;1
Binne nlan dsch eB e r i c h t e n
4
een batig saldo aan van 337.000 pd. st.,
nadat de interest der leeningen betaald wasj
De Robinson-leening is afbetaald.
SCHIEDAM, l Februari 1893.
Ten stadhuize is een vondst gedaan, die
•«oor de geschiedenis van onze gemeente
niet zonder belang is.
Omstreeks het laatst der vorige eeuw zijn
de arclnefldsten der gilden o vei gebracht naar
het stadhuis. Waar zooveel nieuws de aan
dacht vorderde, schoot er in die dagen geen
tyd over om te denken aan hetgeen gepas
seerd wa-s.
Zoo ongeveer is het te verklaren, dat die
archieven werden weggestopt op een plaats,
waar niemand gedenkteekenen van kunst
nijverheid zou zoeken.
EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL.
Zitting van 31 Januari.
De Kamer wijdde heden nogmaals een ver
gadering aan de staatsbegrooting, allereerst
het budget van waterstaat, waarbjj de heer
Fokker voor den staat het monopolie verlang
de voor de exploitatie der intercommunale
telephoonlijnen, ook ter vergemakkelijking
van het aanleggen van internationale verbin
dingen. Oe economische en financieele voor
deden daarvan, vooral voor de gemeenten,
alsdan verbonden met de groote centra, zette
hg uitvoerig uiteen.
De heer Van Gennep vroeg eene oplossing
van de quaestie der tijdregeling, omdat, ter
wijl reeds de Amsterdamsche tijd niet de
ware is, de dubbele tijd, een voor spoorwegen,
telegraaf en post, en een voor de gemeenten,
onhoudbaar is voorpubliek, handelen nnver
heid. Daarom drong hij aan op eenheid vau
tyd in het burgerlijk leven. Om tot eenheid
te komen, gaf spreker in overweging terug
te komen op den Westeuropeeschen tijd en
terug te keeren tot den goeden, ouden
Amsterdamschen tijd, of wel aan te nemen
den Middeneuropeeschen tijd, waarvan de
natie meer gediend wil zijn dan van den
thans tegen haar zin opgelegden Greenwich-
lijd, blijkens de adressen van de vertegenwoor
digers der handels- en nijverheidsbelangen,
b. a. de Kamers van koophandel der 4
grootste steden.
Ten slotte vroeg hij een oplossing bij wet
voor te stellen.
De heer Alberda van Ekenstein vroeg ver
betering van de haven te Delfzijl.
De heer Wertheim ontried verandering
van tijd, omdat de bezwaren tegen de bestaan
de tijdregeling weikelyk niet zoo groot zij'n en
men reeds aan den nieuwen tyd gewoon is ge
raakt Ook heeft de regeeiing niemand ge
dwongen den nieuwen tyd aan te nemen. Ver
der drong spreker aan op verbetering van het
lot der telegrafisten, die een hoogst inspan-
nenden arbeid hebben.
De heer Melvil van Lijnden ontzegde de
regeering de bevoegdheid, af te wijken van
den in Nedeilaud gehruikeljjken tyd ter
wille van het ouitenland.
De heer Fransen van de Putte wees op de
slechte uitkomsten van de spoorwegovereen
komsten, voor den staat en voor het personen-
en goederenvervoer.
De heer Bultman drong aan op eene uit
breiding van den postdienst op het platteland.
De minister van waterstaat verklaarde dat
eene staatsexploitatie der telephonie in een
niet ver verwijderd tijdstip gewenscht was. In
de tydquaestie heeft de regeering geen pressie
geoefend en zy meent zien op dit oogenblik van
inmenging te moeten onthouden. De spoor
weg-overeenkomsten moet zij uitvoeren naar
haar geest.
Het hoofdstuk waterstaat is aangenomen.
By de behandeling van de begrooting van
Suri name verklaarde de mini ster aan den heer
Wertheim, dat rechtstreeksche staatsonder-
steuning van de industrie ongewenscht was,
maar wel dat de levensvoorwaarden voor hare
ontwikkeling moeten worden verbeterd, en de
immigratie van Javanen bevorderd.
