A". 1892,
Woensdag 30 November,
N°. 8154.
Eerste Blad.
POLITIE.
esenveertigste Jaargang:,
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
Bultenlandsclie Berichten.
abonnementsprijs, per kwarts»!
Jranto per post, door het geheele Rijk
Afzonderlijke nommers
Aan het commissariaat zijn als op straat
gevonden aangebracht of aangegeveneen
bloedkoralen oorbelletje, een ijzeren ge
wicht van 2 kilo, een doublé-oorbel met
wit steentje, een R.-k. kerkboekje, een
blauwkoralen oorbelletje, een grijze kous
en een jongensjasje.
Schiedam, 29 November 1892.
Honderd twee en negentig leden van het
Fransche parlement zouden er belang bij heb
ben, dat de zaak van de Panama-maatschappij
in den doofpot werd gestopt
Aldus verzekert het Fransche blad La Co-
carde, dat indertijd een der organen was van
generaal Boulanger en zijn satellieten. Een
reine bron is het dus niet, waaraan deze
mededeeling ontspringt, maar een bron is
het toch. En wat borrelt er nu uit deze
bron verder op? Dit: de voorzitter van de
Kamer van afgevaardigden, de heer Floquet,
zou, toen hij nog minister was, uit de kas
van de Panama-maatschappij driehonderd
duizend francs hebben ontvangen, of, zooals
het heet, geleend om daarmede in Decem
ber 1888 en in Januari 1889 de candidatuur
van generaal Boulanger te Farijs te bestrij
den men lette wel op de woorden«die
anderhalve ton gouds zijn niet in den zak
van den ex-minister Floquet terechtgeko
men, maar hij heeft er, volgens zijn inzien,
de publieke zaak mede gediend".
De persoon Floquet blijft dus ongerept, de
politieke man wordt beschuldigd. Recht
duidelijk zijn deze zaken voor den eenvoudigen
Nederlander op het eerste gezicht niet. "We
Stellen ons b.v. hier ter stede een kiesvereeni-
ging voorlaat ze heeten «Schiedam", libe
raal, sde Grondwet" katholiek, «Nederland en
Dranje" met zijn tal van leden, allen voorstan
ders van het anti-revolutionnaire staatsrecht.
Er zal een verkiezing worden gehouden voor
een lid van den gemeenteraad. Iedere partij,
louter eerlijk in al haar doen en laten
natuurlijk, stelt er prijs op haar candidaat
l' benoemd te zien. En nu is het een publiek
geheim, dat iedere verkiezing geld kost aan
•elke partij, en dan wordt een beroep gedaan
h op de offervaardigheid van de leden, waar
onder er hoe beginselvast ze ook mogen
zijn beginnen te bedanken, als het tekort
4 in de kas eenigszins bedenkelijke afmetingen
«"""begint aan te nemen. Men zie de geschiede-
'Ji nis van de vrijzinnige kiesvereeniging te
jDordrecht, treuriger gedachtenis. Stel u nu
f voor, dat bij zoodanige gelegenheid de liberale
kiesvereeniging Schiedam, bij monde van haar
^/bestuur, een beroep zou doen op het reserve
kapitaal van een der hier ter slede bestaande
liberale begrafenisfondsen, en dat dit bestuur
UITGEVER: ODÉ.
BrBBAK: BOTJER STRAAT, K 2».
Advertentieprijs: vsn 1—10 gawona regelt met
inbegrip van eene Courantf .10.
ledera gewone regel meer- 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
zich laat vinden om voor politieke doeleinden
een deel van zijn fondsen af te staan
als men zoodanigen handel begrijpt, dan
worden ook de Fransche toestanden helder.
Boulanger was voor vier jaren de nachtmerrie,
die op Frankrijk drukte. Elke maatschappy,
met financieel doel gesticht, had er belang bij,
dat de bestaande orde van zaken in Frankrijk
gehandhaafd bleef. Welnu, de geheime fondsen,
aan de regeering daar te lande toegestaan,
waren niet voldoende om al die uitgaven te
bestrijdenmen zocht dus de hulp van ver-
eenigingen of maatschappijen, die geld kon
den verschaffen, en verkreeg die.
