1
Maandag 31 October.
A". 1892.
N°. 8133
Eerste Blad.
©sen Teer tigs t© Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
üitgëyërTT odé.
Binnenlaiidsclie Berichten.
BDREAV: BOÏÏHSïBAAT, 27.
Oft nummer bestaat uit drie bladen.
Schiedam, 29 October 1892.
De minister-president der Fransche repu
bliek, de heer Loubet. heeft een drukke week
achter den rug, die daarenboven voor hem een
minder aangenaam einde neemt. Immers hg
had de taak van scheidsrechter tusschen de
mijnmaatschappij te Carmaux en haar werklie
den op zich genomen. Hij heeft uitspraak ge
daan, den maire-mijnwerker Calvignac genoe
gen trachten te doen, de mijnwerkers te bevre
digen doch tevens het recht zijn loop gelaten,
door eenige mijnwerkers, die op 15 Augustus
oproerige handelingen pleegden, en dienten
gevolge door de rechtbank te Albi veroordeeld
waren, uit te sluiten van het recht, weder
in de mijn te werken. Het slot van de
historie is geweest, dat zijn uitspraak door
.de mijnwerkers niet is aangenomen, zijn
voorstellen zijn verworpenmet algemeene
«temmen is besloten de werkstaking voort te
zetten. Aldus treedt deze netelige zaak een
nieuw tijdperk in, een tijdperk, dat grooter
moeilijkheden zal opleveren dan het overige,
terwijl de afloop tevens een nederlaag is voor
den minister-president, 't Is een welwillende
poging geweest, doch de heer Loubet had
beter gedaan buiten de zaak te blijven. Er
lagen op dit gebied overal voetangels en
klemmen.
De voorstellen tot versterking van het
.Duitse,he leger zijn eenige dagen geleden aan
den Bondsraad medegedeeld; dit is, aan eenige
personen, die tot de openbaarmaking niet ge
rechtigd waren. Een onbekende heeft echter
de stukken gezonden aan de Kblnische Zeitung
ten minste dat blad verzekert zulks
en natuurlijk was de verzoeking te groot om
vóór elk ander orgaan aan Duitschlands be
volking te kunnen mededeelen, welke greep
er jveder in haar beurs zal worden gedaan,
teneinde het rijk behoorlijk in staat van
tegenweer te houden.
Nu dan, door de Kölnische Zeitung heeft
liet Duitsche volk kunnen vernementwee
naburige staten, Frankrijk en Rusland, gaan
steeds voort met de versterking hunner legers;
dus mag Duitschland niet achterblijven en het
Duitsche leger moet opgevoerd worden tot vier
honderd zes en tachtig duizend negenhonderd
drie en tachtig manschappen. Doch in dit laatste
cijfer zijn niet begrepen de onderofficieren,
zadelmakers, en wat zoo verder bij een goede
legerinrichting behoort, zoodat het cijfer aan
merkelijk hooger zal worden. Nu heeft de
4 regeering wel begrepen, dat haar voorstellen
niet- de minste kans hadden door het volk
met ingenomenheid te worden ontvangen;
een verhooging van het oorlogsbudget met
y
m--
ruim zes en dertig millioen gulden 's jaars
Er moest dus wat op gevonden worden om
de pil te vergulden. Er is dus voorgesteld,
den driejarigen dienstplicht, ten minste wat
het wapen der infanterie aangaat, in een twee
jarigen te veranderen.
Maar het Duitsche volk, hoe trotsch ook
op zijn leger, neemt deze wijzigingen met
ernstig op en vreest misschien niet zonder
reden dat, als de tweejarige dienstplicht
een poos heeft gewerkt, de regeering zal
komen met de verklaring, dat de ondervinding
heeft geleerd, dat een oefening van twee
jaar voor den Duitschen infanterist niet vol
doende is. Zeker, zegt de JTreisinnige Zeitung,
er is nog nimmer een magerder toelich
ting gegeven op een wetsontwerp, dan op
dat der toekomstige legeruitbreiding. De
regeering zegt eigenlijk met, wat toch wel
haar doel is, waarom 173 nieuwe bataljons
infanterie moeten worden in het leven ge
roepen. Zelfs is de tweejarige diensttijd zoo
onduidelijk vermeld., dat het blad meent.,
dat de regeering de hoop koestert, aan deze
bepaling van het wetsontwerp te kunnen ont
snappen.
