Bimienlaiidsche Berichten.
vloot heeft te danken, welke het thans bezit.
De minister van buitenlandsche zaken
Brïn is ad interim heiast met de portefeuille
\an marine.
SPANJE.
Tusschen de ministers is oneenigheid ont
staan ten opzichte van de maatregelen, die de
heer Villaverde noodig acht te nemen tegen
over den gemeenteraad der hoofdstad, met
het oog op de verwarring der gemeentelijke
geldmiddelen. De minister van koloniën,
Romero Robledo, zou den afgezetten burge
meester zoo warm verdedigd hebben, dat een
ministerieele crisis waarschijnlijk wordt
geacht.
De onder-secretaris van staat bij binnen-
landsche zaken en de burgemeester van
Madrid handhaven hunne aanvrage om ontslag.
De heer Sagasta zal heden door de koningin
regentes ten gehoore ontvangen worden.
Het conflict dat in den ministerraad is ont
staan is veroorzaakt door oneenigheid tusschen
den minister-president Canovas en den minis
ter van binnenlandsche zaken.
De heer Canovas keurde de schorsing van
den burgemeester te Madrid af en de minister
van binnenlandsche zaken dacht er anders
over en heeft zijn ontslag ingediend.
- Volgens de officieele Qaceta zijn in de
eerste vier maanden van den loopenden dienst
de ontvangsten der douane 9 millioen minder
geweest dan in het vorige jaar; de uitvoeren
zijn met 30, de invoeren met 60 millioen
verminderd.
B U L G A R IJ E.
De minister van financiën heeft ontslag
aangevraagd en de minister van justitie zal de
portefeuille van financiën ai interim waar
nemen.
AMERIKA.
Volgens de Times zijn te Londen stellige
berichten uit Buenos-Ayres ontvangen, waarin
wordt betoogd dat Romero niet voornemens
is tot eene dadelijke conversie over te gaan.
Hij wilde slechts de verlaging der goudpremie
tegenhouden.
AFRIKA.
Uit Pietermaritzburg wordt van 28 November
gemeldHades, secretaris van Natal, en Hun-
ter, directeur-generaal van de spoorwegen
in Natal, hebben zich naar Pretoria bege
ven, om met de regeering van Transvaal te
onderhandelen over de uitbreiding van den
kolonialen spoorweg, teneinde een gemeen
schap tot stand te brengen tusschen Natal
en Pretoria.
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL.
Zitting van 30 November.
Heden werd de behandeling der Indische
begrooting voortgezet.
De minister van koloniën heeft, met hand-
ik heb aanstonds onraad vermoed, heer luitenant.
Toen wij hedenmiddag hier aankwamen, waren
de raenschen op het kasteel eerst zeer boos en
ruw, en naderhand veel te vriendelijk. Ik vond
ook in het stroo een knapzakzooals de
Poolsche opstandelingen drogen Poolsche
instructies en gedrukte exercitie-reglementen. Ik
vertrouwde de zaak niet en ging met Mikus
(dit was een andere ulaandie onbeweeglijk
in de schaduw stondzoodat de officier hem
nog niet opgemerkt had) stil om het huis.
Mikus is zelf een Pool, maar een goede en
sluwe kerelhij is op de loer gaan liggen en
mij komen zeggen dat aan den anderen kant
geheele schut en vol opstandelingen waren, die
vei trokken. De heeren officieren zaten binnen
aan tafelik wilde ben niet aanstonds verschrik
ken, en sloop daarom met Mikus hierheen en
paste op. Daar! zie daar eens, heer luitenant,
door deze beide takken daar gaan zij heen
naar het bosch".
Graaf Hancke boog voorover in het zadel
en volgde met zijne blikken de aanwijzing
having van zijne overtuiging, dat middelen
versterking in Indië noodig is, maar in aan
merking nemende, dat de heg rooting bij de
behandeling met aanzienlijke sov.tnien ver
minderd is en een hoogere opbrengst der
koffie met 6 millioen (57 cent per Yv kilo)
te wachten is, den voorgestelden lucifers-
accijns en de verhooging van petroleum- en
zoutaccyns teruggenomen.
