Biimenlaiidsclie Berichten. De Rumeensche regeering heeft aan die van Griekenland geweigerd, de quaestie op te lossen langs den weg van transactie en arbi trage. Te Bucharest is men de meening toe gedaan, dat alleen de Rumeensche rechtbank bevoegd is in deze zaak uitspraak te doen, welke vermoedelijk in bet laatst dezer maand haar beslag zal krijgen. I II E E IJ E. Naoe Pasha wordt bij buitenlacdsehe zaken vervangen door Noeri Bey. Generaal Brialmont is door den sultan naar Adrianopel gezonden om de vestingwerken in oogenschouw te nemen. Het zenden van eene commissie naar Armenië is uitgesteld. AMERIKA. Doordien president Harrison, tengevolge van de ziekte zijner echtgenoote verhinderd is te Chicago op Ie treden, heeft Cleveland, als ridderlijk tegenstander, verklaard dat hij geen gebruik zal maken van de hem zo© gunstige gelegenheid en zal hij eveneens niet naar Chicago gaan. Het nieuwe Kabinet te Argentinië is gereed. Al de leden van het ministerie zijn mannen van beproefde bekwaamheid en conservatieve beginselen. Over het algemeen kan men zeg gen, dat de ministers behooren tot aanzienlijke populaire familiën der republiek, zoodat een tijdperk vaa binnenlandsche rust en welvaart mag verwacht, worden. Uit Buenos-Ayres wordt gemeld dat er een opstand is uitgebroken in de provincie San tiago de Estero. Men kent nog niet den om vang der bewpging. TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Zitting van 19 October. Ingekomen is het wetsontwerp betreffende de grensregeling van BaarleHertog en BaarleNassau. De heer Van der Kaay is benoemd tot voorzitter der commissie van voorbereiding voor het militaire strafwetboek. Dinsdag a.s. is het sectie-onderzoek van j het ontwerp tot perequatie der grondbelas- ting aan de orde. I Nog zqn aan de orde gesteld de ontwerpen j omtrent vicarie-goederen en de Berkelver- betering. Het debat werd voortgezet over de wet op het Nederlanderschap. Art. 7, waarbij Nederlanders in den vreemde verplicht worden telken tien jaren te doen blijken van hun wensch om Nederlander te big ven, werd onveranderd aangenomen. De overige artikelen zijn goedgekeurd met geringe wijziging. In de overgangsbepaling zijn, op voorstel van den heer Levyssohn Norman, inlanders en daarmede gelijkgestelden bij het inwer kingtreden der wet niet tot Nederlanders gemaakt. De verdere behandeling van dit art. is tot morgen ten i Vs ure verdaagd. Door de afdeelingen van de Tweede Kamer zijn gekozen tot rapporteurs over hoofdstuk financiën der staatsbegrootingde heeren Zijirna, Hintzen, DobbelmanSchepel (tevens voorzitter) en Van Alphen, en over hoofdstuk oorlog en de vestingbegrooting de heeren Huber (tevens voorzitter), Van der Schrieck, Van Löben Seis, Van Vlijmen en Mees. SCHIEDAM, 20 October 1892. Daar de enkele regels, waarin onze verslag gever in zijn beknopt verslag van de ge meenteraadszitting van Maandag j.l. het door den heer De Groot gesprokene heeft samen gevat, aanleiding geven tot eene onjuiste op vatting, plaatsen wij op verlangen van den heer De Groot zijn rede in haar geheel. Zij luidt aldus: liet zij mij vergund een ernstig beroep te do*n op de tegenstemmers, op hun liefde en yver voor de zaak onzer arme gemeente. Wat is met het voorstellen van dit reglement de bedoeling geweest Heilig en eerlijk om de behandeling van de gewichtige belangen aan on2e zorg toevertrouwd, degelijker te maken en te bespoedigen. Bestaat daarvoor geen redenT Is bet niet waar, dat ta! van gewichtige zaken sedert jaren aan de orde zijn en weinig of niet vorderen? Is het niet waar, dat de enkele belangrijke zaken, in den laatsten tijd tot stand gekomen, veel langer tijd hebben geëischt dan noodig was Is het niet waar, dat bet tegen woordig R. v. O. de vrijheid laat in 2, 3, ja zelfs 4 maanden niet te vergaderen en dat van die vrijheid vaak gebruik wordt gemaakt Gebeurt het niet, dat we soms weken lang reikhalzend uiteien naar de behandeling van een dringende zaak en dat, korat ze eindelijk op de agenda, ze die gnnst met zoovele andere onderwerpen deelt, dat we overstelpt worden met werk en dat de afdoening van een deel weer moet worden uitgesteld Is