Eén blad, de National Zeitunggaat echter
met de regeering mede. Dit blad beweert
dat een oorlog van wat langen duur of een
nederlaag Duitschland oneindig meer zou
kosten, dan hetgeen door dit ontwerp van
de natie zal worden gevorderd. Het noemt
leger en legerversterking een levensvraag
voor het Duitsche volk, en keurt het af dat
reeds bij de eenvoudige verschijning van het
ontwerp er zulk een ïumoer over wordt
gemaakt.
In Oostenrijk is de politieke atmosfeer ook
niet zuiver. De Hongaarsehe minister-president
heeft een nederlaag geleden, en wel tenge
volge van een toevallige gebeurtenis. Er is
een tijd geweest, dat Hongarije tegen de
Oostenrijksche monarchie in vollen opstand
was; dat het de republiek proclameerde, en
een ministerie benoemde. Welnu, de Oosten
rijksche troepen waren de Hongaren de baas.
Generaal Haynau, de beul van Hongai ije,
richtte galgen op, waaraan op zekeren dag
eenige leden van het Hongaarsehe ministerie
werden opgehangen.
Generaal Hentzi beschoot Pest, maar moest
eindelijk voor de Hongaren wijken, vluchtte
toen in vrouwenkleeren en werd op zijn
vlucht gedood. Nadat Hongarije ten onder
was gebracht, richtte men voor dezen held
een standbeeld op. Thans is een gedenk-
teeken opgericht voor de nationale Hongaar
sehe troepen, de Honveds, die in 1848 de
stad Ofen vermeesterden, en dit gedenkteeken
zou plechtig ingewijd worden. Graaf Szapary,
de minister-president, regelde de plechtig
heden. Voorgoed zouden nu de oude grieven
tusschen Oostenrijk en Hongarije begraven
worden. En dit zou op de volgende wijze
gebeuren.
Een Oostenrijkóch generaal zou een hulde
brengen aan het monument, ter eere der Hon
gaarsehe dapperen opgerichtdaarentegen
moesten dan de Hongaren een krans leggen
aan 'den voet van het standbeeld van gene
raal Hentzi, den man, die hun hoofdstad
had gebombardeerd. Hiertoe waren de
laatsten niet te bewegen. De feestelijkheden
vielen in het water. In de Kamer vanafge-
\aardigden kwam de zaak ter sprake. De
minister werd veroordeeld en verzocht den
keizer om zijn ontslag. Deze heeft dit wel
geweigerd, maar duidelijk is het, dat de toe
stand onhoudbaar is. Keizer Frans Jozef rust
ook niet op rozen.
Uit het zwarte werelddeel een kort bericht.
Kolonel Dodds, die bezig is in Afrika, en
wel in Dahomey, den negerkoning Behanzin
'm iciken, Frankrijk te eerbiedigen, heeft
succeb, Welk succes? Men kan het lezen in
den volgenden brief, door een soldaat aan
Figaro geschreven en die volgens het Han
delsblad aldus luidt:
Onze komst op Dahomeyaansch gebied,
schrijft de soldaat, heeft Behanzin blijkbaar
zeer slecht bevallen. Overal zijn spionnen;
het volk van Dongba heeft getracht hem
voor te zijn. Daarop is krijgsraad gehouden
in het kamp der Amazonen. Men zwoer boven
de ingewanden van een gewurgde kip bij het
3e kwartier der maan, ons allen te zullen
uitroeien en Gobbo, de broeder des konings,
vertrok met geforeeerden pas uit Allada met
4000 uitgelezen en welgewapende mannen
om ons te verrassen.
Hij voerde zijn expeditie kranig aan, want
den 19n des ochtends ija taptoe, een halfuur
voor zonsopgang, stond hij onverwacht voor
ons kamp.