Hoofdstuk koloniën is aangenomen, nadat,
op eene vraag van den heer Van Gennep, de
minister het paiticulier bericht bevestigde, dat
de bevolking van Zuid-Guinea aanvankelijk
onzeexpeditie gunstig ontving, maar later den
posthouder overvallen en de bezetting bestookt
heeft. Nadere berichten ontbreken.
De heer Van Gennep ried zachtheid aan en
de minister zeide dat dit in zijn geest was.
De Kamer is hierna gescheiden.
Met volle recht kan een deel althans Vnn
het gevondene tot de kunstproducten wor
den gerangschikt; terwijl verschillende
gilden hun archiefkist door vorm of versie
ring een eigenaardig cachet gaven. Zoo ver
sierden de opreeders hun kist met een gQ_
kroonden haring, een lijnbaan enz., de bran
ders met een in eikenhout gesneden distil
leerketel en koelvat, terwijl de scheepmakers
zonder eenige versiering in hun simpele
schuifdoos het karakter van hun ambacht
legden.
Van de smeden zijn gevonden een gedre
ven tabaksdoos en een koperen tabakscom-
foor, die aantoonen op welk een hoogte het
hand wei k nog in de vorige eeuw stond.
De kist van het gilde der timmerliedenis
beschilderd met verschillende familiewapens
en die van St. Crispijn met diens beeltenis.
Het meest te betreuren is het, dat de ge
borduurde emblemata der schoenmakers zoo
verschrikkelijk hebben geleden, dat men de
flarden moest opplakken om ze voor verder
vernielen te bewaren. Wat overschoot, laat
nog deugdelijk zien, dat een kunstvaardige
hand ze vervaardigde.
Behalve de gildekisten kwamen nog andere
zaken aan het licht, zooals een goed gecon
serveerd exemplaar van een Latijnschen bijbel,
bewerkt door lm. Tremellius, Fr. Junius en
Theodoras Beza, in 1618 bij "Wechelius te
Hannover gedrukt voor rekening van Daniël
en David Aubrius en Clemens Schleichius.
Deze bijbel, gedrukt met brevier letter, is
voorzien van kantteekeningen metGrieksche
en Hebreeuwsche typen.
Verder het present-exemplaar van het in
1773 gedrukte boek der psalmen en gezan
gen, door de Staten van Holland en West
friesland gezonden aan sErntfeste, wjjze
voorzienige, discreete, onze Lieve Getrouwe
Den Officier, Burgemeesteren en Regeerders
der stad Schiedam."
Het gevondene is voldoende om den grond
slag te leggen voor een museum. De toe
stand waarin 't werd aangetroffen, is een
aanklacht tegen vroegere bestuurders, die
dergelijke zaken naar een turfhok verwezen.
Zou 't te veel zijn, als we van ons ge
meentebestuur verwachten, dat het in dezen
onze waardigheid zal ophouden en een be
scheiden maar fatsoenlijk sonder dak" zal aan
wijzen voor de Schiedamsche souvenirs?
Bij koninklijk besluit zijn bij het departe
ment van waterstaat, handel en nijverheid
benoemd: tot referendaris mr. J. C. Th.
Heyligers, tot adjunct-commies mr. Ph. Fal-
kenburg.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt alsnog ter algemeene kennis, dat, vol
gens het bij hem ingekomen ambtsbericht,
in de week van 15—21 Januari als aan Azia
tische cholera overleden is aangegeven: in
Noord-Brabant: te Os, 1 persoon.
De heer Sigurd Valk, met koninklijke
machtiging benoemd tot vice-consul teLaur-
vig, is als zoodanig door de Noorsche re
geering erkend.
De Kamer van koophandel te Haarlem
zoekt bij hare zusterkamers over het geheele
land instemming met een adres aan den mi
nister van binnenlandsche zaken, om. andere
bepalingen ingevoerd te krijgen voor het ver
voer van goederen in tijden van besmettelijke
ziekten (cholera).
Zij zou daarom willen, dat te onzent het
voorbeeld van den staat New-York werd ge
volgd, waar de koopmansgoederen in 3 klassen
worden verdeeld 1die, waarvan de quaran
taine en desinfectie imperatief is 2. waarvan
die verplichting facultatief is, en 3. welke
van die maatregelen z'yn vrijgesteld.