het geen feit, dat vele zaken op 't uiterst oogenbük, ja zelfs later dan eigenlijk mag, worden afgedaan Is daarvan niet het noodzakelijk gevolg een al te luchthartige behandeling Zijn de agenda's niet meestal zoo lang, dat zelfs ijverige en krachtige raadsleden bun geduld verliezen en vóór den afloop heengaan Hebben we niet in den laatsten tijd zelfs Wethouders hun post zien verlaten vóór hun taak was volbracht? Moest niet, om een voorbeeld te noemen, in de laatste zitting met kunst- en vliegwerk een elftal leden worden bijeengehouden om een paar meer dan dringende benoemingen te kunnen aidoen Liggen niet dikwijls adressen maan den ter visie, die in even zooveel weken behoor den te worden afgedaan Maakt het niet den indruk van onverschilligheid en sloiheid, dat de vergaderingen meestal een half uur te laat worden geopend Is het geen feit, dat het lezen der notulen en ingekomen stukken veel tijd vergt en toch uit den aard der zaak moei lijk te volgen is? Is dat alles niet juist? En als we dan alles laten bij het oude of voorge stelde veranderingen tegenwerken, zijn we dan verantwoord voor eed en geweten, hebben we dan, zooals wij zwoeren te zullen doen, smet al ons vermogen de belangen der gemeente voorgestaan en bevorderd" «Maar tegen bet ontwerp zijn goede gronden aangebracht." Laat ons die dan nog eens even bekijken. De heer Poortman heeft gezegd: ach kom, meer vergaderingen, eenvoudig meer gepraat. Ziet, mijne Heeren, dat is eene zeer gemakkelijke atgumentatie. Een koopman kan zijn werk niet behoorlijk afkrijgen en besluit een bediende méér te nemen«ach kom, dwaasheid, er zuilen een voudig meer grappen worden gemaakt en er zal niets meer worden uitgericht". De kinderen des volks verkrijgen te weinig ontwikkeling op school; men stelt voor, den leer tijd van 6 tot 8 jaar te verlengen«onzin, er zullen alleen zooveel meer ruggegraatsverkrora- mingen zijn". De heer Poortman heeft gelijker wordt veel gepraat en weinig gedaan. Maar waarom voor dit treurige feit de zoo gezochte verklaring van eenvoudige praatzucht gegeven, waar een zoo plausibele voor de hand ligt? De heer P. zelf zeide, dat de raad meer behoorde af te gaan op de voorbereiding door bet Dagelijksch Bestuur en door de Raadscommissies. Ieder zal toegeven, dat dit is de normale, gewenschte toestand. Maar noodzakelijke voorwaarde daarvoor is, dat er dan ook werkelijk worde aangepakt, voorbereid en uitgewerkt door de daarvoor aangewezen col leges dat deze daardoor werkelijk gezag en ver trouwen genieten bij den Raad. Dat aan die voorwaarde niet voldaan wordt, zietdoar de ver klaring van het feit, door den heer P. en door ons allen betieurd. En de heer Schuurman? «Uw Art. I strijdt met Art. 41 gemeentewet." Zonderling, dat hij daarvan niets bemerkt heeft in de bijeenkomst die hij had met een 6-tal der vooistellers kort vóór i Juli, waar Art. 1 breedvoerig is behandeld. Zonderling, dat hij op 1 Juli evenmin die onwet tigheid kende, althans ze vóór zie'1 hield. Maar laat ons hierop niet verder ingaan; want wie onzer heeft wel niet eens op het laatste oogen- biik, juist als de nood op het hoogst was, een reddende, lumiueuse ingeving gekregen? «Beleggen", zegt de heer S-, kan niet anders worden opgevat dan in dien zin, dat de Burge meester onbeperkt de keuze heeft van dag en uur der vergadering. Onbeperkt, Aan de rechts geleerde scherpzinnigheid van den heer S. is het dus jarenlang ontsnapt, dat het bestaand© Reglement evenzeer in strijd is met de wet immers in dit opzicht 7 beperkingen voorschrijft. Zonderling is het ook hier weer, dat de heerS. den gewonen weg niet volgt en zijn bezwaar door een amendement tracht uit den weg te ruimen. Voorts beroept hij zich op Oppenheim en nog een paar schrijvers. Misschien is het op 30 Sept. den meesten raadsleden gegaan als mij dat zij zijn betoog niet geheel hebben kannen volgen. Hij heeft de royaliteit gehad ons zijn bronnen ter inzage te zenden en daaruit blijkt, dat in '56 èn G. ,S. van Zeeland èn de Koning onze opvatting huldigden, en dat bedoelde schrij vers daartegen opkwamen. En opmerkenswaardig is, dat dezelfde heer Oppenheim op bladz. 