De heer JE. Mackay kwam hiertegen op,
meenende, dat de minister de Indische finan
ciën voor de toekomst op losse schroeven
stelde en nog vele uitgaven in het verschiet
liggen, waarbij nog komen de lasten van
eventueele leeningen.
De heer Van Kerkwijk had ook verwacht,
dat de minister meer oog had voor de toe
komst en betreurde 's ministers verandering
van houding met het oog op de velerlei be
hoeften van Indië. Had hij geweten wat de
minister deed, hij zou de uitgaven niet heb
ben gevoteerd.
De heer Goeman Borgesius beto'gde, dat
't niet aanging den inlanders onnoouige lasten
op te leggen en de heer Travaglino zou over
wegen of hij wel voor 's ministers begrooting
7eu stemmen. Df minister deed daarna uit
komen dat hij de middelenversterking slechts
1 jaar aanhield en achtte de oplegging in 4893
door de omstandigheden niet gerechtvaardigd.
Er werd geen amendement voorgesteld en
de Kamer nam het middelenhoofdstuk aan.
Bij de wet op de middelen in Nederland
drong de heer Vrolik aan op de indiening
alsnog bij de Billiton-maatsehappij van de
vordering gegrond op art. 16 volgens het
contract van 1864.
De heer Levy bestreed de rechtmatigheid
van eene zoodanige vordering.
Ook de minister erkende die niet, maar
zou des heeren Vroliks advies aan het oor
deel van den landsadvocaat onderwerpen.
Aan den heer Tijdens beloofde de minister
pubiiceering der overgelegde geheime Billi-
ton-stukken, indien zyr.e collega's er geen be
zwaar tegen hadden.
De wet op de middelen werd goedgekeurd.
De Indische begrooting is afgehandeld."
Goedgekeurd werden de ontwerpen tot
naturalisatiebetreffende de provinciale hef
fingen in Noord-Brabant en in Overijsel
tot verkoop van grond te Vlissingen tot
bekrachtiging der overeenkomst met Zutfen
en die voor den stoomtramweg EdeWage-
ningen, en tot onteigening voor den aanleg
van het afwateringskanaal 's-Hertogenbosch
Drongelen.
De heer Ruys van Beerenbroek hield
daarna zijn interpellatie over de afschuiving
der spoorweglijn BundeElslo en vroeg welke
maatregelen genomen zijn om herhaling te
voorkomen.
De minister verklaarde dat het onderzoek
nog niet afgeloopen is, dat een ontwerp
verbetering is ingekomen, en wellicht de
van den korporaal. Hij ontdekte nu ook met
verbazing de kleine en grootere schaduwen van
voetgangers, ruiters en wagensdie over de
witte sneeuwvlakte trokkenzijne oogen be
gonnen te schitteren en onwillekeurig greep
bij het naar gevest van zijn sabel.
Gedurende eenigen tijd zwegen beidendit
gezicht nam hunne geheele opmerkzaamheid in
beslag.
«Gaat dit reeds lang zoo 1" vroeg de officier.
»Tot uw dienstReeds langer dan een uur,
nu eens meer, dan eens minder, en ook dikwijls
kon ik er geen bespeuren. Allen loopen echter
zoo hard zij kunnen naar het bosch."
nDus willen zij beproeven over de boerderijen
de grenzen te bereikendaar loopt een weg
langsjuistwant door het dichte bosch kun
nen zij niet trekken. Zijn onze patrouilles nog niet
met de opstandelingen in aanraüing gekomen
zNeen, tot nu toe heeft er geene ontmoeting
plaats gehad, heer luitenant."
Graaf Hancke dacht een oogenblik na en hield
onafgebroken het oog op de vlakte gericht.
noodzakelijkheid zal blijken het haanvak een
groot deel om te leggen.
Hedenavond is de peraequatie der grond
belasting aan de orde.
Avondzitting van 30 November.