De goederen, tot de beide eerste klassen
behoorende, worden met name genoemd, alle
niet genoemde goederen behooren tot de derde
klasse. Kan eene dergelij'keregeling tot stand
komen aidus merkt da Kamer op dan
zou de handel vooraf weten, hoe h i j bij verzen
dingen te handelen heeft in tijden, dat maat
regelen tegen de cholera te wachten zijn.
Het gemeenschappelijk wetsvoorstel Pijttersen—
Schimmelpenninck van der Oye.
Men weet, dat bovengenoemde heeren zich
omtrent hunne respectieve wetsvoorstellen
tot instelling van Kamers van Arbeid
onderling hebben verstaan en thans n)\
het voorloopig verslag der 2e Kamer over
hun ontwerpen behal ve een van ieder van
hen afzonderlijk uitgaande mem. vanbeantw.,
gemeenschappelijk een nader wets
ontwerp hebben ingediend.
Toch moet die naam: ^gemeenschappelijk
voorstel" volstrekt niet in absolute» zin wor
den opgevat. Want omtrent sommige punten
bleef tusschen hen een diepgaand verschil.
De Tijd, die meer naar den heer Pijtter-
sen overhelt, betoogt echter aan het slot van
een drietal artikelen, dat de hoofdzaak
is: dat de gewenschte organisatie, die nu
"eenmaal aan de orde gesteld is, er kome. Men
late zich niet weerhouden door sophistische
redeneeringen van den heer Levy over on
grondwettigheid. Overigens, al meende de
reg. met den heer Levy, dat de zaak alleen bjj
kon. *>esl. mocht geregeld worden, ofal wilde
de reg. de vestiging bij wetsontwerp vastge
steld zijnde, de inrichting overgelaten zien
aan de uitvoerende macht, in ieder »»eval.
meent -de Tijd, mag het overleg tusschen
regeering en volksvertegenwoordiging niet
overtollig geacht worden, vooral dok aange
zien de zaak jaarlijks kosten zal meebrengen,
die uit de schatkist moeten voldaan worden,
en de vertegenwoordiging dus het middel in
de hand houdt, om de uitvoering onmogelijk
te maken.
Wat de onderlinge afwijking der voorstel
lers betreft, de heer Pijttersen wil b.v. ook
vrouwen, die een bedrjjfiuitoefenen, tot kiezer
voor de K. v. A. geproclameerd zien. De heer
S. wil dit niet en verlangt, dat bovendien
zullen uitgesloten worden niet-Nederlanders,
tappers en bordeelhouders.
Een verschil echter van beteekenis tusschen
de heeren Pijttersen en Schimmelpenninck
ligt in de bepalingen omtrent het al of niet
afzonderlijk vergaderen van de groep van
patroons en de groep van werklieden. De
heer Pijttersen is ten sterkste voor de ge-
xnengde Kamers en wil zijn ontwerp
daarmee doen staan of vallen. Het gemis aan
solidariteitsgevoel tusschen patroons en werk
lieden, hetwelk onze tegenwoordige arbeids
verhoudingen kenmerkt, zou meent hij
bij het afzonderlijk vergaderen niet wegge
nomen worden.
Ongetwijfeld, zegt de heer P. in zijne
memorie, zijn er aan het stelsel der gemengde
Kamers bezwaren verbonden, doch deze zullen
bij de toepassing langzamerhand verdwijnen;
de patroons zullen leeren zich op het L
punt van den werkman te plaatsende J' ^,e
zal zich na elke vergadering vrijer t, zelf
standiger gevoelen en beter bekwaam de be
langen van zijn werklieden te verdedigen
hooghartigheid eenerzijds en hoofdigheid aan
de andere zijde zullen door onderlinge wrij
ving van de scherpe kanten worden ontdaan.
Doch de bezwaren van het vergaderen in
afzonderlijke groepen worden voortdurend
grooter; het worden des associations de combat:
vereenigingen ter bestrijding van het kapi
taal en van strijd en verzet tegen de aan
matigingen der werkliedenelke overwinning
wordt een prikkel tot het stellen van hooger
eischen, elke nederlaag een oorzaak van vij
andige verhouding.