139 zegt: «De raad tijgt aan het werk zoo dikwijls hem dit zeiven geraden schijnt". En komt men na met autoriteiten aan, dan bevinden wij ons in goed gezelschap. In «de Praktijk onzer Ge meentewet" van Zaalberg vindt men op bladz. 99 letterlijk: «Blijkens eene missive van da M. v. B. Z. van 23 Dec. 1851 (dat was toen Thorbecke, die de gemeentewet maakte en dus haar bedoeling zeker het best kendekunnen de gewone vergaderingen bij het R. v. O. worden bepaald, en kan ook het uur, waarop de ver gaderingen in den regel zullen aanvangen, daarbij worden aangegeven, als zijnde dit niet in strijd met het recht, aan den voorzitter bij art. 41 toegekend om de vergaderingen te beieggen". En op bladz. 120 vindt men op gezag van mr. Cremers in gelijken zin beslist. In '56 is, gelijk gezegd, deze opvatting bevestigd door G. S. van Zeeland en door den Koning. Het Amsterdamsche R. v. O. bepaalt, dat de vergaderingen zooveel mogelijk gebonden worden op Woensdag lt/4 ure G. S. van N.-H. blijken dus alweder gelijke opvatting te huldigen. Mij dunkt, men kan dus van een gevestigde jurisprudentie spreken. En wat ten slotte alles afdoetonze voorzitter heeft in zake de wettigheid de beslissing ingeroepen van het gezag, door wet en recht in dezen als het hoogste aangewezen het voegt den Raad zich daaraan te onderwerpen. De bezwaren van den heer Dom, als van niet principieelen aard, kunnen bij de artikelen een punt van overweging uitmaken. Het spreekt vanzelf, dat ik er niet aan twijfel, dat de heeren P. en S. hun motief krachtig genoeg vinden om het R. te bestrijden. Maar ik weiger te gelooven, dat ook de andere 8 tegenstemmers vsn diezelfde meening zijn, zoo lang ze het niet uitdrukkelijk hebben verklaard. Wat er nog wel voor andere gronden kunnen zijn 111 Sommigen zeggenhet R. is onzen voor zitter persoonlijk onaangenaam. Ziet Mijne Heeren, dit mag niet zijn. Ik hoor den voorzitter zelf reeds verontwaardigd uitroepen«neen, dat mag nooit uw stem bepalen, eed en geweten gebieden u alleen te vragen naar hetgeen volgens Uw innige ovei tuiging in het belang der gemeente is". Er is meer; men kan bewijzen dat de B. niet is tegen het R. Zijn wettigheidsbezwaar is opgelost; immers hij heeft de uitspraak ingeroe pen van het wettig gezag en dat heeft gespro ken; van bezwaren tegen de innerlijke waarde is in de 7 maanden, dat de zaak nu hangende is, in open strijd niets geblekenaannemen, dat hij bedekt er tegen gestreden zou hebben, nu hij op 30 Sept., kort zijn ambtseed, plechtig verklaarde, dat de gemeente het meest gediend is bij open strijd, ziet M. H., dat zou een grove beleediging zijn tegen hetgeen ieder eerlijk man het heiligst is. Zou het meeningsverscbil tusschen de 10 vóór- en de 10 tegenstemmers dan misschien te verklaren zijn met een paar nuchtere cijfers De voorstemmers telden gemiddeld 48 jaar, de tegenstemmers 62onder de eersten was niemand loven 60 jaar, onder de laatsten niemand er onder, behalve de 45-jarige heer Poortman, die, ik hoop bij vergissing, onder de oudere heeren is geraakt. Ziet M. H., een 48-jarige schrijdt nog voorwaarts met krachtigen, fermen paseen 62-jarige begint den last der jaren reeds te gevoelen, gaat langzamer, heeft meer behoefte aan rustige rust. Gingen we met ons twintigen een pleizierwandeling doen het spreekt vanzelf, dat ik den voorzitter en den heer v. Erpecum niet gaarne zou thuislaten het ware schandelijk, wanneer de jongeren hun pas niet richtten naar dien der oudereu. Maar het geldt hier toch waarlijk een andere, hoogst ernstige zaak. Juist de ouderen zullen zooveel levenswijs heid hebben, dat zij weten, dat de maatschappij niet voortgaat, niet voortgaan mag, op het pad der ontwikkeling met den pas van den ouder dom, maar met dien van den krachtvollen, tnan- nelijken leeftijd. Voor wilde haren en onstuimige jongelingsjaren behoeft men toch bij een 48-jarige niet meer bevreesd te zijnIs het dan een onbe scheiden verzoek aan de ouderen om hun pas wat te versnellen, als hun dit maar even moge lijk is? Bestaan er bij de tegenstanders soms nog andere bezwaren, dringend verzoek ik, die toch bekend te maken en te trachten ze door