voeten of ooren kregen. Ujrron efccht flat de kolonel -voorbeeldig gestraft zal -worden. IliLIE. In de Kamer verklaarde Giolitti, in antwoord op verscheidene hem gedane vragen, dat men 2eer ernstige dingen heeft ontdekt in het be heer der Romeinsche Bank. De regeering zal een ontwerp indienen betreffende het bank wezen. Het resultaat der thans in gang zijnde onderzoekingen zal aan het parlement wor den voorgelegd. De regeering zal haren plicht doen tegenover allen, maar zij wil van eene parlementaire enquête niet weten, daar deze h. i zijn zou een bewijs van wantrouwen. De heer Rudini verdedigde zoo eene enquête. Minister Giolitti, hem beantwoordende, ontkende dat men de Banken gedwongen heeft geld voor de verkiezingen te geven. De minister van justitie bevestigde de ver klaringen van den heer Giolitti en voegde er aan toe, dat het parlement en het land ver trouwen kunnen hebben in de onafhankelijk heid van het rechterlijk gezag. Daarop werd de zitting geschorstna de heropening hadden er interpellatiën plaats. T U B K IJ E. Het gerucht loopt, dat de Porte voorne mens is, zich te Londen met kracht er over te beklagen, dat de firman, welke den khedive het recht geeft zijne ministers te benoemen, door Engeland wordt geschonden. 6 P T i. Op de wekelijksche receptie van den khedive was een groot aantal voorname inboorlingen. De toestand is kalmer. AFBIKA. Paul Kruger is herkozen tot president der Zuidafrikaansche republiek met eene meer derheid van ongeveer 1000 stemmen. Binitenlandsclic Berichten. EERSTE KAMER DER STATER-GENERAAL. Zitting van 26 Januari. De Kamer begon heden met de staatsbe- grooting. De heer Lohman opende de algemeene beschouwingen met, in verband met een op merking van den heer Fransen van de Putte in Dec. j.L, die de Eerste Kamer beschouwde als een veiligheidsklep tegen te groote uit breiding -van kiesrecht, zijn standpunt tegen over de voorgestelde uitbreiding van het kiesrecht te ontwikkelen. Hij acht invoering van algemeen kiesrecht verkeerd, omdat hij vreest dat het beginselen, waartegen hq' steeds streed, nog dieper bij het volk ingang zal doen vinden en omdat het den drang naar verdere uitbreiding en nieuwe kiezers- groepeering niet zal beëindigen. Hij duldt niet dat de macht der kroon nul worde. Desniettemin zou het zeer onstaatkundig zijn, indien de Eerste Kamer zich verzette tegen uitbreiding van kiesrecht, indien de andere Kamer die verlangt. Komt het bijna alge meen kiesrecht, dan is 't zaak het koninkigk gezag te versterken door wijziging van het begrootingsrecht en door invoering van het referendum. Spreker kwam op tegen het minachtend neerzien van den heer v. d. Putte op Rome en Dordt, die de schoolquaestie hebben op gelost en de sociale quaes tie door een fabrieks- wetgeving hebben verzacht, terwijl de heer v. d. Putte nog niet het middel aanwees om den Atjeh-oorlog te beëindigen. Hij wees er op, dat de clerioalen niet door het leger be hoeven in bedwang gehouden te wot den en dat de onderwijzers der bijzondere scholen de jeugd niet opleiden tot haat en verbitte ring. Men berge zulke wapenen op. Spreker -ziet nog altijd de levenwekkende kracht in de aanhankelijkheid aan Gods woord op staat kundig en stoffelijk gebied. In alle geval heeft dr. Kuyper, leider der clericalen, den stoot gegeven aan kiesrecht uitbreiding. De heer Van Roven kwam op tegen de luchthartigheid der regeering ten opzichte speciaal van de onlusten in bet noorden; den geest der openbare onderwijzers en de ur gentie van regeling van het plaatselijk be lastingstelsel. Maar vooral drukte hij de regeering ge matigdheid op het hart, ten aanzien van fet kiesrecht niet te luisteren naar de'ultra's en niet toe te geven aan den eisch van eene kleine rumoerige partij, maar meer te letten op den angst die velen voor het algemeen kiesrecht vervult. Het kiesrecht voor de ge meenteraden geve men slechts aan hen die in de kosten der gemeente-huishouding bij dragen, en het gemeentelijk belastingstelsel worde niet een middel om de vermogenden uit de plaats te verjagen. Spreker dringt voorts aan op een betere regeling van de positie der burgemeesters, door hen geheel tot staatsambtenaren te maken, en op krachtiger maatregelen tot verzekering van de rust en veiligheid dei- ingezetenen en de handhaving der orde, en dan niet alles op het hoofd der burgemeesters te laten neerkomen. Daartoe is noodig een regeling der rijkspolitie en eene regeling van den staat van beleg. In het belang van de instandhouding dei- openbare school, wees hij de regeering ernstig op de uitingen van