Nu heeft de heer Floquet in de Kamer
wel verklaard, dat hij niets heeft geëischt,
niets heeft ontvangen en niets heeft gedeeld
van de Panama-maatschappij, maar in
zooverre, dat hij niets voor zich zeiven, voor
zijn persoon heeft ontvangen, zal dit dan
moeten beteelcenen.
Ten minste een. paar bladen vullen de ver
klaringen van den president aan en gaan
zoover te beweren, dat de president noch
persoonlijk noch voor zijn persoon iets heeft
ontvangen, maar dat er een tusschenpersoon
is geweest, die de zaak voor den toenmaligen
minister Floquet behandeld heeft; die per
soon wordt zelfs met name genoemd; de
plaats, waar hij zich bevindt, wordt even
eens aangewezenpolitie en justitie hebben
hem voor het oppakken, maar ze doen
het niet. Met zulke verkwikkelijke mede-
deelingen ging in de Fransche Kamer van
afgevaardigden meer dan éen zitting voorbij,
totdat de opeenstapeling van beschuldigin
gen zoo groot weid, dat men besloot, ter
wille van de waardigheid der Kamer, een
commissie van enquête te benoemen. Ter
wijl dus de rechter van instructie de
zaak der heeren Do Lesseps c.s. onderzoekt,
volgt de parlementaire enquête dat onderzoek
op den voet. En wat die instructie en deze
enquête nu ook aan het licht mogen brengen,
en hoe ook zal blijken, dat er overdrijving
ligt in de tallooze beschuldigingen, die zelfs
aan de hoogstgeplaatsten worden aangewreven,
dit is zeker, de Fransche republiek van 1870
verschijnt er door in een zeer eigenaardig
licht. Ze is niet de oude republiek der
Romeinen uit den tijd van Brutus en Cassius,
toonbeelden van eerlijkheid en goede trouw.
De Panamazaak heeft de aftreding van het
Fransche ministerie ten gevolge gehad. We
komen hierop later terug.
De wetgevende macht in Frankrijk heeft
te midden van al die drukte toch nog ge
legenheid gehad, den lof te verkondigen van
dat gedeelte der Fransche krijgsmacht, hetwelk
ter westkust van Afrika den zwarten koning
van Dahomey een lesje gegeven heeft. Zijn
zwarte Majesteit is naar het binnenland
gevlucht, heeft zijn paleizen vernield en
meegenomen wat hij kon; zyn gouden troon
ia echter in handen der overwinnaars ge
vallen, die het kostbare stuk aan een vijand
v»in den gevluchten vorst hebben geschonken.
De soldaten, die aan de expeditie hebben
deelgenomen, krijgen een medaille en kolo
nel Dodds is generaal geworden. We mis
gunnen den Franschen dezen triomf niet.
Het ontwerp tot uitbreiding der Duitsche
legermacht is verleden week bij den Rijksdag
sngekomen en door den kanselier des rijks,
Caprivi, met een rede, die ongeveer drie
uren duurde, bij dat staatslichaam geïntrodu
ceerd.
Hoewel drie uren een lange tijd is om
met gespannen aandacht te luisteren, heeft
de kanselier toch zijn doel bereikt, vooreerst
door den inhoud van zijn rede, en dan door
den waardigen vorm, waarin hij zijn denk
beelden had gegoten. Geen oorlogzuchtige
bedoelingen dit was de grondtoon der
rede hadden de regeering geleid tot het
voorstellen van een regeling, waarbij nieuwe
-J&lea op het Duitsche volk werden, gelegdr
maar de noodzakelijkheid om met de reus
achtige wapeningen van Frankrijk in de laat
ste 20 jaren gelijken tred te houden.
Openlijk werd verkondigd dat de staat
kunde van den czaar een loyale, vredelieven
de staatkunde is, maar dat de stemming in
het Russische rijk ten opzichte van Duitsch-
land zeer ongunstig mag genoemd worden,
trouwens de kanselier voegde er bij, dat de
stemming van Duitschland ten opzichte van
Rusland niet veel beter was, en dat sommige
uitingen van de Duitsche pers aan het adres
van Rusland hem, den kanselier, wel eens
teer hinderden.