amen dementen, al is de tijd hiervoor eigenlijk reeds voorbij, weg te nemen, opdat zij het goede graan niet met de distelen uitrukken. Dit is niet alleen Uw recht, het is ook Uw plicht. Ik van mijn kant ben bereid, zelfs ip dit stadium der zaak tot overleg plegen, tot verandering van stand punt', tot geheel omkeeren zelfs, als men mij maar goede gronden geeft. Hedenmorgen is Jan Bos, 55 jaar, wonende te Kralingen, toen hij den roerstok wilde nemen uit een openstaanden boerenbak voor de branderij van den heer Jos. J. Zoetmulder aan de Nieuwe Haven alhier, door uit te glijden in dien bak, die gelukkig ledig was, gevallen, waarbij bij een wond aan het hoofd beeft bekomen. Dr. De Bruijn verleende de eerste hulp. Daarna is hij door de politie per baneard naar het ziekenhuis gebracht. In den vorigen winter hebben ongeveer 6000 miliciens gebruik gemaakt van het zoo genaamde winterverlof, waarmede door den minister van ooi log bq het leger op groote schaal een proef is genomen. De minister heeft nu bepaald, dat op denzelfden voet als den vorigen winter aan de miliciens bij de infanterie en vesting-artillerie, der lichting 4892, winterverlof zal worden verleend, na melijk voor die tot het blgvend gedeelte be hooren, van 1 December tot 4 Maart as., en voor het niet blijvend gedeelte van 4 Ja nuari tot 4 Maart a.s.; deze laatsten blijven dan met verlof in hun haardsteden in afwach ting van het te verleenen groot verlof, in ver band met de inlijving van de miliciens, lich ting 4892, op 30 April a.s. De heeren N, P. van den Berg en G. M. Boissevain zullen Nederland op de muntcon- ferentie te Brussel vertegenwoordigen. In den toestand van den vice-admiraal jhr. De Casembroot is in de laatste twee dagen weinig verandering gekomen. Hoewel de nachten rustiger waren, blijft de zwakte aanhouden. De exploitatie-maatschappij is voornemens binnen korten tijd over te gaan tot verwarmen van hare voornaamste snel- en exprestreinen door middel van stoom. In de werkplaatsen dier maatschappij te Utrecht, Zwolle en Til burg wordt met kracht gewerkt om de voor de stoomverwarming noodige inrichtingen aan te brengen aan bagagewagens en rijtuigen. De Haagsche correspondent der N. Qr. Ct. zegtdat de Koningin-Regentes zich te Weimar steeds eenige uren daags bezighield met de Nederlandsche staatszaken «Enorme pakketten met stukken werden, zegt hij, Haar dagelijks toegezonden. Het is weinig be kend, dat steeds een postbode uit Den Haag, als II. M. op reis is, been en weer reist om de stukken te brengen en terug te halen. Hij reist steeds in zijn uniform bij deze zending van groot vertrouwen, maar waaraan slechts een zeer matige belooning ie verbonden. Ik vernam, dat deze man niet meer dan 7 cents per uur voor verblijfkosten ontvangt en men begrijpt wat f 4,68 per etmaal beteekent, en dan in een tijd van feesten ais alle logementen vol zijn en de café's en restaurants extra tarieven heb ben. Intusscben tijdens het leven van Koning Wil lem III kreeg de postbode steeds een niet onbelang- 'rijke gratificatie en ik denk, dat onze Regentes zich ook wel aan die goede traditie houden zal. Het zou er anders voor dien reizenden brievenbesteller treurig uitzien. Eerepostjes zijn heel aangenaam, maar men kan in onzen prozaischen tijd al evenmin van eer als var. rozengeur en maneschijn leven." In de laatste vergadering van het departe ment Rotterdam der «Nederlandsche Maat schappij ter bevordering der pharmacie" is aan eene commissie uit het departement op gedragen, een onderzoek in te stellen naar den aard der vervalsching van verbruiks- artikelen (levensmiddelen enz.) aldaar. Zondag 23 October a.s. zullen in alle korpsen van het «Leger des Heils" in Neder land gedenkdiensten worden gehouden, ter nagedachtenis van wijlen mevrouw Booth. Ten nadeele van den landbouwer Joh. van der Toorn te Overschie heeft men uit een put een 6-tal hectoliters aardappelen ge stolen. Te Delft doet zich weder een geval van- pokken voor, en wel bij een man, die belast is geweest met het vervoer van het lijk van een aan pokken overleden Jjjder.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1892 | | pagina 2