sommige onderwijzers, in staat om de geesten te verwarren, hetgeen vooral bij de jongste onlusten bleek. De heer Six betoogde, dat de regeering de mïnisterieele homogeniteit niet zoover zou voeren, dat, na verwerping van de kieswet, alle ministers daarin aanleiding zouden vinden om heen te gaan en daardoor 's lands belang te schaden. De heer Melvil van Lijnden meende dat belastinghervorming en defensie-regeling be hoorden te zijn afgedaan vóór de kiesrecht uitbreiding. Hij betreurde vooral den stilstand op het gebied der defensie. Zonder tegenwicht wil ook hq de macht niet geven in handen van het aantal en daar door overheersching van het eene deel des volks door het andere in het leven te roepen. Dit ware hoogst bedenkelijk. De regeering blijve hiervoor verantwoordelijk. De heer Pijnappel maakte het de regeering tot grief haar vasthouden aan de meening dat het kiesrecht de voorwaarde is van blij vende verbetering, haar onbevoegdverklaring dezer Kamer om het kiesrechtvoorstel tebe- oordeeleo en haar houding in zake de open baarheid der lijsten van de hoogstaangesla genen. De heer Wertheim achtte de houding der regeering correct in zake de handhaving der politie-bevoegdheid der burgemeesters, kwam op tegen de inschikkelijkheid tegenover de democratische^ onderwijzers en achtte de re geering solidair aansprakelijk voor de indie ning van het kiesrecht, doch bij aanneming der wet deelde de vertegenwoordiging die aansprakelijkheid. De heer Alberda gaf vertrouwen in de regeering te kennen en verdedigde den onder wijzersstand. De heer Rengers waarschuwde tegen te groot optimisme hieromtrent. De heer Sassen drong aan op kalme uit breiding van het kiesrecht. De minister Tienhoven verklaarde, namens de if geering, dat volkomen homogeniteit be stond over het kiesrecht. De afdoening der defensie-ontwerpen, waaraan krachtig wordt gewerkt, en van andere voorstellen, kan ge schieden in het tijdstip tusschen de indiening en de afdoening van het kiesrechtontwerp. De minister van justitie protesteerde tegen het denkbeeld dat de regeering niet de burge meesters steunt, maar de gemeentewet eischt dat hun de handhaving der orde eri rösÊ worde overgelaten. Morgen is minister Tak aan het Woord. TWEFDE KAMER DER STATER-GENERAAL. Bfl de Kamer is ingekomen een ontwerp tot' regeling van de mgnontginningen in Nederlandsch Indië ter vervanging van de be staande onvoldoende, tot vele bezwaren aan leiding gevende bepalingen. De wetsvoordracht beoogt hoofdzakelijk de hinderpalen weg te nemen, die aan eene ge zonde ontwikkeling der mijnindustrie in den weg staan, weshalve slechts een matige cijns wordt gevorderd, zoolang eene ontginning zich niet heeft' vrygewerkt, zqn alle ontgin- ningskosten teruggevonden, dan vloeit een ruimer aandeel in de netto opbrengst aan de schatkist toe, hetwelk aan het algemeen ten goede komt. De concessiën worden voor hoog stens 75 jaren uitgegeven. SCHIEDAM, 27 Januari 1893. Dat de gave van het woord niet uitsluitend is toebedeeld aan den man, werd overtuigend bewezen door de voordracht van mej. E. C. Knappert van Leiden, gisteravond in de eerste openbare vergadering van de afdeeling Schie dam van den ïNederlandschen Protestanten bond" in het lokaal nPauIus" gehouden. Spreekster had zich voor ditmaal ten doel gesteld een antwoord te geven op de vraag J1 loc zq'n de evangeliën ontstaan?" en de waarde dier geschriften voor de vrijzinnige protestanten aan te toon en. Ter inleiding zette spreekster het groote verschil uiteen tusschen weten en kennen, tusschen werkelijkheid en phantasie, welke op verschillend gebied bestaan en in alles hun invloed doen gelden. Zoo wees zij er op, hoe in de eerste jaren na den dood van lezus velen, die zich zeeruiteenloopende denkbeelden hadden gevormdaangaande de toekomst van den Zaligmaker en Zq'n rijk, door diens spoedigen dood in hunne heer lijke droombeelden werden gestoord en hoe verschillend de gemoedstoestand was van hen, die voor en met Jezus hadden geleefd en gestreden ter bevordering van de komst van het Godsrijk op aarde. Geen wonder dus, dat tengevolge van de groote verslagenheid niemand er aan dacht, iets uit Jezus' leven te boekstaven, te meer, daar men rekende op de spoedige wederkomst van den grooten menschenzoon. Toen men dus- later, in zijne verwachtingen teleur gesteld, zijne herinneringen in een vasten vorm trachtte te belichamen, was reeds veel uitgewischt en streefde men er* naar, met de phantasie te vergoeden, wat aan het geheugen ontgaan was. Zoo ontstonden de vier evangeliën, waarvan evenwel de eerste drie de