Vorder wees Caprivi op het concen-
treeren van Ruslands troepenmacht naar de
Duitsche grenzen, en op het feit, dat by het
uitbreken van een oorlog Duitschland naar
twee kanten front zou moeten maken en dus
van de leden van het drievoudig verbond de
zwaarste taak zou hebben te vervullen.
Een ander gedeelte was gewijd aan een
verdediging van Bismarck, die geen telegram
in 1870 heeft vervalscht, Frankrijk wilde
oorlog en wil dien nog. Een wereld
oorlog, zoo profeteerde de kanselier, moet
komen. Wanneer, dat kan niemand zeggen.
Maar komen zal die oorlog, want Frankrijk
voelt zich door zijn verbazende krijgstoerus
tingen sterk. Daarom is de aanneming van
de militaire wet noodzakelijk de lasten, die
haar aanneming oplegt, zyn groot, maar wel
te dragen door het Duitsche volk. Wij zijn
zoo vrij te betwijfelen, of het Duitsche volk
die laatste meening van zijn rijkskanselier
deelt.
FBANHBUH.
De minister-president Loubet schreef aan
de enquête-commissie in de Panama-zaak,
dat er geen enkel wettig middel is om Dru-
mont voorloopig in vrijheid te stellen.
Voor de commissie van enquête verklaarde
de rechter van instructie Pj inet gisteren, dat,
behoudens de punten die gedekt worden door
het beroepsgeheim, en waaromtrent de com
missie wellicht het dossier kan raadplegen,
hij de namen der betrokken parlementsleden
niet kan noemen. Hij heeft onderzocht wie
geld had uitgedeeld, en niet wie geld ont
ving. Bij de Fransche Bank deed hij navraag
naar de ehêque, ontvangen door een sedert
overleden minister, doch hij heeft deze
ehêque nog niet kunnen terugvinden. Prinet
r voegde hierbij, dat hij het was, die baron
Reinach betrokken heeft in de vervolging,
daar deze 7,800.000 frs. ontvangen zou heb
ben waarvan de herkomst niet na te gaan was.
In de Kamei zitting van gisteren stelde
Laferronays den minister van justitie eenige
vragen betreffende het verdwijnen van
Reinach, onder toespeling op de verschillende
daaromtrent loopende geruchten, terwijl de
oorzaak van den dood nog niet bekend is en
er wel eene voorgewende begrafenis piaats
gehad kan hebben. Het land verlangt de
waarheid te weten.
Laferronays zeide o. a. dat alleen de opgra
ving van het lijk het onwederlegbaav bewijs
kan leveren. De lijkschouwing zal de gehei
men openbaren.
De minister van justitie Ricard zeide dat
het hem diep grieft op zulke vragen te moeten
antwoorden. Het is alsof er geen regeering en
geen justitie meer bestann. Zulke aantijgingen
staan gelijk met het verloochenen van alle
justitie. Men wil met deze aanvallen de
regeeriog treffen, met welk doel is onbekend,
maar de poging is duidelijk. Bij het over
riden zijn alle wettelijke formaliteiten naar
behooren in acht genomen. De dood i$ op
natuurlijke wijze veroorzaakt en de justitie
heeft er niets mede te maken. Alleen indien
er sprake is van eene misdaad kan de opgra
ving gelast en een gerechtelijk onderzoek
ingesteld worden, maar zelfmoord is geen
misdaad. De minister eindigde met te zeggen
dat hij een onderzoek zou gelasten indien hij
overtuigd was van een gewelddadigen dood,
maar die overtuiging heeft hij niet en hij
verkiest de wet niet te schenden.
De in de Kamer voorgestelde eenvoudige
orde van den dag, die door den minister
van justitie was aangenomen, is verworpen
met 304 stemmen tegen 209. De ministors
overwogen daarna de vraag, of zij hun ont
slag aan den president der republiek zouden
aanbieden.
De Kamer nam daarna met 393 tegen 3
stemmen een amendement Maujan-Brisson
aan, behelzende dat de Kamer, zich vereni
gende met het streven der commissie naar
volledige opheldering van de Panama-zaken,
üoubiit.
J 1.85.
- 2.50.
O.tO.
t