Bij de beraadslaging van het wetsontwerp
tot peraequatie en verlaging der grondbe
lasting op ongebouwde eigendommen van 7
op 6 pCt., welke voor hedenavond aan de
orde gesteld was, licht de heer Ruys van
Beerenbroek het amendement toe, ingediend
door drie leden der commissie van rapporteurs,
welk amendement was ingediend om drieërlei
motieven, n.l. wenschelijkheid, billijkheid en
noodzakelijkheid. Wenschelijk is de ver
mindering tot 5 pCt., omdat 6 pCt. nog in
vele gevallen te drukkend is, vooral jvoor de
grondeigenaren die ook in de grondbelasting
betalen. Billijk, aangezien de landbouw kwijnt
en de waarde van den grond aanmerkelijk
gedaald is, terwijl de hypothecaire schuld in
Zuid- en Noord-Holland 30 a 40 pCt. be
draagt bovendien dalen de prijzen der land
bouwproducten en wordt den landbouw niet
door verhooging van inkomende rechten te
hulp gekomen. Noodzakelijk eindelijk acht
spreker de voorgestelde verlaging met het
oog op de door de gemeenten te heffen op
centen op de vermogens- en bedrijfsbelasting,
hetgeen het platteland weinig baten zal,
terwijl de grondeigenaren die buiten de ge
meente wonen, daardoor niet kunnen wor
den getroffen.
Wat de gevolgen betreft, het rijk zal een
mindere opbrengst van f960,000 hebben, doch
5ys ton zou al dadelijk kunnen gevonden
■worden door afschaffing der tollen, en de
overige 4 ton door toepassing op het budget.
De heer Zijp wijst erop dat juist diegenen
het zwaarst zullen worden getroffen, die het
slechtst kunnen betalende cijfers van den
minister stellen hem geenszins gerust, de
verzachting van druk eenerzijds houdt geen
gelijken tred met de verhooging anderszijds.
Nadat nog de heeren Ferf en Yan der
Kaay hebben gewezen Op de bezwaren tegen
een zwaardere belasting van zaken, welke in
ongunstigen toestand verkeeren, en de aan
neming van het amendement hebben aan
bevolen, wordt de beraadslaging verdaagd
tot morgenochtend ten 11 ure.
SCHIEDAM, 1 December 1892.
Dat het bestuur der vereeniging tegen
bedelarij zijn taak met ernst opvat, moge
ook hieruit blijken, dat het de bekende straat
figuren W. Hompes en echtgenoot, alias
3> Baron Wout" en sMouseline Kee", daartoe
door eenige menschlievende stadgenooten in
staat gesteld, een goed onderkomen heeft be
zorgd in een gesticht te Grave.
Wij wenschen gaarne dat genoemd bestuur
bjj de behartiging zijner vaak moeilijke taak
van zijne stadgenooten steeds krachtigen steun
«Dus zitten de majoor en prins Looz aan tafel T"
vroeg hij na een pauze.
«Tot uw dienstIk wilde het hun gaarne
berichten, maar ik kon niet in de zaal komen zon
der het geheele huis in rep en roer te brengen."
sluist, Fareza, gij hebt heel goed gehandeld."
«Buiten mij en Mikus weet nog niemand iets
van deze zaak."
Thans zag de luitenant de laatste der opstande
lingen in het bosch verdwijnen. Hij haalde zijn
horloge uit, verwijderde de asch van zijne sigaar
en verlichtte de wijzerplaat. Hij was een jong, drif-
man, met hart en ziel soldaathet bloed steeg hem
naar het hoofd, toen hij het wild zich ginds ver
wijderen zagwaarop hij moest jagen 't was
immers ook zijn plicht, deze opstandelingen te
vervolgen en van de grens terug te dringen.
Strikt genomen moest hij thans oogenblikkelijk
alarm slaan, majoor Edler een bericht zenden en
de vervolging aan de troepen ovei laten. Andere
overwegingen kwamen er echter tusschen en deden
hem talmen het schoone gelaat, de schitterende
oogen en het trotsch opgericht hoofd van eene
zal ondervinden, dien het zoo ten volle ver
dient.
