, dan waarvoor havengeld werd
betaald, van de aanlegplaatsen werd gebruik gemaakt. Nadat een
en ander door aanhaling van feiten was gestaafd, kwamen de
leden eenstemmig tot de conclusie, dat in het belang der
gemeente den havenmeester de bevoegdheid moest worden ver
leend tot bet uitoefenen van cojtfuMe en het opmaken van pro
ces-verbaal, zooals vroeger reeds in den Raad was aangegeven,
en dat hem tevens de betrekking van sub-ontvanger van het
havengeld behoorde te worden opgedragen, om daardoor de
gelegenheden tot ontduiking der havengelden tot een minimum
te reduceeren. Tegenover de meerdere diensten, die daardoor
van dezen titularis werden gevorderd, waren alle leden van
oordeel, dat een billijke vergoeding behoorde te staan, en waar
hem de verplichting wordt opgelegd aan de Hoofdstraat te
wonen, meende men algemeen, de billijkheid niet beter te
kunnen betrachten, dan door hem, nadat hij de opdracht tot
het verrichten der bedoelde buitengewone werkzaamheden zal
hebben ontvangen, vrijstelling te verleenen van het betalen van
huishuur, waartoe de afdeeling hierbij het voorstel doet.
In het belang van handel en scheepvaart wordt nog besloten
Burgemeester en" Wethouders uit te noodigen, maatregelen te
beramen, waardoor dit perceel in het bezit kome van het recht
tot intercommunale telephoonaansluiting; kunnende door be
langhebbenden dan telkens voor een gesprek worden betaald,
opdat de gemeente daaraan geen schade lijde.
In een andere afdeeling sprak éen lid den wensch uit, de
jaarwedde van den havenmeester met ƒ200.te verhotgen.
In de laatste afdeeling werd met eenparige stemmen besloten
voor te stellen, den havenmeester tevens de commissie op te
dragen van stedelijk ambtenaar, om in die betrekking haven
gelden te ontvangen en, zoo noodig, proces-verbaal voor over
tredingen op dat stuk, op te maken, en hem daarvoor eene
jaarlijksche toelage van 150.toe te kennen.
Met het voorstel dezer laatste afdeeling verklaart de Finan
ciëele commissie zich te vereenigen.
Volgn. 63. Art. 14. Jaarwedde van den concierge van het
politiebureau.
Een der afdeelingen wenscht te worden ingelicht, wie die
concierge is, en welke zijne werkzaamheden en verplichtingen zijn.
De Financieele commissie is van oordeel, dat de toelichting
op dezen post niet overeenkomstig den feitelijken toestand is.
HOOFDSTUK II.
Volgn. 89. Art. 5. Onderhoud van pompen en riolen.
Aangezien het dempen en rioleeren van de Broêrsveld-, de
ilaage Kerkstraat- en de Kreupelstraatgrachten met aangren
zende slooten niet gerekend kan worden tot onderhoudswerk
te behooren, wordt door eene afdeeling voorgesteld het daa
voor onder dezen post uitgetrokken bedrag van 68,000.
over te brengen naar volgn. 92, art. 8.
Ook door eene andere afdeeling, waarin tevens de vraag we
gesteld of voor die werken eene som van 68,000.wel v
doende was, wordt een gelijk voorstel gedaan. Deze afdeel:i
zou, om dezelfde reden als hierboven aangevoerd, ook den p
van 120,000.voor aanleg van een strekdam in de ri\
de Maas, wenschen over te brengen van volgn. 90, art. 6, n
het genoemde volgn. 92, art. 8, en daartoe dat artikel
splitsen in a en b.
De Financieele commissie verklaart zich met het 1ste voor®
te vereenigen.
Volgn. 90. Art. 6. Onderhoud van havensvaartenka"
muren, sluizen en andere waterwerken.
Als meer in overeenstemming met de werkelijke beste
ming, stelt éen afdeeling voor, het onderdeel van dezen p
vSloombootgebruik ten dienste der boeiente lezen: »Stooi
bootgebruik ten dienste der boeien, voor den havendienst, en.
De Financieele commissie steunt dit voorstel.
Volgn. 92. Art. 8. Kosten wegens demping van de Broêrsveh
Jjingc Kerkstraat- en Kreupelstraatgrachten met aangrenzen
slooten.
Ten aanzien van dezen post wordt verwezen naar het da:,
omtrent reeds aangevoerde onder volgn. 89, art. 5.
HOOFDSTUK IV.
Volgn. 102. Art. 1. Kosten van toezicht en van invordering d
plaatselijke belastingen.
Door enkele leden van een afdeeling wordt voorgesteld a-
den secretaris der commissie van voorlichting, bedoeld in a
19 der verordening op de heffing eener pl. directe belastii
naar het inkomen, eene vergoeding toe te kennen voor de wer. -
zaamheden, die als zoodanig door hem worden verricht.
HOOFDSTUK V.
Volgn. 105. Art. 2. Belooningen van de inspecteurs, dienao
en verdere beambten van politie, mitsgaders van de vel 1
wachters.
In verband met vroegere, in de Raadsvergaderingen gehoud.
discussien over het met vol tractement in dienst der gemeen
houden van invalide ambtenaren, is door eene afdeeling, 1
meerderheid van stemmen besloten, het voorstel te doen de*
niet meer dienst doenden gemeente-veldwachter met half ja
geld te pensioneeren en dezen post dus met 287.50 te v<
minderen.
De tegenstemmende leden motiveerden hun stem naar aan-
leiding der aan de orde zijnde pensioenregeling.
In eene andere sectie werd door enkele leden de wensch"
lijkheid uitgesproken den bovenbedoelden veldwachter, zoome<
den agent van politie 1ste kl., die sedert lang buiten staat is i
aan zijne betrekking verhonden diensten te verrichten, ge-i
jaarwedde meer toe te kennen, doch beiden, indien zedaarv«>
in de termen vallen, te pensioneeren. In verband liierme
wenschen zij den post met het bedrag van de jaarwedden d'u*
beide personen te verminderen.
HOOFDSTUK VI.
Volgn. 116. Art. 3. Kosten wegens maatregelen in het belan
van den aXgemeenen gezondheidstoestand.
Naar aanleiding van 'sRaads jongste besluit wordt door cea
COURANT.