De Tijd, zon der zich daarmee volkomen
eens te verklaren, acht toch, dat het denk
beeld met ernst dient overwogen te worden.
De Standaard niet aldus. Het liefst had
ze gezien twee Kamers, die in aan te wijzen
aangelegenheden saam vergaderen en saam
handelen zouden. Doch zij kan zich ook neer
leggen bij Schimmelpennincks voorstel van
twee in éen Kamer combineerbare sectiën»
De werklieden moeten vrg en op zich zejf
buiten het bijzyn der patroons, kunnen ver
gaderen, beraadslagen en besluiten, en het
recht erlangen, dat hun besluiten als zoo
danig ter kennis se van de regeering en vaQ
het pubhek gebracht worden. Hiervoor zorgde
de heer S. Volgens dezen moeten de besluiten
der sectiën desverlangd worden opgezonden
by het besluit der geheele Kamer.
Bedenking heeft de Standaard tegen de
bepaling dat in plaatsen, waar het aantal
patroons te klein is om de sectie in gelijk
aantal te bezetten als de sectie der werk
lieden, die patroonsplaatsen te doen innemen
door particulieren. Daardoor komen advocaten
en andere niet-deskundigen er in. Geef liever,
zegt het blad, den overigen patroons meer
stemmen.
Dat kleine bazen, zonder knechts werkende,
tot de werklieden zouden gerekend worden,
acht de Standaard onjuist, evenzeer en vooral
dat meesterknechts bij de patroons worden
ingelijfd. Laat hen bij de werkliedendan
eert ge hen, door hen vooraan te zetten. De
meesterknecht zal ook in den regel, als in
telligenter en beter ter tale, door de werk
lieden als hun verweerder en tolk gekozen-
worden. Bij hen hoort hjj ook. Het kenmerk
van den patroon toch is niethet hebben
van gozag, maar het hebben van gezag
grond van betaling,
Ook acht de Standaard den eisch van 25-
jarigen leeftijd om kiezer te zijn voor de K,
v. A. ongewenscht. De 20-jarige rekent even
zeer mee onder de gezellen.
pp-
Als eene bijzonderheid valt te vermelden
dat gisteren van Sydney te Rotterdam aan
kwam het Amerikaansche fregat Granite
State, geladen met steenkolen, hebbende 73
1diepgang. Dit is het diepste zeilschip dat
ooit voor die stad kwam. (N. 22. Qt.)
De Rotterdamsche tramwegmaatschappij
vervoerde in de maand Januari j.l. 427,181
reizigers meteen opbrengst van 134,741,12'/},
tegen 398,437 reizigers met een opbrengst van»
f32,773,92Va in Januari 1892.
De buitengewone ontvangsten over de
afgel. maand van 1893 beliepen f19,346,96,.
terwijl die over datzelfde tijdvak van 1892
f 16,016,37 bedroegen.
De totale ontvangst over datzelfde tijd
perk in 1893 beliep f 54,088,08i/s, terwijl die-
over datzelfde tijdperk in 1892 f48,790,29'/}
beliep.
De stationschef te Rotterdam (Beurs), de
heer W. F. Boeije, wordt, met behoud van
zijne bezoldiging, met 1 Februari op non
activiteit gesteld, in afwachting van de rech
terlijke uitspraak in zake het ongeval op 9
November 1892.
Schipper Blokland van Sliedrecht, die onder
de gemeente Overschie ruim 3 weken in
de Deiftsche Schie zijne schuit onbewaakt en
ongesloten ingevroren had laten liggen, deed
gisteren bij de politie aangifte, dat uit zijne
schuit het geheele ameublement was ont
vreemd.
De te 's-Gravenhage bestaande sNationale
Vereeniging" heeft het voornemen opgevat
over eenigen tijd tot stand te brengen eene
organisatie, welke zij den naam van j>Jonge-
lingenbrigadö" wenscht te geven.
Het doel er van is om de jongelieden van
12- tot i 8-jarigen leeftijd, uit den hand-
werkssland, na hun dagelijksche werkzaam
heden, nuttig en aangenaam bezig te houden.
Velen toch dier knapen brengen hun vrijen
tijd op eene wijze door, die hen voorbereidt
tot de gevangenis.
A'
'A'
us
O
/f
f
-V
A