Een kleine post mariniers zag in liet bosch
verdachte schimmen. »HaltWie daar?" Geen
antwoord, dan een verwoede vervolging, waar
aan onze 5 of 6 man slechts door een won
der ontsnapten.
Het alarm was gegeven en na een oogen-
blik van verklaarbare verwarring kregen allen
hun koelbloedigheid terug. Het was tijd. De
vijand was op geen 30 meter afstand van
de tenten van den staf.
De post van kolonel Dodds opende een
woest geweervuur en op nauwelijks enkele
passen afstands, onder het b'iksemen der ge
weerschoten, zag men een onontwarbare massa
waaruit de wilde kretenDahomey 1 Dahomey
weerklonken.
Het was indrukwekkend, die aanval van
wilden in den zwarten nacht, en zonder onze
dappere mariniers weet ik niet wat er van
ons geworden zou zijn. De minste vergissing
kon noodlottig voor ons worden. Gelukkig
deed ieder zijn best en behielden allen hun
koelbloedigheid.
Minder dan twee minuten na den aanval
kwamen twee compagnieën van het vreemde
legioen toeschieten en toen deden de Lebel-
geweren hun werk. Ze maakten een ware
louillie van de troepen wilden vóór ons. In
enkele minuten was alles tot aan den rand
van het bosch weggemaaid.
Niettemin deed de vijand nog gedurende
3 uur herhaalde uitvallen, maar het was niet
meer de eerste aanval.
De dag brak leeds aan. De mariniers gin
gen voorop. Te 9 nur sloegen de restjes
van het leger der Dahomeyanen in wanorde
op de vlucht en bleven wij meester van het
slachtveld. Dit bood een afschuwelijk schouw
spel. De Lebel-kogels ontploften in de wonde.
Men kan zich geen denkbeeld vormen van bun
verwoestende werking in het menscheKjk
lichaam.
Voor ieder is deze uitwerking van hel
Lebel-geweer eens openharing. Da zwaarste
hoornen konden den vjjand zelfs niet tot schuil
plaats strekken. Zij werden als bordpapier
van alle kanten doorschoten.
Men gaat thans de dooden op een giooten
brandstapel verbranden. Er zijn er te veel
om ze te begraven. Morgen zullen wij onzen
weg voortzetten naar Abomey.
SCHIEDAM, 29 October 1892.
In de heden voortgezette vergadering van
den gemeenteraad, welke werd bijgewoond
door 18 leden (afwezig de lieeren J. H.Ris,
D. F. W. Prins en dr. B. de Bruijn, de
eerste met kennisgeving) kwamen nog in;
van burgemeester en wethouders een ont-
werp-verordening op het vervoer te Schiedam
van lijders aan eene besmettelijke ziekte,
naar een ziekenhuis of naar hunne woning
een adres van W. Stout, onderwijzer 3e
klasse aan de 2e openbare kostelooze school,
om ontslag uit zijne betrekking met 15 Dec-
e.k., en een adres van A. den Houting om
continuatie van huur van een strookje ge
meentegrond of water van 3.5 centiare, gren
zende aan de scheepstimmerwerf ideHoop"
aan de Lange Nieuwstraat, en zulks voor den
tijd van 5 jaar, 2 maanden en 28 dagen;
alle werden ter visie gelegd ter behandeling
in eene volgende vergadering.
Allereerst kwam nu in behandeling het
gisteren aangehouden voorstel van den heer
Hoogendam tot afschaffing der kermis. Na
eenige discussie, waarbij de heer Den Breems
het voor de kermisgangers opnam, werd het
voorstel tot afschaffing der kermis verworpen
met 12 stemmen tegen 5. Yóor stemden de
heeren Tak, Maas, Hoogendam, De Groot en
Van Erpecum
Bij ditzelfde nommer der begrooting deed
Abonnementsprijs, per kwartaal
franco per post, door het geheele Rgk
Afzonderlijke noinmers
1.85.
- 2.50.
- 0.10.
Advertentieprijs: tm i—10 gewon* regels met
inbegrip vac eene Courantf .10.
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
*9