meeste waarde hebben, welke om streeks tachtig jaar na Jezus' dood gereed waren en omstreeks het jaar 200 canoniek werden verklaard en als Nieuw Testament aan het Oude werden toegevoegd. Voorts toonde spreekster aan, hoe uiteen loopend niet alleen, maar zelfs tegenstrijdig de feiten bij de evangelisten werden voorge steld, en hoe zelfs vele uitdrukkingen en ver halen ten eenenmale met het karakter en de beginselen van Jezus in strijd waren. Tot staving hiervan werden onderscheidene pas sages geciteerd, waaruit ten duidelijkste bleek dat de phantasie der verschillende be grippen noodwendig tot geheel andere ver halen moest leiden, hoewel deze volkomen te goeder trouw waren vermeld. Ten slotte stelde spreekster de viaag, of de wetenschap, dat de evangeliën niet zuiver historie behelzen, het recht geeft ons ge loof te verzaken en alleen het gezond ver stand recht te doen wedervaren. Hierop luidde haar antwoord beslist ontkennendons ge loof behoort meer te zijn dan het zweren bij tegenstrijdige geschriften, welke daarom hunne waarde nog niet verliezen. Zij bevatten zoo menig goed woord, dat ons verkwikken kan en sterken tot den grooten levensstrijd, die ons wacht, en dat ons vreugde kan verschaffen ia moeilijke omstandigheden. Ten zeerste laakte zij daarom liet ongeloof, dat slechts het gevolg kan zq'n van een gelooven aan het ongerijmde, en geen hooge'r roeping kent dan het naleven van bepaalde vormen en gebruiken. Deze belangrijke rede, waarvan de waarde - door den bevattelqken vorm en de gemakke lijkheid van voordracht in niet geringe mate- werd verhoogd, lokte bjj het zeer talrijk auditorium een luid applaus uit.- De voorzitter, de heer F. Haverschmidt, dankte uit naam der afdeeling mej. Knappert voor hare nuttige voordracht, welke van veel studie getuigde. Ook wekte hq de aanwezige niet-leden op, tot de afdeeling toe te treden, opaat het godsdienstonderwijs in vrijzinnigen geest hier ter stede ook in de toekomst mocht- verzekerd zijn. De gewone audiëntie van den minister van waterstaat, handel en nijverheid op- Zaterdag 28 dezer zal niet plaats hebben. De minister van waterstaat deelt in zq'n begrootings-antwoord aan de Eerste Kamer* mede, dat de zeer langzame opschuiving van de diepe geul in den mond van den Rotter damschen waterweg naar het noorderhoofd, het gevolg is van, en in overeenstemming met het overal waargenomen feit, daar waar geen. abnormale omstandigheden zulks hinderen, dat de diepe geul zich lang de holle zqde van het vaarwater moet bevinden. Die opscliuiving is evenwel zoo gering, dat thans geen maatregelen daartegen behoeven- te worden aangewend. De minister van marine is in beginsel zeer geneigd de verzekering van werklieden tegen ongelukken zooveel mogelijk te bevorderen en hq zal trachten op dit gebied het mogelijke te bereiken. Het ligt in het voornemen van den minister van marine de aangevraagde schepen hier te- lande op stapel te doen zetten, wanneet- althans de te bedingen prijzen billijk kunnen "Worden geacht. Men meldt ons uit 's-Hage: Aan het departement van financiën is men' reeds dadelijk aan het werk gegaan met het in gereedheid brengen van het antwoord op het Kamerverslag over de beroeps- en be drijfsbelasting. De werkzaamheden geven grond te vermoe den, dat het oorspronkelijke voorstel zal wor den omgewerkt tot een geheel nieuw ontwerp. Dat bij de tegenwoordige stremming van het verkeer te water niet zulk een opeensta peling van goederen aan de spoorwegen is als in T891 het geval was, is voor een deel v te danken aan den goeden affoop van den aard appelenoogst, waardoor de invoer uit Duitsch- land zeer gering is geweest, terwijl in vorige jaren dagelijks groote 'adingen aardappelen met de staatsspoor werden aangebracht. (mi,) Het bericht dat de villa ïBelvedere" te Hilversum door den heer F. Domela Nieuwen- huis was aangekocht, is onjuist gebleken. In den laatsten tijd is er wederom veel valsch geld in omloop, meerendeels rijksdaal ders. De geldstukken zijn zeer goed nage- a! maakt, zoowel in beeltenis als in gewicht. r( Te Haarlem is heden alles rustig. Aan j eenige personen is werk verschaft. Door mr. W. H. 1. baron van Heemstra te Driebergen zal te Jubbega, eene veendeg in de gemeente Schoteriand, een lokaal ge- J|| sticht worden, ten behoeve der jeugdige arbeiders-kinderen. Het lokaal zal dienen voor bewaarschool, het onderwijs wordt ge- geven op christelijken grondslag, terwyl tevens tój het gebouw zal dienen voor christelijken bij- eenkomsten van ouderen. (V. D.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 2