De heer M. Servaas, chef van het bestel-
goederenkantcor der Holl. ijzeren-spoorweg
maatschappij alhier, is met ingang van 1
Januari a.s. benoemd tot ambtenaar bij de
Zuidafrikaansche spoorwegmaatschappij in
Transvaal.
In het jongoiverschenen nummer (48) van
het Sociaal Weekblad, redacteur mr. Treub,
ïs in hoofdzaak opgenomen, wat dr. Joh. W.
Pont in De Volksvriend, orgaan van de n Ver
eeniging tot afschaffing van sterken drank",
van 9 Juni 1. schreef over sociale toestan
den in Schiedam (zie ons nr. van 20 Juni j.L),
ïHetgeen de heer Pont mededeelt" zegt
de redactie sheeft, al is het eenige maan
den oud, heelaas, niets van zijn actualiteit
verloren en het is van dien aard, dat het
geen overbodig werk kan heeten in zoo ruim
mogelijken kring bekend te maken, hoe niet
alleen het product der branderijen het volk
ondermijnt, maar de productie zelve de daarin
werkzame arbeiders lichamelijk engeestelqk
te gronde richt.
Zou het vraagt de redactie ten slotte
tot het te keer gaan van zulke ergerlijke
toestanden, waarvan de heer Pont terecht
vraagt of ze niet Godgeklaagd zijn, zou
het tot het te keer gaan daarvan niet ge-
wenscht zijn het Engelsche stelsel te volgen
en zonder te wachten tot een meerderheid
gevonden is, die de wenschelijkheid van wet
telijke regelen ten behoeve van den volwas
sen arbeider tn het algemeen inziet, te begin
nen met bepalingen voor te schrijven voor
deze speciale industrie. Velen die in het alge
meen tegen inmenging van den wetgever in
de industrie gekant zijn, zullen voor dezen
tak van deze industrie een uitzondering ma
ken. En terecht, want wat deze industrie
onderscheidt van hare zusteren is dat het
geen zij voortbrengt en vooral de mate waarin
zij het voortbrengt, uit een sociaal oogpunt
niet nuttig maar schadelijk is.
Stelt men de bepalingen zoo, dat de in
dustrie er door belemmerd wordt, dan zal
men dus aan het algemeen welzijn een dub
belen dienst bewijzen. Ten hoogste zou de
billijkheid misschien medebrengen de thans
werkzame fabrikanten, die door de bepalin
gen een nawijsbare en op geld waardeerbare
schade zouden lijden, eene schadevergoeding
te geven.
Ligt het zoo vragen wij niet op den
weg der vereeniging tot afschaffing van ster
ken drank, zich omtrent dit punt met de
voorstanders van wettelijke regeling van den
arbeidsduur in fabrieken en werkplaatsen te
verstaan? Het is te voorzien, dat een krachtige
aandrang tot het nemen van wettelijke maat
regelen in deze richting tot spoediger en
beter resultaten zou leiden da» het vasthou
den aan de leuze: sSluit Schiedam".
jongedame daagden plotseling voor hem op. Hij
lachte, toen hij aan haar, de vertoornde opstande-
iinge dacht en hoe verachtelijk zij hem dazen
morgen had aangezien. Waarom zou hij haar ten
tweeden male vertoornen 1 Hij moest immers ook
zelf voor eenigen tijd op Wicelowiec zijn intrek
nemen. Wat ging het hem in den grond der zaak
ook eigenlijk aan, of de Russen, die men in Oosten
rijk toch niet goed gezind was, zich met de Polen
maten Waarom zou hij zich daarom in onge
legenheid brengen, een schoon meisje en haar
vaderlandlievend hart smart veroorzaken Maar
plichtgevoel en verlangen naar werkzaamheid
namen spoedig weder de overhand over deze per
soonlijke bedenkingen hij richtte zich hoog in het
zadel op en overzag nog eens het witte sneeuwveld,
(Wordt vervolgd.)